Zo’n hack hakt er wel in; je bent echt onthand. Jullie, trouwe lezers, moeten nu wachten op de eerste indrukken die ik had willen verstrekken over mijn laatste thriller; ‘De verrader in Het Witte Huis’. Ook had ik willen schrijven over de 1024 prof voetbalspelers die in Turkije geschorst zijn wegens een groot gokschandaal, maar vooral ook over de opbouw van mijn lezing die ik zaterdagmiddag zou houden voor de Kieviten, een stichting die honk- en softbalclubs ondersteunt, evenals individuele spelers. Maar ik kon er niet bij, paswoorden werden onbereikbaar en een karakter als @ kreeg een andere inhoud. Ik zat daadwerkelijk met m’n handen in het…..eh….. Nou ja, ik was bijna ten einde raad. Uiteindelijk bracht Astrid uitkomst; haar vele IT knokpartijen met (semi) overheidssites hadden haar genoeg kennis gebracht om mij wederom toegang te verschaffen tot mijn kostbare data. Wat een vrouw! Afijn, die opbouw dus. Ik had mijn leven ingedeeld in fases om aan te geven hoe gebeurtenissen in het verleden wellicht beslissingen in de toekomst hebben beïnvloed. Laat ik het begin eruit pikken. 0-12 jaar. Voornaamste dieptepunten: overlijden zusje 1951, overlijden vader 1958. Klein malheur: gebroken pols in 1957 tijdens potje straatvoetbal (bedankt voor het haken, Jantje Rotteveel). Teleurstellend (voor een kleine jongen) dat ik van Sparta naar Steeds Hooger moest. Met 4 opgroeiende jongens had m’n moeder wel wat anders aan haar hoofd dan voetbal. En, geld was krap, ik kreeg bovendien een gratis tenue. Hoogtepunten waren er ook: 1952 geboorte (Sparta) broer Rob, voetballen op straat (amper auto’s) en aanname bij Sparta C’tjes in 1958 (voor het overlijden van mijn vader). WK’58 finale: Brazilië-Zweden 5-2 met Pele (17). Bij buurvrouw Kuijten, wij hadden geen TV, gesmeekt of we daar mochten kijken. Bij het kauwgum kwartet spaarde ik Didi, Vava, Garrincha en Pele, getekend door Dik Bruynesteyn. Dan, 31 jaar later, krijg ik een afscheidscadeau van het bondsbureau, Dik Bruynesteyn meldt zich en vraagt hoe ik vastgelegd wil worden als karikaktuur. Ik: ‘Didi, Vava, Garrincha en Pele’. ‘Watblief?’, mompelt Dik. Na uitleg mijnerzijds vervaardigt hij die fab four met de toevoeging ‘& Peter’.

Twijfelachtig was ik over de periode dat ik misdienaar was, ik mocht namelijk wel eens op eigen initiatief een slokje miswijn tot me nemen. Appellation Controlée Vaticaanstad. Het kwam mijn roomse carrière niet ten goede. Spannender werd het van 13 -21 jaar, maar dat houd ik voor me, er lezen kinderen mee. Donderdag stond ik bibberend op het perron in Rotterdam-Alexander, ja, ja, ik had weer eens de trein genomen, toen plotsklaps uit de luidspreker de woorden ‘Beste reizigers’ tot me doordrong. Een stand-up komediant had die woorden onlangs in zijn act; wanneer hij die begroeting hoorde was er veelal sprake van een negatieve mededeling. Inderdaad, mijn Sprinter naar Breukelen was geannuleerd. Toen maar de trein naar Utrecht CS genomen, in ieder geval lekker warm. In de tussentijd had Astrid uitgevogeld dat ik 7 minuten had om van spoor 11 naar spoor 14 te lopen om daar de trein naar Breukelen te nemen. Eitje, ik had zelfs nog 2 minuten over. Eind goed al goed, vooral ook omdat Astrid me in Breukelen opwachtte. Wat een vrouw! Of had ik dat al gezegd? Wat ik in Rotterdam deed? Welnu, ik vierde daar het leven met mijn oudste vriend in dienstjaren (63) Martin, die binnenkort 80 wordt. Met een lunch, natuurlijk, bij ‘In den Boekenkast’ in Capelle a/d IJssel. Zijn vrouw Yvon, die ik ook 63 jaar ken (zelfde dansschool), haalde en bracht ons. Wat een vrouw!

Wat een vrouwen!