Toscaanse Vaderdag

Een vriend becommentarieerde mijn laatste Luim als zijnde wat somber. Moet ik zeggen dat beginnen met de Singh affaire me ook niet echt vrolijk maakte. Zeker niet na alle nieuwe details die boven water kwamen. Eigenlijk raakte het me zozeer dat ik die mooie Vaderdagviering er niet bij vond passen. Maar, wanneer ‘a picture paints a thousand words’ door mijn hoofd gonst, dan komt dit beeld er automatisch bij:

Beinsdorp, 17 juni 2023. De locatie: weelderige tuin gelegen aan de Beinse Zot. Aanwezigen: de stamvader (ik), vier van de vijf zonen (een in San Francisco gebleven), vier kleinkinderen, één met vriendin, één echtgenoot, één aanstaande bruid (maker van deze foto), één oom, één tante en als mascotte golden doodle Tinley. Wat een mooie gezelschap aan zo’n lange familietafel. Gastheer en kok, alsmede uitbater van de Beinse Zot: oudste zoon Rick. Zie hem aan het einde met wat keukengerei zwaaien om indruk te maken. Maar ere wie ere toekomt, hij heeft ons meer dan verwend, ook qua geestrijk vocht. Rechts op de voorgrond zoon Kaj, waarvan niet af te lezen valt dat hij ’s ochtends op Schiphol uit San Francisco aankwam. Bikkel. Het blij makende lied ‘Toen was geluk heel gewoon’, is hier optimaal van toepassing. Het kan dus wel! Daar laat ik het bij voor wat betreft de reguliere Luim, we duiken weer terug in het verleden van Ex’pression Center for New Media, later omgedoopt tot Ex’pression College for Digital Arts. 1998 was het opwindende en creatieve geboortejaar, ook blij makend dus!

Maar moeder Jo was onverbiddelijk, “eerst school afmaken”.

Dan gebruikte ze één van haar verbluffende ‘one liners’, die me altijd zijn bijgebleven: “je kunt toch wel dansen, al is het niet met de bruid”. Oftewel, ga lekker op het toilet zingen. Immers, een douche hadden we niet, we moesten indertijd naar het badhuis. De landing op Schiphol haalt me ruw uit m’n gedachten en na alle formaliteiten staan oudste zoon Rick en vrouw Imelda me op te wachten om me naar het Havenziekenhuis te brengen. Tijdens de rit naar Rotterdam breng ik hen op de hoogte van de ontwikkelingen in de Verenigde Staten en word ik geïnformeerd over de situatie van mijn moeder, die ze onlangs nog bezocht hebben. Niet goed.

Na een klein uur komen we bij het Havenziekenhuis, en gezegd moet worden dat het er in de loop van de jaren cosmetisch niet op vooruit is gegaan. Ma reageert verheugd wanneer ze ons ziet en geeft me een dikke knuffel. Maar oh, wat is ze broos. Er is van de flinke vrouw niet veel overgebleven. Ze vertelt enthousiast dat ze binnenkort naar huis mag. “Om te sterven,” geef ik aan, onderweg naar Düsseldorf, nadat we emotioneel afscheid hebben genomen. Bedrukt komen we na zo’n twee-en-een-half uur in Düsseldorf-Hubbelrath aan, waar de hele familie in de armen gesloten wordt en Astrid er voor zorgt dat de inwendige mens ook aan z’n trekken komt. Na veel gepeins in het weekend besluit ik m’n vlucht van zaterdag de 13e naar Miami te annuleren, waar ik o.a. SoftImage zou bezoeken, een bedrijf dat software voor 3D computer animaties produceert. Want, mocht het zover komen met m’n moeder, dan wil ik er bij zijn. Allereerst informeer ik Gary die laconiek reageert: “you gotta do what you gotta do, Pete.” Inderdaad, dit moet gebeuren. Na hem wat ‘to do’ zaken te hebben aangereikt, dienen een aantal afspraken geregeld te worden. Astrid laat me met rust, ze weet dat dit een paar weken vol stress gaan worden. Ze houdt de jongens ook bij me weg, hetgeen enerzijds prettig is en anderzijds pijnlijk. Er is ook zo ‘fucking’ veel te doen. Woensdag Kasteel Moersbergen met Frans van Mackelenberg. Of je op bezoek komt bij de inquisiteur. Daarna naar het ziekenhuis, waarna Eckart me bij hem thuis in Driebergen verwacht rond 20.00. Conference calls tot het me duizelt, en vrijdag worden Astrid en ik in Lommel verwacht om het papierwerk inzake het huurhuis dat we op het oog hebben af te ronden. Zaterdag hebben mijn broers in Rotterdam afgesproken om te bezien hoe we omgaan met de situatie van onze moeder, en uit te vogelen wie voor wat zorgt. Prettig is in ieder geval dat het WK voetbal bijna begint, een evenement waar onze moeder naar uitziet. Het Nederlandse team ziet er goed uit:

Leuke dingen in woelige tijden, herkenbare gasten!

Het werken thuis in Düsseldorf, althans de eerste paar dagen, was een verademing. Tevens gaf het me nog wat tijd om afscheid te nemen van enige ex collega’s van Arcade, met name Olli Sondermann, de financiële man met wie ik het fatale reorganisatieplan kerst 1997 had opgezet. Prettige lunch, waarbij de jeugdige Sondermann me ‘herzlich’ bedankt voor alle wijze lessen. Die schopt het nog ver! Woensdag 10 juni brengt m’n trouwe (laatste maand) Mercedes me naar Kasteel Moersbergen waar de immer serieuze Frans van Mackelenberg me opwacht met een waslijst aan vragen. Oh wat zou hij er plezier in scheppen om de hele boel op te blazen. Ik bewaar, soms met de grootste moeite, mijn kalmte en kan veelal pareren waar hij mee aan komt zetten. Maar onaangenaam is het, en ik vraag me in alle eerlijkheid af welke chemie er tussen zo’n kerel en Eckart überhaupt kan zijn. Uiterst koel nemen we afscheid van elkaar en ik neem me stellig voor om bij Eckart een boekje over hem open te doen. Op naar Rotterdam nu, wederom het Havenziekenhuis. Aan de situatie van ma is niet veel veranderd, broos maar toch nog zo scherp als een scheermes. Ze hoopt maar dat de bloembakken aan het balkon goed door de buren onderhouden zijn. We babbelen wat over vroeger, en met name ook over haar schrijftalent. Voor het Charlois’ Kinder Operettekoor Sylva, opgericht in het bevrijdingsjaar 1945, had ze de tekst voor de Oosterse Operette ‘Ali Baba en de 40 Rovers’ geschreven. Ma’s jongere broer Henk heeft me indertijd de verfomfaaide pagina uit het programmablad gegeven. Omdat ik zo bewaarderig ben! En die heb ik meegenomen om haar op te beuren.

Haar ogen lichten op: “dat was de première, ergens in november 1947, in het Colosseum Theater aan de Beijerlandselaan,” weet ze nog.

Ze glimt nu ze er weer aan denkt. “Hoe kom je daaraan,” vraagt ze nieuwsgierig. Ik leg haar uit dat Oom Henk mij een en ander van de familie gegeven heeft, waar dit ook bij zat. “Die Henk, altijd een boekhouder gebleven,” zegt ze met een halve grijns. “Is er een mogelijkheid in het ziekenhuis zaterdag naar Nederland-België te kijken ma,” vraag ik haar in alle ernst. Dat is in haar straatje. “Die eerste wedstrijd tegen de Belgen mag je niet missen hoor,” fluister ik in haar oor terwijl ik ze een afscheidskus geef. “Reken maar van yes, jongen,” wuift ze me na. M’n auto de Maasboulevard opsturend ben ik opgelucht dat ze nog zo pittig reageert, overigens met de wetenschap dat haar toneelspel net zo goed is als haar Ali Baba werk. Wat had ze er graag in doorgegaan. Maar ja, het leven was na de 2e wereldoorlog niet zo eenvoudig. Aangekomen in Driebergen ontvangt Eckart me zoals alleen Eckart kan.

Singh: aflevering 4 uitgezonden, de laatste (5) ‘kaltgestellt’. Wat is wijsheid?

Is het slim wat Singhs advocaat Rachel Imamkhan bereikt heeft? Deel 5, reeds door vele duizenden bekeken op NPO Plus, heeft nu een uitzendverbod. Te weinig wederhoor, bepaalde de rechter. Ik ben bang dat het nog meer aandacht zal vestigen op het vermeende seksuele misbruik van Singh jegens vermoorde stiefdochter Daphne. Ik denk dat elke bijdehante journalist een vliegtuig kan pakken naar Texas, waar volgens getuigenis de door Singh aangerande nicht Michelle woont. Enerzijds om haar getuigenis te vernemen, anderzijds om brieven in te zien van een wanhopige Daphne, die gedetailleerd gewag maakt van misbruik. En dat liegt er niet om! Wil je dat in de openbaarheid hebben? Heeft advocaat Imamkhan het gedaan om Singh te helpen of voor eigen glorie? Wij hebben met vrienden en familie getracht om Singh in de gevangenis steun te bieden. Zoals onderstaand een bezoek van zoon Kaj getuigt:

Omdat zowel filmmaker Hans Pool als wij vinden dat niemand het verdient om zo lang gevangen te zitten (we naderen 40 jaar), gaat het niet meer om de schuldvraag, maar om gratie met hopelijk wat gelukkige slotjaren van Singhs leven. Wanneer advocaat Imamkhan betoogt dat het seksuele misbruik irrelevant is en niet bewezen, slaat ze de plank volledig mis: het is de reden waarom Singh na een positieve parole uitslag niet in vrijheid is gesteld. Gelukkig overschaduwden twee fantastische evenementen al deze narigheid. Om met het laatste te beginnen; het jaarlijkse grachtentripje van vermaard Tech en PR Bureau LDJ (Lubbers de Jong). Aankomend bij verzamelplek de Waterkant, werd ik al als het ware teruggeworpen naar de vele partijtjes in de cowboytijd van de automatisering in de 70-er en 80-er jaren. In een van mijn columns in AG heb ik er ooit een beschreven in Privé stijl. Die neiging kreeg ik nu ook, en ik doe het gewoon, zeker ook nadat mijn gade Astrid en zoon Kaj (overgekomen voor Vaderdag) op het achterdek in glamourpose vereeuwigd werden:

Een mooi plaatje, zeker weten. Genoeglijk keuvelden we met de befaamde oprichter van deze onderneming, de gevreesde oud journalist Bert Lubbers, vergezeld door zijn eega Ria Kyvon (VARA). Ook was het goed toeven met oud Commodore (herinnert u zich deze nog, nog…..) kanon Fred van Lemmen. Het was zeer zeker prettig om mooie herinneringen op te halen met Bart van Rheenen, de man achter het uitgebreide importscala van Amerikaanse randapparatuur. Natuurlijk was de charmante Mirjam aan zijn zijde. Ons afscheid van de huidige LDJ eigenaar en gastheer tycoon Peter Keijzer, was dan ook meer dan hartelijk. Genoeg gedold nu, hoewel zeer plezierig. Even een overstap naar Indigo, het klapstuk van de Nederlandse game industrie dat zich dinsdag en woensdag in Utrecht afspeelde. ‘INDIGO is a pretty unique event: It’s a platform for developers, publishers, investors, press, and other interested parties to connect and create new opportunities together’. In één woord geweldig. De industrie liet zich in de breedte van haar beste kant zien, hetgeen eveneens gold voor alle medewerkers bij dit prachtige evenement. In Prins Constantijn kregen we een nieuwe steunpilaar nadat hij als panellid dienst deed bij de Pitch Perfect sessie:

Geheel links Prins Constantijn. Zonder aanziens des persoon wordt ook hij toegesproken door MD JP van Seventer van Dutch Game Garden. Het ‘briljante’ heden is een mooie springplank naar 1998, het incubatiejaar van Ex’pression:

Enerzijds prettig, anderzijds is het me zwaar te moede.

Met de folder van Scandinavian Design in mijn hand, waarop ik de gewenste meubelen heb aangekruist, begeef ik me naar het filiaal in Concord. Gezien mijn hekel aan winkelen heb ik me terdege voorbereid op de route die ik in het immense pand moet nemen. Is het er niet, dan schiet ik een verkoopconsulent aan om te vragen wat er het dichtst bijkomt. 2 uur later, en $3000 verder, heb ik wat leuke meubeltjes en kastjes aangeschaft. Het wordt 2 juni bij het appartement bezorgd. Nu nog even een burger en een wijntje bij Applebee’s ‘Neighborhood Grill and Bar’ scoren. Dat doen ze heel slim, ze profileren zich als hèt restaurant en dè bar van de buurt waarin ze een vestiging hebben, en hangen daar uitrustingen en foto’s neer van de plaatselijke football- en baseballteams, veelal van High Schools.

Na dat uitstapje, en wat prietpraat met de mensen naast mij aan de bar (‘ben je voor de Oakland Athletics of de San Francisco Giants?’), is wat mij betreft Pinksteren voorbij. Maandag 1 juni; 2e Pinksterdag is een mooie kantoordag om de zaken voor te bereiden voordat ik vrijdag naar Nederland vertrek. Om m’n gedachten te ordenen, kalk ik op een whiteboard de zaken die absoluut behandeld dienen te worden: *bankdetails afronden met de Summit Bank *stagiaire gesprekken met Nightwing en Goldleaf *voorgesprek met DPR, de partij waar Steve Jobs namens Pixar mee in zee is gegaan voor het bouwen van hun headquarters in Emeryville *gesprek met KMEL, het radiostation waar we op mikken voor een deel van de roll out van PR golf ‘Rolling Thunder’ *software meeting met KPMG in Oakland *conference meeting met architecten en makelaar voor de gebruiksvergunning van het Sybase gebouw *afronden koopovereenkomst met Sybase via, natuurlijk, een lokale lawyer. Je kunt echt niet zonder, anders word je genaaid waar je bij staat. Niet lekker, wel kwaliteit, en prijzig bovendien! Ik doe een stap naar achteren en bekijk wat ik aan het whiteboard heb toevertrouwd. Veel, maar haalbaar, zij het dat mijn vliegtuig vrijdag rond half twee vertrekt, dus die dag ben ik zo goed als kwijt. Ook nog wat merkspullen voor de boys kopen. Astrid heeft me een lengtemaat doorgegeven van 1.35m. Mocht het niet lukken, dan kan ik het altijd nog iets op het vliegveld kopen, stel ik mezelf gerust. Dinsdagochtend begin ik vol goede moed aan de geprogrammeerde activiteiten van de dag. Feest der herkenning is de bijeenkomst met Phil Cohen van Nightwing op het vliegveld van Oakland, waar hij op doorreis is. Met hem heb ik heel prettig samengewerkt in Tampa, Florida, ten behoeve van UltiFox. Hij gaat onze studenten als stagiaire nemen wanneer ze het afstudeerstadium benaderen. Cool guy! Larry Weinstein van Goldleaf Games belooft me hetzelfde. In de knip! Stephen Ingram van KMEL en zijn collega, de aantrekkelijke Aziatische Jennifer Louie, spiegelen me een beeld voor van het aantal studenten dat we via hun station, en met name hun KMEL Summer Jam concert, binnen kunnen hengelen. Dit jaar zullen daar o.a. Mariah Carey en Mary J. Blige optreden. Enthousiast laten ze beelden van 1997 zien, gemaakt in het Concord Pavillion amphitheater, dat meer tegen R&B aanleunde met sterren als Aaliyah, Dru Hill en Blackstreet.

Aaliyah bewerkt het Concord Pavillion publiek

Het kost me heel wat moeite om hen te overtuigen dat augustus nog wat te vroeg is voor ons. “We are not licensed, yet,” doet het. Zonder licentie valt het moeilijk om studenten aan te nemen, begrijpen ze ook wel. Ze beloven me uit te nodigen voor het augustus concert, zodat ik met eigen ogen en oren kan beleven waar ze het over hebben. Ze nemen met een ‘warm handshake’ afscheid. Laatste van de dag is Craig Stone van DPR, die dik doet over de opdracht die ze van Pixar gekregen hebben. We bezoeken het (nog) Sybase gebouw, waarna hij de verbouwing afdoet als een ‘piece of cake’, een eitje dus, in vergelijk met Pixar. Ik mag hem niet. Wel hangt hij Steve Jobs als een worst voor mijn neus. Hij claimt dat hij me bij Jobs kan introduceren, hetgeen als stagiaireplek voor onze studenten super zou zijn. Ik forceer een beleefde lach en beloof een vervolgafspraak te maken. Leeg, dat ben ik. Dus ben ik de mening toegedaan dat een ‘Townhousje’ verdiend is, en loop vol tevredenheid daarheen. Weer geweldige ontvangst en dito maaltijd. De weg terug naar het Four Points Hotel, over de loopbrug van de spoorweg, is een waar genoegen in de zwoele Emeryville avond. Nog één nacht daar en dan intrek in ons Emery Bay appartement. Als een kind zo blij. Het intrekken is een waar genoegen, de spullen zijn geleverd en het is lekker om alles een plekje te geven. Snel even naar de plaatselijke art store om wat goedkope kunst te kopen om aan de muren te hangen. Wat je allemaal niet vermag met een hamer, wat spijkers, en een muur van gipsplaten. Het begint echt een ‘home’ te worden! Hier en daar moet ik een ‘extra’ gaatje toedekken met additionele art. So what? Gek hè, zo’n hamer leidt soms een leven van zichzelf. Ja toch, niet dan? Met het marketingrapport stevig in mijn koffertje gepropt en vliegtuigtickets in m’n binnenzak, begeef ik me onderweg naar het vliegveld van Oakland. Het wordt een rare vlucht met Martinair 802, niet zozeer vanwege luchtzakken of iets dergelijks, maar wel van de hoeveelheid werk dat nog gedaan dient te worden en het gegeven dat mijn moeder weer in het ziekenhuis opgenomen is, en dat ziet er niet goed uit. M’n gedachten dwalen terug naar het moment dat mijn moeder op een feestje kennis maakte met mijn stiefvader. Ik was bijna 16 en mocht nog steeds graag naast m’n moeder zitten:

Maar liefst 36 jaar geleden! En bijna was ik met het bandje de ‘FBI Stars’ als Cliff Richard imitator naar Duitsland gegaan. De gitarist van de band, die al twee keer was blijven zitten, had me bijna overgehaald. Maar moeder Jo was onverbiddelijk, “eerst school afmaken”.

Kort geding om afleveringen 4 en 5 van de Singh documentairete verbieden, maar ook leuke dingen.

Het vervelende van dit alles is dat Singhs advocaat, Rachel Imamkhan, niet schijnt te begrijpen dat daardoor de vermeende seksuele handelingen van Singh, met als slachtoffer stiefdochter Daphne, nog meer aandacht krijgen. Zij vindt dat dit alles juridisch niet relevant is, hoewel dat nu precies de reden is waarom Singh na een positief Parole advies toch niet in vrijheid is gesteld. Uiteindelijk heeft ze dan ook nog de Amerikaanse advocaat Keith Chandler, die op alles wat aangevoerd wordt, hoe verschrikkelijk dan ook, continu zegt “that doesn’t make you a murderer”. Echte advocatentaal; alles ontkennen. Een goede vriend van ons, Paul Nijssen, heeft na ons, samen met zoon Kaj ook ‘bezoekplicht’ op zich genomen:

Ik herinner me nog levendig hoe uitgeput hij was na sommige bezoeken. Bladerend door de tientallen brieven die Singh mij heeft geschreven, valt het me op dat hij vele malen ten opzichte van wie dan ook, van links naar echts zwalkte. Ook advocaat Imamkhan was menigmaal doelwit van zijn toorn. Het moet ook gekmakend zijn om zo lang opgesloten te zijn, en ik ben bang dat we de werkelijke rol van Singh in dit geheel nimmer te weten zullen komen. Van een helaas ontwricht leven naar het nieuwe leven, waar Astrid zich mee bezig houdt. Wanneer er iemand geen PR of marketing nodig heeft, dan is dat Astrids Geboortesupport wel. Toch heeft ze nu voor iedere nieuwe baby die haar ten deel valt voor de ouders een heel leuk aandenken in hout laten vervaardigen:

Kijk, daar wordt je blij van! Links haar logo, wat dacht je! Nog meer blije momenten? Zeker, hoe mooi is het wanneer een jonge onderneming waar je intensief mee bezig bent, in de prijzen valt tijdens een pitchfestival? Het gebeurde j.l. donderdag bij de VU in Amsterdam, waar jeugdige entrepreneur Ming-Faraz Khan (26) niet alleen een geldprijs(je) mocht ontvangen, maar tevens een koffie meeting met een gerenommeerde Venture Capitalist. En dat laatste is eigenlijk meer de beloning waar je naar opzoek bent. Zijn curriculum voor Digital Literacy, met o.a. digital design, robotica en cyber security, gaat verplicht worden voor leerlingen van 11 tot 18 jaar. Dat was een foto waard!

Links ‘the man of the hour’: Ming-Faraz Khan en helemaal rechts zijn eerste student (2022). Over studenten gesproken, we duiken weer in het verleden van Ex’pression: 1998.

En dat is dus duur in Californië, zeker weten.

Zeker nadat Gary en ik wat potentiële huizen voor hem en zijn familie hebben bekeken in Walnut Creek, een stad van circa 55.000 mensen, een half auto uur ten oosten van Emeryville en Berkeley.

Voor $350.000 heb je niet eens ’n middelmatige woning. En, wil je in een goede buurt wonen omdat je privé scholen wilt vermijden, leg er dan nog maar een tonnetje of drie bovenop! In ieder geval goede maatjes worden met de City Manager in Emeryville, leg ik mezelf op. Ik neem een en ander met Gary door en fax het door naar Nederland. Vervolgens breng ik Gary in de Van naar SFO, het drukke vliegveld van San Francisco aan de andere kant van de baai. Na een ‘Gary’ hug wenst hij me het allerbeste voor de komende week en verdwijnt in de drukke vertrekhal. Hij ziet ernaar uit om terug te keren naar Florida en is ontsteld over de hoogte van de huizenprijzen. Welcome to California! Maandag 25 is het Memorial Day, de dag dat de Amerikanen alle militairen herdenken die in de diverse oorlogen gesneuveld zijn. Het wordt altijd ‘gevierd’ op de laatste maandag in mei, waarbij veel mensen militaire begraafplaatsen bezoeken en Amerikaanse vlaggetjes plaatsen.

Nationale militaire begraafplaats Arlington

Uiteraard, zou ik bijna zeggen, zal de dag eindigen met de gebruikelijke BBQ, hoewel het nog steeds regent. In ieder geval ken ik nog bijna niemand, derhalve ook nergens uitgenodigd, en breng dus een groot deel van de dag op kantoor door. Daar voorzie ik het door Craig Deonik geproduceerde marketing rapport van de nodige aantekeningen en vragen. Wellicht dat ik hier en daar iets niet begrijp. Wellicht ook een cultuurkwestie. ‘We’ll see’. Mijn vriend de barkeeper kijkt me meewarig aan: “what’s up man?” Ik leg hem uit waarom ik hier in m’n eentje zit en meevoelend schenkt hij me een dubbele ‘Jack rocks’ in. “On the house,” glimlacht hij daadwerkelijk van oor tot oor. Natuurlijk weet hij dat ik een goede ‘tipper’ ben. Maar toch. Lekker slapen daarna is geen straf. Craig Deonik is nu regelmatig op kantoor en genoeglijk sparren we over mijn op- en aanmerkingen inzake het marketingrapport. Ik krijg hier en daar een lesje, maar ben ook in staat hem van de gebaande paden te lokken en creatiever te zijn. Zijn ogen achter de dikke brillenglazen stralen soms ongeloof uit, maar hij heeft geen weerwoord. Woensdagmiddag loop ik naar Bucci’s, dat ongeveer tien minuten van kantoor ligt. Daar heb ik een lunchafspraak met City Manager John Flores en Hope Spadora. John is een creatieve en charismatische man die al heel wat goeds voor Emeryville heeft bewerkstelligd.

John Flores: vriendelijke uitstraling, grote daadkracht

Hope is fantastisch en na de eerste aanvaringen is zij een eerste klas supporter van Ex’pression geworden. Tijdens de lunch bespreken we alle pro’s en contra’s inzake de geboorte van Ex’pression in Emeryville, maar ook het ‘gevaar’: The Martin Group. Wanneer we na de lunch afscheid nemen, zegt hij me toe te allen tijde voor ons bereikbaar te zijn en dat hij ons alle steun zal geven om door dit proces heen te komen. Als bewijs van zijn goede wil geeft hij me alle informatie over waar en wanneer ik hem kan bereiken, en met welk medium. “And, if there’s a clash with The Martin Group, we will favor you!” Da’s niet niks, wanneer The Martin Group vervelend gaat doen, dan krijgen wij het voordeel van de twijfel. Nu moet The Martin Group wel met hele zware ammunitie komen om ons neer te halen. Hope en ik praten nog wat na en zijn super enthousiast. De rest van de week is een wervelstorm van bijeenkomsten met verzekeringsmensen, alarmmensen, bankmensen, lunch bij de kamer van koophandel (ik verkoop de Ex’pression huid duur), architect conference call, telefoon installateur en tenslotte de man van de personele arbeidsvoorwaarden. Het circus Jeroen Bosch marcheert daadwerkelijk voorbij. Soms te droog voor woorden, maar een noodzakelijk kwaad. En hoera, we kunnen 12 juni ons appartement in. Dat wordt zondag meubels kopen! 1e Pinksterdag weliswaar, maar daar zit niemand mee. Hoera 2 is voor mijn Apple computer die 2 juni verwacht wordt. Inmiddels krijg ik dan ook kramp in mijn vingers van het schrijven van al die rapporten. Zaterdag profiteren van een vriend van zoon Rick, Rob Terheggen, die al geruime tijd in Marin woont en door Rick gehint werd om me eens op sleeptouw te nemen. Samen met vrouw Mary toeren we rond. Het is goed toeven naast een chauffeur die de plekjes kent en me via de Golden Gate brug naar Marin voert, waar we wat prachtige plekjes aandoen. Dat doet een mens goed na alle inspanningen en iedere keer ‘on top of your game’ zijn. Zondag steekt daar wat bleekjes bij af wanneer ik een keuze voor meubels maak bij Scandinavian Design, die zagen er na vergelijk met diverse folders er het beste uit. Ik verheug me erop het appartement te betrekken. Nu nog even een geschreven rapportje voor ‘Nederland’ vervaardigen, en klaar is Kees. Volgende week vrijdag terug naar huis, dan zitten de eerste vijf weken erop. Het thuisfront laat weten dat m’n moeder weliswaar weer opgenomen gaat worden, maar dat er geen noodzaak is om eerder terug te vliegen. Enerzijds prettig, anderzijds is het me zwaar te moede.

Wat kunnen echte voetbalsupporters toch hartverwarmend zijn!

Donderdagavond, ondanks de domper van de gelijkmaker in blessuretijd (90+3), werden de Sparta spelers na afloop gedurende hun rondje langs de supporters hartstochtelijk toegezongen. En ook in de Bosselaar, onder onze tribune gelegen, kwam op een gegeven moment het ‘Sparta is dé club van Rotterdam’ er weer fris (hoewel…..) en spontaan uit. Rob en ik namen na deze laatste thuiswedstrijd afscheid van de gebroeders Bulsing, onze vrienden en vriendinnen uit Berkel, en eenieder die we na onze toilet triomftocht tegen kwamen. Iedereen werd verzekerd dat ook in het komende seizoen de Laanen muppets bij opgang 19, rij 4, te bezichtigen zouden zijn. Nu Twente nog zondag de genade klap (penalty’s?) toedienen en Europa is van ons. Voor de wedstrijd werden we geïnterviewd door RTV Rijnmond, waar Rob parmantig mededeelde dat Sparta beter is dan Feyenoord. Ach ja, de jeugd……

Deze Sparta selectie heeft ons hart gestolen, zeker weten! Droevig vond ik het heengaan van de ‘Girl from Ipanema’ zangeres met de fluwelen stem; Astrud Gilberto. Helaas nummer zoveel in een imposant rijtje van smaakmakende entertainers die de afgelopen maanden naar de eeuwige jachtvelden vertrokken. Daar komt je eigen sterfelijkheid om de hoek kijken. Dat doet me overigens aan Jaitsen Singh denken, die eind dit jaar de 79 kruisjes aantikt, waarvan hij er dan zo’n 40 in de gevangenis heeft doorgebracht. Een wonder dat hij überhaupt nog in leven is. Het gissen over zijn (on) schuld is na aflevering 2 van de documentaire ‘Een Amerikaanse nachtmerrie’ alleen maar toegenomen en zal met het oog op de komende 3 afleveringen zeker niet verminderen. Zo ook de vraag wat er gebeurd is met zijn zoon Surender, die van de aardbodem verdwenen lijkt te zijn. De laatste keer dat ik hem trof, toen we nog vol goede moed waren, was 8 mei 2016 in Vacaville prison, vlak voor mijn terugreis naar Nederland.

Een aardige man die ontzettend geleden moet hebben na de brute moorden op zijn moeder en zus. En eigenlijk ook over zijn afwezige vader, die zichzelf ‘dead man walking’ noemde. Hoe het ook zij, over één ding zijn Hans Pool en ik het zeker eens, niemand verdient het om zo lang gevangen te zitten. Wel ben ik benieuwd hoe jullie na aflevering 3 (NPO2 maandagavond) tegen deze hele affaire aankijken. Gaan we nu weer terug naar de Ex’pression saga; wat gebeurde er zoal 25 jaar geleden in Californië?

Maandag 18 mei komt hortend en stotend op gang.

De twee dikke ordners die we geproduceerd hebben, dienen nu aangevuld te worden met brieven ter ondersteuning van bedrijven in ons vakgebied, maar ook hardware leveranciers en TV en film producerende bedrijven. Mensen die claimen onze afgestudeerde studenten in dienst te willen nemen. Liefst beroemdheden, ‘Names’ dus. Twee van die mensen, studiobaas Arne Frager en Jane Metcalfe, ontbreken nog, dus die gaan we achter de broek zitten. Genoeg over Jane Metcalfe, want Arne Frager mag er ook zijn. Zijn studio, ‘The Plant’ in Sausalito, is beroemd geworden vanwege de beroemdheden die daar opgenomen hebben. Wat te denken van Prince, Mariah Carey en Whitney Houston? Meer? Fleetwood Mac, Aretha Franklin, Metallica en Santana. Daar wil je als afgestudeerde geluidsman wel werken, dunkt me.

Carlos Santana en Arne Frager: dikke pret

Nu de brief van Arne nog, zelf ook een ‘Name’ in de industrie. Even na drie krijg ik Arne te pakken, hij belooft de brief per koerier te laten bezorgen. Bij de derde poging krijg ik Jane Metcalfe om half 6 te pakken, maar die gaat de brief per fax versturen. Ook goed. Gary houdt zich in de tussentijd bezig met Steve Fee, die de tekeningen van het Sybase gebouw nodig heeft. Zo is het al met al gezellig rommelig, echter, de boeken zijn nog niet compleet. Na haastig een broodje naar binnen te hebben geslagen, komen tot onze opluchting de laatste documenten binnen en kunnen we gaan kopiëren bij Kinko’s. Lang leve de 24/7 maatschappij want de klok wijst inmiddels 10.45 PM aan, oftewel 22.45. Na anderhalf uur kopiëren besluiten we om de rest een uurtje of 7 later te doen, we maken te veel fouten. Voordat we naar Sacramento vertrekken, dus vroeg uit de veren. Alhoewel ik lichamelijk moe ben, komt de slaap moeilijk. Hier en daar vluchtige slaapmomenten, maar gelukkig breekt de nieuwe dag weer aan. 07.30 het karwei bij Kinko’s afmaken om vervolgens de weg naar Sacramento in te slaan. In de ‘forest green’ GM Van geven Gary en ik elkaar een ‘high five’, we zijn vol goede moed. Highway 680 naar Sacramento voert je niet bepaald door een inspirerende omgeving. Pas bij de brug over de Suisun Bay, van Martinez naar Benicia, wordt het interessant. Niet alleen vanwege het weidse watergezicht, maar meer vanwege de Amerikaanse mottenballenvloot die daar al roestend licht te wachten op de dingen (oorlogen?) die komen gaan.

“Pete, if only we could sell those for scrap value, we could buy Eckart out,” komt Gary uit de hoek. Gary heeft een natte droom om sloopwaarde van die boten aan te wenden om Eckart uit te kopen. “Just kidding man,” reageert hij omdat ik er het zwijgen toe doe. “Sure,” laat ik het erbij. Het lijkt me niet het moment om over uitkopen te praten terwijl we nog moeten beginnen. We passeren Vacaville waar het bord met ‘Premium Outlets’ me angstige voorgevoelens bezorgt. Merkartikelen, die toch al goedkoper zijn in de V.S., worden hier ook nog eens met hoge kortingen aangeboden. “Shopping around the corner, Pete,” leest Gary mijn gedachten. Inderdaad, winkelen is niet bepaald mijn favoriete bezigheid. Na Davis komen de contouren van Sacramento in zicht. Eigenlijk een suffig provinciestadje, dat omhoog is gestuwd in de vaart der volkeren dankzij de ‘hoofdstad’ status. En zelfs dan nog zijn ze niet in staat geweest om meer dan één professioneel topteam aan zich te binden. De Sacramento Kings zijn de trots van de stad, uitkomend in de National Basketball Association (NBA). Eigenlijk kende ik Sacramento alleen maar van het gelijknamige liedje van ‘Middle of the Road’, begin 70-er jaren.

Staat me nog levendig voor de geest! Die bezongen het als ‘de plek waar je moet zijn’. Eh…..nee. Maar goed, het bureau is daar, dus we moeten er wel zijn. Bij het bureau worden we ontvangen door Patty Wohl, die ons net als bij de eerste ontmoeting op formele wijze begroet. Niets van de opwinding waarmee we hen toen verlaten hebben. Strikt zakelijk gaat ze door onze documentatie heen. Ze wijst ons op de ‘Maxine Waters Legislation’, hetgeen betekent dat we vanwege deze wetgeving onderhanden werk dienen te beschouwen als ‘niet verdiend lesgeld’. En grappig genoeg betekent dit dat we er pas later belasting over hoeven te betalen, hetgeen goed is voor de cashflow. Gary staart inmiddels wat dromerig uit het raam, dit interesseert hem echt geen bal. Na nog wat kleine wijzigingen schudden we haar hand en gaan de klamme buitenlucht in, waar het kwik inmiddels tegen de 30 graden loopt. “Nou, dat viel mee,” begin ik tegen Gary. Die kijkt me aan of ik Swahili aan het spreken ben. “Sorry buddy,” herstel ik me. Soms heb ik dat in m’n enthousiasme, dan gooi ik er wat Nederlandse praat uit. Na terugkomst zijn we in staat de wijzigingen redelijk snel aan te brengen en vrijdag kan het pakket terug naar het bureau. Wel is het zo dat we, dankzij onze rechtstreekse presentatie, zo’n drie weken gewonnen hebben. Zaterdagmorgen 23 mei: verward word ik wakker, “waar ben ik,” mompel ik. Ah, ik herken m’n hotelkamer. Nog steeds in het Four Points hotel. “Shit,” Gary moet dadelijk naar het vliegveld en de wekelijkse rapportage moet er ook nog uit. Okay, het pakket met wijzigingen is gisteren naar het bureau gestuurd. Afspraken voor volgende week zijn gemaakt met de City Manager, John Flores, en de lokale Kamer van Koophandel. Een en ander is geregeld door Hope Spadora van Sybase en Liz Altieri, de lokale directeur van de Summit Bank. Wat ik niet wist is dat de City Manager degene is die het voor het zeggen heeft in een stadje als Emeryville. De Burgemeester is een gekozen positie, formeel hoofd van de gemeenteraad, maar heeft een full-time baan ernaast om in zijn levensonderhoud te voorzien. En dat is dus duur in Californië, zeker weten.

De 1e aflevering van de Singh documentaire ‘Een Amerikaanse Nachtmerrie’

Tja, men vraagt ons nu reeds hoe we er tegen aankijken. Nogmaals, we zijn erin gegaan na uitvoerig de processtukken doorgenomen te hebben. Een rammelende reeks van rechtszittingen, een corrupte aanklager en het aantal jaren dat Singh al gevangen zat, deden ons besluiten om hem te ondersteunen waar mogelijk. Een roller coaster van 8 jaar, waarbij de documentaire van Hans Pool, die a.s. maandag op NPO2 uitgezonden wordt (deel twee van de vijfdelige serie) een soort van logisch eindstation lijkt. Uiteraard sterke emoties en veranderend inzicht, maar ook na het ‘ondergaan’ van alle afleveringen (betaald), geen spijt van onze beslissing in 2015. Zoals het zich laat aanzien, kunnen we zelfs vanuit Loosdrecht nog een zesde aflevering maken met ‘Ongepubliceerd Materiaal’. Wat wij onderweg tegen gekomen zijn, denk even aan BuZa, laat zich ook lezen als een spannende roman. Ter morele ondersteuning werden meerdere leden van ons gezin ingezet. Onderstaand Singh tussen de toen 19-jarige Ivar en Astrid (Vacaville Prison, 8 april 2016):

Laten we het zo afspreken, wanneer iets onduidelijk is, vraag het ons! Maandag waren er in totaal 578.000 kijkers, het is uiteraard niet de bedoeling dat ze aanstaande maandag allemaal op hetzelfde tijdstip reageren. Dat zou Ziggo niet leuk vinden. Overigens, schrik niet van sommige beelden en uitspraken in de komende afleveringen. Een gewaarschuwd mens……. Altijd moeilijk om een frivool overstapje te maken van zo’n zwaar onderwerp naar iets luchtigs, maar ik doe het toch! Weet je welke club voor het eerst sinds 1997 weer eens won in de Galgenwaard? Nou, Nou? Iedereen heeft het goed: Sparta! Dat wordt genieten zondagavond, ofschoon FC Utrecht geen katje is om zonder handschoenen aan te pakken. Zoon Kaj stond vol in ‘firefighter’ uniform tijdens de Amerikaanse dodenherdenking, oftewel ‘Memorial Day’:

Vroeger (u weet wel) zeiden we altijd ‘vader’s poen, moeder’s angst’ bij een dergelijke investering (kinderen zijn duur), maar nu welde trots in onze harten op. Vorige week weer eens met Astrid en gezamenlijke vriend Joop naar het theater geweest, ’t Spant’ in Bussum. Veldhuis en Kemper bleken niet alleen harmonieuze zangers te zijn, maar ook bekwame ‘story tellers’. En soms verdraaid geestig. Met buurman Peter Kamp de derde DVD van Daniël Arends bekeken. Vuil gebekt, ad rem en soms uitbundig grappig. Eén ding; ga vooral niet op de voorste rij zitten mocht je naar het theater gaan! Is wel een week geworden met een overdaad aan lunches. Noodzakelijk kwaad, leg ik Astrid uit. Ze trapt er niet in. Over intrappen gesproken, we keren snel terug naar het jaar des heren 1998: Ex’pression College in wording.

………voelen we ons sterk om het gesprek met The Martin Group aan te gaan, onze concurrent inzake het Sybase gebouw.

We weten dat de heren van The Martin Group, die we gaan bezoeken in San Francisco, een behoorlijke vinger in de pap hebben bij de lokale overheid. Zo hebben zij parallel aan Highway 80 ruim 6500 vierkante meter getransformeerd in 684 wooneenheden, een shopping centrum, een openbare marktplaats, alsmede de United Artists bioscoop met maar liefst 10 schermen. Leuke binnenkomer, vinden Gary en ik. Gary Breen, onze makelaar, die er uiteraard ook alles aan gelegen is dat de heren van The Martin Group ons welgezind zijn, wacht ons op bij de receptie. Het moet gezegd, Toby Taylor en Tom Gram ontvangen ons uiterst hartelijk. Joviaal feliciteren ze ons met de aankoop van het Sybase gebouw. Geen woord over de benodigde parkeerplaatsen. Gary fluistert nog “they’re not fucking us, Pete.” Vervolgens doen Gary en ik dezelfde opvoering als bij het bureau in Sacramento. En het moet gezegd, onze ‘dog and pony show’ wordt goed ontvangen. Gary en ik raken steeds beter op elkaar ingespeeld. We wisselen wat details uit, waarna beide heren ons verzekeren dat ze er uiterst serieus naar zullen kijken. Sterker nog, ze zullen zich opstellen als de ‘friendly neighbor’. Jazeker, beter een goede buur dan een verre vriend! Zoals het er nu naar uitziet gaan ze ons niet lastig vallen, en waarom zouden ze? De strijd is gestreden. Breen is uiteraard ook tevreden en complimenteert me omdat in zijn oren mijn accent nog amper merkbaar is. Daar moet je mee oppassen, heb ik inmiddels gemerkt. Met complimenten zijn ze hier niet zuinig en wanneer je een vraag stelt, is het normaal wanneer iemand eerst zegt “excellent question.” De eerste keer kijk je alle kanten op omdat jezelf van je eigen vraag niet bepaald onder de indruk bent. Maar goed, ik knik minzaam en schud hem de hand. Voor de provisie die hij gaat vangen wil ik ook wel een compliment over de heg gooien. Enfin, Gary en ik gaan verder met ons levenswerk, zo lijkt het, de applicatie voor het bureau. Het wordt laat en vervolgens weer vroeg. Het is donderdag, vandaag gaan we de GM Van ophalen, maar eerst applicatie, applicatie. 14.30: de Van staat klaar en nadat we al het papierwerk hebben ingevuld, gaan we als opgewonden teenagers in die grote bak op weg naar San Francisco, waar we van Jane Metcalfe een rondleiding krijgen bij Wired Magazine.

Dit alles natuurlijk om bij haar in een goed blaadje te komen. Immers, haar willen we echt wel als lid van de Raad van Commissarissen aan boord hebben. Co-Founder Wired Magazine: da’s een lekker uithangbord. Het is informatief, buitengewoon interessant en vooral goed, zeker voor mij, om te weten wat er zoal speelt in het Amerikaanse techwezen. Tevreden toeren we met onze Van terug naar Emeryville, hakken een hamburger naar binnen en gaan weer verder aan de slag met de applicatie. Wat staat er verder nog op het programma? Ik maak wel een ‘To Do’ overzicht, laat ik Gary weten, zodat er wat klaarheid gebracht wordt. Gewillig stemt hij in, dit is niet zijn sterkste kant. Als volgt: 1) liquiditeit overzicht maken 2) vrijdag naar kantoor wanneer Pacific Bell de telefooncentrale installeert 3) met Mike Taylor alle benodigde verzekeringen bespreken (morgenochtend om 10 uur) 4) fysiek Sybase gebouw controleren (morgen 15.30) 5) afspraak met het bureau in Sacramento definitief voor a.s. dinsdag bevestigen 6) applicatie komend weekend afronden 7) bij Kinko’s a.s. maandag een kopieerapparaat reserveren om een aantal kopieën van de applicatie te maken 8) dinerafspraak met Nadine Storyk (dochter van) vrijdagavond om haar rol als onze persoonlijke assistent te bespreken 9) industrie ondersteuningsbrieven voor oprichting van Ex’pression nagaan en bij applicatie voegen 10) applicatie voor het gebruik van de school afmaken en in de loop van de komende week naar het betreffende comité van de City of Emeryville sturen. “We got a top-10, Gary, what do you think?” Gary stuitert achterover en mompelt zachtjes “how about a beer?” Dat lijkt me een goed idee, want het gaat een lang weekend worden. De nacht is kort, maar een compacte slaap geeft de nodige rust. De vrijdag gaat als een flits voorbij, met name de controle van het Sybase gebouw schept veel vreugde. De mogelijkheden zijn eindeloos. Met Nadine Storyk, natuurlijk in ‘The Townhouse’, is het niet alleen plezierig, voedzaam en wat van dies meer zij, maar aan haar zullen we echt een goede hebben om ons te ondersteunen met die moeilijke eerste fase. En, vind ik uit, ze heeft al het een en ander voor Gary met betrekking tot Ex’pression gedaan in Florida. Helemaal op de hoogte dus. Zaterdag en zondag brengen we op kantoor door omdat we dinsdagochtend 10 uur bij het bureau in Sacramento verwacht worden. Het zaterdagrapport wordt ook geproduceerd en verzonden per fax. Tussen de ‘buien’ door bel ik mijn oudste broer Hans om te vragen hoe het met ons moeder gaat. “Niet best,” komt het korte antwoord. “Waarschijnlijk gaat ze weer terug naar het ziekenhuis, maar wees gerust, we houden een oogje in het zeil.” Ik verzoek hem mij onmiddellijk te informeren wanneer er iets fout dreigt te gaan. Met 9 uur tijdsverschil en een vlucht van een kleine 11 uur, wil er al snel iets verkeerd gaan. “Doe ik, broertje,” sluit hij af. Het voelt plotseling beroerd, die afstand. Gedane zaken nemen echter geen keer, dus weer aan de slag. “Hey Gary, there is a miscalculation in these class schedules,” merk ik een rekenfout op. Gary is niet te raken: “Yo, my man Pete, that’s why you will become the CEO.” Maar zover is het echt nog niet, mijn benoeming tot CEO is absoluut niet officieel. Ik bedank Gary voor het compliment, waarna het ploeteren met de papiermassa continueert. De nacht omarmt ons uiteindelijk als verloren zonen. Morpheus is onze grootste vriend en strooit met zoete dromen van succes. Maandag 18 mei komt hortend en stotend op gang.