Wat een geweldige film zeg, over Queen en voorman Freddie Mercury. Vorige week op uitnodiging van zoon Rick naar Pathe Arena getogen om vol verwachting hiervan te gaan genieten.
Met Astrid in een loveseat gezeten, ja, ja, met gretige teugen dit spektakel tot ons genomen, en wat een voordeel boden mijn twee krukken! Het beeld, het geluid en de casting was formidabel, evenals het script. De roem, de top, de eenzaamheid, het verraad, de kameraadschap, de prachtige muziek; het werd als een sublieme verzameling op het scherm bijeen gebracht. Merkwaardig genoeg vond ik een parallel met het college dat met financiële hulp van de legende van de lage landen, Eckart Wintzen, in Emeryville, Californië gecreëerd werd. Uiteraard niet op die schaal, maar wel met veel gelijkenissen.’
Zoals bekend ben ik over die periode een boek aan het schrijven met de titel “Uit de Amerikaanse school geklapt”, non fictie. Het leest als een roman, is leerzaam als een masterclass en bovendien gevuld met feiten en uitlatingen die je niet zomaar verwacht van bepaalde figuren. Dan blik ik weer even terug naar Bohemian Rhapsody en besef dat wanneer alle schokkende feiten eruit gelaten zouden zijn, er ook geen sprake zou zijn van een hanteerbaar plot. Ondersteund door de e-mails, faxen, brieven en geluidsmateriaal, verzameld in 5 ordners, ben ik aan dat karwei begonnen.
Valt niet mee, en dan bedoel ik niet het schrijven als zodanig. Ik doel hiermee op bepaalde uitlatingen, insinuaties en verkapte bedreigingen die in de loop van 7 jaar tijd plaats hebben gevonden. Wanneer je het aan het “papier” hebt toevertrouwd, krijgt het een lading waarvan je schrikt. Voorbeelden? De COO in een e-mail naar mij te: “wat moet ik hier nu mee? De voorzitter van de raad van bestuur komt mijn kamer binnen en zegt me dat wanneer ik met de president ga praten ik wat XTC moet nemen, dan begrijpen we elkaar beter.” Een lid van de raad van bestuur in een op schijf vastgelegd gesprek na een opmerking van mij dat de voorgestelde cijfers niet haalbaar zijn: “je zorgt maar dat ze gehaald worden, Peter.” Ik kijk mijn management leden in verbazing aan en vraagt vervolgens; “wil je dat ik daar over lieg?” Verbazingwekkend genoeg luidt het antwoord; “Ja Peter, dat kan je.” Eckart die tijdens een lunch in ons favoriete restaurant vanuit het niets vraagt waarom ik niet zo rijk ben als hem. Bijna had ik hem geslagen. De verhouding die de president aanging met de dame van personeelszaken om nog maar wat te noemen, alsmede de beveiliger waar ik een week mee rondsjouwde van toilet naar restaurant. Ja beste mensen, dat was nog eens een startup! Toch met ondersteuning van een geweldig personeelsbestand (vrienden aan overgehouden) een waarde van $60 miljoen bereikt. Niet goed genoeg vonden de hoge heren. Uiteindelijk, na jaren onder toezicht van wisselende managers, voor een schamele $13 miljoen verkocht (waarschijnlijk minder). Moeite heb ik om van icoon Eckart Wintzen niet alleen zijn briljante kanten te belichten, maar ook zijn zwakheden, met name zijn wisselingen van humeur, waardoor hij de verschrikkelijkste uitspraken kon doen. En al die andere beroemdheden die daar ons pad passeerden zoals Woody Harrelson (Oscar genomineerd), Alan Parsons, Bill Champlin (Chicago), Eddie Kramer (producer Jimi Hendrix), Jack Douglas, die bij ons les gaf en o.a. met beroemdheden als John Lennon, Aerosmith, etc. werkte. Allen lieten zij voetstappen achter met vele herinneringen. Iemand suggesties hoe dit aan te pakken? Of brutaalweg de waarheid vermelden? Ik blijf het laatste doen tenzij iemand mij op andere gedachten brengt. Het moest me even van het hart, dank voor het lezen!