Met spanning uitkijken naar…..

Inderdaad, het bijwonen van het EURVision festival, waar kleinzoon Rico de arrangementen schreef voor de 12 liedjes die de studenten-zangers, -zangeressen en bands ten gehore zouden brengen. Oom Ivar, alumnus van de Erasmus Universiteit, reed met me mee om een borrel te drinken met de redactie van het Erasmus Magazine, waar hij geruime tijd voor geschreven heeft. Ik leverde hem af en bleef nederig in de deuropening staan totdat men mij uitnodigde om ook een versnapering tot me te nemen. Tja, zo gaat het nu ik de vader ben geworden van…… Daar kwam mij ter ore dat een artikel van Ivar als voorbeeld werd gebruikt als een ‘zo moet het’ stukje journalistiek. Ivar is een legende hier, werd mij mede gedeeld. Beleefd verzocht ik ‘de legende’ met me mee te lopen naar het ‘on campus’ restaurant om nog een hapje tot ons te nemen. Daar troffen we familieleden aan die ‘enigszins’ te vroeg aangekomen waren. Maar goed, na de nodige knuffels en een drankje met wat bittergarnituur, togen we naar het theater. Daar bleken de voorste rijen gereserveerd te zijn voor familieleden en geliefden. We bewonderden de professionele ruimte voordat het spektakel losbarstte. De presentator en de presentatrice hadden goed naar het Eurovisie songfestival gekeken en kwamen soms zelfs beter over. Ook het 15-koppige orkest mocht er zijn, evenals de meeste deelnemers. Nadat de dankwoorden bijna waren uitgesproken, bleek het slotdankwoord uit te gaan naar de arrangeur en motor achter dit festival……tromgeroffel……Rico Laanen! ‘Rico, Rico’, klonk het uit de zaal. Vochtige ogen voor ouders, opa en wellicht ook andere familieleden.

Een speciaal dankwoord ‘on stage’ voor Rico (in blauw jasje) die hier de zaal toespreekt.

Kortom; een nieuwe Erasmus legende is geboren. Nu ben ik dus ook de grootvader ‘van’. Waardevol was in ieder geval het commentaar dat Neptunus honkbalicoon Jan van der Sande gaf op de foto die in De Bosselaar genomen werd voor aanvang Sparta-Cambuur:

Jan van der Sande Peter en ik maar denken dat jij altijd in dat pak zat

Ben ik al blij mee! Ja, ja, een kinderhand is gauw gevuld! Toch leuk hoe Sparta de verlenging van je seizoenkaart persoonlijk maakt:

Ja toch! Niet dan? Ik bedenk me net dat wanneer Astrid zo doorgaat met haar baby business, er sprake is van een kraam legende. Ga ik ook nog door het leven als de man ‘van’! Welnu, na al deze overdenkingen tijd om terug te gaan naar het Ex’pression van 1998, ‘when I was my own man’ (met een knipoog).

Cardi en Breen zullen gezamenlijk het stuk opstellen, waarna Breen het persoonlijk bij Hope Spadora gaat afleveren. Het lange wachten kan gaan beginnen.

Het wordt inderdaad een nerveuze langdurende middag, waarbij ik een begin maak met het schrijven van het interim rapport, dat ik bij voorkeur elke zaterdag het licht laat zien. Bij gebrek aan een computer, schrijf ik nog steeds zo keurig mogelijk, ook al omdat het gefaxed moet worden, in hoofdletters, met een zwarte balpen. De klok tikt en tikt. Ik hou me bezig met onnozele administratieve bezigheden onder het motto ‘ledigheid is des duivels oorkussen’. Rond kwart voor vijf gaat de telefoon; Gary Breen. M’n hart slaat een slag over: “and?” “Hope is verbally in bed with us,” komt Breen bijna door de telefoon heen. “But……” wat nou ‘maar’, denk ik. Het valt mee, iemand van de Sybase Raad van Commissarissen dient uiteindelijk het stuk te ondertekenen waar we het mondeling over eens zijn. Voor het weekend zal het afgehandeld worden, omdat het volgens Breen een ‘rubber stamp’ is. De uitdrukking om aan te geven dat Spadora in deze volledig vertrouwd wordt door haar superieuren. Allereerst bel ik Gary om dit heuglijke feit mede te delen. De reactie van Gary is voorspelbaar: “that’s fucking fantastic, Pete,“ brult hij door de telefoon, “we’re making fucking history.” We zijn het erover eens dat we ‘Nederland’ pas informeren wanneer we het getekende stuk in handen hebben. Zo wordt vrijdag toch nog een zenuwachtige aangelegenheid, maar er is zat werk aan de winkel: om kosten te besparen huren we een appartement in Emeryville, dus meubels kopen.

Emery Bay Club & Apartments

Daarnaast moet het grotendeels door Gary geschreven applicatiestuk tot uit den treure door worden genomen, alvorens we het bij het bureau gaan presenteren. Tevens zijn we overeengekomen om Gary maandelijks een toelage te verstrekken van $7.500 tot het moment dat hij naar San Francisco verhuist. Mijn telefoon geeft aan dat Gary Breen weer aan de lijn is. Het zal toch niet……. Maar nee, Breen meldt dat hij onderweg is met het door Sybase getekende contract; een golf van blijdschap en opluchting overweldigt me. Het wordt een gek weekend. Overlopend van enthousiasme schrijf ik het rapport af, koop meubels voor kantoor, kies een telefooninstallatie, val vervolgens ’s avonds uitgeput in slaap. Zondagmorgen begin ik me echt te ergeren aan de constant neervallende meiregen, ondanks dat de temperatuur zeer aangenaam is. Iedereen die me benijd heeft met mijn Californië trip, zit me nu stilletjes uit te lachen, somber ik. Zondag 10 mei, Moederdag mis ik toch onze gebruikelijke liefkozerijen, door de telefoon komt het niet echt intiem over. ‘Alleen’ blijkt dan echt wel een beetje eenzaam te zijn. “Geen zelfmedelijden,” maan ik mezelf. Gelukkig maakt sport op TV veel goed. Wat mij betreft mag maandag qua actie nu beginnen! Maandagochtend ben ik net na acht op ons kale kantoor in Emeryville, waar een schoonmaakploeg even later aan de slag gaat om de ruimte volledig te reinigen voordat het meubilair arriveert. En dat was hard nodig, het was een echte baggerzooi. Na een lange dag, volgepakt met klein geneuzel, ook onderdeel van het entrepreneur zijn, ga ik even een hapje eten bij ‘The Townhouse’, enerzijds gedwongen door de omstandigheden, omdat ik geen vervoer heb, anderzijds is het daar goed toeven. Niet alleen qua voedsel, maar ook omdat een groot deel van Emeryville’s artistieke bewoners daar acte de présence geeft. Netwerken dus! Hoe prettiger de omgeving, hoe relaxter er contact gemaakt kan worden. De volgende dag verwacht ik Gary, en dan kunnen we een ruk gaan geven aan de applicatie en alle andere openstaande punten. Dinsdagochtend bezoek ik de GM dealer in Oakland om een transportbusje, op z’n Amerikaans een Van, uit te zoeken. Gary en ik hebben besloten dat we sowieso zelf vervoer nodig hebben, en later ook in staat willen zijn om (potentiële) studenten lokaal vervoer aan te bieden. Niet alleen om ze binnen te krijgen, maar ook om ze daar te houden. Verkoper Jim Hutchinson houdt een gloedvol betoog, en ik kan geen optie opnoemen of hij heeft een vehikel op zijn parkeerplaats staan die daaraan voldoet, en sleurt me daar dan ook heen. Hij weet als door de wol geverfde verkoopman dat wanneer het prooi zonder handtekening het perceel verlaat, je hem of haar als klant weleens verloren zou kunnen hebben. Uiteindelijk valt mijn oog op een, zie ik op de sticker, ‘forest green’ voertuig. Mooi groen is niet lelijk. Probleempje: ik kan het niet kopen omdat ik geen social security nummer heb, maar ook geen Amerikaans rijbewijs. Daar moet Gary dus voor ten tonele verschijnen. Ik zet een handtekening en we spreken af dat ik donderdag met Gary de GMC Van op kom halen, waarbij we de benodigde papieren en cheque ter hand zullen stellen. Tevens maak ik wat foto’s, waarna ik, in samenspraak met Gary, Silent Planet opdracht geef om een ontwerp te maken, zodat we de Van als reclameobject kunnen gebruiken. Rond half zeven arriveert Gary in het hotel, vermoeid, maar lawaaiig als altijd. Kwajongensachtig enthousiast bespreken we de voortgang en de uit te voeren acties van de week. Opwinding over wat we aan het doen zijn bezwangert de omgeving. Het gaat gebeuren, het gaat gebeuren! “Abso-fucking-lutely,” murmelt Gary, net voordat hij indommelt in een van de foyer fauteuils. “Time to hit the hay, buddy,” schud ik hem wakker, waarna hij gewillig z’n kamer opzoekt. Het kostte even wat moeite om Gary woensdagmorgen weer aan de praat te krijgen, maar na een bergje pancake’s met stroop verslonden te hebben, en de nodige koffie, zijn we 9 uur klaar om in conclaaf te gaan met Craig Deonik. Tot onze verbazing is hij in gezelschap van een jongeman, Byron geheten, die hij voorstelt als computerspecialist, en ons wel eens zeer van pas zou kunnen komen. We luisteren kortaf naar diens prevelement en besluiten dit voorlopig te parkeren om uitsluitend marketingzaken te bespreken. Ook Gary raakt onder de indruk van de kennis van Deonik. Na een vervolgafspraak te hebben gemaakt, nemen we afscheid van Craig en Byron. “Akward,” meent Gary, mijn mening onderschrijvend dat het meenemen van die Byron merkwaardig was. “Oh well,” andere zeden, andere gewoonten. ’s Middags om 2 uur wacht ons een belangrijk onderhoud met twee principalen van de The Martin Group, Toby Taylor en Tom Gram. Even voordat dat plaats gaat vinden krijgen we van Silent Planet het ontwerp van de GM Van door:

“Oh, my God,” roepen Gary en ik in koor, “this is the bomb.” High van alles wat deze week gepasseerd is, en met dit ontwerp als afmaker, voelen we ons sterk om het gesprek met The Martin Group aan te gaan, onze concurrent inzake het Sybase gebouw.

Net als in de film: Jaitsen Singh, 8 jaar later, de documentaire.

Ken je dat; je wordt uitgenodigd voor een film en je denkt ‘verhip’, daar heb ik een (bij) rol in gespeeld. Aan onderstaande uitnodiging gaven Astrid en ik uiteraard gehoor, ook al omdat we, zoals gesteld, op de keper beschouwd participeerden in deze documentaire.

UITNODIGING PREMIÈRE
EEN AMERIKAANSE NACHTMERRIE

Namens Submarine, BNNVARA en regisseur Hans Pool nodigen wij je van harte uit voor de premièrevertoning van Een Amerikaanse Nachtmerrie, op woensdag 17 mei om 19:00 uur in zaal 1 van LAB111.

Over een Amerikaanse Nachtmerrie

In 1983 worden de vrouw en stiefdochter van Jaitsen Singh op gruwelijke wijze vermoord in Californië. Singh wordt veroordeeld voor het aanzetten tot de moorden, maar blijft al meer dan 35 jaar beweren onschuldig te zijn. Filmmaker Hans Pool onderzoekt deze intrigerende en complexe zaak en krijgt exclusieve toegang tot gerechtelijke en politiedocumenten die een schokkend verhaal onthullen over racisme, corruptie, een minnares en een dubieuze kroongetuige. Hoe veranderde de droom van de Nederlandse Jaitsen Singh in een nachtmerrie?

Vanaf 29 mei wordt de serie 5 weken lang op maandagavond uitgezonden op NPO2 en is dan ook in zijn geheel al te zien op NPO Start.

DATUM
Woensdag 17 mei 2023

Welbeschouwd waren wij ten opzichte van de aanwezigen in de bioscoopzaal, waar deel 1 en 2 van de documentaire getoond werden, qua informatie een straatlengte verder. Dat bleek ook tijdens de vragensessie na afloop, waarbij het ons moeite kostte om bepaalde antwoorden die Hans Pool gaf niet verder te verduidelijken. Maar dat het mensen ongelooflijk boeide, stond als een paal boven water. Wanneer de vertoonde delen model staan voor de volgende drie, dan heeft Hans Pool wederom een signatuur meesterwerk afgeleverd.

Hans Pool en Femke Wolting (Submarine): een Emmy verdiend voor de MH17 documentaire.

Wel speelde gisteren nog een kort geding, aangespannen door Singhs manipulatieve advocaat Rachel Imamkhan. Bepaalde afleveringen bevielen haar niet. Zij is echt van het type ‘my way or the highway’. Ze kwam er echter achter dat hoor- en wederhoor nog steeds bestaat, en verloor dus. Hoe kwamen wij 8 jaar geleden in de Singh saga terecht? Welnu, Astrid, paramedic bij AMR, had gedurende haar loopbaan vele gevangenissen bezocht, maar het beruchte en beroemde (Johnny Cash) San Quentin ontbrak nog. Navraag bij het consulaat leerde dat Jaitsen Singh daar huisde, en ook dat hij snakte naar bezoek en aandacht voor zijn zaak. Astrid trok de stoute schoenen aan en kreeg toestemming om hem te bezoeken.

Het werd een bezoek waarbij Jaitsen intensief op haar insprak om te bewerkstelligen dat hij meer ondersteuning zou krijgen om de gevangenisstraf van 56 jaar ongedaan te maken. Astrid bewoog mij om op z’n minst alle stukken te lezen die van doen hadden met zijn veroordeling. Duidelijk was in ieder geval dat de aanklager in Californië er alles aan deed om hem veroordeeld te krijgen en daarvoor geen enkele methode schuwde. Ook ik dus op pad naar San Quentin. Na de spraakwaterval die over me kwam over zijn onschuld, plus mijn kennis op dat moment van zijn dossier, besloot ik hem waar mogelijk te ondersteunen. Samen met Astrid werd een bezoekschema opgezet, en zo is het allemaal begonnen. Onderstaand Astrid en ik met de man van de avond; Hans Pool:

Zoals gesteld; het eerste deel van de documentaire wordt 29 mei op NPO2 uitgezonden. In ieder geval zal de Luim na elke uitzending details toevoegen of nader belichten. Nu we toch terug gaan in de tijd, aandacht wederom voor de Ex’pression saga, we schrijven het jaar 1998.

De slaap komt zodra mijn hoofd het kussen raakt.

Na haastig dinsdagmorgen een bordje scrambled eggs en een dunne bak Amerikaanse koffie tot me genomen te hebben (ze schenken eindeloos door met dezelfde gemalen bonen), schuif ik om 10.00 aan bij de interne vergadering, op eigen initiatief voorgezeten door Dawn Cardi. Wat een streber toch. In ieder geval werkt mijn motto ‘voorbereiding is 90% van het succes’ voorbeeldig, met als gevolg een goed lopende vergadering, waarbij de structurele architect, de makelaar en de lawyers tot een eensluidende slotconclusie komen: we concentreren ons op het Sybase gebouw, en de aankoop dient afhankelijk te zijn van de vergunning om het gebouw als school te gebruiken. Tevreden nemen we afscheid van elkaar, waarna ik rond de tafel ga met Craig Deonik. Gaat hij mijn vooroordelen wegnemen? Craig is daadwerkelijk overtuigend en vanachter zijn dikke brillenglazen blinken zijn ogen van enthousiasme terwijl hij zijn aanpak uiteenzet.

Ondanks een mini stemmetje in mijn achterhoofd dat maant om verdere achtergrond in te winnen, besluit ik hem aan te nemen. We moeten voort en de tijd werkt niet in ons voordeel. Met een forse handdruk nemen we afscheid van elkaar. Weer een belangrijke positie ingevuld. De woensdag breekt aan met een bezoek aan de Summit Bank in Emeryville. Belangrijk nu is om een bankrelatie te hebben, al was het alleen maar om een check van $730 naar het bureau in Sacramento te sturen, zodat we onze applicatie kunnen indienen. Ja, bedenk ik me, ook de saaie zaken horen erbij, en overhead kunnen we ons momenteel echt niet veroorloven. Daarnaast is het prettig dat de Summit Bank een privé bank is, en derhalve ook de President makkelijk te contacten is. Het klapstuk van de dag gaat het onderhoud met Sybase worden. We zijn gespannen. Woensdag 12.30: in het indrukwekkende Sybase hoofdkantoor zal de vergadering voorgezeten worden door Hope Spadora, Vice President Real Estate, Design, Construction and Facilities. Ik krijg een visioen van een uitklapkaartje. Ze wordt afgeschilderd als een ‘tough cookie’, een harde onderhandelaar. Helaas kan zij slechts per telefoon deelnemen wegens problemen met de pasgeboren baby van haar partner:

Hope Spadora zorgelijk met couveuse baby

Het moet in ieder geval daarmee te maken hebben dat de hele conversatie vrij onvriendelijk verloopt en Hope Spadora zich ongelooflijk koppig opstelt. Ook het concurrerende aanbod van de Martin Group moet daaraan debet zijn, bedenk ik me. Uiteindelijk wordt het ‘make or break’: $7,6 miljoen wanneer we het gebouw aankopen, met de door ons gestelde voorwaarden van een gebruiksvergunning en 50 extra parkeerplaatsen, of $7,4 miljoen wanneer we die voorwaarden laten vallen. Nadat Spadora ook mededeelt dat de volgende dag 17.00 de termijn verstrijkt van onze voorkeurspositie, nemen we uiterst koel afscheid van elkaar. Enigszins mismoedig trekken makelaar Gary Breen, Dawn Cardi en ik ons terug. Aangezien het Sybase gebouw onze enige mogelijkheid is om begin 1999 met de school te beginnen, dienen we tot een besluit te komen. “Laten we wel zijn,” begin ik de conversatie, “we kunnen ons niet veroorloven om geen gebruiksvergunning te krijgen, en die krijgen we sowieso niet wanneer we die 50 parkeerplaatsen niet binnen hengelen.” Dawn knikt instemmend, Gary Breen zwijgt, die denkt waarschijnlijk op dit moment alleen nog aan zijn commissie. Wanneer ik het juist berekend heb zal Aegis, waarvan hij partner is, zo’n $230.000 vangen van Sybase wanneer de deal doorgaat. “Laten we eerlijk zijn,” vervolg ik, “in the end of the day praten we over 2,7% verschil, daar wil je toch geen risico voor nemen?” Eensgezind besluiten we morgen als zodanig een Letter of Intent te formuleren om zodoende het 17.00 ultimatum voor te zijn. Een tevreden glimlachende Gary Breen neemt afscheid van ons. Ergens moet ik iets goeds gedaan hebben, waarschijnlijk door me conservatief op te stellen, want Dawn Cardi besluit om me uit te nodigen voor een diner bij het sterrenrestaurant ‘Chez Panisse’ in Berkeley. Het voedsel was heerlijk, daar niet van, maar de verheerlijking van Eckart door Dawn kwam me op enig moment wel de strot uit. Ook meldt ze fijntjes dat zij uiteindelijk mijn aanstelling bij Eckart er doorgedrukt heeft, daar waar Eckart nog steeds twijfelde. Na haar zoveelste “I love that man,” is het moment aangebroken om haar nogmaals te bedanken voor alles, en te melden dat het morgen weer vroeg dag is. Time to say goodbye, so to speak! De taxi naar het hotel neemt nog geen 10 minuten in beslag, hetgeen me nog tijd geeft voor een ‘Jack rocks’ bij mijn favoriete bartender, en om de dag nogmaals door te nemen. Ook morgen wordt weer een dag van belang, no doubt about it. In ieder geval hebben de werkzaamheden geen invloed op mijn slaaplust. Maar wacht, eerst Astrid inlichten over de vorderingen. Ons gesprek vlot niet echt, haar 2 uur ’s middags spoort niet helemaal met mijn 11 uur ’s avonds. “Komt goed,” sluit ik af. Merkwaardigerwijs word ik ’s ochtends met een duffe kop wakker. Heb ik nooit. Ik besluit alvorens de hotelprijs voor de komende periode uit te onderhandelen, de kapper te bezoeken, inclusief een kleine scalp massage. De kapper bezweert me dat ik het kleine beetje haar moet laten staan, en vooral koesteren. Ja, ja, 10 minuten verder en $15 afrekenen! Maar, dat dient gezegd, ik voel me een stuk frisser. Bij het Four Points Hotel kom ik uit op een forse korting voor de lopende maand, waarna ik me opmaak voor de bijeenkomst met Dawn Cardi en Gary Breen om de inhoud van de Letter of Intent te bespreken. We zijn er snel uit omdat we voor de $7,6 miljoen optie gaan, met zekerheden dus. Cardi en Breen zullen gezamenlijk het stuk opstellen, waarna Breen het persoonlijk bij Hope Spadora gaat afleveren. Het lange wachten kan gaan beginnen.

Wat een merkwaardige week!

Je begint met de verjaardag van de jongste kleinzoon; 5 jaar alweer, waarna je bij De Meern broer Rob treft. Eén auto parkeren om vervolgens gezamenlijk naar Het Kasteel te karren. Na het traditionele pilsje en broodje kroket in De Bosselaar, zien we Sparta onnodig met 0-1 verliezen van PSV. Feyenoord kan dit weekend derhalve niet kampioen worden.

Mag de pret niet drukken, Sparta’s seizoen is sowieso al geslaagd. Uiteindelijk 23.15 weer thuis, waar Astrid opgebleven is om onder het genot van een whiskietje samen de dag nog even door te nemen. Zondag werkt Astrid en ik kan nog even ‘nagenieten’ van m’n jetlag en constateren dat ik tijdens m’n Californië trip 1,8 kilo ben aangekomen. Easy does it! Maar wat was het leuk. Sowieso natuurlijk met onze jongens en hun geliefden, maar ook van de lunch die Kaj en ik met ex Ex’pression collega’s Yee Ju en Danny genoten bij ‘the one and only’ Townhouse. De foto die we daarna namen bij het in staat van sloop verkerende Ex’pression gebouw veranderde de stemming onmiddellijk.

Al dat prachtig opbouw werk uit 1998 werd teniet gedaan en wordt vervangen door appartementen. Het is maar goed dat Kaj en ik daarna vertrokken naar Bo-Peter en Tiphanie in San Francisco, waardoor langzamerhand de stemming weer opklaarde. Wederom de warme douche van ontvangst, genieten van heerlijke door Tiphanie vervaardigde tartiflette (!) en tot slot vijf potjes ‘31’ gespeeld. Goede vrienden Brian en Marilyn Ambrose kwamen vrijdagmiddag op visite en tot mijn schrik bleken de zorgvuldig door mij ingekochte gehaktballetjes van nul en generlei waarde. Het echtpaar was op de veganistische toer gegaan. Gelukkig bleken de kaasjes alsnog onweerstaanbaar. Top middag. En zo tuften we langzaam naar de zaterdag, oftewel Koningsdag in het Golden Gate Park. Vele honderden Nederlanders, al dan niet met Amerikaanse aanhang, gave acte de présence. Haring, poffertjes en bitterballen vonden gretig aftrek terwijl Bo-Peter en Kaj de muziek verzorgden. Bij tijd en wijle moedigden ze de menigte aan om te dansen door zelf het voorbeeld te geven.

Michelle, Bo-Peter en Tiphanie op de ‘dansvloer’

Vroeger was het nooit met lege handen naar de keuken, nu waarschijnlijk naar de dansvloer! Afijn, het werd heel gezellig met veel bekenden en een mooie after party bij Bo-Peter en Tiphanie. De rest houden jullie van me tegemoet omdat mij iets anders van het hart moet. Woensdagmiddag werd ik gebeld door de inmiddels welbekende broer Rob. “Misschien heb je het al gelezen,” begint hij aarzelend. “Uh, nee……” Rob schraapt z’n keel; “Aad is overleden.” En hoewel m’n broer al een kleine vier jaar geleden eenzijdig het contact verbroken heeft, brengt het toch wel een schok teweeg. “En,” vervolgt Rob, “hij is gisteren gecremeerd.” Stilte. “Dus,” breng ik uit, “hij wilde dus niets meer met ons te maken hebben.” Rob zegt dat er ook een boodschap als zodanig bijgesloten is. Na nog wat heen en weer gebabbel nemen we afscheid van elkaar. Het raakt me meer dan ik dacht, wellicht komt het door de gedachte hoe verbitterd je moet zijn om zo heen te gaan. Ik wil er niet aan toegeven en daarom op deze plek een spontaan vrolijke foto van een van onze jaarlijkse broertjesdagen:

Symbolisch zaten we daadwerkelijk in één boot, met v.l.n.r. Aad, moi, Hans en Rob. Inderdaad; “toen was geluk heel gewoon”. Oorspronkelijke titel ‘1948’, toen was Aad net zo oud als mijn kleinzoon nu. Het is conform de tekst van de sticker die Astrid in elk huis in Californië geplakt heeft waar we gewoond hebben: ‘family, a journey to forever’. Terug naar de Ex’pression saga, we schrijven 1998:

‘Wonderboy is in the house’. Het houdt me in ieder geval wakker!

Zondag 3 mei: de afgelopen twee weken zijn als een wervelwind aan me voorbij gegaan, en morgen vertrek ik alweer naar Californië. Terwijl ik hannes met mijn BTW aangifte, lekker belangrijk, dwalen m’n gedachten terug naar het absolute hoogtepunt: het groene licht is gegeven om Ex’pression definitief gestalte te gaan geven. Gesprekken met Eckart en de immer achterdochtige Frans van Mackelenberg zijn daar aan vooraf gegaan. Met name Van Mackelenberg bleef eindeloos zeuren over het ‘pull the plug’ topic, oftewel bij welk scenario het wat zou kosten wanneer we de stop eruit zouden trekken. Cijferneuker eerste klas. Maar goed, het echte werk, althans voor dit jaar, kan gaan beginnen. Het waren twee zeer intensieve weken, schoonvader Toon was geopereerd aan zijn hartklep, of kleppen, het fijne kreeg ik daar niet van mee, en mijn moeder had ik opgehaald uit het ziekenhuis. Het gaat me zeer aan het hart dat ik morgen naar Californië vertrek, terwijl ik het idee krijg, nadat we haar gisteren bezocht hebben, dat ze naar huis is gekomen om in haar eigen vertrouwde omgeving te sterven. Natuurlijk ontkende ze dat in alle toonaarden en zei dat ik rustig kon gaan.

Ma Laanen op haar balkon aan de Rotterdamse Wijnkade

Astrid en ik maakten een snelle België trip waarbij we voor de kinderen de Europese School in Mol bezochten, en makelaar Van Brakel in Lommel aandeden omdat we voor eind juni wel verhuisd moeten zijn. We nemen het ’s avonds tijdens een intiem dinertje allemaal nog eens door, waarbij duidelijk blijkt dat het gros van de verhuisactiviteiten op de schouders van Astrid terecht zullen komen. Maar na verhuizingen naar Loosdrecht, Hilversum en Düsseldorf, is er niets meer dat haar dienaangaande angst inboezemt. Het wordt een onrustige nacht en ’s ochtends nemen we geëmotioneerd afscheid, omdat we weten dat ons wellicht een onzekere toekomst wacht. Op Schiphol haal ik mijn vliegtickets op bij Airtrade, omdat er ook dit keer weer ‘last minute’ geboekt is. De planning is dat ik om 14.00 met Martinair 807 naar Los Angeles vlieg om daar vervolgens de overstap te maken naar San Francisco. Wat staat me te wachten? In ieder geval zal ik de komende tijd in het Four Points Hotel in Emeryville verblijven, en zakelijk kan ik me in ons voorlopige kantoor in Doyle Street ophouden. Het gaat spannend worden omdat ook het contract met Sybase uitonderhandeld gaat worden. Gedurende mijn vlucht naar Los Angeles stel ik mijn agenda op, alsmede visualiseer ik de karakters die ik word geacht te ontmoeten. Morgen: ‘bevrijdingsdag’ 5 mei interne bespreking met de makelaar, de architect en lawyer aan onze kant, resp. Gary Breen, Steve Fee en David Frankel. En wie heeft Eckart daar op het laatste moment aan toegevoegd? Bingo! Dawn Cardi. Op mijn vraag waarom er meerdere lawyers nodig waren, was het antwoord vrij simpel: Dawn kan in Californië niet optreden als zodanig omdat haar licentie uitsluitend voor New York geldig is. Ergo is ze daar om Eckarts belangen te behartigen. En om mij te controleren, denk ik er zwartgallig achteraan. Lokale lawyer David Frankel is tot Eckart gekomen via zijn maatje Woody Harrelson, groot geworden als bartender Woody in de soap ‘Cheers’ en talloze andere films, waaronder ‘Natural Born Killers’.

Woody Harrelson in ‘Cheers’

Hoe Eckart en Woody tot elkander gekomen zijn? Beide mannen zijn voorvechters van hennep en gretige liefhebbers van marihuana. Ook wil Eckart dat Woody een rol gaat spelen bij Ex’pression. “Bagage,” mompel ik in mezelf, omdat ik in eerste instantie geen rol zie voor een acteur, hoe beroemd ook. Maar goed, dat is van latere zorg. Dan een vervolginterview met Craig Deonik. Maar eens zien of hij ons onderbuikgevoel positief kan beïnvloeden en de rol van Sales- en Marketingmanager op zich kan nemen. Het zwaarst zal de ‘Sybase’ meeting worden. Met in ons achterhoofd dat er een kaper op de kust is, zal Sybase het zeker spijkerhard gaan spelen. Ook moet de bank geregeld worden, en het voorlopige kantoor van bureaus en dergelijke voorzien. Het bordje is vol, maar wel gevarieerd. Ik word rond kwart over vier gewekt door de stewardess met het verzoek de stoelriemen om te doen en de stoelleuning rechtop te zetten. Even later landen we op LAX, het internationale vliegveld van Los Angeles. Vervelend om de koffers uit- en in te checken en vervolgens vragen bij ‘immigration’, de Amerikaanse marechaussee, te beantwoorden waarom ik nu weer de Verenigde Staten aandoe. Het antwoord dat er geïnvesteerd gaat worden doet het goed, en energiek wordt ‘goedkeuring voor 90 dagen’ in mijn paspoort gestempeld. Ik heb een kleine drie uur tijd alvorens mijn United vlucht naar San Francisco vertrekt, genoeg voor een glaasje chardonnay en een hartige ‘big dog’. Het vervolg verloopt soepel en rond 21.00 landen we in San Francisco. Bagage op de band verloopt ook naar wens, alsmede een taxi die me kwart over tien aflevert bij het Four Points Hotel in Emeryville. Niet echt luxueus, maar wel goede prijs/prestatie en……schoon!

Gelukkig is de bar nog open en de gitzwarte bartender schenkt me met veel plezier een Jack Daniel’s on-the-rocks in. Na nog een ‘Jack rocks’ (ik leer snel) te hebben geconsumeerd, zoek ik rond half twaalf mijn mandje op. De slaap komt zodra mijn hoofd het kussen raakt.

Trini Lopez: ‘I like to be in America!’

Zo, ik heb m’n jetlag weer van me afgeschud en kan terugkijken op een 10-tal heerlijk dagen in Californië. Maar, ondanks het hondenweer -sorry Tinley- toch ook weer blij om in ons kikkerlandje te zijn. Amerika is allang niet meer het beloofde land, en de tekst van ‘I like to be in America’, lijkt nog steeds van toepassing. Maar goed, daar gaat het nu niet over. Niets is mooier dan het aanzicht van je twee zonen wanneer je na zo’n 10,5 uur vliegen aankomt in San Francisco.

Omdat m’n ogen een waas van emotie produceerden, een foto van een paar dagen later (links Bo-Peter, rechts Kaj). Deze foto is van zaterdag 29 april toen beide heertjes de organisatie van de lokale Koningsdagviering te hulp schoten om een gat in het budget te dichten. Tijdens de viering in het Golden Gate Park in San Francisco namen ze de honneurs van DJ waar. En ook daar kregen ze onder meer met de Snollebollekes en ‘Kedeng kedeng’ niet alleen de Nederlanders, maar ook behoorlijk wat andere nationaliteiten op de dansvloer, nou ja, het gras. Het uniforme door hen gedragen ‘I am Super Gezellig’ werd gelukkig ondertiteld, hoewel ‘gezellig’ zich moeilijk laat vertalen. Maar, ik loop weer eens op de zaken vooruit. Na een genoeglijke cappuccino vertrokken Bo-Peter en Tiphanie naar San Francisco en begaven Kaj en ik ons naar Sacramento. Wederom kon ik constateren dat de wegen nog even slecht waren als zeven jaar geleden. Zeven jaar alweer terug in Nederland, na 20 jaar buitenland! Voorbij gevlogen. Eén ding is zeker, de temperatuur in Sacramento was met een graadje of 24 zeer behaaglijk. Na wat (?) chardonnay, een door Michelle gehaalde en door Kaj geprepareerde super hamburger en twee afleveringen van Coach Ted Lasso (ga dat zien), tolde ik gelukzalig m’n mandje in. Ik sluit niet uit dat er ook nog een glaasje JD aan te pas kwam. De volgende dag was ik vast van plan om allereerst de belangrijkste boodschap te scoren die Astrid me had meegegeven; 20 tubes tandpasta van het merk Crest. De ‘3D white’ versie. Succes!

De kassière wenste Kaj en mij een ‘Happy Toothpaste party’ toe toen we het pand verlieten. Ik dacht alleen maar ‘ze kennen me hier toch niet’. Daarna liep het tegen lunchtijd, in combinatie met een wedstrijdje op het groene (pool) laken. Het etablissement heette ‘The streets of London’ en deed niet onplezierig aan. Kaj bestelde wat lekkers aan de bar, inclusief ballen en queues, waarna we ons naar een soort van rommelige achterkamer begaven met twee speeltafels en een jukebox. ‘Game on’, sprak Kaj plechtig, en verdraaid, ik won ‘the best of seven’ met 4-3. Een mooie voorbereiding voor de titanenwedstrijd met tegenstander Fred van Buiten, de maandag daarop. De dag werd besloten met een heerlijk diner bij het statige ‘Firehouse’, en als ik het wel heb met de laatste vijf afleveringen van Coach Ted Lasso. ’s Anderendaags bracht Kaj me wederom naar ‘The streets of London’ voor lunch en revanche. Welnu, hij bracht me een verpletterende 5-0 nederlaag toe. Dat zo’n jetlag plotseling terugkeert; daar had ik geen idee van! Als traktatie stond later op de middag een bekerwedstrijd (3e ronde) op het schema van de plaatselijke favoriet Sacramento Republic FC tegen de Oakland Roots. Leuk stadionnetje, goede ambiance, matige wedstrijd, zij het in een heerlijke temperatuur. Hoewel het niveau tweede divisie schijnt te zijn, ben ik bang dat Spakenburg hier met de overwinning aan de haal zou gaan. Uiteindelijk won de plaatselijke favoriet met 1-0 en konden wij verder genieten van ons biertje van $15 (!).

Kaj en ik ‘vereeuwigd’ inclusief ‘Republic’ pet.

Over voetbal gesproken, dat wordt wat vanavond bij Sparta tegen PSV wanneer Feyenoord supporters ons aanmoedigen! In de volgende Luim meer informatie over mijn Amerika trip, nu eerst weer even 25 jaar terug: de Ex’pression saga!

Wanneer de deur openzwaait, worden we geconfronteerd met het beeld van drie naast elkaar zittende mensen die ons uiterst koel en emotieloos aanstaren, zo van ‘dit zijn dus die wonderboys die we op korte termijn te woord moeten staan’.

De man, volgens zijn naamplaatje John Griffin geheten, geflankeerd door twee vrouwen, verzoekt ons plaats te nemen. John Griffin, raast het door m’n hoofd, de nieuwe directeur neemt zowaar de moeite om zich persoonlijk met ons te bemoeien! Is dit goed of slecht? De dames naast John Griffin, Patty Wohl en Stephany Long, lees ik, staren ons aan met blikken van ‘bring it on’. Mijn gedachten worden echter maar door één ding beheerst; binnen 15 minuten moeten we deze mensen duidelijk maken waarom ze ons, lees Ex’pression, versneld een licentie dienen te geven. In mijn introductie beschrijf ik Eckart Wintzen als een groene weldoener die, met de door hem verworven honderden miljoenen uit de ICT business, de Amerikaanse educatieve wereld wenst te verrijken met deze vernieuwende manier van onderwijs. Hun aandacht lijkt gewekt. Daarna is de beurt aan Gary, die er een geweldig gloedvol pleidooi uitgooit. In kleurrijke bewoordingen beschrijft hij het curriculum en de futuristische uitmonstering van de school. Er ontstaat een levendig vraag- en antwoordspel en na anderhalf (!) uur ‘smeken’ we of we weg mogen, omdat we een vlucht te halen hebben. We nemen als vrienden afscheid. “This is the kind of school we need,” roept John Griffin ons nog na voordat we in de taxi naar het vliegveld stappen. Even na 13.00 vliegen we uitgeput, maar nog steeds ‘high’ na de geweldige show die we opgevoerd hebben, met Delta 1616 van San Francisco naar Salt Lake City in Utah. Daar hebben we een uur om de volgende vlucht te nemen die ons naar Orlando voert. De ogen worden loodzwaar, maar het voelt zó goed! Rond kwart voor elf ’s avonds komen we in Orlando aan en weten niet hoe snel we na een korte rit ons bed in kunnen duiken. Het is zaterdag 18 april, dus meld ik me om half tien bij Gary, zodat we een verslag kunnen opstellen van de gebeurtenissen van de afgelopen week. Uiteraard speelt het onderhoud in Sacramento een belangrijke rol, immers, geen licentie betekent geen school. Dat zal altijd een beetje kip-ei verhaal blijven omdat er zonder bouwvergunning ook niet gebouwd kan worden. Onze professionele adviseurs, waar we eerder mee spraken, spelen daar een belangrijke rol in, en zijn zeer positief. Ook over de ontbrekende 50 parkeerplaatsen. Hoewel, er is een partij, de bekende ontwikkelingsmaatschappij The Martin Group, die ook geïnteresseerd is in het Sybase gebouw. Die zouden ons daarover aan kunnen vallen, hetgeen ons niet zou verbazen. Via die tactiek zouden ze immers weer mee kunnen dingen naar de aankoop van het Sybase gebouw. De dichtstbijzijnde betrokkenen zijn echter de mening toegedaan dat ze hun standpunt gematigd zouden hebben. Eerst zien, dan geloven. De voor ons zo ongelooflijk belangrijke sterarchitect John Storyk garandeert dat, welk scenario we ook kiezen, een januari start geen probleem zal zijn. Storyk werd op slag een ‘naam’ na zijn eerste opdracht in 1969, toen hij gevraagd werd om voor Jimi Hendrix een studio te bouwen. Deze studio, Electric Lady, produceert nog steeds hit albums vanuit de originele locatie in Greenwich Village, New York.

John Storyk with partner/designer Beth Walters

Tevreden leunen we achterover en consumeren nog een Sam Adams als lunch, slurpend uit de fles vieren we een geslaagde week. De fax naar Eckart kan eruit, met een kopie naar Dawn Cardi, waakhond aan de Amerikaanse kant, en Frans van Mackelenberg, waakhond aan de Nederlandse kant. Gary wil de datum graag op gisteren, zodat Eckart met eigen ogen kan zien hoe hard en intensief we gewerkt hebben. Het zal me aan m’n reet roesten, het gaat om de inhoud en we krijgen er geen stuiver meer door. Wel dringen we erop aan om het groene licht te geven, zodat we serieus kunnen onderhandelen met diverse partijen. Luidruchtig zingend in de ‘yellow beetle’ vervoert Gary me naar het vliegveld van Orlando. Inchecken, altijd een gedoe, duurt niet al te lang en rond half zes stijgt Martinair 632 majestueus op om me naar Schiphol te vervoeren. Ik neem een paar sterke neuten en doezel de hele weg in een soort van gelukzaligheid. Astrid staat me trouwhartig ’s ochtends rond een uur of acht op te wachten en maakt me deelgenoot van het gegeven dat haar vader, schoonvader Toon, met hartklachten in streekziekenhuis Hofpoort te Woerden is opgenomen. Narigheid. We besluiten hem ’s middags te bezoeken, voordat we naar Driebergen gaan om de 59everjaardag van Eckart mee te vieren. “Is dat niet een beetje druk programma voor je,” vraagt Astrid bezorgd. “Ach,” schamper ik, “er kan nog wel een beetje hooi op de vork.” Aangezien er geen andere oplossing is, begeven we ons, na even Vinkeveen aan te hebben gedaan, naar Woerden. Daar ligt schoonvader Toon, en die laat zich lekker verwennen, maar er is wel degelijk wat aan de hand.

Archieffoto uit 1998: Toon Gruter op zijn geliefde Vinkeveense plassen.

Met zijn guitige kop krijgt hij heel wat voor elkaar bij de zusters, maar de dokters bedot hij niet. Hij wordt nog verder onderzocht aangezien er iets aan de hand schijnt te zijn met een of meerdere hartkleppen. Voorlopig zal hij nog wel enige tijd in het ziekenhuis blijven en wellicht daar geopereerd worden. Toon is altijd een van die typische clubgrensrechters geweest: ‘club in nood, vlag omhoog’. Hertha Vinkeveen heeft er menig punt aan overgehouden. “Hou je taai, Toonpa,” voeg ik hem toe alvorens de deur van zijn zaal te sluiten. Met ‘gierende’ banden vervolgens naar Driebergen, waar Eckart ons enthousiast welkom heet in een tuin volgeladen met hotemetoten van divers pluimage. Eckart is in zeer goede doen, en zeer complimenteus. Ik geniet van het moment en laat toe hoe hij, me al voorstellend aan diverse mensen, zich lovend over me uit laat. ‘Wonderboy is in the house’. Het houdt me in ieder geval wakker!

Nu maar hopen dat de wonderboys van Sparta dat andere rood-wit in slaap sust!