De Ex’pression saga: ontwikkeling in 1998

Gary en ik kunnen volop aan de slag met het optimaliseren van het Ex’pression rapport.

Aan de winden en boeren te oordelen die Gary met regelmaat aan de wereld toevertrouwt, blijkt dat hij weer helemaal terug in de race is. Ik trek me er maar niets van aan, en we werken gestaag door. Om 17.00 hebben we een conference call met Dawn Cardi in New York, beroemd studio architect John Storyk, eveneens in New York en Steve Fee, lokale architect in San Francisco. De laatste knelpunten worden besproken, en oplossingen aangedragen. We zijn het eens! Na wat aanpassingen kan het rapport morgen naar Eckart verstuurd worden. Gary en ik besluiten dat, vanwege het 6 uur tijdsverschil met Nederland, nog dezelfde avond te doen. Ondanks dat we het gereed hebben, laten we het nog even liggen om er morgen nogmaals met een stofkam doorheen te gaan. Sam Adams smaakte nimmer beter en we besluiten de avond met een kletsende High Five. 14 april sta ik op met een opgewekt en opgewonden gevoel; het rapport gaat er vandaag uit, hetgeen tevens betekent dat er over mijn (Amerikaanse) toekomst beslist wordt. Tevens geldt dat voor ons gezin. Geen kattenpis! Gary en ik gaan er nogmaals grondig doorheen, brengen enige cosmetische wijzigingen aan en besluiten dat het is ‘ready to go’. We vinden dat we, met alle mogelijkheden die we aanbieden, ons best op de borst mogen kloppen. Wel vind ik dat een startdatum van 19 oktober dit jaar wel erg optimistisch is, zeker voor wat betreft het verkrijgen van de benodigde documenten van het bureau in Sacramento. Belangrijk is nu om te checken hoe de mensen van Silent Planet het doen, die verantwoordelijk zijn voor al onze creatieve uitingen. Hop, in de gele kever dus, op weg naar Orlando. Na een korte rit komen we bij het artistieke onderkomen van Silent Planet aan. De twee oprichters, de mid twintiger John-Erik Moseler en de door mij geraamde begin veertiger Loyd Boldman, komen ons verwelkomen. Op het eerste gezicht een komisch duo. De magere Moseler en de zeer lijvige Boldman doen me denken aan, tja… Laurel en Hardy.

Compilatiefoto John-Erik Moseler en Loyd Boldman

Maar wanneer het dynamische duo gaat uitleggen wat ze artistiek met Ex’pression van plan zijn, groeit mijn aandacht met de minuut. Professionals van het zuiverste water, dat zijn ze! Gary zit naast me te gloeien van trots, alsof hij ze zelf gecreëerd heeft. Een ding is zeker, zij gaan een belangrijk onderdeel van de puzzel worden. Na een ontspannen nacht beginnen Gary en ik te werken aan de applicatiedocumenten voor het bureau in Sacramento. Ik vraag Gary wie bedacht heeft om het toch suffe Sacramento de hoofdstad van Californië te maken. Het onverschillige “dunno” van Gary vertelt me dat dit hem niet boeit. Om niet lullig te doen, komt hij erop terug en vertelt dat, net als in Florida, waar Tallahassee de hoofdstad is, ze ook in Californië niet een van de grote steden tot hoofdstad wilden uitroepen. Overigens wacht ons vandaag nog een conference call met Dawn Cardi, met name of het gelukt is om ons bij de BPPVE (het bureau) in Sacramento een afspraak te bezorgen. Als lekkernij, ter afsluiting van de dag, wat optredens bij ‘The House of Blues’ in Orlando. We moeten doordrukken nu, ook al omdat ik zaterdag de 18e weer terugvlieg naar Amsterdam. We naderen, op z’n Amerikaans, de klok van 5pm: gespannen zitten Gary en ik te wachten op het positieve rooksignaal van Dawn. Zodra Gary de telefoon op speaker zet, vernemen we van Dawn, die totaal opgewonden klinkt, dat het hen gelukt is om voor ons een afspraak te regelen bij het bureau. Ze kan, of wil, ons niet vertellen wie in staat is geweest om dit voor elkaar te krijgen, maar dat zal ons eigenlijk een biet zijn. We zijn echt in alle staten van vreugde, totdat ze ons mededeelt dat het om een onderhoud van 15 minuten gaat en, oh ja, het vindt a.s. vrijdag plaats. En nog een nabrander, ook nog om 9 uur ’s ochtends. Verbluft breken we na nog wat beleefdheden uitgewisseld te hebben het gesprek af. Het blijkt dat we vanuit Orlando niet rechtstreeks naar Sacramento kunnen vliegen, dat moet via Atlanta. We rekenen uit dat we alleen al aan vlieg- en overstapuren een kleine 8 uur onderweg zijn. En dat voor een 15 minuten durend gesprek! We kijken elkaar zwijgend enige seconden diep in de ogen, en besluiten dat het een ‘no brainer’ is, we gaan. Stel dat het niet lukt om de Ex’pression school te realiseren, dan willen we zeker onszelf naderhand niet verwijten dat het afzeggen van deze afspraak wellicht de oorzaak geweest zou kunnen zijn. De trip wordt geboekt en we begeven ons vol adrenaline naar ‘The House of Blues’.

Terwijl we ons lekker onderdompelen in een bad van zalige muziek, vertelt Gary over zijn werk voor de Disney ‘Mickey Mouse’ club, parallel aan zijn Full Sail activiteiten. Op een dag werd hem als producer/sound engineer een band aangeboden om onder zijn vleugels te nemen. Gary zegt: “I thought the name was goofy, couldn’t do it next to my Full Sail activities, and who needs another boyband?” Vragend kijk ik hem aan: “And?” “What about ‘N Sync?” Ik val bijna van mijn barkruk. “You’ve got to be kidding me!” Maar nee, Gary maakte geen grapjes, en had er ook geen spijt van. Boybands zijn een eindigend fenomeen, een school als Ex’pression is, verklaart hij vol pathos; “FOREVER”. Donderdag is voor ons vertrek ‘business as usual’, hoewel, hetgeen waar we ons nu het meeste mee bezighouden is een goede slagzin voor het soort onderwijs dat we gaan brengen. Na veel gepuzzel, en het op tafel gooien van de meest krankzinnige slagzinnen, komen we uit op ‘Ultimate Immersion’, oftewel ‘Ultieme Onderdompeling’. Daar komt het wel op neer wanneer je als student 24 uur per dag, 7 dagen per week toegang hebt tot al jouw favoriete apparatuur. 16.30 worden we geacht met Delta 345 naar Atlanta te vliegen, maar we lopen gelijk ruim een uur vertraging op en missen onze aansluiting naar Sacramento. Of we de nacht in Atlanta willen doorbrengen. Gary en ik zijn des duivels en tieren net zo lang tot we een vlucht aangeboden krijgen naar San Francisco, weliswaar op de laatste twee stoelen achterin, strak tegen de achterwand, dus geen beweging in te krijgen, maar toch. Stijf als een plank komen we ’s avonds kort na tien uur in San Francisco aan, zo’n 9 uur na vertrek uit Orlando. Sacramento ligt per auto nog ruim 2 uur verder en we besluiten dan ook om een airport hotelletje te nemen en ’s ochtends een lokale vlucht te boeken, zodat we zeker op tijd komen. Geboekt; we hebben een 07.50 vlucht op een propellervliegtuig en komen dan om 08.18 in Sacramento aan. Na een krakkemikkig hotelletje in de buurt te hebben gevonden, slapen we een gat in de nacht. Vrijdag 17 april. Met ogen vol slaap begeven we ons naar San Francisco Airport. Alles dreigt nu qua tijd te lukken omdat de landing in Sacramento perfect getimed is, totdat……Gary het adres van het bureau vergeten heeft mee te nemen, alsmede de mensen die we worden geacht te ontmoeten. Zwaar transpirerend gaat hij nogmaals door z’n kleren heen, maar helaas. Nu neem ik me stellig voor om voortaan het voortouw in zulke zaken te nemen. Bij een telefooncel vinden we in het telefoonboek het adres. Opgelucht laten we ons in een taxi daarheen vervoeren. “Uh…..”, het bureau is verhuisd, lezen we op een aankondiging op de deur. Weer een taxi, nu naar het juiste adres, waar we even voor negen aankomen. We wensen elkaar geluk voor de deur, bespreken nogmaals hoe de 15 minuten te gebruiken: ik de intro voor wat betreft de investeerder en zijn goede intenties, Gary alles over curriculum en indeling gebouw. We begeven ons vol goede moed richting de gebeeldhouwde deur naar het kantoor van de BPPVE, hetgeen overigens staat voor Bureau for Private Postsecondary Vocational Education. Vrij vertaald: het bureau voor privé en voortgezet beroeps onderwijs. We zijn er klaar voor!

Na ons aangemeld te hebben bij de receptie, waar ze klaarblijkelijk precies weten voor wie we komen, dienen we enige zenuwachtige minuten te wachten alvorens wij tot het heilige der heiligen toegelaten worden. Wanneer de deur openzwaait, worden we geconfronteerd met het beeld van drie naast elkaar zittende mensen die ons uiterst koel en emotieloos aanstaren, zo van ‘dit zijn dus die wonderboys die we op korte termijn te woord moeten staan’.

Volgende week, na mijn terugkomst uit San Francisco, een reguliere Luim, plus vervolg van de Ex’pression saga!

Meer aandacht is niet altijd beter

Tja, regelmatig check ik hoeveel sessies de Luim aantrekt, en wanneer de gemiddelde tijd die men doorbrengt meer dan een minuut bedraagt, ben ik zeer tevreden. Gaat de gemiddelde tijd echter significant omhoog, dan begin ik me zorgen te maken. Hoezo? Goed dat u het vraagt. Begin vorig jaar overkwam me dat ook, en in eerste instantie was ik zeer in m’n sas, totdat ik met een kort geding werd bedreigd. En niet alleen dat, het vond ook plaats. Het eindigde in een juridisch gelijkspel, zoals de rechter stelde; ‘botsende grondrechten’. Desondanks kostte het me toch behoorlijk wat beukennootjes. Dus, de Ex’pression saga wordt een pietsie voorzichtiger herschreven. Aanrader: bewaar het oorspronkelijke verhaal, je weet nooit wanneer en hoe het boek uitkomt. Lijkt een beetje op de rubriek ‘zakelijke mededelingen’, maar laten we vrolijk doorgaan: Sparta. Wat klopten onze rood-witte harten van trots toen vorige week zaterdag het eindsignaal klonk en Heerenveen met 4-0 het onderspit had gedolven. Vriend (en Fries) Otto van der Galiën schreef het volgende op Facebook bij de tussenstand van 4-0: Heren ..4-0 nu, please…zo is t genoeg toch….., groet uit Fryslân…. En die smeekbede hebben we gehonoreerd! Pure pret natuurlijk na afloop in De Bosselaar. Archieffoto:

Minder pure pret wanneer je ver na het middernachtelijk uur thuiskomt. Lekker die 21.00 wedstrijden waar de KNVB Sparta van harte op trakteert. Morgen uit tegen Twente met scheidsrechter Joey Kooij als leidsman. Ben benieuwd hoeveel kaarten (kleur nader te bepalen) deze Fred Kaps onder de fluiters nu weer uit de hoge hoed tovert. Strijd om de 5e plaats; bloed aan de bal. Ja beste mensen, en dan vertrek ik aanstaande maandag naar Californië om me te laten verwennen door Kaj (en Michelle) in Sacramento en Bo-Peter (met Tiphanie) in San Francisco. Wat een weelde. Een geschenk van Astrid wegens het 5-jarig jubileum van Geboortesupport. Om zoveel mogelijk tijd met de jongelui door te brengen, heb ik het korte bezoek van anderhalve week derhalve uitsluitend opgesierd met hoogtepunten. Uiteraard viering van Koningsdag zaterdag 29 april in het Golden Gate Park bij de Nederlands molen. Daar zal ik veel Nederlandse kennissen treffen die ik niet een op een kan bezoeken. Een vast evenement bij elk bezoek is het ‘pooltable’ spektakelstuk met fantastische vriend Fred van Buiten. De laatste keer mocht hij voor de eerste keer de gelukkige winnaar zijn van deze ‘best of 5’ strijd. Hopelijk begrijpt hij dat zoveel geluk maar zelden zich herhaalt. Ach, tijd ontbreekt me voor de rest, maar dat halen we na mijn terugkomst in. Nu weer even 25 jaar terug om aan te haken bij de Ex’pression gebeurtenissen in 1998:

Letterlijk schrijft hij hoe Eckart hem gaat behandelen: “sneller Gary, stel het curriculum samen, dan kunnen we vervolgens alles gaan behandelen wat jij fout hebt gedaan”.

Hij vervolgt: “toen ik Eckart ontmoette dacht ik dat hij een positieve kracht zou zijn, iemand die me zou helpen iets unieks en creatiefs te creëren. Jazeker, we praten over veel geld, maar hem beschouw ik nu als een donker, arrogant figuur die zichzelf niet eens kent, en ik wil geen onderdeel zijn van zijn ongelimiteerde machtswellust”. Even haal ik diep adem alvorens verder te lezen. “Peter. Hier hebben we iemand die we ervaren als een positieve kracht, en dan stelt Eckart dat hij niet ‘onze’ man zal worden. Eckart geeft aan dat Peter hem gefaald heeft door niet naar Sacramento te gaan. Dat is een foute verklaring. Niemand kan met de mensen van het bureau praten indien de door hen gestelde vragen nog niet beantwoord zijn. Ze nemen sowieso een periode van twee weken in acht indien ze je een afspraak gunnen”. Hij sluit als volgt af: “ik heb geen enkele interesse om mezelf nog aan deze man bloot te stellen. Om eerlijk te zijn heeft dit mijn hart gebroken, maar ik heb geen zin om een situatie te creëren die me een hartaanval bezorgt”. Toch laat hij een gaatje open wanneer hij op het allerlaatst er nog aan toevoegt dat zij (Dawn Cardi) hem wellicht kan overtuigen dat het anders in elkaar steekt. En dat doen Dawn en ik, we praten intens op hem in, prijzen hem, en motiveren hem om aan boord te blijven. Tegelijkertijd beloven we tegengas te geven aan Eckart voor wat betreft de manier waarop hij Gary behandelt. Uiteraard ben ik die zondag niet geheel en al betrokken bij de dagelijkse gang van Vinkeveense zaken, maar de verjaardag van schoonmoeder Riet wordt vol vreugde en nattigheid gevierd, al was het alleen maar omdat er een crisis bezworen is. De week begint met talloze telefoontjes en daar tussendoor begin ik aan het rapport inzake Ex’pression. Het lijkt wel of de bezworen crisis motiverend werkt. Dinsdag toont weer de andere kant van het leven, stemmig gekleed begeef ik me naar Crematorium Velsen waar ik de crematie zal bijwonen van de onverwacht overleden Jacques Reuvers, de man met wie ik een zakelijk vriendentandem vormde tijdens de 14eHaarlemse Honkbalweek. De man ook met wie ik daar de skyboxen introduceerde.

Mart Smeets foeterde in een artikel over deze ontwikkeling, maar wij stonden op het standpunt dat we alleen op deze manier betere landenploegen konden binnenhalen. Ook het gegeven dat we de entreeprijzen voor de supporters laag konden houden, speelde absoluut een rol. Wat een trieste gebeurtenis. Het nummer ‘Kiss from a rose’ van Seal zal me voor altijd aan hem doen denken. Zoals gebruikelijk bij dit soort gelegenheden, geeft de hele wereld van honk- en softbal acte de présence en wordt er hartstochtelijk nagepraat. Vervolgens weer de weg op om mijn zieke moedertje bij het Havenziekenhuis in Rotterdam te bezoeken. Ze ziet er slecht uit, maar houdt vol dat het best gaat. Na de laatste nieuwtjes uitgewisseld te hebben omhels ik haar innig, waarna ik vertrek naar mijn volgende afspraak, een zakelijke ontmoeting in Hotel New York, feitelijk aan de overkant. Donderdag rond ik het Ex’pression rapport af, hetgeen resulteert in een fax van 7 pagina’s richting Eckart. De meest relevante vragen worden beantwoord, het tijdpad is aangepast, actielijst bijgevoegd, en als klap op de vuurpijl de voorlopige 5-year forecast. Ik beschouw het eerste deel van mijn opdracht als beëindigd en breng dat via mijn B.V., Laanen Solo, in rekening. Een gevoel van grote tevredenheid bekruipt me. Vrijdag 10 april verloopt als verwacht mag worden, enigszins chaotisch qua voorbereiding door storende telefoontjes, alsmede onrustige kinderen die voelen dat er weer veranderingen op til zijn. Gelukkig bewaart Astrid de rust en zorgt ervoor dat de kinderen enigszins in het gareel blijven en dat mijn koffer in ordentelijke staat gepakt wordt. Zaterdag neem ik met dikke pakkerds afscheid van de drie jongens, waarna Astrid me naar Schiphol vervoert. 12.00: Martinair 631 brengt me naar Florida, en ik moet zeggen dat hun Starclass weliswaar niet KLM’s businessclass benadert, maar dat je voor een derde van de prijs echt luxueus vervoerd wordt. Buiten het vliegveld van Orlando wacht wederom de knalgele kever van Gary Platt me op. Na een broederlijke omhelzing en zijn “so happy we’re still working together,” begeven we ons op pad naar Winterpark waar we ons ’s avonds, samen met echtgenote Debbie, door een typisch Amerikaans diner ‘werken’. Uiteraard wordt er heel wat afgepraat op datgene wat op til staat, en een eventuele verhuizing naar de San Francisco Bay Area. De Platts zien dat helemaal zitten, ook om dicht bij elkaar te wonen, maar dat zal ik toch even aan Astrid moeten voorleggen! Paaszondag heb ik een lunchafspraak in Tampa met Jos Habraken, voormalige cliënt van de door hem geleide leasemaatschappij Unilease, en tevens niet al te geslaagde businesspartner voor wat betreft UltiFox. Jos is inmiddels getrouwd met Sharon, hetgeen hem Amerikaanse vastigheid geeft. Dat had Jos wel nodig na de vele honderdduizenden dollars die hij na twee mislukte huwelijken met een andere Amerikaanse vrouw, een soort barbiepop met megaborsten, er doorheen gedraaid heeft. Overigens is hij voor wat betreft twee keer dezelfde vrouw trouwen een recidivist, omdat hij dat ook flikte met zijn eerste vrouw in Nederland. Enfin, hij heeft er in ieder geval zijn verblijfsvergunning aan over gehouden. Beetje duur, dat wel. We nemen na een zeer genoeglijke lunch allerhartelijkst afscheid van elkaar. Vervolgens begeef ik me op de weg terug naar Winterpark via Highway 4, genietend van muziek die uit de speakers schalt van classic rock station WHPT. Tweede paasdag wordt echt niet gevierd in de Verenigde Staten, dus kunnen Gary en ik volop aan de slag met het optimaliseren van het Ex’pression rapport.

Aangezien ik volgende week zaterdag Koningsdag vier in San Francisco, komt er een extra groot Ex’pression artikel in de Luim. Lees en huiver.

Toerist in eigen land

Na een behoorlijk deel van de wereld afgegraasd te hebben, werd het tijd om wat meer van eigen bodem te gaan genieten. De keuze viel op Kinderdijk, waar molens als een bos wilde bloemen de landerijen opfleuren. Na een uurtje van Astrids stuurkunst genoten te hebben, kwamen we bij de parkeerplaats in Alblasserdam aan, waarna een shuttlebusje ons naar het begin van de molentocht bracht. Spannend! Het bleek alras dat de Nederlandse taal niet of nauwelijks gesproken werd. Frans voerde de boventoon, met Duits als goede tweede. Ook Chinees, natuurlijk, met hier en daar een verdwaalde Italiaan. Albert, de gids die het bootje begeleidde dat ons naar de eerste museummolen bracht, zuchtte opgelucht dat hij blij was weer eens Nederlands te horen. Na een korte vaart bereikten we de eerste molen (van de 19). Daar moest en zou ik Astrid voor eeuwig vastleggen:

Ze stribbelde niet eens zoveel tegen! Daarna begonnen de wieken te draaien en ik moet zeggen dat er hier sprake was van onvoorspelbare krachten. Deed me pardoes aan Floris denken, gespeeld door Rutger Hauer, waar ze booswichten soms aan de wieken van de molen vastmaakten. Daar heb ik nog weleens nachtmerries van. Wanneer ik met dergelijke wijsheden aan kom zetten, dan kijkt Astrid me aan of ik een klap van de molen heb gekregen. Tegenwoordig zijn we zo woke dat ik niet meer een grap zou kunnen maken over Rutger Hauer, bijvoorbeeld dat hij in Turks Fruit hele andere dingen met zijn sabel deed. Maar dit terzijde. Beneden was een schattig woonkamertje met ingebouwde bedstee, alsmede een open haard. Daar zag ik in mijn geestesoog de molenaar met z’n vrouw, die daar met 13 kinderen woonden, lekker lurkend aan z’n pijp terugkijken op een gemalen dag. Heel even moest ik ook aan koolmonoxide denken, maar dat was echt maar een ‘split second’. Wel constateerden we dat de molen verdacht veel leek op de molen bij ons om de hoek in Loenen aan de Vecht. Waarschijnlijk dezelfde architect. Op het volgende bootje gingen we de resterende molens langs, waarvan er 16 bewoond zijn door alledaagse mensen. Het was droog, de lucht was redelijk blauw maar er woei een ongunstig windje. Menigmaal moest ik m’n pet stevig vasthouden. De zestien jeugdige Franse studenten die meevoeren hadden meer oog voor elkaar dan voor ‘les moulins’. Astrid neemt weliswaar Franse les, maar vond de tijd nog niet rijp genoeg om aan de discussie deel te nemen. Behoorlijk fris uitgewaaid namen we het shuttle busje terug naar Alblasserdam, waarna Astrid ons weer veilig naar Loosdrecht bracht. Nu ik het zo nalees, lijkt het wel een opstel over een dagje uit met de klas. Nou, dan mag ik ook wel als volgt eindigen: en toen kwam er een molen met heel veel wieken / om duidelijk te maken dat je bij een opstel niet mag spieken. Flauw zeg! Dat geef ik je, maar de overwinning van Sparta bij AZ was dat niet. Sinds 1996 niet gebeurd! 1996: toen werkte ik bij Arcade en werd op m’n 50e verjaardag door Loïs Lane toegezongen:

Mooie tijden, fijn mee samengewerkt, en om het verhaal van Düsseldorf een nog ‘happier end’ te geven; Astrid was in verwachting van Ivar. Waar blijft de tijd? Dat brengt ons weer terug naar de geboorte van Ex’pression in Emeryville, we schrijven 1 april 1998:

Woensdag 1 april bespreken Gary, Dawn –‘nooit ver weg’- en ik nogmaals de aankoop van het gebouw dat we op het oog hebben. Het is een voormalige fabriekshal die door eigenaar Sybase, de software onderneming, is omgedoopt tot software ontwikkelingsruimte. Ideaal voor ons met het oog op de hoge plafonds en de studio’s die we willen bouwen. We bespreken tactiek qua aankoop omdat Sybase het gebouw voor 1 juli uit de boeken wil hebben. Sybase heeft geld nodig en de gewenste $7,5 miljoen zou de balans zeker een beter aanzien geven dan ‘brick and mortar’, oftewel het huidige gebouw. Maar……$7,5 miljoen gaan we echt niet betalen, zeker weten. Als de (kunstmatige) drie musketiers nemen we innig afscheid van elkaar, waarna Gary me naar San Francisco International brengt en ik met British Airways 284 naar Londen vlieg.

Gemengde gevoelens en gebeurtenissen

In Londen aangekomen om 10.05, check ik in op British Airways vlucht 940 die om 15.45 in Düsseldorf landt. Daar wacht Astrid me op in ‘mijn’ Mercedes (met dank aan Arcade), waarna ze ons in hoog tempo naar Eckart in Driebergen manoeuvreert. Daar draag ik mijn eerste zakelijke indrukken staccato aan Eckart over. Eckart knikt vergenoegd, deelt wat zaken met me die hem zorgen baren, en ter afscheid voegt hij me “goed gedaan jochie” toe. Groter compliment kun je niet van hem krijgen! Maar of ik het wel de komende week allemaal even op schrift wil zetten. Overbodige vraag. En de mededeling dat ik zaterdag 11 april weer verwacht wordt in Florida. Wat?!! Samen met Gary dien ik het voorstel te optimaliseren, zodat er bij investeringsvehikel Ex’tent een klap op kan worden gegeven. Ik spring niet in de houding, maar het scheelt niet veel. We rijden vervolgens naar Astrids ouders in Vinkeveen, waar we de nacht zullen doorbrengen. Ik maak van de gelegenheid gebruik om Gary te bellen over mijn gesprek met Eckart. Ik dring er bij hem op aan om Eckarts opmerkingen serieus te nemen, dan wel in de kiem te smoren. “Will do baby,” sluit hij af. 3 april: de grote man van Keulens productiehuis MaxiMedia, Jürgen Hohmann heeft ons na de Arcade zeperd als speciale gasten uitgenodigd voor de ARD knaller Stars 98 in Stuttgart, waarvan de baten ten gunste komen van het Aidsfonds.

De Mercedes draait op volle toeren over de Duitse Autobahn. In Stuttgart aangekomen wacht ons een zeer genoeglijk hotel waar we ons in ‘gala’ kunnen uitmonsteren. Naast de Kelly Family en Modern Talking, speelt daar ook een groepje dat debuteert op TV: Ace of Base met het liedje ‘Life is a flower’. Het maakt geen indruk op me. Dat is overigens ook iemand van DECCA bij de beoordeling van de Beatles demo’s overkomen! Tijdens het netwerken bij de cocktail receptie stelt Jürgen Hohmann ons voor aan Karl Bode, verantwoordelijk bij Lufthansa voor o.a. sponsoring van dit soort evenementen, en overtocht van de artiesten. Op zijn vraag wat ons ertoe brengt om in Californië een college te openen, antwoorden Astrid en ik in koor, overlopend van enthousiasme, hoe studenten 24/7 bezig gehouden worden en dat er nimmer gebrek aan apparatuur zal zijn. Dat laatste maakt iets wakker in Karl. Hij stelt zijn zoon Marc voor die op de filmschool in Berlijn zit. Marc vertelt dat het traditionele patroon van schoolgaan hem absoluut niet bevalt, en ook dat slechts mondjesmaat van apparatuur gebruik kan worden gemaakt. Na nogmaals ons gloedvolle betoog aangehoord te hebben, besluit Karl om in het najaar met zoon Marc ons in Californië te bezoeken. Astrid en ik voelen ons als succesvolle colporteurs. Geeuwend word ik 4 april wakker, laat Astrid nog even in ruste, en begeef me naar de businessruimte van het hotel om mijn e-mails door te nemen. De belangrijkste is van Gary aan Eckart waarin hij tracht de diverse bezwaren weg te nemen of in de tijd te plaatsen. Agressief beantwoordt hij Eckarts uitlating dat hij wat andere inzichten heeft met betrekking tot het curriculum van de Digital Media course. “Let’s work as a team”, schrijft hij, en dat hij niet wenst te werken in een sfeer van “shooting holes with a bazooka” achteraf. Gary besluit dat wanneer hij niets meer van Eckart hieromtrent verneemt, hij aanneemt dat er niet echt sprake is van serieuze input. Opgewonden standje, gaat het door me heen. Wel stelt hij aan Eckart voor om mij voor een langere periode aan te stellen als CEO, dit na afstemming met Dawn Cardi. Voornamelijk ook omdat de laatste oogst van geïnterviewde kandidaat CEO’s hen niet bepaald enthousiasmeerde. Hij meent dat ik in staat ben om werknemers te inspireren en te motiveren, zodanig dat ze een hoger niveau bereiken. Op z’n Gary’s besluit hij met “no bullshit, I really like him”. Er komt nog een e-mail specifiek voor mij achteraan. Hij wil met me van het weekend praten over Eckart, want diens negatieve houding bevalt hem absoluut niet. Hij stelt dat wanneer hij ook maar iets van het proces heeft geleerd, dan is het dat hij “NEVER EVER FUCKING EVER” Eckart iets zal geven waarvan hij vindt dat het niet af is of incorrect. Ook wil hij Eckarts opinie vooraf en niet wanneer het gereed is en Eckart er als een soort van “armchair quarterback” overheen gaat. Daar moet ik om grinniken, het doet me denken aan al die Nederlanders die thuis met een zak chips en een biertje op de sofa zitten en alles sowieso beter weten dan de trainer op de wedstrijdbank. Hij voegt er een brief aan toe die hij gestuurd heeft naar het bureau (BPPVE) in Sacramento, dat in Californië verantwoordelijk is voor de verstrekking van de benodigde licenties. Gezien de politieke situatie waarin dit orgaan zich bevindt, verzoekt hij om het proces te bespoedigen. Hij besluit zijn eerdere tirade met “hij (Eckart) heeft me wat geleerd, ik ga niet meer buigen voor hem”. Onderweg naar Vinkeveen, voortrazend over de autobahn, neem ik met Astrid de inhoud van de e-mail door, met name het onderdeel ‘wat als’. Stel dat de aanbieding gemaakt wordt, gaan we dan de familie verkassen naar Californië, en voor hoe lang. Qua taal zal het voor de jongens geen probleem zijn, ze zijn inmiddels Engels geschoold. Hoog Engels! Na veel heen en weer gebabbel wordt besloten om een periode van drie jaar als uitgangspunt te nemen. We verheugen ons over hoe we later op zoek zullen gaan naar een geschikte woonplaats in de Bay Area. We besluiten de buitenwereld niet te informeren voordat er een doortimmerd aanbod op tafel ligt. Voordat we er erg in hebben, draaien we de Herenweg op in Vinkeveen en parkeren we voor het huis waar mijn schoonvader indertijd geboren is. En dat niet alleen, ons huwelijksgeluk nam daar een aanvang in 1987:

Als vele malen hiervoor bast hij “ik heb liever geen auto met een Duits kenteken voor m’n deur”. Maar we kennen elkaar nog goed van de plaatselijke voetbalvereniging Hertha. Sterker nog; ik kende schoonvader Toon voordat ik Astrid leerde kennen! Genoeglijk brengen we de avond door, waarna we tollend van de ideeën het logeerbed induiken. Zondag krijg ik een brief van Gary aan Dawn Cardi in handen waarin hij stelt dat iets waar hij zoveel vreugde aan beleefde, veranderd is in een verschrikkelijke nachtmerrie. Niet alleen dat; hij vreest ook voor zijn gezondheid. Hij stelt dat ze hem vooropgezet onderuit hebben gehaald. Letterlijk schrijft hij hoe Eckart hem gaat behandelen: “sneller Gary, stel het curriculum samen, dan kunnen we vervolgens alles gaan behandelen wat jij fout hebt gedaan”.

Heftig einde, en daar stopt het niet mee. Maak van het weekend géén fout weekend!

Het kruis waar kracht soms tekort schiet

Laat ik om de echte Feyenoord supporters niet tekort te doen, en er is sowieso al genoeg over ‘het incident’ geschreven, het even hebben over ‘the man of the match’. Persoonlijk vond ik dat Davy Klaassen dat dik verdiende. Niet alleen omdat hij de winnende goal scoorde, maar puur om het feit dat hij zich niet zo idioot gedroeg bij de aansteker aanslag. Had hij Tadic geheten, dan had hij kronkelend van de pijn de halve grasmat afgereisd. Maar nee, natuurlijk was hij aangeslagen, en verontwaardigd. Hij probeerde zelfs nog een comeback na de gedwongen pauze. Complimenten dus. Tadic, ‘aanvoerder’, voelde bij een van zijn vele aanvaringen aan z’n kaak alsof hij daar vol op getroffen was door een uithaal van Ali (voorheen Cassius Clay). Op de TV kon je goed zien dat hij amper werd geraakt. Maar goed, voordat de Matthäus Passion nog moest beginnen, was deze ‘dappere’ strijder al veroordeeld tot het kruis, zo leek het. Geen wonder dat kleine, beginnende voetballers dat gedrag kopiëren en bepaalde fans reageren alsof ze nog niet voldoende van de stimulerende middelen hebben gesnoept. Voetbal onwaardig. Het was me overigens het weekje wel. M’n bordje liep over. Althans, voor een semi pensionado. Waarschijlijk was het niets vergeleken bij de weken die ik soms doormaakte bij Ex’pression College. Qua verhaal wil ik wekelijks weer snel uitkomen bij het hoofdstuk waar vorig jaar een kort geding tijdelijk een eind aan maakte. Ex’pression was qua personeel een familie, en dat bleek deze week weer toen een oud werknemer het leven liet. Het raakte mij ook zeer. Deze bruisende twintiger aan het begin van deze eeuw, die in 2015 trouwde met een ander lid van de Ex’pression familie, werd alom zeer betreurd en geprezen. Merkwaardigerwijs was op dat moment niet bekend wat de oorzaak van zijn overlijden was. Lang verhaal kort; hij had zich van het leven benomen. In hoeverre de echtscheidingsprocedure waarin hij betrokken was daar een rol bij speelde, blijft speculatief. Wellicht werd het hem teveel en kon zijn kracht het kruis niet meer dragen.

Het geeft me in ieder geval de inspiratie om versneld een Ex’pression inhaalmanoeuvre te maken.

‘I spy’ gaat aan de slag bij Full Sail.

Aan de balie word ik door een aantrekkelijke receptioniste naar de sofa verwezen om daar op mijn ‘tour guide’ te wachten. Angela meldt zich bij me, en gezegd moet worden dat men bij Full Sail, zo het zich aan laat zien, vormgeving als hoge prioriteit ziet. Angela vraagt me de oren van het hoofd over het kind dat ik de opleiding van Full Sail wil laten volgen, hetgeen me noopt om de leeftijd van onze zoon wat naar boven bij te stellen. Na een goed doortimmerde rondleiding en een “big thank you” voor Angela, vormde het beeld zich meer in detail dat Gary geschetst had voor een nieuw ‘hoger niveau’ college in Californië. Het weekend besteden we koortsachtig aan het maken van plannen, verbeteren van de vooruitzichten, en het hernieuwd indelen van het denkbeeldige gebouw. Ondanks het bijtijds hinderlijke boeren en scheten laten van Gary, vorderen we gestaag. Aan het eind van de zondag zijn we in staat om Eckart een fax te sturen van maar liefst 12 pagina’s, uiteraard in het Engels, waarbij ik een handgeschreven Nederlandse pagina voeg ter toelichting. Ik wijs Eckart erop dat de vooruitzichten goed zijn, maar dat het ook risicovol, en derhalve kostbaar wanneer we halverwege de stop eruit moeten trekken, waarbij de afschrijving hoog kan zijn. Geestelijk uitgeput vallen we in een schommelstoel om zichtbaar, en in Gary’s geval hoorbaar, van een Sam Adams te genieten. Beter bier dan dat uilenzeik van Budweiser.

De San Francisco Bay Area

Het is maandag 30 maart, we vertrekken met United Airlines 207 naar San Francisco, waar we lokale tijd 10.30 aankomen, een 6 uur durende vlucht met 3 uur tijdsverschil. Opvallend bij United is de hoge leeftijd van de stewardessen. Uiteraard weet ik dat de Amerikaanse society geen plafond qua leeftijdsgrens kent wanneer er geld verdiend moet worden, maar dit is wel een zeer ongebalanceerde mix. Marketingdame Ivy Cohen, die we in Emeryville treffen, oogt daarentegen fris en energiek. Ze ontvouwt haar plannen met veel enthousiasme en onderbouwing. Makelaar Gary Breen, de volgende op ons lijstje, toont ons een aantal gebouwen in Emeryville. Emeryville ligt aan de San Francisco Bay Area, pal tegenover San Francisco, verbonden met de Bay Bridge. Ingeklemd tussen Oakland en Berkeley groeide Emeryville uit van lelijk eendje tot mooie zwaan van de East Bay. Voor makelaars een heerlijke vijver om te hengelen naar provisies. Emeryville heeft een geschiedenis die reikt van de Gold Rush tot de komende vestiging van Pixar. Het transformeerde van een gokstadje van twee vierkante kilometer, waar de sheriff zijn bruine envelop onder de tafel kreeg in het populaire Townhouse, tot een ultra modern voorstadje van San Francisco.

Dit alles tot grote jaloezie van Oakland’s burgemeester Jerry Brown, die aast op ondernemingen als Pixar en Ex’pression. De avond brengen we door met Dawn Cardi, die even overgewipt is uit New York om ons degelijk voor te bereiden op wat ons te wachten staat, met alle regeltjes die daaraan verbonden zijn. Enige wijntjes later zijn we het erover eens dat het Sybase gebouw het meest geschikt is voor Ex’pression, zij het dat bij volledig benutting van het 5.600 vierkante meter grote gebouw, we 80 parkeerplaatsen tekort komen. In ons enthousiasme, en dankzij de wijn, lossen we alle problemen op en ik besluit Eckart een belletje te geven. Immers, het is al ochtend in Nederland. Ik kom niet goed over en weet niet of Eckart chagrijnig is, of ik niet verstaanbaar. We hangen op en zelden heeft een hotelbed me meer goed gedaan! Dinsdagochtend 31 maart 07.00 ‘wake up’ call, er wacht ons een drukke dag. Het lijkt me een goed idee om allereerst Eckart een verklarende fax te sturen vanuit het ‘The Handlery Union Square Hotel’. Gisterenavond heb ik waarschijnlijk te snel, te enthousiast en een weinig aangeschoten getracht om onze aanpak voor de aankoop van het Sybase gebouw uit te leggen. Ik schrijf handmatig dat ik telefonisch niet overgekomen ben (!) en dat ik de mening ben toegedaan dat we er wel een half miljoen afkrijgen. En ook dat we wel een oplossing vinden voor het tekort aan parkeerplaatsen. Mijn P.S. maak ik stoer: ‘no nuts, no glory!’. Tevreden geef ik de fax bij de receptie af, nu nog een hartig ontbijt en de dag kan beginnen. Het ochtendverkeer is traag richting de Bay Bridge, die we dienen te kruisen omdat we om 10.00 een interview hebben met Greg Deonik in Emeryville. Hij solliciteert naar de job van sales- en marketing manager. Het gaat langzaam, maar de indrukken en energie van San Francisco infiltreren de Ford Mustang cabriolet die Gary gehuurd heeft, en geven ons een soort van ginnegappende impuls. Op enig moment, al voortschuivend over de Bay Bridge, komt het gesprek op ‘Bonanza’ en de hoofdrolspeler Lorne Greene. “Weet je,” zegt Gary “dat hij ook een mega hit had met een liedje?”. “Je bedoelt met ‘Ringo,” antwoord ik nonchalant.

Gary daagt me uit: “sing it man, c’mon, sing it.” Aangekomen in Emeryville zing ik net de slotzinnen van ‘Ringo’: “…..and on his grave they can’t explain the tarnished star above the name of Ringo,” en Gary’s mond staat nog steeds open van verbazing. Op een of andere manier verhoogt het zijn respect voor mij. In Emeryville hebben we een tijdelijk kantoor gehuurd in Doyle Street, een echt honk voor artiesten van allerlei pluimage. Daar ontvangen we Greg Deonik, een ietwat gezette marketing veteraan De man weet absoluut waar hij over praat, ofschoon het onderbuikgevoel niet positief reageert. Tegen twaalven nemen Gary en ik afscheid van hem. Dit is een belangrijke job, dit is een kundige man, maar….. We kunnen het ‘maar’ niet invullen en parkeren de beslissing. We ‘bestijgen’ de Ford Mustang weer en begeven ons onderweg naar Bucci’s, een trendy Italiaans restaurant in Emeryville, waar we gaan lunchen met potentieel boardmember Jane Metcalfe, beroemde mede-oprichter van Wired Magazine. Ook de nimmer ontbrekende Dawn Cardi (rapporteert zij alles achter onze rug om aan Eckart?) zal aanwezig zijn. Tijdens de lunch blijkt wel dat Jane een zeer scherpe dame is, ze zou echt een ongelooflijke aanwinst voor ons zijn.

Goede relatie van Eckart, dus die moet z’n charmes maar aanwenden! 16.00 hebben we onze afspraak met David Schwartz, kandidaat voor de CEO rol. Een rol die Gary ook ambieerde, maar met zijn aspiraties maakte Eckart korte metten: “no way you can do that”. Vriendelijkheid kent geen tijd. David is vriendelijk en intelligent maar, zo besluiten we, “a bit of a softy”. De dag besluiten we met een genoeglijke maaltijd in, jawel, The Townhouse! Nu een restaurant met duidelijke Franse invloed. Helemaal goed. Gary en ik lachen wat af en testen elkaars muziekkennis. Topavond.

Wanneer Astrid thuiskomt van de zorg voor een nieuw leven, gaan wij er ook een topavond van maken.

Het heengaan van Wim de Bie werpt me 52 jaar terug.

De radio mededeling dat Wim de Bie overleden was, schokte me dinsdag meer dan ik had kunnen bevroeden. Zo’n gevoel dat je favoriete oom is heengegaan. Samen met partner Kees van Kooten werden ze een begrip voor ons in de 70-er jaren. Zodanig dat Café de Sport een plek werd waar je hoopte dat ze wel eens op zouden kunnen duiken. Dus, zoals ik beschreef in 2021, ook een plek voor moeilijke gesprekken: 24 juli 2021, na het produceren van mijn Luim, begaf ik me op weg naar Den Haag ter viering van de 70e verjaardag van Peter Wijsman, de man die ik 47 jaar geleden ging mededelen dat ik zijn nieuwe baas zou worden. Voor deze moeilijke mededeling aan deze zeer getalenteerde doch rebelse collega, had ik Café de Sport, gelegen aan de Kazernestraat uitgekozen. Bekend van:

Juist, de plek waar Van Kooten en de Bie aan het biljart als de Klisjeemannetjes, en echte Hagenezen, hun triomftocht begonnen: “als ik met die winteâhrpein van me op ut moment supriem voâh ut open raam zou gaan staan, en ik zou richtuh, nâh, dan spuìt ik un volwasse vent zo van ze brommeâhr”. Fraaie volzin uit één van de vele biljartsessies (1977). Afijn, onderweg naar de Denneweg, slagader van buurtschap 2005, rekenden we uit dat we op die gedenkwaardige dag bij Café de Sport gezamenlijk 51 jaar waren. Stilte. Nu dus 145 jaar. Om met de Tegenpartij te spreken; “mogen wij even overgeven”. Fijn parkeerplekje aan de gracht gevonden, en omdat Café de Sport helaas niet meer in bedrijf is (stiekem toch nog even gecontroleerd) een plekkie aan de bar gevonden bij Café 2005’. Maar wat wil nu het geval, ik had de Klisjeemannetjes wel eens op TV gezien, maar hun namen kende ik niet. 1971 werd het jaar dat ik Kees van Kooten en Wim de Bie als individuen leerde kennen op een commercieel 45-toerenplaatje. En omdat ik nogal bewaarderig ben, volgens vrouw Laanen, maar weer eens gedraaid.

De tand des tijds best redelijk doorstaan. De reden voor opname van dit juweeltje was de introductie door Carp en Co (wijnkopers), mijn toenmalige werkgever, van een blocpak, met name voor sherry. De tekst luidde dan ook ‘Carp heeft weer iets bijzonders onder de kurk’. Een smaakpanel met Kees van Kooten als een Haagse loodgieter en Wim de Bie als aristocraat (voorloper Walter de Rochebrune?) beoordeelde de sherry die uit het blocpak geschonken werd. De een had het over het oude tuinhuis in Jerez de la Frontera, de ander over het gegeven dat het blocpak lekker meegenomen kon worden onder de snelbinders van z’n brommah. ‘AmontillADA? Nee, nee, AmontillADO, zeker weten, ik kom uit Den Haag’. Vanaf dat moment zijn die twee niet meer uit m’n leven geweest en ik werd er bijna emotioneel van. Maar waarom was ik bij de introductie, vraagt u zich verbaasd af. Welnu, ik was een zeer gewaardeerd jeugdig personeelslid, maar bovenal programmeur. Zeldzaam in die tijd, vooral als GESAL de programmeertaal was die beheerst werd. Certificaat op aanvraag. Wanneer de directeur smeekte om een statistiek programma, en ik dat uit 24K perste, ging er als het ware een applaus op. Van die dingen (hoor je onze Haagse helden weer?). Genoeg gebrald, over tot de orde van de dag. Een krent uit deze superdrukke week, althans voor een semi pensionado. Woensdag: ambassadeursdag in Den Haag voor bedrijven. Uit de hele wereld vliegen ambassadeurs en consuls generaal binnen voor hun jaarlijkse update, en die dag kan het bedrijfsleven gebruik maken van hun diensten. Zelf vertegenwoordigde ik Dutch Game Garden, het superieure vehikel voor startende game companies. Buiten het nuttige was er ook het aangename; collega’s te omhelzen met wie ik samen gewerkt heb in San Francisco en nu elders in de wereld werkzaam zijn:

Links Ard van der Vorst, nu ambassadeur in Nieuw Zeeland, rechts Jaap Veerman, nu consul generaal in Atlanta, Georgia. Deugd in het midden.

Anekdotes, anekdotes, tijd om over te stappen naar de rubriek ’25 jaar geleden’: (1998; Gary wacht me op in Orlando, Florida):

Lokale tijd 16.25, dead on time, land ik in Orlando, Florida. Let the games begin!

Winter Park, Florida

Gary, gehuld in een bont Hawaii-shirt en korte kakibroek, staat me buiten al in z’n kanariegele VW kever op te wachten, en ontvangt me met een smeuïge omhelzing. Daar moet ik echt nog even aan wennen. Allereerst brengt hij me naar een koloniaal uitziend hotel, waarna we zijn huis, een eenvoudige bungalowachtige houten woning, aandoen. Daar word ik ontvangen door zijn vrouw Debbie, die in vergelijk met Gary aandoet als een schuchtere, beetje grijze muis. Zijn twee jongens, Preston en Alex, van zes en vijf hangen nieuwsgierig om deze Europeaan heen. 19.30 heeft Gary een tafeltje besteld in een voor mij typisch Amerikaans restaurant, oftewel veel TV’s met vooral veel sportprogramma’s. Debbie is wat spraakzamer, maar wordt veelal overstemd door Gary. Alle aspecten van ons privé leven worden besproken en uiteraard ook hoe Gary Eckart leerde kennen. Precies zoals Eckart het me beschreven had. Maar Gary wordt met name gepassioneerd en emotioneel wanneer hij vertelt hoe hij als medeoprichter van Full Sail er op smerige wijze uitgewerkt is, vlak voor kerstmis 1996. We nemen afscheid met de gebruikelijk Gary hug; ik ga eraan wennen!

Debbie en Gary Platt

Na het diner wandel ik terug naar het hotel al malend over alle informatie die me aangereikt is. Met name ook over Gary’s vertrek bij Full Sail, waar ik morgen een toer krijg. Uiteindelijk ben ik blij dat mijn hoofd het kussen raakt. Veel om verder over na te denken! De volgende dag om 08.30 beginnen we de voorbereidingen in het huis van de schoonmoeder van Gary, die tegenover hem woont. Met een grijns van oor tot oor meldt Gary dat zij de komende dagen bij dochter Debbie woont, zodat wij ongestoord aan dit prachtige project kunnen werken. Gary overhandigt me de fax die hij gisteren aan Eckart heeft gezonden. Hij legt uit dat hij Eckart het CV heeft gegeven van David Schwartz, een kandidaat om CEO te worden. Tevens legt hij uit dat hij in een rol als ‘President’ verantwoording aflegt aan de CEO en hem rugdekking geeft. Ten slotte meende hij bij Eckart een zekere onzekerheid te hebben bespeurd inzake mijn persoon, maar dat hijzelf graag met mij aan de slag gaat. “Goed om te weten,” glimlach ik, “aan de slag dan maar”. Al snel vult de tafel in de woonkamer zich met tonnen cijfermateriaal en onderliggende documenten, waar we gretig doorheen gaan. We lopen tevens de door mij opgestelde actielijst af, waarbij ook het faalscenario een rol speelt, oftewel wat het gaat kosten wanneer we op enig moment de stop eruit trekken. Ook wil ik dezelfde dag nog een toertje doen bij Full Sail World Education, een privé college met zo’n 1.400 studenten, waar Gary onvrijwillig vertrokken is. Volgens hem wegens hun weigering om het door hem ontworpen traject, dat wij nu aan het bespreken zijn, actief te implementeren, waarna de agressieve wijze waarop hij aan bleef dringen hen te machtig werd. Gary weet dat zijn knalgele kever teveel opvalt in Winterpark en stelt voor om de onopvallende middenklasser van zijn schoonmoeder te gebruiken. Aldus ga ik op weg naar Full Sail voor mijn 15.00 afspraak met Angela.

Een prachtige school ontrolt zich aan mijn ogen. Ik bereid me voor op de rol van vader die zijn zoon, gek van muziek, daar wil laten studeren. ‘I spy’ gaat aan de slag.

Ja, ja, 1 april, ik ben benieuwd wie mij een poets tracht te bakken!