Een mensenleven vanuit een couveuse

Terwijl ik met Astrid meekeek naar het TV programma ‘Handen aan de couveuse’, dwaalden mijn gedachten naar 11 maart 1982, de geboorte van mijn zoon Eric. Het plaatselijke ziekenhuis in Woerden, waar hij met moeder Elly in allerijl met de ambulance vervoerd werd, was de plek waar het zich afspeelde. In mijn simpele medische taalgebruik; de moederkoek brokkelde af, hetgeen ras het einde kan betekenen van een veelbelovend leven. Eric werd, zoals dat heet, met de tang gehaald, hetgeen niet alleen een hoofd als een ei opleverde, maar ook de gang naar de couveuse.

Hier moet ik iets gemompeld hebben van ‘je kan het, je haalt het’. Meer hierover verderop. In ieder geval, ik herkende de spanning van die onzekere ouders op de buis. Je kunt natuurlijk als vers geborene niet in de toekomst kijken, maar achteraf er wel duiding aan geven. Laat ik met de mijne beginnen. Het moet ergens begin oktober 1945 zijn geweest dat mijn zaadcel met een straatlengte voorsprong won:

Koos en Jo, mijn ouders, moeten dermate hersteld zijn van WOII en twee ter wereld gebrachte oorlogskinderen (Hans 1941 en Aad 1943), dat ze weer aan de bak konden. Wellicht werd ik verwekt bij de tonen van de grootste hit van dat jaar: ‘Er hangt een paardenhoofdstel aan de muur’ van de Rotterdamse Kilima Hawaiians. Afijn, 3 juli 1946 was het zover, ruim 9 pond zwaar (wat nou hongerwinter?!) floepte ik eruit. Volgens mijn moeder was ik de zwaarste van de zaal, hetgeen me op dag 1 van mijn bestaan reeds mijn eerste oorkonde opleverde, een vaantje. Strebertje dus. Eigenlijk heb ik geen idee hoe mijn broers Hans, een kleine vijf jaar ouder, en Aad, die twee dagen later drie werd, daar tegenaan keken. Heb ik Aad z’n verjaardag verpest tot de dag van vandaag, en leverde dat irritaties op? Wie het weet mag het zeggen. Ter verhoging van de feestvreugde besloot mijn vader dat ik naar hem vernoemd zou worden: Jacobus, Petrus, Johannes. Klinkt ook goed als een kreet van vreugde; ‘JiPpieJee’. Gelukkig hadden ze wel het besef, of vonden ze het onhandig om 2 x Koos in huis te hebben, om me Peter te noemen, hoewel dit later ook weer verwarring bracht. Aangezien dit te maken heeft met nine-eleven (2001) een beetje te vroeg om hierover uit te wijden. Baby Peter groeide voorspoedig. Klaarblijkelijk zodanig dat m’n fysieke groei geen gelijke tred hield met m’n geestelijke groei, hetgeen m’n moeder menigmaal deed verzuchten dat ik bepaald niet het zwarte garen had uitgevonden. Net zo min overigens als het buskruit. Daarnaast scheen ik nogal druk te zijn, maar het etiket ADHD bestond nog niet. Af en toe dreef ik haar tot wanhoop met mijn gedrag, hetgeen door Peter van Straaten bij toeval op een van mijn verjaardagen geïllustreerd werd:

Zo liep ik voor de grap terwijl we boodschappen deden. Ter mijner verdediging; iPads e.d. ter afleiding bestonden nog niet, wel kon je een lel voor je kop krijgen. Maar gaandeweg nam ik de lagere school serieus, stortte me op boeken, en kwam het allemaal goed.

Zoals je kunt zien kijk ik daar zelf met tevredenheid op terug, halverwege het spannende pad van mijn leven. Meer? Helaas betaalde ik daar begin dit jaar een serieuze prijs voor toen ik ‘Uit de Amerikaanse school geklapt’ moest onderbreken. Ja, ik kan het voortzetten, maar de waarheid wordt soms duur betaald. Ik ben zoekende. Oh ja, Eric heeft een perfect ronde schedel gekregen en liet zich onlangs bij ons verwennen door Astrid, vergezeld met z’n mooie gade en prachtige kinderen, m’n kleindochter van 1 en kleinzoon van 4. Mooi toch dat niets onmogelijk is?! Door de lengte van deze blog kon ik helaas geen aandacht besteden aan Poetin’s loverboy Baudet en draaikont Rutte, maar vooral spijt het me dat ik niet meer licht kan schijnen op de prachtige zevende plaats van Sparta. Daarom nog één maal genieten van de Sparta Marsch! https://youtu.be/XxbmlPSOVn8 

Dat zijn geen Luxemburgse grappen!

Na de billenkoek geserveerd tijdens Feyenoord-Sparta, waar twee van onze betrouwbaarste spelers (doelman Olij en verdediger Vriends) ongelooflijk blunderden, was het goed om later te bedenken dat het nog erger kan (Sturm Graz), maar ook dat Astrid en ik een aantal dagen Luxemburg voor de boeg hadden. En dan denk je, wat kan er in dat rustige Groothertogdom je nou echt verbazen? Welnu, alvorens via allerlei kronkelweggetjes in Vianden aan te belanden, deden we Duitsland en België aan, zo meldde KPN. Tarieven ongewijzigd, dat wel. Daar zou een Amerikaan toch gek van worden, hoewel….. Herinner je deze film nog? ‘If it’s Tuesday, this must be Belgium’. Leuk liedje ook, gezongen door Bojoura. Maar dit terzijde. Aangekomen in Auberge de L’Our, gelegen aan de gelijknamige rivier, schrokken we ons drie slagen in de rondte bij het zien van, eh, laat ik het netjes zeggen, de oude meuk. Een joviale landgenoot zag onze onthutste blik en verzekerde ons dat de kamers omgekeerd evenredig waren qua meukvergelijking. En, niet te geloven, het klopte. Keurige de Luxe kamer. Opgelucht stalden we onze spulletjes en lieten ons vervolgens door de uitbaatster voorlichten hoe te voet de plaatselijke kabelbaan te bereiken, een ‘must’ meemaak evenement in Vianden. Een goede 300 meter verderop, wees ze aan. Na een goede 500 meter bergop, lichtelijk zwetend, althans ik, troffen we een aantal afdalende Nederlanders aan die ons monter vertelden dat de kabelbaan daar in ieder geval niet was. Vol goede moed daalden we af om in de buurt van onze Auberge tegen een bord aan te lopen waar een parkeerplaats voor bussen werd aangegeven bij de kabelbaan. Nu geen risico meer genomen en met de Nissan Note die weg ingeslagen. En jawel, alsof trompetgeschal ons begeleidde, daar was de kabelbaan! Ongeveer 300 meter van de Auberge, maar dan anders. En vervolgens kruisten we de vallei; ‘laughing like children’:

Dat is dus een regel uit een liedje van Elton John, ‘I guess that’s why they call it the blues’. Een dierbare herinnering aan kabelbanen en sneeuw in Oostenrijk. Ons doorzettingsvermogen bracht ons dus tot grote hoogte. En zo brak de tijd aan voor het avondeten. Tijd ook voor een lokale dis, een schnitzel of iets dergelijks. Terwijl we de hoofdgerechten bestudeerden, viel ons oog op een typisch Nederlands gerecht; de Dutch Combo. Proestend van het lachen las Astrid het voor:

‘Een ware cholesterolbom’, sprak ze met plechtige stem. Kroketten, bitterballen, frikandellen en kipnuggets, de Nederlandse keuken tentoongesteld in het buitenland. De avond even chic besloten met een glaasje Calvados. Het was goed slapen, dat wel. De volgende dag hebben we de hoofdstad aangedaan, keurig kilometers gewandeld, inclusief wat shopping, waarbij Astrid het niet schroomde me op een terras te parkeren, hetgeen ik mokkend aanvaarde. Zo’n tevreden dag, die ook zo besloten werd. Om jullie niet al te zeer te vervelen maak ik het kort, maar moet ik zeker vertellen hoe onze terugweg verliep. Op aanraden van onze Eendengat buren Bart en Marcia deden we shoppingcenter Massen aan in Wernperhardt (nooit van gehoord), waar ze klaarblijkelijk nogal wat soorten whisky’s zouden hebben tegen aantrekkelijke prijzen. Inderdaad, meer dan 1000!

Als een kind in een speelgoedwinkel liep ik amechtig rond. We wisten ons te beheersen, maar met prijzen die in sommige gevallen 40% lager zijn dan in Nederland, viel het niet mee. Nou ja, de Nissan Note trok het nog net. Vrolijk gestemd, ondanks de gestaag neervallende regen, stuurde Astrid ons huiswaarts. En we leefden nog lang en gelukkig. Nee, nee, nog meer goed nieuws; Bo-Peter kondigde donderdag aan dat hij en vriendin Tiphanie voornemens zijn om zich april 2024 in Amsterdam te vestigen. Onze ouderharten deden een horlepiep. Nu Kaj nog met vervroegd pensioen naar Nederland. Okay hij is pas 30, maar toch. Michelle is er uiteindelijk ook niet op tegen. Leuk zo’n Luim zonder problemen, Sparta niet meegerekend. ‘Ik heb getwijfeld over Luxemburg’, zong Het Goede Doel reeds, nou wij niet!

In the year 75, 75

Het cijfer 75 domineerde mijn week, zo leek het. Zaterdag nam het een aanvang met de 75e verjaardag van Yvon Corsten, oudste vriendin in dienstjaren. Deze maand, precies 60 jaar geleden, leerde ik haar kennen op dansles, samen met echtgenoot Martin die haar daar veroverde (en vasthield). Muziek zit in haar genen, en als zodanig werd ze gecontracteerd door Johnny Hoes op zijn Telstar label. Maar, ik wist nog een huiskamerfoto van haar te produceren om aan te tonen dat de omgeving en slechts een handjevol fans haar niets deed; er moest gezongen worden!

Ze nam het me niet kwalijk dat ik een tikje eerder het feestgedruis verliet, ze kent m’n Sparta verslaafdheid. Broer Rob was zaterdag de chauffeur van dienst van de Sparta-express, en als gebruikelijk stipt op tijd. Middels een ingewikkeld auto schema kon Astrid met eigen vervoer later huiswaarts keren. Over de wedstrijd tegen Volendam kunnen we kort zijn, Sparta boekte een van de grootste overwinningen van de laatste jaren: 4-0. Het Kasteel bevatte alleen maar grijnzende koppen. Iets ingetogener werd zondag de verjaardag gevierd van mijn oudste broer Hans, die de 75 al ruimschoots gepasseerd is (81). 75% van de broers aanwezig die het nog goed met elkaar kunnen vinden; mooi toch?! Thuis, tijdens de door Astrid vaardig gehanteerde BBQ, bereikte me het droeve bericht dat Chris Coan, m’n oude strijdmakker en COO bij Ex’pression College for Digital Arts, overleden was. Hij werd 75 jaar. Het raakte me diep. In onze roller coaster jaren bij Ex’pression, bereikten we schouder aan schouder ons grootste succes in 2005; accreditatie. Daadwerkelijk plengden we bloed, zweet en tranen. De ‘bloed’ band die al ontstaan was middels de aanduiding OG1 (Peter) en OG2 (Chris), kreeg nog meer symbolische betekenis. Ter verduidelijking, OG staat voor Old Geezer, oftewel Oude Knar. OG3 werd onze Director of Admissions, Yee-Ju Riddell, weliswaar te jong, maar wel degelijk behept met de OG ‘fever’.

OG2 is niet meer. Zowel als acteur, zanger en onderwijs deskundige behaalde dit multi getalenteerde mens successen. Daarnaast is met hem een sprankelend, flamboyant mens van ons heengegaan. Hij maakte het leven kleurrijk en heeft gegarandeerd in stijl afscheid genomen:

Chris Coan in stijl. Foto met dank aan Computable.

De derde 75-er is Lucy, een oude schoolvriendin van me (niet erotisch, we waren nog kinderen), waar ik via sociale media weer mee in contact was gekomen.

Via ‘messenger’ haalden we heel wat herinneringen op en kwamen we tot een afspraak. Grappig, waar ik met Yvon 60 jaar geleden kennis had gemaakt, had ik Lucy 60 jaar niet gezien. Parallel was wel dat ook zij, net als Yvon met Martin, met haar jeugdvriend Jacques, die ik ook ken van dezelfde school, getrouwd is. Lijkt een beetje op ‘Grease’. Maar goed, donderdag was het zover, ik belde aan, de deur werd geopend en tot onze verbazing waren we nog geen spetter veranderd. Stop, m’n fantasie neemt het weer over. Het onthaal mocht er zijn, heerlijke hapjes gelardeerd met mooie droge wijn. Uren hebben we doorgebracht met herinneringen en gebeurtenissen (kinderen en kleinkinderen), en uren hadden we nog door kunnen gaan ware het niet dat een vergadering mijn aanwezigheid vereiste. Het was mooi zo, en in de auto kon ik er nog goed over nadenken. Ook besefte ik hoe ik niet meer gewend ben aan file rijden rond een uur of vijf. Uiteindelijk kostte het me 2,5 uur om van Hoogvliet naar Loosdrecht te komen. Piet Schrijvers piepte er de afgelopen week ook op 75-jarige leeftijd uit. Die beul van een keeper heb ik echt leren waarderen en ik vond de documentaire rondom zijn dementia even zielig als het einde van zijn carrière bij PEC toen hij ‘de bolle van Zwolle’ werd genoemd en ‘het lek van PEC’. Het kan verkeren. R.I.P. Piet Schrijvers. Mijn theorie: kom je de 75 door, dan wordt je waarschijnlijk ook wel 96! De koningin is dood, leve de koning! Koning Charles (73); ben benieuwd!

Een echte koffergrammofoon!

Die kreeg ik dus van mijn eveneens 35 jaar gehuwde evenknie. Zo’n koffergrammofoon die mijn iets oudere nicht Ton had, waar ze de godganse dag ‘Buona Sera’ van Louis Prima op speelde. Veel meer 45 toerenplaten had ze dan ook niet. En wij jonkies zaten er bewonderend omheen. Die staat nu te pronken in de huiskamer annex TV ‘room’. En je begrijpt dat ‘Grease’ de eerste LP was die gedraaid werd na het overlijden van Olivia Newton-John.

Het is niet het beste geluid, maar illustratief voor de tijd van ‘toen’. En Olivia klinkt zelfs nog goed als je haar met een spijker speelt (i.p.v. een diamant naald). Wat een verlies. Dat brengt me terug naar dinsdagavond toen ik met de even uit Curaçao overgewipte buurman Peter Kamp naar het programma ‘1 Kilo’ van Kasper van der Laan keek. Hoewel hij er volgens mij niet al teveel aan vond, beet hij zich er dapper doorheen. Het leuke was dat Kasper als een rode draad een stukje ‘Grease’ door zijn conference had lopen. Toen viel het oog van Peter op een LP die vooraan het stapeltje stond:

‘Ja, die herinner ik me zeer goed,’ sprak hij vol kennis. Kijk, dat vond ik echt leuk. Tot hij opmerkte dat die van zijn ouders was. Ach ja, toen was hij pas 13 en mocht nog niet naar liedjes luisteren als de letter “K”:

De letter “K” die staat voor kroeg
De letter “K” die staat voor kerk
De letter “K” die staat voor kut en kapitaal
Het zijn in feite zware drugs want ze verslaven nogal sterk
Ze zijn lichamelijk of geestelijk fataal

Toch bekeek ik Peter enigszins argwanend, had hij het leeftijdsverschil subtiel (nou ja) even aan willen tonen? Snel door met de week, een week vol met lunches. Maar hoe leuk. Donderdag het trio waar ik bij Multi Function Computers heb samengewerkt, meer dan 35 jaar geleden. Hoewel ik de oudste ben, toch meer in mijn leeftijdsklasse. We doen dit zo’n 4 keer per jaar, en overal waar minstens een goede bal gehakt geserveerd wordt. Nu dus bij ’t Bruggetje, met een glimlach naar eigenares en buurvrouw Yvonne van der Monde. We waren weer eens een keer zo druk in gesprek dat ik vergat een foto te laten maken. Fijne bal, dat wel. Freek, Ton en Rob (volgorde van betalen), bedankt. Voor de goede orde hierbij Freek Duveen, voormalig PZ icoon, die de (bal) financiering verzorgde:

Gisteren ook een hele fijne bij De Drie Gekroonde Laarsjes in Loenen aan de Vecht. In 2011 heb ik naar eer en geweten een jonge man geholpen met een job in Chicago. Het liep door nare privé omstandigheden niet als gewenst, maar hij heeft er wel z’n echtgenote aan overgehouden en drie mooie kinderen. Welnu, deze man, Remco Rutte geheten, leest in de Luim over mijn dermatoloog sores, inclusief uitbundige bepleistering en besluit me op te monteren, ‘for old times sake’, en ziet er ook geen been in om Amsterdam voor Loenen in te ruilen. Weer zo’n geweldige lunch waar we maar liefst ruim 10 jaar overbrugd hebben. Mooie carrière, ook!

Zoals ik hem reeds mededeelde; ‘mooi dat je aan deze oude soldaat denkt (they just fade away)’. Wordt herhaald, binnen afzienbare tijd. Helaas kan niet alles in de Luim, ondanks dat deze bijeenkomst (waar ik dus niets over kan vertellen) zeer bijzonder en prettig was. Sorry! Inspiratie voor de Luim kreeg ik van deze twee dames:

Logisch toch!