Vorig jaar overleden dagelijks gemiddeld twintig mensen na een val of struikelpartij (bron VeiligheidNL), met name oude knakkers die op latere leeftijd nog klussen. Nou, op dat punt draag ik niet bij aan cijfers die vermelden dat dagelijks circa 300 mensen spoedeisende hulp nodig hebben na een val. Hoewel, over klussen gesproken, zo’n 9 jaar geleden heb ik na onze terugkomst uit Californië een drietal noodzakelijke projecten uitgevoerd die vandaag de dag nog operationeel zijn. Astrid, die dit stukje onder ogen kreeg, blafte onmiddellijk: “wat dan?”. Met een stralende glimlach liet ik haar deze foto zien:
Een Ikea toiletrolhouder, jawel! “De instructies heb ik nauwlettend gevolgd”, knorde ik tevreden, “dat kan je wel zien”. Daar moest ze wel om lachen, want zij is de klusser binnen ons huwelijk. In Amerika scheppen de mannen op over hun tool box, met name de inhoud. Voor elk specifiek project is er een boortje, priempje, hamertje of schroevendraaier, en ga zo maar door, want verder reikt mijn kennis niet. Wanneer ik vol trots mededeelde dat het Astrids tool box was, werd ik meewarig aangekeken. Zo word ik ook meewarig aangekeken wanneer ik vertel dat ik dagelijks om 10.15 voor de buis sta om mee te doen met ‘Nederland in beweging’. Dan reken ik niet eens de mensen mee die me heimelijk gadeslaan wanneer ik op bevel van Duco bepaalde stapjes doe. Astrid heeft beloofd niet te kijken. Nonsens, alleen zo kan ze constateren hoe soepel ik in de heupen word! Kortom; ik ben geen klusser, wel een beweger (mover/shaker?). Daar komt bij dat ik er een hekel aan heb om onderdeel van een negatieve statistiek te zijn. Vanmiddag naar Sparta tegen het kwakkelende Ajax. Sparta’s vergiet achterhoede tegen een ploeg zonder een greintje zelfvertrouwen, maar wel betere spelers. Mocht Sparta onverhoeds winnen, dan vrees ik voor Heitinga’s dienstverband als trainer bij Ajax. Ik voel me wat geruster om te gaan omdat de chirurgische ingreep, donderdagmorgen rond acht uur, bij Astrid (carpaal) voorspoedig geneest.
Twee dagen van rust, ik heb haar vastgebonden, hebben haar goed gedaan, alsmede mijn liefdevolle aandacht. Overigens, opmerkelijk hoeveel ze nog kan met haar linkerhand. Helaas kan dat niet gezegd worden van de conditie van een van mijn meest favoriete artiesten; Billy Joel (76). Sinds dit voorjaar treedt hij niet meer op wegens NPH, hetgeen een bijzondere vorm van waterhoofd is, gekenmerkt door overtollig hersenvocht in de hersenholtes. Het schijnt een van de weinige vormen van dementie te zijn die verholpen kan worden. Joel heeft moeite o.a. met lopen, zijn balans te houden, zijn gehoor, en is behoorlijk vergeetachtig. Zijn familie hoopt met een chirurgische ingreep het tij voor hem te doen keren. Onderstaande foto, genomen in Boston, voorjaar 1975, beschouw ik als mijn Billy Joel moment:
Daar, tijdens mijn eerste Amerikaanse trip van oostkust naar westkust, leerde ik na mijn eerste honkbalwedstrijd, van de fameuze Boston Red Sox nog wel, de muziek van Billy Joel kennen. In afwachting van de terugkomst van mijn DEC (Digital Equipment Corp.) accountmanager Leo Meijer, speelde ik ‘Piano Man’ wel tien keer in mijn hoofd af. Uiteraard schafte ik onmiddellijk de gelijknamige LP aan. Uiteindelijk ging ik weken later met een loodzware koffer gevuld met LP’s huiswaarts. Ik werd gek wanneer ik een platenzaak inging, zoveel keuze, zoveel goedkoper dan in NL. Overigens, je kunt zien aan de manier waarop ik de tas van Meijer ‘bewaakte’ (niet dus), hoe naïef ik nog was waar het de eerlijkheid van de mens betrof. In alle oprechtheid wens ik de mens Joel, die zoveel mooie muziek heeft gecreëerd het allerbeste, in de hoop dat hij niet verdwijnt in de spelonken van Alzheimer. Vijftig jaar geleden, en ik herinner me het nog als ‘de dag van toen’, een hit uit hetzelfde jaar, maar ook een dementievriendelijke feelgood theater voorstelling. Hoe toevallig!