Tijdens Nederland – Argentinie was het enigszins pijnlijk om aan mijn Amerikaanse vrienden uit te leggen waarom ‘soccer’ zo’n opwindende sport is. Aan buurman Wally Gibson’s enthousiasme voor Oranje lag het in ieder geval niet:
Als Oranje niet op het veld had gestaan had ik waarschijnlijk al lang de sofa verlaten om een potje echte schaak te spelen. In ieder geval zal wederom aan ons penalty syndroom gewerkt moeten worden. Nu al zie ik voor me hoe binnenkort bondscoach Guus Hiddink de eerste training begint:
“Gevochten als leeuwen”, kopte de Telegraaf. Ja, Vlaar en nog een paar anderen, maar Van Persie was, buiten de wedstrijd tegen Spanje, als gebruikelijk weer onzichtbaar. Mijn gedachten flitsen terug naar mijn Luim van vier jaar geleden toen ik gelijk na de finale tegen Spanje een analyse schreef, en het volgende optekende:
“Wat hebben Van Marwijk en Van Persie behalve de “Van” gemeen? Persie neem ik aan slaat op het voormalige Perzie en Marwijk is waarschijnlijk een slaperig dorpje in de Betuwe. Waarom mocht een onzichtbare Van Persie 7 wedstrijden in de basis verschijnen? Was Van Marwijk te “groot” om dit mankind uit de basis te laten? “Je moet Sneijder wisselen”, snauwde hij Van Marwijk toe toen hij (terecht) uit het veld werd gehaald. Was het motto daarna; “hij zal toch wel 1 (zegge een) wedstrijd goed spelen”. De gedachte: eerst moest hij zijn ritme vinden, volgens de geleerden, en daarna zijn gemodder kwijtraken (neem ik aan). Zelfs geen kopduel kon hij winnen, het was echt pijnlijk om hem te zien acteren vandaag. “
Nu zou ik kunen schrijven; “wat hebben Van Gaal en Van Persie gemeen?” Ach, natuurlijk, ze zijn allebei Van Manchester! Onmiddellijk na de wedstrijd tekende ik aan dat als je speelt om niet te verliezen, het kwartje inderdaad alle kanten op kan rollen! En nog even over Sneijder? Waar gingen die passes dan heen? Wederom trok de volgende scene aan mijn geestesoog voorbij toen ik aan onze be-inkte middenvelder dacht:
Enfin, deze sukkel zit toch dadelijk weer aan de buis in het Oranje om de ‘onzen’ tegen de Goddelijke kanaries aan het werk te zien. Zo zie je maar, het leven van een ‘pensionado’ gaat niet over rozen! In de tussentijd is jongste zoon Ivar Europa aan het aandoen en na Amsterdam, Berlijn, Praag, Munchen en Rome nu in Nice aanbeland. Tot grote schrik van Astrid springt hij steeds van behoorlijke hoogten de Middellandse Zee in:
Nou, dat heeft mijn duifje hem nu ten strengste verboden op straffe van intrekking van reisgelden. Oeh….dat doet pijn! Komt dus goed. Voor het overige? Business as usual, gisteren even het consulaat aangedaan om wat zaken af te wikkelen om niet gelijk cold turkey te gaan. Astrid ving tussen de was en de ambulance door nog even een ratelslang:
En ik, tja ik ben een beetje aan het wikken en wegen welke leuke klussen ik aan ga pakken. Ik denk dat ‘ons’ Tinley dat eigenlijk het beste symboliseert:
Inderdaad, het is een hondenleven!