Wat wilde ik eigenlijk worden?

Een maand of wat geleden schreef ik een kattenbelletje om mijn kleinzoon van zeven een hart onder de riem te steken. Daar voegde ik een fotootje bij van mij op die leeftijd met mijn opa, die toen 75 was. Moet ik erbij zeggen dat mijn opa’s nooit zo aanspreekbaar waren. Bij verjaardagen, of andere feestelijkheden, werden de kleinkinderen afgezonderd in een belendende kamer en konden daar spelletjes doen. Wel werd ons op het hart gedrukt rustig te zijn en vooral om de ‘grote’ mensen niet te storen. Tijdens wat opschoningactiviteiten stootte ik op mijn MF CEO badge uit 1986 en gedurende een aantal weken heb ik die onder mijn jongensfoto geplaatst.

Bijna elke dag ging door mijn hoofd wat er in die ruim 30 jaar veranderd was, en wat dat joch eigenlijk echt had willen worden. Even kijken naar het pad van ontwikkeling; assistent boekhouder, assistent inkoper, huishaardolie bezorger (Crooswijk), Senior Electric Accounting-Machine Operator (ponskaarten), programmeur (o.a. GESAL) en Divisie Manager software house, voordat ik in 1976 voor mezelf begon. Volgens mij had dat ventje van 7 niets van dit alles in gedachten toen hij daar poseerde. Nee, hij had maar één ding in z’n hoofd; hij wilde voetballer worden.

Hier met de kampioen B jeugd van Steeds Hooger (anno 1906), rechts onder, toch een beetje apart, met (witte) Real Madrid kousen. Clubs die hem (tevergeefs) onderweg naar het walhalla moesten voeren: Sparta, Steeds Hooger, Sparta, Alexandria ’66, SVDP, VV Zuilichem, Graaf Willem II-VAC en tenslotte Hertha, waar een gebroken knieschijf ‘The End’ betekende. Dat gebeurde net op het moment dat je aan het afbouwen bent. Enfin, veel plezier en kampioenschappen meegemaakt, en blij dat ik goed meekon in de maatschappij, ook met veel plezier. Dus spreek ik de hoop uit dat m’n lieve kleinzoon een vrije vogel wordt, zonder een etiket, die weet dat hij bij opa altijd aan kan kloppen voor advies dat hout snijdt. Dat is te zeggen……ik weet niet hoe zijn ouders daar over denken! Overigens, wat te denken van Zeeman, die een laboratorium diamant op de markt heeft gebracht voor €29,99! En ze vlogen als hete broodjes de magazijnen uit. Twee hete broodjes die zich natuurlijke diamanten mogen noemen, zijn m’n broer Hans en schoonzus Cintha. Dadelijk gaan we hun 60-jarige jubileum vieren. Hun uitstapje (ideaal?) uit het leven van administratie en computers was het overnemen van een dieren speciaalzaak. Ik vond dat moedig, maar de levende voorraden baarden best zorgen. Dinsdag heb ik felicitaties telefonisch doorgegeven, donderdag idem met Astrid voor Hans z’n 84e verjaardag, en vandaag komen Astrid en ik live acte de présence geven. Zoveel contact binnen een week heb ik nog nooit met familie gehad! Plaatje geluk uit 1965:

Heeft de tand des tijds ruimschoots doorstaan! Wat ook de tand des tijds heeft dorstaan: goud. Klaarblijkelijk is de dollar niet meer een geloofwaardige (Trump) commodity om je geld in tijden van stress (Gaza, Oekraïne) in vast te leggen. Afgelopen week noteerde goud $3500 voor 31 gram (troy ounce). Inmiddels heb ik m’n trouwring in de kluis liggen, voordat je het weet ben je een vinger kwijt. Afsluitend op deze mooie zaterdag; het is niet allemaal goud wat er blinkt, maar de ochtendstond heeft wel goud in de mond.

Trente-huit, 38 dus, klinkt dat niet als een duur flesje likeur?

Loosdrecht, 28 augustus 1987, het begin. Loosdrecht, 28 augustus 2025, #38 en de 10e keer na terugkeer in Loosdrecht. Eigenlijk een jubileum in een jubileum. Tussendoor gevierd in drie andere landen, waaronder Californië. Gezien de politieke situatie in de V.S., beschouw ik Californië als een zelfstandig land. Dat betekende dus een achttal verhuizingen die meestal qua organisatie op de schouders van één persoon terecht kwamen. Astrid dus. En dan de symboliek bij het begin in Vinkeveen:

Bridge over troubled water? Over de brug komen? Een brug te ver? Gelukkig hebben we dit plaatje nog, want deze brug naar Astrids ouderlijk huis is niet meer. En, helaas voor de pessimisten onder de aanwezigen op die gedenkwaardige dag in 1987; ‘dat huwelijk houdt geen stand met dát leeftijdsverschil’, het hield wel stand, en hoe! Wel zodanig dat we ons 12 ½ jarig jubileum in 2000 aangegrepen hebben om in Las Vegas nogmaals in het huwelijk te treden.

Lust je nog peultjes? Over peultjes gesproken; uit ons huwelijk kwamen ook nog eens drie mooie jongens voort, inmiddels 34, 33 en 28. Als het even kan maken we een gezinsplaatje hoewel dat niet even eenvoudig is. Op enig moment vertoefde Kaj in Sacramento, zwierf Bo-Peter door Azië, en was Ivar met een documentaire bezig in Columbia. We konden ons met z’n vijven eindelijk vast laten leggen tijdens het spectaculaire huwelijk van mijn oudste zoon Rick met zijn Liesbeth. We schrijven 29 december 2023. Deze staatsfoto kwam toen tot stand:

We hopen de volgende in scene te krijgen wanneer Kaj en Michelle ons bezoeken in oktober, en we de rest van de boys vast kunnen houden. De partners vergeten we zeker niet. Al met al knijpen we in onze handen dat we in harmonie dit bereikt hebben, met uiteraard hier en daar een rimpel. Middels deze Luim mag ik mijn levenspartner Astrid bedanken voor al wat zij gedaan heeft de afgelopen 38 jaar, vol liefde, en zichzelf bij tijd en wijle wegcijferend. De liefde is uiteraard wederzijds, de inspanningen kwamen soms op het bordje van één persoon, die desondanks terug in NL een succesvolle ZZP’er werd in de kraamzorg. Ode aan Astrid dus? Volmondig JA! Beetje zoet? ‘Sweets for my sweets’, neurie ik tevreden, het is uiteindelijk mijn Luim, mag ik? Tevens een ode aan mijn vijf zonen die ook in harmonie met elkaar omgaan, waar ter wereld ze ook zijn. En dat met een leeftijdsverschil tussen #1 en #5 van 30 jaar. Het Laanenbloed klotst waar het niet gaan kan! In overig nieuws, dit gaat niet over Sparta, dient treurig vastgesteld te worden dat de naar PSV vertrokken oranje klant Olij op de reservebank vastgekleefd zit en ook niet meer geselecteerd is voor oranje. Kortom; goed voor de portemonnee, niet voor de carrière. Belangrijker; Mila is nu 18 weken in onze ‘BenB Vol Liefde’ en heeft alle kandidaten weggeblazen:

Lekker het weekend in. Kan Sparta zondag verrassen tegen Feyenoord? Ivar haalt me op, waarna we naar De Meern rijden en (oom) Rob ophalen. De Bosselaar wacht ons met een pilsje en een broodje kroket. ‘Rood-wit is onze glorie’, hoe mooi is dat?!

Reïncarnatie

Badend in het zweet word ik wakker, mompelend ‘nee, nee, niet weer’. 37 jaar geleden heb ik het van me afgeschreven met het publiceren van mijn Luimenboek GELUL. Eén van die Luimen ging over de man van het ‘risicogeld’, ene Edje, geweldig vastgelegd door mijn broer Rob:

En nu is er een zekere Appie in m’n leven die niet alleen dezelfde tactieken hanteert, maar ook nog eens sprekend op Edje lijkt. ‘1988 all over again’! We hebben het over types die geen middel ongebruikt laten om hun doel te bereiken. Denk aan leugens, halve waarheden, angst aanjagen, schermen met advocaten, manipuleren, en om het af te maken; een totaal gebrek aan empathie. Contracten; daar hebben ze schijt aan, ze proberen je dood te procederen. Daarnaast herkent Appie zich in creaturen als Trump, Wilders en Wierd Duk (Telegraaf), waar hij zich aan vastklampt. Geen leugen gaat hen immers te ver. Dat maakt Appie de listige Edje 2.0. Reïncarnatie, ik heb er nooit in geloofd, maar ik ben aan het twijfelen geslagen. Op de barricade, dat wel! Dat is andere koek dan op bezoek gaan bij zoon Bo-Peter, Astrid achter het stuur, om zijn net betrokken appartement te bewonderen. Hartje Amsterdam met een tuintje zelfs. Wat een luxe, en dat voor die prijs. Een soort Jumboprijs, maar dan andersom. Echt leuk en warm ingericht. Astrid en Bo-Peter zetten nog de puntjes op de i terwijl ik een glaasje chardonnay kreeg, zodat ik niet in de weg zou lopen. Want -tromgeroffel- de volgende dag komt zijn grote liefde Ileana aan om de komende maanden met hem het appartement te delen, en dan moet een en ander er ‘spic & span’ uitzien. Onze opvoeding (Astrid) betaalt zich af. Ook nog lekker gegeten, toe maar. En ja hoor, afgelopen woensdag omhelsden de jong geliefden elkaar innig op Schiphol:

Het geluk straalt van hen af. Hoe mooi voor ons ouders van nu! Donderdag bezoek van bonus kleindochter Charlotte met vriend Jesse. Lekker gevaren op de plassen, waar het ‘verkeer’ dankzij het wisselvallige weer zeer licht te noemen was. Gewoon aangenaam, wijntje, biertje, chipje, behalve voor de schipper natuurlijk, die krijgt een 0.0. Jesse en Charlotte bleken zich te ontpoppen als daadwerkelijke ‘dog whisperers’. Mila, inmiddels 17 weken bij ons, luisterde geduldig naar het ‘pootje, pootje’ om zich vervolgens genoeglijk tegen Charlotte aan te nestelen:

Een prachtig plaatje van twee mooie meiden. Dat bracht onze discussie weer terug bij het 17-jarige meisje dat op gruwelijke wijze vermoord is. Geen woorden, het enige dat je weet als (groot) ouders dat het verdriet in Abcoude onpeilbaar is. Na het vertrek van Charlotte en Jesse babbelden Astrid en ik nog wat na over de genoeglijke middag en avond die we met hen doorbrachten. Ook keken we terug op de plezierige middag de week daarvoor met zoon en schoondochter, alsmede hun twee donderstenen van 4 en 7. We trokken de conclusie dat ons onderkomen een ‘compound’ zou moeten zijn voor onze kinderen, partners en kleinkinderen. Enerzijds om te genieten van het buitenleven en de plassen, anderzijds als plek waar je problemen kunt bespreken, een veilige haven dus. Met die gedachte zijn we naar bed gegaan om vervolgens te genieten van de slaap der rechtvaardigen.

Trump aan het begin, patat aan het eind

Het resultaat was als verwacht, Poetin bespeelde Trump weer als een ukelele en won zo weer de nodige tijd om Oekraïne verder uit te putten. Mijn ‘OMdenken’ kalender bracht vanmorgen de volgende tekst: ‘Wanneer een clown in een paleis trekt, wordt hij geen koning. Het paleis wordt een circus’.

Wat een toevallige doch ongelofelijke timing. En deze clown hunkert naar de Nobelprijs voor de Vrede, geïntroduceerd door die corrupte Netanyahu. Dat is hetzelfde als Douwe Bob de ‘Echtgenoot van het Jaarprijs’ toekennen. Politiek; daar wil ik eigenlijk nooit mee beginnen, maar omdat dit het laatste nieuws van mijn week was, waar ik eigenlijk niets van verwachtte, maar stilletjes… Zoals gewoonlijk bleek ook deze hoop weer uitgestelde teleurstelling. Goed, er gebeurde toch nog heel wat deze week dat aanleiding af voor een lach en een traan. Omdat we later deze maand 38 jaar getrouwd zijn, en ik meestal iets koop wat geruild moet worden, togen Astrid en ik maandagmiddag op pad om een armband te bekijken die we online mooi vonden. Vol goede moed stapten we de winkel in waar al dit moois uitgesteld stond. Jonge juffrouw wikkelt achter een toonbank een gesprek af, zonder ons een blik waardig te gunnen. Nog net niet zuchtend zocht ze voor ons de armband op die helaas veel ieler eruit zag dan op het beeldscherm. Op onze vraag of er een groter model was, antwoordde ze dat ze die dan wel uit het zakje moest halen. ‘We komen nog wel terug’, besloot Astrid kortaf. ‘Is goed hoor’, was het dynamische antwoord. Een goed begin… Aangekomen bij de Skechers winkel trad ons een jongeman tegemoet die waarschijnlijk net de lagere schoolbanken had verlaten. Kijkend naar mijn twee jaar oude witte afgetrapte Skechers, berichtte hij kortaf dat dit model niet meer verkocht werd. Niets van ‘probeert u dit model eens’, of ‘wat denkt u van de automatische instappers’, nee, hij liet ons zo gaan. Na nog een tweetal teleurstellende winkelbezoekjes, besloten we maar een terrasje aan te doen. Altijd een plek van troost. Ook daar moesten we de serverende jongelui praktisch attaqueren om iets te bestellen. Wellicht ligt het hier aan:

Zijn we gewoon niet meegegaan met de tijd, of zijn we (ik dan) zeurende oudjes? Enfin, we zijn geslaagd voor de armband in ons vertrouwde Breukelen, waar twee oudere dames ons als royalty behandelden. Het kan dus wel! En we kochten nog meer ook! Ja, die ‘pool’ titanenstrijd van woensdag, met supervriend Fred van Buiten uit Californië, dat liep nog lelijk af voor me. Na een hoopvol begin moest ik uiteindelijk met een 3-1 nederlaag mijn meerdere erkennen in Fred. Die beweerde, sportief als altijd, dat het maar een spelletje is, maar daar trap ik niet in. Hoewel, bij moeilijke situaties zag ik Fred meerdere malen naar de uitgang kijken, waarna hij vervolgens de bal in de juiste zak deponeerde. Toen ik na afloop van de best-of-five zijn broer binnen zag komen, raakte ik enigszins verward. ‘Ja, die brengt me naar huis’, brak Fred de spanning.

Twee van die grote gasten; kunnen ze wel tegen een bejaarde?! Woensdag was een superdag, geen wonder dat we Fred ooit onze kinderen toevertrouwden, mocht er wat gebeuren met ons tweetjes. In ieder geval heb ik mijn keu aan de wilgen gehangen en mijn ESPN contract opgezegd. Rust in de tent. Zondag komt Ivar me ophalen om gezamenlijk ons naar Het Kasteel te begeven en daar de wederopstanding van Sparta te aanschouwen tegen FC Utrecht. Ja, na de 6-1 schrobbering tegen PSV klinkt dat als ‘wishful thinking’, maar soms doet hoop toch leven! En Astrid leverde mijn kleinkinderen daar het levende bewijs van toen ze met gefrituurde lekkernijen aan kwam zetten:

Eind goed, al goed op het Patateiland van Loosdrecht, alleen per boot te bereiken!

Canadian, eh?!

Het moest ervan komen, zolang de oranje crimineel aan de macht is en hij landen, afhankelijk van zijn humeur, trakteert op importtarieven wanneer iets hem niet bevalt, shop ik voor whisky in Canada. Even een aantal flessen besteld waaraan ik weleens genipt heb om mijn eerste keus te bepalen.

Met een wat wrange glimlach neem ik afscheid van Jack Daniel’s. Zo, dat zal hem leren, crisis in het Witte Huis. Wellicht groeit mijn sneeuwbal uiteindelijk uit tot een lawine. Oh ja, en voor de mensen die beweren dat Trump toch al veel bereikt heeft met onderhandelen; het is moeilijk onderhandelen met een pistool op je slaap. Denk daar maar eens over na. Zo, dat lucht op zeg. Dat wil zeggen, dan hebben we het nog niet over Musk gehad, of eigenlijk de bestuurders van Tesla. Om hem te behouden, hebben ze hem een aandelenpakket aangeboden van maar liefst $29 miljard. Laat dat eens even inzinken. Bedenk eens wat dat krankzinnige geniale creatuur van een soort mens voor goeds met dat geld zou kunnen doen wanneer hij enigszins menselijk zou blijken te zijn. En dan toch nog honderden miljarden in z’n achterzak zou hebben. Helaas, dat zal altijd een pijpdroom blijven, Musk is typisch iemand die de hele dag naar De La Soul’s hit ‘Me, Myself and I’ luistert om gelijktijdig als Dagobert Duck in z’n geld te rollen met maar één gedachte; méér, méér!

Zo, nu weer even terug naar de ‘normale’ wereld, zo die bestaat. Gisterenmiddag een lekker partijtje ‘pool’ met Bo-Peter gespeeld bij Hippo in Hilversum. Geen schijn van kans, normaal gesproken, maar uiteindelijk kleine nederlaag (3-2). Wel een goede opwarmbeurt wanneer Fred van Buiten, mijn NL/USA pen pall, volgende week even over is uit Californië voor een serieuze zaak, maar ook een dag uitgetrokken heeft om met mij te lunchen (uitbundig) en……………..een partijtje ‘ pool’ te spelen. Het doet me deugd om één van zijn zeldzame overwinningen vastgelegd te hebben:

Hippo is inmiddels uitverkocht voor deze titanenstrijd, maar er is sprake van het opzetten van giga monitoren bij Grand Hotel Gooiland. Blijf het nieuws volgen, zou ik zo zeggen. Overigens, waar ik wel mee van Bo-Peter won, was het consumeren van bittergarnituur lekkernijen. Ervaring wint het daar van jeugdige overmoed. Over titanenstrijd gesproken, wat denk je vanavond van PSV-Sparta. Ze hebben het dan wel over de bejaardenploeg van Sparta met Martens Indi (33), Toornstra (36) en De Guzman (37), maar ook daar geldt dat je ze niet 1-2-3 voorbij komt. Paul de Leeuw: ‘wie staan er altijd in de weg, dat zijn bejaarden’. Even serieus, het zou toch sensationeel zijn wanneer Sparta een of drie punten uit Eindhoven meeneemt. Nu we toch bij voetbal aanbeland zijn, wat te denken van Vitesse, de een na oudste professionele voetbalclub in Nederland. Ze houden op te bestaan, het resultaat van mismanagement gedurende een langdurige periode. Je zou toch denken dat er in Arnhem en omgeving financiers allang een reddingsplan voorhanden zouden hebben om de club te redden. Niet dus, alleen maar gebakken lucht in de pers. Ben ik even blij dat ik een seizoenkaart heb bij de oudste (1888) professionele club van Nederland! Ik moet zeggen, de weken razen voorbij, Mila is alweer 15 weken bij ons en Astrid ging zo-even op pad om te zorgen voor de 27e moeder en baby dit jaar. Mijn verjaardag lijkt alweer ver weg in de achteruitkijkspiegel en mijn 2026 kroonjaar komt er angstaanjagend snel aan. Vanmorgen vroeg was het heerlijk buiten, het rook naar een prikkelende herfstochtend, alsof de ‘Indian Summer’ al was begonnen. Met dat heerlijke gevoel ga ik het weekend in, en dat wens ik jullie ook! Canada, eh?!

Paradise by the dashboardlight; van honk 3 naar ‘home’.

Je mag toch aannemen dat iedereen dit iconische nummer kent. Echter, kan hetzelfde gezegd worden van het honkbaljargon dat erin gespuid werd? Op het eind van de song is de loper (hopelijk niet Meatloaf) onderweg van het derde honk naar homeplate om een punt te scoren. Dubbelzinnig dus, want dit wordt geacht een vleselijk punt te zijn. De speaker gilt ‘holy cow, I think he’s gonna make it!’, maar hij haalt het niet want plotseling verschijnt Ellen Foley ten tonele die schreeuwt ‘stop right there’. Zoiets hadden wij in 1987 (EK honkbal Barcelona) ook bij de hand met een aanstormende Italiaan die onze catcher, totaal geen gelijkenis met Ellen Foley, van zijn sokkel liep. Zie onderstaand stukje uit een verslag in De Telegraaf van 21 juli 1987:

En gaar waren de rapen, terwijl Carelli nog aan het overdenken was welk blok beton hij geraakt had, waren zijn woedende ploeggenoten bezig hun dug-out te verbouwen. Dat verstoorde toch enigszins hun concentratie, hetgeen in de 16-1 nederlaag tot uiting kwam. En vergeet niet, dit was de 5e en beslissende wedstrijd. Europees kampioen Nederland verdiende zo een ticket voor de Olympische Spelen 1988 in Seoul. Astrid en ik zaten op de voorste rij te genieten, wat een weelde. Gerlach Halderman zat ook achter de plaat in Seoul, en het was mij een eer en genoegen hem gisteren de catcher figurine uit te reiken bij ‘De Drie Gekroonde Laarsjes’:

Moeiteloos overbrugden we de 35 jaar die we elkaar niet gezien hebben. Priceless! Om maar bij honkbal te blijven, en softbal natuurlijk; daags daarvoor waren Astrid, m’n oudste zoon Rick en ik te gast bij het Honkbal en Softbal museum in Haarlem. Voorzitter Samuel de Leeuw heette ons welkom en stelde trots bestuur en vrijwilliger(s) voor. Na de koffie, thee en anekdotes nam Samuel de replica kroon in ontvangst die sinds de Olympische Spelen van 1988 van Seoul naar Loosdrecht ging, vervolgens naar Hilversum, door naar Düsseldorf, dan Lommel om vervolgens de plas over te gaan naar Californië (Walnut Creek, Concord, Alamo) en uiteindelijk de grote terugkeer in 2016 naar Loosdrecht.

Het plechtige moment in beeld. Daarna een toertje museum met o.a. de eregalerij waar de erevoorzitters ‘hangen’. Rick kon het niet laten: ‘Pap, waarom hang jij daar niet bij?’. ‘Dat weet je best, dat erevoorzitterschap heb ik teruggegeven’, antwoordde ik onmiddellijk. Rick: ‘maar wat moet ik nu de kleinkinderen vertellen. Opa was een dwarsligger?’. *zucht*: ‘je doet maar’. Maar wat een leuk museum(pje), waar ze bijna uitbarsten, praktisch elke centimeter is benut. En ik geniet van de toewijding van die mensen, gelukkig heeft Rick, lastig maar ook nuttig, ze goed vastgelegd:

Kijk, daar geniet ik van, zo blijft waardevolle geschiedenis intact. Vandaag word ik gelijk ‘Vriend van het Nederlands Honkbal en Softbal Museum’. Neem zelf maar eens een kijkje op www.honkbalensoftbalmuseum.nl en wordt voor een luttel bedrag ‘Vriend’. Allerhartelijks deed Samuel ons uitgeleide, waarna Rick voorstelde om het bezoek in de kerk af te sluiten. De Jopenkerk in Haarlem, wel te verstaan, daar hebben ze de hostie ingeruild voor de bitterbal; wat een vondst om de gelovigen vast te houden!

Een celebrity RIP week, maar wacht…….

Er was inderdaad sprake van een woelige ‘celebrity’ RIP-week: Ozzy Osbourne (Black Sabbath), George Kooymans (Golden Earring(s) – Held), Hulk Hogan (Trump fanaat – Griezel), Chiel Montagne (Op losse groeven) en…..Willem Smit. Smit wellicht onbekend bij niet automatiseringsmensen, of hoe dat tegenwoordig ook mag heten, was een der computer cowboys die voortkwamen uit de 70-er jaren. We hadden twee zaken gemeen; ons bouwjaar (1946), en het jaar dat wij met onze eigen zaak begonnen (1976). Hij met Datex, ik met Multi Function. Echter, waar hij meer de wheeler dealer was, was ik meer de software jongen. In ieder geval was Smit veelal succesvol, kleurrijk en controversieel, hetgeen een prachtige voedingsbodem is voor een columnist. Ik wijdde indertijd (1987, 1988) een tweetal columns aan hem in de Automatisering Gids (AG), met name over zijn favoriete hang-out. Nu komt het; Smit kreeg de eindredacteur van AG zo ver om te schrappen in mijn columns. Een doodzonde! Op hoge poten nam ik afscheid en bracht september 1988 een boekwerkje uit onder de titel ‘Geheel Exclusief Laanens Unieke Luimen’. Inderdaad, oplettende lezer, alle hoofdletters vormen het woord ‘GELUL’. Mijn getalenteerde broer Rob verzorgde de tekeningen van alle automatiseringshelden die een hoofdrol speelden in dit belangrijke (na al die tijd) naslagwerk. Onderstaand Willem Smit die zijn tweede man, Harry Kippersluis, manoeuvreert naar die favoriete hang-out; Barretje Hilton.

Zoals gezegd, de 70-er en 80-er jaren vormden de IT industrie zoals we die nu kennen, dus heeft u ‘GELUL’ in uw bezit, dan zit u op een goudmijn, een echt ‘collectors item’. Zoals ik in eerdere Luimen memoreerde; ik ben een verzamelaar, met name ook van sportmemorabilia. Zoals aangekondigd, kon ik afgelopen week de figurine van pitcher, geschenk van Taiwan honkbal voorzitter P.P. Tang, overhandigen aan meester pitcher Bart Volkerijk:

Bart was toen hij afzwaaide in het bezit van veel heuvelrecords; hij gooide de meeste wedstrijden (333), had de meeste overwinningen (150), de meeste strike outs (1948), en gooide de meeste innings (2282). In 1991 werd Bart Volkerijk uitgenodigd om deel te nemen aan de All Star Game in Los Angeles. Mocht dit cijferwerk als hocus pocus over komen, laat het mij weten, ik weet er alles van (niet lachen)! Momenteel dient hij de Europese honk- en softbal bond als Vice President. What a guy! Ook leuk om te weten is dat toen hij in Den Haag sportman van het jaar werd, hij het uniform droeg van sponsor Multi Function (MF):

Het werd dus gewoon een gezellige middag in Loosdrecht met Bart en onze wederhelften Joke en Astrid. Ook al omdat er nogal wat jaren het bespreken (roddelen?) waard waren. Over een andere boeg; inmiddels is Mila 3 maanden bij ons en gezegd moet worden dat de schade afneemt. Okay, een nieuwe deurmat dient er te komen, je kunt moeilijk nog spreken van ‘welkom’ wanneer je ons onderkomen betreedt, je vermoedt eerder dat iemand niet welkom was. Bestraffen is moeilijk wanneer ze je met zo’n ‘smelten’ blik aankijkt:

Ik geef het toe; ik ben de zwakste schakel!

Old Friends (en het nut van boekensteunen)

Gisterenmorgen waren de dikke enkels van Trump (mag ik even overgeven) de aanleiding voor deze Luim. Het was namelijk, niet voor het eerst, zo’n week die ik doorbracht met jonkies en eh….bejaarden. Met name de ‘aangeklede borrel’ middag met vriend Martin en zijn vrouw Yvon gooide me bij tijd en wijle terug in het verleden, en even hardhandig weer terug naar het heden. We kennen elkaar van dansles bij Wuijster, 63 jaar (!) geleden. Martin en Yvon werden een stelletje, ik ging verder op ‘onderzoek’ uit (als het ware). Martin en ik waren de hoofdrolspelers in de ‘Mannenwinkel’, een cabaret sketch waarin vrouwen mannen konden aanschaffen, maar ook weer inruilen.

Op bovenstaande foto werd ik ingeruild bij de troostende winkelconsultant (Martin). Uiteraard waren we in de Halleluja met de recensies in het Rotterdams Nieuwsblad en de Havenloods, met name ook omdat deze voorstelling een voortzetting was van onze eerste poging met de ‘Acting Tens’:

Inderdaad, Yvon(ne) deed ook een duit in het zakje en nam daarna ook nog een single op bij Telstar, het platenlabel van Johnny Hoes. Het aantal keren dat zij ‘Quand le soleil’ heeft gezongen, loopt in de duizenden. Een en ander leidde zelfs tot een auditie bij de KRO. Martin en ik togen boordevol adrenaline op pad naar Hilversum, waar we ze wel even een poepie zouden laten ruiken. De begroeting was al van dien aard dat de moed ons in de schoenen zonk. Of we de bladmuziek maar in wilden leveren. ‘Maar, maar, we komen een sketch opvoeren’, mompelden we. ‘Ook goed’, klonk het nonchalant, ‘neem plaats bij de microfoon’. Onze sketch, een parodie op de Amerikaanse oorlog in Vietnam, gespeeld door de heren Viet en Nam, behandelde de aanschaf van een nieuw wapen, de buignijnagelnijper. Er zat geen overtuiging meer in, het werd een slap aftreksel van het origineel; we werden afgepoeierd. Tot op de dag van vandaag herinneren we nog wat we buiten tegen de KRO letters op de voorgevel schreeuwden;

‘Katholieke Rot Omroep’. Het schijnt dat Toon Hermans nog iets met de producer gedaan heeft: ‘Bemelmans, Jack Bemelmans. Nooit van gehoord’. Leuke tijd gehad, niet bij stil blijven staan. De aanschaf van het album ‘Bookends’ van Simon & Garfunkel in 1968 bevatte de song ‘Old Friends’, dat de volgende regel heeft: ‘Can you imagine us years from today, Sharing a parkbench quietly. How terribly strange to be seventy’. Vooral dat laatste zinnetje; ‘hoe verschrikkelijk vreemd om zeventig te zijn’. Ik was toen twee-en-twintig en had er niets mee. Behoedzaam gluur ik over de tafel naar Martin, de man met wie ik vele malen tussen tweede kerstdag en nieuwjaarsdag een mini skivakantie in Oostenrijk doorbracht. IJskoud, wel geweldig. Soms tot aan de middel in de tiefschnee. Een val, terwijl hij een foto nam van zijn kleinkinderen, heeft hem fysiek behoorlijk achteruit geworpen. Van het dynamische duo is de glans er wel af, hoewel we met goede moed kunnen herpakken wanneer we beschouwen hoe tevreden we mogen zijn over onze nakomelingen.

Martin en ik in stoere tijden, maar nu begrijpen we wel wat het betekent om de zeven kruisjes gepasseerd te zijn. Waardevol zijn de anekdotes die we voor eeuwig meenemen: het incident toen Martin en zijn kompanen uit Schiebroek me op mijn brommer (Ponette) na het dansen stopte omdat ik op een van hun meisjes joeg, m’n oudste zoon Rick die bij een optreden achter het toneel in z’n mandje lag te slapen, exhibitionist Snikkelfrits die Martin liet briesen tijdens het skiën, het optreden bij Multi Function in 1984, etc. Teveel om op te noemen. Uitleg op aanvraag. Nimmer in 1968 vermoed dat ‘Old Friends’ op ons zou slaan! Wel ‘bookends’, alleen heten die nu Yvon en Astrid, zij houden ons overeind!

Oh ja, die jonge mensen…..Donderdagmorgen belt kleinzoon Felix (23) dat hij in de buurt is met vriendin Lieke ‘of hij even aan mag komen’. ‘Gezellig’, meld ik hem. Hij heeft z’n eerste deel voor opleiding tot piloot bij de KMA afgerond, is nu luitenant en heeft verkering met een mede student, dus ook luitenant. En ze hadden ook nog niet gelunched, meldde Felix monter. Is kind aan huis, dus weet waar alles ligt. Lekker frisse discussie gehad met de jonkies. ’s Avonds dinertje met jarige zoon Bo-Peter (34), Ivar (28) en, uiteraard, Astrid (-) bij Amstel Boathouse in Amsterdam. Meesterlijk ontspannen, maar gemis van Kaj (32) weegt. Maken we goed in oktober wanneer hij met Michelle (31) ons met een bezoek komt vereren. Nou, is dat een mooie mix van jong en oud of niet? Ah, Mila (7 maanden) vergeten die sinds gisteren alweer 12 weken bij ons is, en tevens naar de kapper ging met Astrid.

Ze maakt me blij en zorgt ervoor dat ik me meer inspan dan gepland, hetgeen Astrid bestrijdt, maar ja, die valt dan ook in de categorie niet jong/niet oud.

Tijd om het verleden een handje te helpen, vergezeld van memories.

Zo heb ik een groot deel van mijn uitgebreide verzameling vinyl langspeelplaten onder mijn zonen verdeeld, hetgeen soms leidde tot ongeregeldheden leidend tot ‘kop of munt’:

De oudste en de jongste strijden hier om Kate Bush, maar dit terzijde. Puur ook omdat zo de herinnering blijft, daarnaast hebben ze allemaal een klasse geluidsinstallatie met dito platenspeler. Dus, bij wie ik ook op bezoek ga, ik krijg mijn muziek te horen, al was het alleen maar uit beleefdheid. ‘De herinnering blijft’, galmde Ben Cramer in m’n oren, en toen viel mijn oog op de zwaar vergulde replica Chunma Chong Kroon van de oude Silla dynastie uit de 5e eeuw.

Dat is een hele mond vol, maar het was een cadeau van in-Chui CHOI, President van de Zuid Koreaanse honkbal organisatie, en de verantwoordelijke man voor honkbal tijdens de Olympische Spelen van 1988 in Seoul. En omdat het Nederlandse team zich geplaatst had als Europees kampioen, waren ‘we’ erbij, dus Astrid en ik ook, zij het op eigen zak wegens de financiële krapte bij de bond. Maar goed, het leek het beste om dit kleinood eeuwigheid te geven in het museum van de KNBSB, waar helden en heldendaden van honk- en softballers de plek krijgen die ze verdienen. 31 juli zal ik de Kroon (waarschuwing: lange zin volgt), die reisde van Seoul naar Loosdrecht, vervolgens Hilversum aandeed om daarna de grens over te steken naar Düsseldorf en toen……Lommel, het bruggenhoofd voor de grote oversteek naar Californië, waar Walnut Creek, Concord en Alamo ‘home’ kon worden genoemd, om vervolgens in 2016 weer in Loosdrecht te belanden. Die Kroon ga ik dus overhandigen aan Samuel de Leeuw, voorzitter van het Nederlands Honkbal en Softbal museum. In Seoul behaalde het Nederlandse team een keurige 5e plaats, met als beste prestatie een 6-1 overwinning op Taiwan, waar wij niet veel van wonnen. Zoals iedere honkbalkenner weet, is de samenwerking pitcher/catcher de basis voor een goed resultaat. Eén van de pitchers in Seoul was Bart Volkerijk, één van de catchers Gerlach Halderman, een blok beton. Van de voorzitter van de Taiwanese honkbalbond, P.P. Tang, kreeg ik een grappig tweetal figurines van die posities:

Het doet me deugd om deze te overhandigen aan Gerlach Halderman en Bart Volkerijk. En, dat je het weet, wat X is voor Musk en Truth Social voor Trump, onbetrouwbare types, is de Luim voor mij, de enige uitlaat waar alles na ‘fact checking’ klopt. Over P.P. Tang gesproken, die zat met zijn Taiwanese delegatie in het chique Intercontinental hotel, wij (geldgebrek) in een soort van armoedige B&B, waar in eerste instantie geen bedden stonden, maar matjes op de vloer lagen. Afijn, zoals gesteld, veelal verloren we van Taiwan, en toen ik P.P. Tang vertelde over de status van ons hotel, bood hij met een vette lach hun kamers aan, mochten wij winnen. Nou, dat heeft hij geweten, direct na de laatste wedstrijd van Taiwan moesten ze terug en namen de heer en mevrouw Laanen hun volledig betaalde kamers over. God bestaat! Leuk was de belangstelling van de jeugd voor die buitenlandse bobo’s. Zodra Mr. HCAW, wijlen Ron Jaarsma, en ik op de tribune plaatsnamen, werd een blik jeugd opengetrokken en voor ons neergezet voor wat fotomomenten.

Wat ook speelde was het gevecht tussen NOC voorzitter Henk Vonhoff en Judoheld Anton Geesink, die zelf het voorzitterschap ambieerde. Het resultaat is bekend; Geesink trok zich uiteindelijk terug en Vonhoff nam de benen.

Moet ik zeggen dat wijlen Piet de Bruin, voorzitter NeVoBo, en ik daar een actieve rol in hebben gespeeld. Die Vonhoff had zoveel van dit soort baantjes dat hij tijdens een NOC vergadering het woord nam met ‘meneer de voorzitter…..’ stilte in de zaal, en dat toen haastig corrigeerde met ‘oh nee, dat ben ik zelf’. Laat ik afsluiten met een geestige anekdote. Alle voorzitters van de sportbonden waren door het organisatiecomité uitgenodigd voor een maaltijd begeleid door geisha’s. Zonder vrouwen. Astrid vond dat helemaal niks, dat gedoe met die geisha’s. Hoewel dat daar simpelweg (nette) gastvrouwen zijn. Sportief bracht ze me naar de trein die me naar het restaurant zou brengen. Ik ben nimmer daar aangekomen aangezien de trein precies de andere kant op reed. Het fijne daarvan is nimmer boven water gekomen, Astrid beweert dat ze het aan een van de dames had gevraagd die een bordje droeg met ‘I speak English’. Aangezien die geen woord Engels spraken, zette ik daar mijn vraagtekens bij. Maar ja, dat is 37 jaar geleden, dus ons huwelijk heeft er niet onder geleden. Zoals Dean Martin zong: ‘memories are made of this’.

Jarig en luchtfietserij

Met man en macht werk ik me, enige ischiaspijnscheuten verbijtend, door de vele tientallen felicitaties die me te deel zijn gevallen. Ondanks dat men mij voor gek verklaart, probeer ik iedereen die verder komt dan ‘van harte’, van een passend antwoord te voorzien. Omdat ik dat niet red, kom ik niet aan mijn reguliere Luim toe. Maar, Gnelck gaf mij als verjaardagscadeau toestemming om het met hem afgenomen interview van zondag j.l. in z’n geheel af te drukken. Gnelck?! Misschien niet overal bekend, misschien zelfs meer in het buitenland dan hier, maar in Den Haag noemt men hem al de Banksy van de lage landen. Toch kon ik via-via een redelijk recente, soort van pasfoto van hem te pakken krijgen:

Schijnt met een telelens bij een of ander festival in Cannes genomen te zijn. Duidelijk is dat hij niet van publiciteit houdt, met een regenjas over zijn hoofd gedrapeerd komt hij haastig de afgesproken route via de achterdeur naar binnen. Schichtig kijkt híj om zich heen ter verzekering dat wij daadwerkelijk met z’n tweeën zijn. Ietwat op z’n gemak neemt hij plaats en geeft een teken dat ik mijn eerste vraag kan stellen. Een rustig begin, had ik mezelf voorgenomen: ‘waarom gebruik je niet je volle naam’, was mijn eerste vraag. Als door een horzel gestoken veerde hij overeind; ‘wat is dat nou voor een stomme vraag, die heb ik nooit gehoord bij Madonna, Sting of Prince, laat staan Banksy die jullie zelfs nimmer gezien hebben’. ‘Okay’, mompel ik gedwee, ‘maar Vincent v….’, verder kwam ik niet, ‘concentreer je op mijn werk’, walste Gnelck over mijn onafgemaakte vraag. ‘Is het waar dat jouw eerste werk, eind vorige eeuw, door jou aangewend werd om schuldeisers tevreden te stellen’, vervolgde ik. Gnelck haalde weerbarstig zijn schouders op en verkondigde dat die lijkenpikkers nu op Ibiza feest aan het vieren waren van de vruchten van zijn creatieve uitbarstingen. ‘Men zegt dat de Haagsche school als basis jouw werk heeft gebruik, zonder jou daarvoor erkenning te geven, klopt dat’, kon ik niet nalaten te vragen. Met nauwelijks verholen woede perste hij eruit dat je klaarblijkelijk eerst dood moet zijn om voor zoiets in aanmerking te komen. ‘Maar de gewone man, kan die zich nog een Gnelck veroorloven,’ vroeg ik hoopvol. Dat bleek een gevoelig punt te zijn, de harde lijnen in zijn gezicht ontspanden zich enigszins. ‘Ik heb een zestal Acryl schilderijen ter expositie aangeboden bij Varia, Art & Expo, Loosduinse Hoofdstraat 315 in Den Haag’. Hij liet een stilte van een volle minuut vallen alvorens hij met een soort van ‘tateta’, meldde dat ze niet duurder waren dan €175, een bedrag waarvoor hij zelfs zijn helikopter niet startte. ‘En,’ vervolgde hij, ‘de leading woman is een van mijn dierbaarste minnaressen, dame met rode hoed’.

Daarmee was voor hem het interview beëindigd en verliet hij met een korte hoofdknik de interview ruimte, mij verbluft achterlatend. Fact checking: op de expositie na, en de 6 schilderijen die daar momenteel publiekelijk tentoon gesteld staan, is alles uit de Luim duim gezogen. Echter, Gnelck bestaat wel degelijk en heet in het dagelijks leven Gerard Nelck, artiest, en omgekeerd evenredig aardig aan de door mij ‘geschilderde’ Gnelck, zoals wij hem graag mogen noemen. Dus, slaat zijn werk aan, ga naar Den Haag of maak een afspraak met hem om de vele tientallen kunststukken te bekijken die privé opgeslagen zijn. Voor de volledigheid; dit is een Superconnector verbinding, oftewel ‘free of charge’ van mijn kant.