Melancholie

Er valt niet aan te ontkomen, zodra de winterse plaatjes uit Nederland op m’n scherm verschijnen verval ik in een soort van gelukzalige mijmerstemming.

Niet dat ik daarbij aan wintersport denk of 500 kilometer file, welnee, er waren niet eens voldoende auto’s om zulke files teweeg te brengen! Wel aan sneeuwbalgevechten, ijskoude voeten in gummi kaplaarzen en zwaar tintelende handen. Pret die geen stuiver kostte en geen krantenberichten die gewag maakten van geschrapte vluchten op Schiphol en gestrande reizigers.

Ivar, onze jongste, is 14 jaar, dus het is eenvoudig voor mij om 50 jaar ‘back to the future’ te gaan naar dezelfde leeftijd. 1960, Het laatste echt glorieuze jaar van mijn kluppie; Sparta, nu een middenmoter in de Jupiler Divisie. Na het kampioenschap van 1959 kwamen de Glasgow Rangers uit de loting als tegenstander voor Sparta. Smullen. Nadat Sparta thuis (in de Feyenoord Kuip!) met 3 – 2 verloor, wonnen zij in Glasgow, temidden van 83.000 Schotten in een harde wedstrijd met 1 – 0. Onwaarschijnlijk!

In het Sparta 100 jaarboek (1881 – 1988) wordt het doelpunt als volgt beschreven: “….wanneer een beauty van een pass van Tinus Bosselaar de de sprintende Tonny van Ede bereikt, die de linksback voorbijgaat, de hardtackelende stopper weet te ontwijken en vervolgens beheerst keeper Ritchie passeert”.

Konsekwenties? M’n 6 jaar jongere broer Rob (de schrijver), een verwoede Sparta Piet mokt nog steeds omdat ik dat allemaal zeer bewust heb meegemaakt, en zoon Ivar, die het Sparta virus met de paplepel ingegoten kreeg, en onder een Sparta dekbed slaapt, vatte het als volgt samen na Sparta’s nederlaag vorige week tegen het immer lastige MVV; “bedankt pap, ik kan niet eens uitleggen in welke divisie Sparta speelt”. Ivar, als goede Amerikaanse Nederlander, houdt van winnen.

clip_image016

Daarom nog een keer (Allemaaaaaaal;Speakers op windkracht 11):

De Sparta Mars ( songtekst )

En al rijdend over de Bay Bridge ontkom je er ook niet aan. Het pratende pak van ‘Light Rock, less talk’ station KOIT meldt dat hij zich kon herinneren dat een oom nog echte kaarsen in zijn kerstboom had, en hoe gevaarlijk dat was. Wel, meneer Jack Kulp, dat hadden wij ook! Sterker nog, ik heb nog ergens een prentje waar broer Aad (ook kunstzinnig, wat is er met mij gebeurd?) en ik samen de kerstboom blussen na een ongelukje. Take that!

Memory Lane; ik moet er mee stoppen. Vergelijken na 50 jaar gaat zo mank omdat de creatie van de beeldvorming puur geluk probeert te verkopen. “Ho, ho, ho,” prevelt het dikbuikige zwakke aftreksel van onze Sint Nicolaas, “dat lag vroeger ook wel eens anders. Herinner je nog die stuivers die je moeder in de gasmeter gooide bij gebrek aan gasmunten? De visite die als bonbons wat dungesneden marsplakjes voorgeschoteld kreeg? De voetbalschoen met het gat in de neus (gaf wel komische effecten)? De fles op zolder die als urinoir gebruikt werd? Eindeloze saaie vacanties in de Van der Poelstraat als je vriendjes op stap waren?”

Ja, ja, maar vaagjes. Zo, genoeg gedagdroomd, ik ga maar weer eens een lekker vers bakkie koffie tappen en “J1” op de jukebox afspelen. Die jukebox met z’n 45 torenplaatjes wordt door mij aan de jeugd uitgelegd als een der eerste MP3 spelers. Je moet wat!

Oh ja, “J1”

    Herinneringen – Het dorp (Wim Sonneveld)