Kunt u mij de weg naar Zuilichem vertellen, meneer?

De Multi Function reünie van 1 september bracht broer Rob en mij j.l. woensdag naar Wijk en Aalburg (ja, wij komen nog eens ergens), waar medeorganisator Wouter Verweij ons uitgenodigd had om het puntje voor ons evenement op de ie te zetten. Vanaf Zaltbommel kliefden we diep de Bommelerwaard in. De eerste schok van déja vu kwam bij het ANWB bord dat de weg wees naar Brakel en Zuilichem. De film in m’n hoofd ging terug naar 1974 toen ik met m’n gezin het Rotterdamse nieuwbouwproject Ommoord verliet voor een twee-onder-een-kap woning in Zuilichem. Wablief? Onbetaalbaar in Rotterdam, en een soort reddingsactie om één gezin te blijven. Echter, moeizaam met familie en vrienden in Rotterdam en een werkkring in Den Haag. Geprobeerd om zoveel mogelijk deel te nemen aan de lokale activiteiten, zoals bijvoorbeeld speler bij VIOS, de plaatselijke voetbalvereniging. Ook daar speelden sponsors een rol:

Haal je me eruit? Het is dat ik weet wie ik ben! Helaas, het werkte niet, het gezin zonder mij terug naar Rotterdam. Ik ging tijdelijk in Den Haag wonen. Op verzoek van de trainer zonder te trainen wel het seizoen afgemaakt, even zaterdag heen en weer van Den Haag naar Zuilichem. Lekker partijtje schoppen tegen Brakel. Tegen sommige lokale clubs was het echt bloed aan de bal. ‘Grappig’ met alle verhuizingen hebben we zo’n beetje het hele alfabet doorgelopen: eerste koophuis begon met een ‘Z’ het laatste huis in Californië met een ‘A’: Alamo. En nu dus de ‘L’ als……..Laatste Letter? Rob haalde me bij Kerkwijk uit m’n overpeinzingen; “hier hebben wij met Tricht op het veld gestaan, lekker christelijk maar met een bal in de buurt was het ‘schup ‘m voor de bast’ niet van de lucht.” Grinnikend reden we voort naar Wijk en Aalburg, alwaar we door Wouter volgens goed plaatselijk gebruik werden ontvangen met koffie en een Bossche Bol. Lekker slecht. Geen mededelingen over de inhoud van de bijeenkomst, er zijn nu eenmaal reünisten die dit ook lezen! Donderdag hadden Astrid en ik gereserveerd om gezamenlijk een zomers dagje opstap te gaan. Zoals genoeglijk bekend, leek het donderdagmorgen buiten meer op een niet al te koude herfstdag dan een uitnodigende zomerdag. Programma omgegooid. Om 15.20 zaten we uiteindelijk in Hilversum bij Vue in de bioscoop om ons te laten verwennen met de film Barbie. Inclusief popcorn. Hadden jullie niet gedacht! Interessante en amusante film, waar alle aspecten van het leven aan de kaak werden gesteld. Met een hoog roze gehalte.

Maar ook een film waar Mattel zichzelf een spiegel voorhield. Heel dapper (of slim). Voor de kindjes die in het roze naar de bioscoop waren gekomen, hadden de ouders veel uit te leggen. Soms ook storende, ingewikkelde ondertitelingen waar Astrid en ik ons niet druk om konden maken, maar die kinderen wel met een vraagteken op het gezicht achterlieten. Tegenover de bioscoop gingen we daarna bij Mout een afzakkertje halen, gelardeerd met een bittergarnituur. Al pratend kwamen Astrid en ik tot de conclusie dat er één Barbie ontbreekt in de collectie: Kraamzorg Barbie!

Ja, die past echt wel in de collectie. Mattel, grijp je kans! Van Barbie roze naar de soms grimmige, maar ook opbeurende werkelijkheid van de Ex’pression saga:

Vervolg van woensdag 26-07-23

Zondagavond, moe van het tobben, besluit ik vroeg te gaan slapen, er wacht me een hete week.

Niets is erger dan op maandagmorgen wakker te worden met het besef dat wanneer er geen geld binnenkomt, het eigenlijk einde oefening is. Hoewel……..Ex’tent zou zich toch wel behoorlijk in de eigen voet schieten nu ze het gebouw reeds aangekocht hebben. Vreemde jongens daar in Kasteel Moersbergen. Weg met hersenspinsels tijdens het tandenpoetsen, want makelaar Gary Breen wacht op me om het contract met SendMail af te ronden. Voordat ik naar ons gebouw loop, check ik bij het business office of er nog iets voor me binnengekomen is. En verdraaid, daar ligt een fax van ons ‘aller’ Frans van Mackelenberg, die schrijft dat het geld voor juli en augustus vandaag overgeboekt wordt! Ik kan een jubelkreet ternauwernood onderdrukken.

Even er snel doorheen lezend, zie ik dat hij Dawn Cardi 14 juli reeds heeft aangemaand om een eerste betaling van $100.000 over te boeken. “Wat een kutwijf,” mompel ik, dat heeft ze dus gewoon genegeerd. Puur om ons terug te pakken. Dat wordt lachen wanneer ik dat dadelijk aan Gary vertel. In wezen ben ik met Breen snel klaar, de overeenkomst is conform hetgeen we uitonderhandeld hebben, en dat betekent dat SendMail als eerste partij dient te ondertekenen, waarna ik de definitieve handtekening zal zetten. Dit alles om te voorkomen dat er wijzigingen worden aangebracht wanneer jezelf al een handtekening hebt gezet. Tja, de aloude handdruk ter instemming is uit het zakenverkeer verbannen, zeker in de Verenigde Staten! Breen meldt dat SendMail de ondertekening wel een beetje feestelijk wil maken. Helemaal prima!Vreugde alom wanneer ik tijdens de managementteam meeting bekend maak dat het geld vandaag overgeboekt wordt, terwijl Gary’s reactie voorspelbaar is op Dawn Cardi’s nalatigheid: “what did I tell you, that woman is out there to destroy us, as a matter of fact, she would like to be the new CEO.” Dat is een goeie, die had ik nog niet gehoord, Cardi heeft dus de ambitie om Ex’pression te gaan leiden. Dat ze ons kapot zou willen maken, laat ik aan me voorbij gaan, Gary heeft duidelijk z’n mond voorbij gepraat en wil het er verder niet over hebben. Craig Deonik, die nu behoorlijk in het systeem zit, komt ook met een onverwacht stinkei; of we z’n verhuiskosten van Portland in Oregon naar de Bay Area maar willen ophoesten. Hij legt een en ander op een smoezelig papiertje aan ons voor.

Gary en ik zijn verrast. Wanneer dit vooraf besproken zou zijn, hadden we er anders tegenaan gekeken, nu lijkt het meer op een roofoverval. Uiteindelijk komen we op een rond, veel lager bedrag uit, maar de sfeer is bedorven. Craig probeert de sfeer te verluchtigen door te melden dat Byron, de jonge IT medewerker die hij inbracht, voor hetzelfde geld meekomt en ‘for the time being’ bij hem komt inwonen. Dat stemt ons niet beter, integendeel, het geeft nog meer stof tot nadenken. Er ligt echter op dit moment zoveel op ons bordje dat we het tijdelijk van ons afschudden en Craig verzoeken om ons even alleen te laten. “Pete,” begint Gary, “what to think of this?”

Gary vertrouwt het niet

Ik vertel Gary dat we Craig in de gaten moeten houden, maar dat we op het verkoopfront op dit moment geen alternatief hebben. “Let’s check it month by month,” besluit ik mijn betoog. Eigenlijk haat ik dat, maar ik wil de zo wispelturige Gary geen kans geven om iets impulsiefs te doen. De dagen vliegen voorbij, er is zoveel te doen, en wat er ook gebeurt, vrijdag vlieg ik terug. Op m’n tandvlees bereik ik de 24e en met de wetenschap dat ik rond half elf op Oakland Airport moet zijn, toets ik als een razende mijn voorlopig laatste lokale ‘weekly update’ in. Met een ‘thank God’ dat het geld binnen is gekomen (bij de Summit Bank zijn ze heel blij), meld ik de strijd om de parkeerplaatsen. De City of Emeryville eist dat we 206 parkeerplaatsen hebben op het moment dat we starten, maar dat is belachelijk, wellicht na een jaar, maar nu zeker niet. Wij zijn de mening toegedaan dat we royaal in eerste instantie uitkomen met de 150 parkeerplaatsen die we hebben. We hebben de hele city bijeen geschreeuwd over dit onrecht, ook al omdat 27 augustus besloten wordt over onze gebruiksvergunning. Hope Spadora bracht soelaas door ons aan een dame te koppelen die ons 65 parkeerplaatsen garandeert op het moment dat we het echt nodig hebben, tweede helft 1999. Mijn vingers razen over het toetsenbord om maar alles in beeld te brengen. Gary stommelt naar binnen: “Pete, the green monster is waiting for you, I will fax the damn update and update you in the Van.” Daar is niets tegenin te brengen, De tijd dringt, even een printje, en vervolgens hopen dat Gary het niet vergeet te faxen.

Oakland Airport is maar een half uur ‘down the road,’ maar de 280 is altijd zo druk dat je er makkelijk een uur over doet. Ik vertel Gary dat Dawn Cardi een conference call a.s. woensdag wil beleggen om de lucht te klaren. Gary verslikt zich bijna, maar wanneer ik meld dat ze zich ook met het SendMail contract bemoeide, ontploft hij bijna. “We are paying the goddamn rent to Wintzen, so I don’t see why we can’t sublet it.”

Wordt vervolgd woensdag 02-08-23

“Huh,” mompelt Gary, “sorry man,” waarna hij zich terugtrekt in zijn badkamer.

Vervolg van zaterdag 22-07-23

Het geeft me tijd om de update af te maken en beneden bij het businesskantoor per fax te versturen.

Terug in het appartement gekomen wordt er gebeld: Arne Frager, eigenaar van The Plant aan de lijn. “I’m gonna make you an offer you can’t refuse, Peter,” klinkt het dynamisch. In het kort komt het erop neer dat Arne bereid is om een deel van zijn beroemde studio’s aan ons te verkopen, waarbij de studenten voorop komen te staan. Top idee. We maken een afspraak om dinsdagavond bij The Plant bijeen te komen en dan details te bespreken. Gary slaat helemaal op hol wanneer ik het hem vertel, en we zijn weer ‘the best of friends’. Telefoon…….slaapdronken mompel ik mijn naam in de hoorn. Half zeven maandagmorgen Californië, half vier ’s middags in België. Astrid, die arme schat die weer de verhuizing geregeld heeft, brengt me op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. De jongens kunnen waarschijnlijk bij de internationale school in Mol hun Engelse onderwijs voortzetten. Dat is goed nieuws. Na zo’n 20 minuten moest het eruit; we missen elkaar, en de 9 uur tijdsverschil helpt ook niet. Wat onbehaaglijk sluiten we het gesprek af. Een nieuwe week is begonnen. Na de managementteam meeting van 10 uur, dat gaat daadwerkelijk routine worden, treffen we Susan Collin van Idea Man voor creatie van specifieke Ex’pression merchandise en weggeefdingetjes. ‘SWAG’ in de volksmond: Stuff We All Get. Geweldig waar die Amerikanen allemaal mee voor de dag komen! Van muismatjes tot kekke zonnebrillen, hangers, en natuurlijk pins. Alles in Ex’pression kleuren.

Met alle ideeën gaan we spelen om tot een gerichte keuze te komen. De bezoeken volgen elkaar in hoog tempo op, en voordat we het weten breekt dinsdagavond aan en worden we verwacht bij Arne Frager in The Plant Studios. Via San Francisco en de Golden Gate Bridge voert een fotogeniek ritje ons langs de baai naar Sausalito, kleurrijk artiestenstadje. Even zoeken naar 2200 Bridgeway, maar alras staan we voor het totaal in hout uitgevoerde gebouw waar internationale artiesten als Fleetwood Mac, Stevie Wonder, Metallica, Santana en vele anderen megahits opgenomen hebben. Ook de deuren zijn prachtig bewerkt.

We melden ons bij de receptie en moeten even op Arne wachten in een intieme, wat donkere ruimte, behangen met gouden en platina platen, CD’s en cassettes van diverse artiesten. Indrukwekkend. Arne begroet ons enthousiast en voordat hij zijn ideeën gaat spuien, geeft hij ons een studiotoer. Hij blijft met name stilstaan bij de Metallica studio, die speciaal voor hen drie meter verhoogd is. Arne verklaart het simpel door te herhalen wat zij hem te melden hadden: “if you don’t build it, we build our own.” Zo is het maar net, die jongens van Metallica hebben genoeg geld om hun eigen studio te bouwen, dus moest Arne wel zwichten. Onderdeel is wel dat er minimaal drie albums opgenomen moeten worden. Bij een der opnamestudio’s, waar een giga Neve board geïnstalleerd is, heeft Arne alles in 5.1 surround sound laten bedraden. Als demonstratie speelt hij de DVD ‘Hell freezes over’ van The Eagles. Kippenvel! Gary en ik staan paf, alsof je met Don Henley in de zaal zit mee te drummen. Dan begint Arne zijn pitch: “Look guys, this is what I have in mind…..” Het komt op het volgende neer: Voor een investering van $1,5 miljoen kopen we ons als het ware een tweede campus. Denk aan de rondleidingen die we daar kunnen doen, seminars, open houses, studiotijd, enz. enz.

Arne Frager ‘on top of his game’ wanneer hij presenteert

“Rubbing shoulders with the rockstars is sexy!” dat trekt pas studenten aan, gooit hij er nog een uitsmijter tegenaan. Fijntjes geeft hij ook nog aan dat de Dave Matthews Band vorige maand de #1 positie in de Billboard Album top-100 heeft bereikt. En waar is dat album opgenomen? “Right here!” Triomfantelijk kijkt hij Gary en mij aan, alsof hij applaus verwacht. Maar we zijn onder de indruk, echt wel! Gary stelt nu de juiste technische vragen, die Arne vlotjes beantwoordt, en hoewel ik de stemming niet wens te bederven, geef ik aan dat er wel cijfers op tafel moeten komen. “No problem,” aldus Arne, voor het weekend krijg je die. Sterker nog, Arne nodigt ons uit voor een diner in San Francisco om daarna een middernacht concert bij te wonen van zijn nieuwste ontdekking ‘Storm’. Volgens Arne een zeer getalenteerde meid die dynamiet in haar optredens stopt. Big hugs ter afscheid en tegen het middernachtelijk uur bereiken we ons appartement. Sweet dreams. De volgende dagen hebben niets, maar dan ook niets, met Rock and Roll van doen, dat brengt ons even terug op aarde. Lucent komt voor de telefooncentrale (veel te laag gebudgetteerd), verzekeringen ondergebracht bij Mike Taylor van Christ Elliot, en samen met Craig Deonik gesproken met event planner Kappi Hommert. Gary en ik voeren gesprekken met radiostations KMEL en Live105 over on-air reclame en exposure gedurende concerten. In de tussentijd wordt hard aan het curriculum gewerkt en de lobby met de City of Emeryville opgevoerd, we moeten hoe dan ook begin januari onze eerste klas in huis hebben. Vrijdagmorgen om 10.00 melden we ons bij city planner Barry Cromartie, die ons eerder die week liet weten dat we 206 parkeerplaatsen dienen te hebben voor de gebruiksvergunning, omdat weinig mensen in Emeryville openbaar vervoer gebruiken. Die hebben we niet, dus dient er een list verzonnen te worden. Schokkend voor ons is dat de hoorzitting voor de gebruiksvergunning verschoven is naar 27 augustus. Voor die tijd kunnen we geen steen van het gebouw verwijderen of aanbrengen. De verwachting is wel dat het goedgekeurd wordt, hetgeen betekent dat we 12 september met de verbouwing kunnen beginnen. Het goede nieuws is dat uit alles blijkt dat de City of Emeryville ons dolgraag wil hebben om mee te pronken. Temeer ook omdat Pixar volgend jaar in Emeryville neerstrijkt, hetgeen betekent dat Ex’pression hen kan bedienen met afgestudeerde animatie geeks die staan te popelen om daar aan de slag te gaan! Barry Cromartie wenst ons het allerbeste en geeft ons wat nuttige tips inzake het parkeerprobleem. Voordat we naar San Fancisco vertrekken, besluit ik om de ‘weekly update’ te produceren, ook om ze bij Ex’tent erop te wijzen dat we op zwart zaad zitten. Nou, als iemand het met me eens is, dan is Gary het wel: “Give ‘em hell, Pete, while we are busting our balls, they’re probably doing beer and joints.” Ik kan hem geen ongelijk geven, ook al omdat we allerlei verplichtingen aangaan zonder rugdekking. Daar kan je persoonlijk voor aangeklaagd worden, en dat wil je niet in dit land waar advocaten als grootverdieners beschouwd worden, en als gieren op opdrachten uit zijn.

Zo, dat lucht op! Gary en ik ‘bestijgen’ ons groene pronkstuk en voegen in op de 101 naar San Francisco. Arne heeft ons uitgenodigd bij een van de beste steakrestaurants in San Francisco; ‘Ruth’s Chris’ op Van Ness Avenue. In de korte tijd dat ik hier ben, heb ik dit soort uitstapjes echt leren waarderen, dus ben ik buitengewoon goed geluimd.

Nu ik er over nadenk, hebben we deze week eigenlijk niet al te best gegeten. Waarschijnlijk moet Arne dit gemerkt hebben aan de gretigheid waarmee ik de filet mignon verslind. Het biedt hem inmiddels de gelegenheid om zijn plannen om Ex’pression en The Plant aaneen te smeden nogmaals gepassioneerd over de bühne te brengen. Nadat Arne de zeer forse rekening met zijn creditcard voldaan heeft, begeven we ons op weg naar een van de oudste concertzalen in San Francisco, The Warfield Theatre. Begonnen in de 20-er jaren met vaudeville en later bekend geworden door optredens van o.a. Bob Dylan, The Grateful Dead en Guns N’ Roses. Heerlijke vibe. En toen kwam ‘Storm’ op! Of er een wervelwind binnenkwam, die ook plotseling kon gaan liggen, maar wat een temperament!

Het album, op Arne’s label Pop Mafia Records, heet ‘Storm and her dirty mouth’, hetgeen qua inhoud klopt! Wat een tempo, wat een dynamiek! Arne stelt Gary en mij na afloop voor als zijn twee nieuwe beste vrienden, en Storm toont zich opgetogen. Mijn Arcade verleden en Gary’s antecedenten maken indruk op haar. We gaan monter en uitgelaten uiteen. Rond 3 uur ’s nachts tollen we ons bedje in het appartement in. Het weekend is begonnen. Omdat ik volgende week vrijdag naar huis vertrek, België dus, maak ik me van het weekend zorgen over gelden die nog niet overgeboekt zijn door Ex’tent, alsmede de toekomst van de familie Laanen, aangezien nog niets overeengekomen is inzake mijn nieuwe job. Daarnaast zullen de sociale banden ook weer enigszins aangehaald moeten worden met familie en vrienden. Hoeveel tijd heb ik in België, inclusief de Ex’pression perikelen? Volgende week de 24e heen, woensdag 12 augustus terug, dus een goede twee weken. Binnen die tijd moet ook nog het appartement van mijn moeder aan de Wijnkade, waarvan ik eigenaar ben, overgedragen worden aan de nieuwe eigenaar, en daar blijft het niet bij. Voor alles neem ik me voor om met Astrid en de boys echt wat vakantie te gaan vieren, niet alleen bezig met Ex’pression, of met mensen die continu mijn aandacht vragen. Zoals altijd, makkelijker gezegd dan gedaan. Zondagavond, moe van het tobben, besluit ik vroeg te gaan slapen, er wacht me een hete week.

Wordt vervolgd zaterdag 29-07-23

Naar voren kijken doet leven!

‘Leef’, zingt Andrés Hazes junior. En dat doet-ie ook, weliswaar een beetje op en neer (mild uitgedrukt), maar toch, zij het met een horizon die niet verder dan morgen ligt. Zelf ben ik meer van ‘daar leef ik naartoe’. Dat betekent voor mij het echte verkneukelen over vooruitzichten! Voorbeeld: Astrid boekte deze week onze juni 2024 cruise trip naar de prachtige fjorden van Noorwegen, waarbij we op de terugweg naar Rotterdam o.a. het Schotse eiland Isle of Skye aandoen. Beroemd eiland, niet alleen vanwege de ‘whisky trail’, maar ook het natuurschoon en de vele films die daar opgenomen zijn. Een klein jaar verder, hoor ik menigeen mompelen. Klopt. Toen ik opgroeide in onze bescheiden gebudgetteerde familie, zei m’n moeder standaard als er iets te gebeuren stond; ‘bij leven en welzijn’. Dat fatalistische begreep ik achteraf, maar het optimistische ernaartoe leven houdt je gaande, oftewel de adrenaline blijft in zekere mate door je aderen vloeien onderweg naar het volgende evenement. En natuurlijk moeten er wel tussenstops zijn, zoals onze trip naar Bali tweede helft september, om ons bij dit liefelijke duo te voegen:

Inderdaad, oudste zoon Bo-Peter met partner Tiphanie aan het begin van een trip van 6 maanden dwars door Azië. ‘Digital Nomads’, als zodanig staan ze bekend! Astrid en ik, de ‘Analog Nomads’, genieten de eerste twee weken mee. “Gaat-ie goed’, hoor ik nu menigeen roepen. Inderdaad, hard voor gespaard, gaan we nu hard uitgeven. Laatste hemd, enz…….. ‘But wait, there is more’, schreeuwen Amerikaanse reclames. En dat is juist, terwijl Astrid zich bezig houdt met haar ‘booming’ baby business, zie ik uit naar de eerste thuiswedstrijd van Sparta tegen…..Feyenoord nog wel. 20 augustus begeven de gebroeders Laanen zich naar Het Kasteel om de eerste thuisoverwinning van het seizoen te vieren. Daarvoor speel ik nog met grote vriend Fred van Buiten om de Benelux pooltitel. Speciaal overgekomen uit Menlo Park, Californië, en waarschijnlijk al maanden bezig om zich voor te bereiden. Om me te intimideren stuurde hij me onderstaande foto, losjes met een glas chardonnay en een pitbull (!):

Ik ga hem voor mijn ‘Pogacarretje’ spannen, zeker weten. Tijdens de traditionele lunch, voorafgaand aan deze slag, zal ik me beperken tot Cola Zero terwijl Fred zich ongetwijfeld tegoed doet aan chardonnay. Tactiek geleerd van de Jumbo Visma toerploeg. En dan zondag over een week trakteert (cadeau voor mijn verjaardag) mijn oudste zoon Rick me op een whisky proeverij plus diner en overnachting in het immer bruisende Loosbroek. Bij al dit geweld zou je bijna weer gaan denken aan ‘bij leven en welzijn’, maar de twee jonge ondernemingen die ik steun kunnen gerust zijn, er zitten nog vele dagen tussen waar ik hard train, zowel fysiek als geestelijk. Maar ook het terugkijken naar vergane jaren geeft me inspiratie en wijsheid. Ook dit deel van de Ex’pression saga brengt veel van het bovenstaande aan het licht, en het waarom. Alles heeft zo z’n reden.

Call met John Storyk, de architect in bezit van een ego van hier tot New York, van waaruit hij ons belt.

Vervolg van woensdag 19-07-23

We bespreken het vervaardigen van een initieel ontwerp, zodanig in detail dat er door een tweetal gespecialiseerde bedrijven op geoffreerd kan worden. Storyk zegt op de hem zo eigen arrogante wijze toe dat we op hem kunnen bouwen. Het doet me denken aan de spreuk op menig Amerikaanse munt:

Het wordt hier zo leuk verbasterd dat het je gelijk aan Storyk doet denken: ‘In God we trust, all others cash’. Ik ben er niet zeker van of hij in het ‘trust’ plaatje past of het ‘cash’ gedeelte. ‘We call it a day’, lijkt inderdaad het moment om de dag af te sluiten, maar aangezien de bodem van de schatkist in zicht is, besluit ik eerst maar even een up-to-date cashflow overzicht te maken. Gezellig! Nu als de sodemieter naar Nederland sturen met een urgente boodschap voor Van Mackelenberg en Eckart. Voor Eckart met name om aan te tonen dat ik niets te maken heb met de $800.000 die besteed is gedurende de periode dat Gary de scepter zwaaide. Van Mackelenberg blijft het maar aandragen.

Dit laat toch aan duidelijkheid niets te wensen over, zou je denken. Wanneer je een grote broek aantrekt, moet je er ook naar handelen. Zo simpel is dat. Maar op dit moment is niets zeker, helaas. Woensdag de 8e vindt ons eerste interview plaats met SF Magazine in ons nieuwe gebouw, dat we nog even Btrium noemen, zoals gedoopt door Sybase. Inderdaad, er is ook een Atrium, helaas (nog) niet van ons. Gezeten aan een tafeltje, in onze immens grote ruimte, voorzien van drie kale stoelen, doen Gary en ik ons relaas. En net zoals bij het Bureau werkt het ook bij deze journalist; hij raakt super enthousiast en wordt het nog meer wanneer we een toertje doen en vertellen wat voor soort studio’s ingericht gaan worden. Mocht de school niet lukken, dan kunnen Gary en ik alsnog op de bühne verder gaan als het duo ‘Motivator Kwibus’. “Fuck man, we’re good,” vindt ook Gary, transpirerend na de toer. Zijn conditie baart me wat zorgen. ’s Middags begroeten we de Sendmail mensen die de hen toegewezen ruimte komen bekijken en opmeten. Opgewonden beklimmen we daarna onze groene Ex’pression Van om naar Walnut Creek te rijden, waar Gary een huis op het oog heeft dat hij wil kopen. En wat een leuk stadje is dat! De prijzen zijn navenant, maar zoals Gary weet, het hangt samen met het schooldistrict en veiligheid. Gaan de kinderen naar een privé school, dan loop je financieel leeg, hier zijn de openbare scholen domweg goed. Vrijdagochtend gaan we in onderhandeling met Softimage. Softimage is een 3D grafische applicatie die gebruikt wordt om 3D grafieken, modellen en animaties te produceren, iets dat Ex’pression nodig heeft voor het animatie programma. Al pratend komen we tot de conclusie dat een samenwerkingsverband beide partijen bepaald geen windeieren zal leggen. Vanwege de PR afspraak met MCA sluiten we af en maken onmiddellijk een nieuwe afspraak later op de dag. MCA komt met een uitbundige PR presentatie waar Gary, Craig en ik likkebaardend naar luisteren. Alleen het financiële plaatje ontbreekt nog. Ik vrees voor het ergste! Inmiddels heeft de klok 5 uur geslagen en hervatten we het enthousiaste gesprek met Softimage. We komen eruit met een werelddeal, gebaseerd op een educatie korting van 53%, en daarnaast worden we vanaf 1 september hun officiële trainingscentrum aan de westkust. Tevens worden er 100 training vouchers a raison van $2.500 naar ons overgeboekt. Natuurlijk weten ook wij wel dat Softimage niet voor Sinterklaas speelt, maar de studenten aan de haak heeft die met Softimage gaan werken. Een echte win-win situatie. Gary en ik zijn door het dolle. ’s Avonds hebben Gary en ik een gepland diner met onze eerste management assistente, Nadine ‘Diny’ Storyk, bij ‘Charlie Brown’s’ in de Emeryville Marina.

De dochter van…… denkt zeer genuanceerd over haar bekende vader, hetgeen ons goed doet. Gary en ik zijn nog ‘high’ van de deal met Softimage en gooien er wat dwaze praat uit. Diny weet wat haar te wachten staat. En, ze kent Gary natuurlijk al, hetgeen maar goed ook is, bedenk ik me, na een aantal maanden met Gary doorgebracht te hebben. Een gelukzalig weekend is aangebroken, een van Gary’s laatste in het appartement. Zondagmorgen, na het ontbijt, besteed ik aan het wekelijkse rapport. Gary is in zijn gedeelte van het appartement aan het douchen en komt, terwijl hij z’n haar aan het föhnen is, in de deuropening van zijn badkamer staan, hetgeen geen mooi uitzicht is, laat staan gehoor omdat hij er ook nog onverstaanbare taal bij uitslaat. Ik negeer hem. Plotseling verstomt de föhn. “What’s wrong Pete?” vraagt hij verbaasd, Nadat ik hem uitleg dat ik a) ergens mee bezig ben en b) best wel met hem wil praten zonder bijgeluiden, vervalt hij in gepeins. “What more bothers you about me, Pete?”. Nou, daar ben ik net klaar voor: “well then, the way you fart and burb is rather annoying.” Inderdaad, de boeren en scheten die hij laat hebben recentelijk een grens overschreden. “Huh,” mompelt Gary, “sorry man.” Waarna hij zich terugtrekt in zijn badkamer.

Wordt vervolgd 26-07-23

“We don’t beat around the bush over here,” meldt hij monter, aangevend dat hij vandaag nog de deal wil doen.

Vervolg van zaterdag 15-07-23

Cijfers, vragen en informatie worden in hoog tempo uitgewisseld; kunnen ze echt wel per 1 september het gebouw betrekken, kosten van verbouwing, er moet immers een muur aangebracht worden, en wat van dies meer zij. Na ruim drie uur zijn we het eens, schudden fanatiek elkaars hand, en ronden de deal af. Gary Breen zorgt voor de documentatie en de door hem meegebrachte fles champagne (voorkennis?) kan geopend worden. Een deal van bijna $1.000.000 in ons voordeel is werkelijkheid geworden. “We’ve got the hottest building in town,” jubel ik. De euforie draagt me op vleugels de hele avond door. Op een of andere manier wil de slaap niet komen en net op het moment dat een geeuw over m’n lippen komt, gaat de telefoon. “Gefeliciteerd schatje,” zingt Astrids stem over de lijn. Inderdaad, ook in Californië is het inmiddels 3 juli geworden; mijn verjaardag is een feit. Na wat koetjes en kalfjes, informatie over de stand van zaken met de verhuizing en hoe het met de boys gaat, duik ik m’n ‘Scandinavian’ bed in. Slaap der rechtvaardigen? Ik vind van wel! Vreemd hoor om wakker te worden zonder luidruchtige kinderen die je toezingen, inclusief een ontbijtje voor de jarige. Ik rol slaapdronken m’n bed uit, neem een douche, poets m’n tanden en scheer me. Beneden in het complex is een broodjeszaak waar ze bagels met smeerkaas verkopen. Zeker niet vies, de koffie daargelaten, maar niet bepaald een verjaardagtraktatie. “Dat heb je er nou van, meneer de avonturier,” mompel ik in mezelf. Geen tijd voor zelfmedelijden: ‘the beat goes on’. En inderdaad, om 10 uur wacht David Schwartz op me die nog niet weet dat de rol van CEO niet door hem bekleed gaat worden. Gary vindt dat de CEO in spé, ik dus, dat maar moet mededelen. “You are the big cheese man,” laat hij me weten. Hoewel dat niet op papier staat, besluit ik die rol te spelen.

David is zo’n aardige, beschaafde kerel dat het moeite kost om hem pijn te doen, maar wat moet, dat moet. “David, good to see you again,” is altijd een goed begin. Maar het snelle “after in depth discussions, we came to the conclusion that you’re not the perfect candidate to lead a startup like Ex’pression,” kwam toch rauw op z’n dak. Maar, eerlijk is eerlijk, hij is niet de tijger die je nodig hebt voor de startup fase van een bedrijf. Hij neemt het op als een man en zegt vol eergevoel “Peter, whatever this outcome, you can always count on me.” Een man naar mijn hart, echter onder andere omstandigheden. De dag vordert moeizaam omdat het ene na het andere verjaardagtelefoontje binnenkomt. Dat gaat door tot 3 uur ’s middags, het moment dat de kalender in Nederland naar 4 juli verschoven wordt. Gary trakteert me in de tussentijd op een lunch bij The Townhouse en is benieuwd naar het gesprek met David Schwartz: “you didn’t hurt him, did you?” Ik vertel Gary over het verloop van het gesprek en dat doet hem goed. “Sorry about your mom,” is het enige dat hij zegt over het overlijden van mijn moeder, om in dezelfde zin door te gaan met “tonight drinks at the apartment, celebrating your birthday.” En dat doen we ’s avonds, we drinken een flinke borrel op mijn gezondheid, en gaan aangeschoten naar bed. The fourth of July, onafhankelijkheidsdag in Amerika, is niet aan me besteed. Ik slaap wat uit en begin voorzichtig met m’n einde weekrapport. Dan slaat het plotsklaps in als een bom: vandaag speelt Nederland tegen Argentinië. Kwartfinale nog wel! En getver, ze zijn al begonnen. Waar, oh waar kan ik dat bekijken? Blijkt dat ‘The Broken Rack’, een poolbiljartbar, het live uitzendt. Net voordat de tweede helft begint kom ik binnen. Het is niet echt druk en de stand is 1-1. Zinderende tweede helft, ik wip op de barkruk, m’n medebargenoten kijken me vreemd aan. Dan wordt Arthur Numan na zijn tweede gele kaart eruit gestuurd en ik krijg een nare smaak in m’n mond, dit ken ik. De wedstrijd golft op en neer en zowel Nederland als Argentinië komen goed weg. “Shit,” roep ik luid wanneer Ortega een kopstoot uitdeelt aan Van der Sar. Verdiend rood. Tien tegen tien. Laatste minuut, de bal komt bij Bergkamp, feilloze aanname: GOAL! M’n bargenoten krijgen een rondje koffie omdat er nog geen alcohol geserveerd mag worden. “Wow,” Nederland naar de halve finale. Brooddronken wandel ik terug naar het appartement, het is pas kwart voor tien. ’s Avonds loop ik even naar de pier van Emeryville van waaruit je het vuurwerk in San Francisco kunt gadeslaan. In verband met de houten huizen die hier gebouwd worden, met het oog op aardbevingen, is lokaal vuurwerk afsteken ten strengste verboden. En zo breekt na een lange nacht 5 juli aan. Alvorens het rapport af te maken feliciteer ik broer Aad met z’n 55e verjaardag. Het rapport maak ik af, waarbij ik nog een beter huurresultaat kan melden! Het is zondag, een mooie dag om met de duidelijk te herkennen Ex’pression Van een rondje Bay Area te doen. Uitgekookte reclame, zo zie ik het! Maandag 6 juli, ik zie uit naar onze eerste officiële managementteam meeting. Het wordt een van de laatste bijenkomsten in ons tijdelijke onderkomen in Doyle Street. Ik ben best van dat industriële gebouwtje gaan houden, ook vanwege het inpandige Doyle Street Café, waar je zo lekker kunt ontbijten.

Daar heb ik menig ‘two eggs, over medium, crispy bacon and toast’ ontbijtje naar binnengeslagen!

Voordat Craig Deonik aanschuift, bespreek ik met Gary de penibele cashflow situatie. Ex’tent, waar Frans van Mackelenberg financieel verantwoordelijk voor is, heeft het juli voorschot nog niet overgeboekt. Gary verschiet van kleur, hij heeft de brute aanvallen van Van Mackelenberg op zijn businessplan nog vers in het geheugen staan: “what a dickhead,” gooit hij eruit. Na nog wat uitlatingen met een sterk fuck gehalte, verzoek ik hem om zijn energie positief in te zetten. Uit de cashflow die we morgen sturen zal blijken dat we het hard nodig hebben, en uiteindelijk komt het ook onder Eckarts ogen. Gary vertrouwt het niet: “Eckart should get rid of that mofo,” meent hij stellig. Dit soort afkortingen verrijken weliswaar mijn vocabulaire niet, maar het is wel goed om de taal van de straat te begrijpen. Craig Deonik schuift aan, waarna zich een boeiend marketing gesprek ontspint. Duidelijk is dat Gary een mening heeft over Craig die hij bestempelt als ‘old school’. “Think out of the box man,” hoor ik hem meerdere malen zeggen. Ik breek in omdat Deonik ook verantwoordelijk voor ‘sales’ zal zijn en we nu geen confrontaties nodig hebben. “Gary you will oversee marketing, and I do the same with sales,” verdeel ik de koek. Of Craig zo blij is met deze verdeling weet ik niet, maar aangezien een groot deel van zijn salaris afhankelijk zal zijn van ‘sales’, toont hij zich inschikkelijk. Even las ik een korte pauze in om de sfeer wat te verluchtigen. Ik toon Gary de foto die Craig meegestuurd heeft bij zijn CV:

Goeie foto, alleen van een jaar of twintig geleden. Craig moet er wel om lachen en mompelt wat. Gary bescheurt het. “Well done Roy Orbison,” proest hij het uit. Mocht ik hier nog eens les in gaan geven, dan is dit zeker een dingetje, evenals hoe Amerikanen hun CV weten te pimpen. We gaan over tot de orde van de dag en bespreken de PR-situatie voor de komende maanden. Wat er uitspringt is ons gastheerschap van het evenement van AES (Audio Engineering Society) zondag 27 september. We hebben op dat moment nog niets verbouwd, en zeker geen recording console ter plekke. We moeten hier echt creatief tewerk gaan omdat we anders als een gieter afgaan voor de hele audiowereld. Gary neemt als de creatiefste onder ons deze verantwoordelijkheid op zich. Onze aankondiging in de gemeenschap van Emeryville dat we onze ‘Grand Opening’ zaterdag 14 november vieren, krijgt veel aandacht. We plannen een conference call met Silent Planet inzake brochures, leaflets en house style overall, en sluiten de vergadering tegen het middaguur af. De mouwen moeten nu daadwerkelijk opgestroopt worden. Na de prettige conference call met Silent Planet dinsdagmorgen, haast ik me weer naar The Broken Rack voor de WK wedstrijd, waar Nederland het in de halve finale opneemt tegen Brazilië. 12.00: de bar is nu wel open voor alcoholische versnaperingen, en dat levert heel wat meer publiek op. Het wordt uiteindelijk weer een nagelbijter. Na de 1-1 eindstand en het uitblijven van de ‘golden goal’ in de verlenging: strafschoppen. De mare van de Braziliaanse keepers, die qua historie altijd tot de zwaksten der wereld behoren, geeft ons hoop om naar de finale door te stomen. En zeker deze koekenbakker: Cláudio Taffarel. En wij hebben Van der Sar! 3-2 in penalty’s voor Brazilië, Cocu neemt z’n aanloop, stopt, en legt de bal weer goed. Vervolgens schiet hij de bal in de rechterhoek. Helaas ligt Taffarel daar al. “Oh no,” kreun ik, dit ken ik. “You’re hurting buddy?” klinkt een bezorgde stem aan de bar. “Sorry, I’m fine,” houd ik me groot, terwijl Dunga inmiddels de vierde Braziliaanse pingel erin tikt. Ronald de Boer moét nu scoren! Aanloop, de bal gaat naar de linkerhoek, en jawel, daar had Taffarel op gegokt.

Sprookje uit. Zwaar de tering in. Op een drafje terug naar Doyle Street voor een conference call met John Storyk, de architect in bezit van een ego van hier tot New York, van waaruit hij ons belt.

Vervolg zaterdag 22-07-23

Drama VanMoof en geboorte Ex’pression 1998

Vele malen mocht ik als International Trade Director van het NBSO (Netherlands Business Support Office) in San Mateo/San Francisco, een steentje bijdragen aan de progressie van veelbelovende startups. Zo ook VanMoof tijdens hun aanwezigheid bij de SXSW show in Austin, Texas in 2014. Hun minimalistisch uitgevoerde fiets kreeg daar veel bekijks en de loftuitingen waren niet van de lucht. En net als bij de andere startups kreeg ik een ‘high’ van het energieveld rond een dergelijke in opgang zijnde jonge onderneming. Onderstaande foto nam ik van een zorgeloze Taco Carlier, samen met zijn broer Ties oprichters van VanMoof.

Hier wil ik het even opnemen voor de Carlier brothers. Ondanks alle investeringen die verdampt zijn, alsmede teleurgestelde VanMoof bezitters, moet de schaduw van het nakende faillissement bij die twee ongelooflijk pijnlijk zijn. Als echte entrepreneurs zijn ze nooit echt begonnen om binnen no-time rijk te worden. Daarvoor hebben ze door teveel hoepels gesprongen. Te hard gegroeid, te ambitieus; allemaal waar, maar zo gaat dat met entrepreneurs die als motto hebben dat de ‘sky the limit is’. En natuurlijk zijn oprichters meestal niet de juiste mensen om het bedrijf bestuurlijk in rustiger banen te leiden. Hopelijk komt er een doorstart waarbij de gebroeders Carlier in een adviserende rol alsnog een steentje mogen bijdragen aan het wereldmerk VanMoof. Ik prijs me gelukkig nog steeds een adviserende rol te mogen spelen bij een drietal jonge ondernemingen. Ex’pression was niet mijn eerste trucje toen ik daar op mijn 51e aan begon, maar de adrenaline bleef onveranderd aanwezig, zij het dat ik meer beducht was op valkuilen. Terug naar 1998:

Dat werd weer afgewisseld met beelden van een tierende Dawn Cardi, een gniffelende Gary Platt en een gelukzalig blowende Eckart.

Nee, ik ben niet geheel fit zaterdag de 20e, nota bene de 35e huwelijksdag van mijn schoonouders. ’s Avonds brengen Astrid en ik de kinderen naar mijn dochter Nicole en partner Emile. Te bedenken dat die jochies ruim een jaar geleden nog op bezoek waren bij opa en oma aan de Wijnkade:

V.l.n.r. Bo-Peter, Ivar, Pa Jan, Ma en Kaj

Opa zou kort daarna overlijden, en nu is het oma’s beurt. Wat gaat er om in die kinderkoppies? Astrid neemt ze maandag ter verstrooiing mee naar Phantasialand, waarna ik nog een rondje langs de Amerikaanse velden kan maken. De 23e boek ik m’n ticket om en maak m’n interim rapport af, waarbij ik met name gewag maak van de discount van $300.000. Daar zal die centenneuker van een Mackelenberg wel klaar op komen. ’s Avonds komen onze voormalige buren uit Wilnis, Jan en Roos Smits naar Hubbelrath om op de jongens te passen, zodat wij de komende dagen vrij spel hebben. En zo breekt 24 juni aan. Alle broers en schoonzussen zijn bijeen gekomen aan de Wijnkade omdat het einde nadert. Inmiddels doen de morfinepleisters hun werk, zij het dat ma van tijd tot tijd ijlend wakker wordt en dan onherkenbare klanken uitstoot. ’s Nachts heb ik nog diverse rapporten gestuurd naar City Manager John Flores, makelaar Gary Breen en mijn favoriet, de ‘charmante’ Dawn Cardi. Het wachten op, ja de dood, is eigenlijk best slopend. Daar ligt ma, matriarch van de familie, hulpeloos dood te gaan, en zo voelen wij ons ook. We nemen nog maar een kopje koffie, ijsberen wat, en zo sluipt de middag om. Een licht gereutel luidt het einde van ma in. We zijn opgelucht dat ze uit haar lijden verlost is. We zullen haar node missen. Hans sluit plechtig de ogen van ma. De klok wijst 16.04 aan. Het is gebeurd, daar ligt ma. Het lijkt wel of haar gezicht zich ontspannen heeft. Onhandig omhelzen we elkaar, en door te zeggen dat het wel zo goed is, dat het lijden voorbij is, troosten we onszelf. Op een onbewaakt moment, Aad en Nel zijn even de deur uit, komen Hans, Rob en ik bijeen en besluiten dat, op een persoonlijke herinnering na, we alles aan Aad en Nel nalaten. Niet alleen vanwege hun niet al te brede financiële basis, maar ook omdat ze het meeste onder de omstandigheden gedaan hebben. De volgende dag reeds bespreken we details met de begrafenisondernemer. In schril contrast krijg ik een verheugend telefoontje van makelaar Gary Breen, die een potentiële huurder heeft voor een deel van het te grote gebouw dat we op het punt staan te kopen. Dit bespreek ik met Eckart, die me warm condoleert en me maant kalm aan te doen. Ook Gary Platt en Dawn Cardi worden door mij geïnformeerd, en bij Dawn kan er zowaar een piepklein compliment af! Zondag vertrekt Astrid met de kinderen naar Lommel om daar samen met technisch aangelegde zwager in spé Aldert voorbereidingen voor de verhuizing te treffen. Maandag 29 juni is het zover, om 11.45 melden we ons bij Uitvaartcentrum Goetzee, waar de laatste rituelen zullen plaatsvinden. Tantes, ooms, kleinkinderen, nichten, neven en wat vrienden verzamelen zich om Ma de laatste eer te bewijzen. De broers hebben mij vereerd met het verzoek om de laatste woorden aan ma te wijden, en met een brok in mijn keel begin ik daar aan:

Bij een aantal echte ‘Ma’ anekdotes zie je ooms en tantes soms instemmend knikken, of een glimlach onderdrukken. Vervolgens naar begraafplaats Crooswijk waar onze kleine mannen, Bo-Peter en Kaj, stoer voor de kist uitlopen. De allerlaatste ceremonie is sober en nadat eenieder een schepje aarde op de kist heeft gestrooid, begeven we ons naar de obligate koffie, thee en cake bij het zeer Rotterdamse Lommerrijk. Daar komt na verloop van tijd de stemming weer terug en worden vele memorabele momenten van en met Ma herhaald. Het is goed. Vroeg in de avond rijden we terug naar Düsseldorf en in de auto praten Bo-Peter en Kaj honderduit over de gebeurtenissen van de dag. Het heeft diepe indruk op ze gemaakt. Op de radio krijg ik nog mee dat Nederland voor het WK in de achtste finale Joegoslavië met 2-1 heeft verslagen. Het boeit me niet. Dinsdag 30 juni is het zover, de Mercedes gaat terug naar Arcade en nu zijn we volledig aangewezen op de VW Sharan van Astrid. Niets mis mee. ’s Avonds gaan we met ons gezinnetje, aangevuld met de enthousiaste Eric Eversdijk, een der laatste Nederlandse Arcade werknemers in Düsseldorf, voor ons laatste diner aldaar. Immers, morgen vertrek ik naar Oakland en gaat Astrid de verhuizing naar Lommel organiseren. Weer drukt de verhuislast op haar schouders. Ik mag me echt gelukkig prijzen met zo’n vrouw. Na een enigszins bedrukte maaltijd nemen we hartelijk afscheid van Eric en keren we huiswaarts.

Peter omarmt Eric, de laatste der Arcadianen, ter afscheid.

En zo breekt juli aan met een hartstochtelijk afscheid, en begint Martinair vlucht 801 naar Oakland met 2,5 uur vertraging. Inmiddels zijn de in rood uitgedoste Martinair medewerkers een soort van familie van me geworden, hetgeen de pijn verzacht. Aan boord in ieder geval heel wat om over na te denken, zowel privé als zakelijk. Privé over hoe de nabije toekomst eruit gaat zien, en zakelijk over de huurdeal die we kunnen maken met SendMail, een belangrijke dotcom startup. Morgen is daar een afspraak mee over details van de deal, waarbij we praten over verhuur van 2000 vierkante meter. Wel zaken waar ik me enorm op verheug. Onderhandelen is het mooiste wat er is, zeker in tijden als deze waar de dotcom startups ongelooflijk veel over hebben voor een ‘cool’ onderkomen. Laat in de middag, een kleine twee uur na de geplande tijd, komen we in Oakland aan. Daar heeft Gary een boodschap voor me achtergelaten waar de groene Van geparkeerd is: ‘Building 2, space 2320’. Sleutel en parkeerkaart onder de zonneklep. En of ik niet wil schrikken van het nieuwe uiterlijk van de Van. Maar die vind ik geweldig, precies zoals ontworpen door Silent Planet tref ik het voertuig aan.

Onderweg naar het appartement lijkt de Van voor nogal wat opschudding te zorgen, maar dat is het leuke van die Amerikanen. Het gros steekt de duim op ter goedkeuring. Voelt goed. Net als terugkeer in het appartement, wat een lekkere stek is het toch. Gary Breen komt donderdag een half uur vroeger dan de SendMail mensen om de gangbare huurprijzen in Emeryville met me door te nemen. “Holy shit, man,” ontsnapt me, “that’s awesome.” Wanneer ik het snel bereken, dan kunnen we over een periode van drie jaar ergens rond de acht ton of meer uitkomen. En SendMail heeft haast, véél haast. Zéér gunstige uitgangspositie. CEO Greg Olson van SendMail houdt van snel zakendoen. “We don’t beat around the bush over here,” meldt hij monter, aangevend dat hij vandaag nog de deal wil doen.

“Next on my list, Gary,” antwoord ik hem, waarna ik Craig Deonik optoeter.

Die zegt niets over zijn aanvaring met Gary, maar presenteert inderdaad een wat agressiever plaatje. Met een “keep up the good work,” laat ik hem gaan voor de laatste call van de dag met makelaar Gary Breen. Duidelijk moge zijn dat hij met stip de gelukkigste mens van de dag is. Vóór 30 juni afsluiten betekent voor deze Gary ‘money in the pocket’. “Als je wint, heb je vrienden,” zing ik, waarna ik een vragend kijkende Astrid meeneem naar Restaurant Bürgerhaus. Tijdens het verorberen van een mega schnitzel en een pul Bit bier spijker ik haar bij. Een uiteindelijk positieve dag komt ten einde. “Vrijdag Lommel dus, en zaterdag Rotterdam om met Hans, Aad , Rob en aanhang over de verdeling van de taken te praten met het naderende einde van ma in het zicht,” vat ik de komende twee dagen samen. Astrid knikt instemmend, ze is daadwerkelijk de stille kracht achter mij.

En wat ook leuk is, ze kan nog steeds over mijn flauwe grappen proesten van het lachen! “Lopen een olifant en een muis over een houten brug, zegt die muis…..” Opgewekt en enthousiast rijden we vrijdag 12 juni vanuit huis via Eindhoven naar Lommel, waar we de bankzaken snel kunnen afhandelen. Vervolgens bezichtiging van de woning aan de Harkstraat. “Tja,” twijfelt Astrid, “niet een al te uitnodigende voorpui.” Maar van binnen is het helemaal prima, gezellig zelfs, hetgeen door de uitbater bevestigd wordt: “’t ies gezegd, menier.” Heerlijk dat Belgische taaltje met die lekkere zachte g. Aangezien we op dit moment niet weten voor hoelang we hier gaan wonen en over ruim twee weken ons huis in Hubbelrath uit moeten, besluiten we tot huur over te gaan.

Na Wilnis, Loosdrecht, Hilversum en Düsseldorf, gaat dit ons 5e honk worden. Voor Bo-Peter en Kaj het 3e, want in Hilversum geboren, en voor de in Düsseldorf geboren Ivar het 2e. Hoewel blond met blauwe ogen, is hij zéér Nederlands! Voordat we met de verhuizer in overleg gaan, nog even een snel telefoontje met makelaar Gary Breen over het recht van overpad inzake de parkeerplekken. Sybase zal ons vrijwaren, mocht dit problemen opleveren. Mooi, ook weer opgelost. We bespreken met de verhuizer het aantal te verhuizen kuub, oftewel m3. Astrids specialiteit, evenals wat dit gaat kosten. Papiertje tekenen en als de wiedeweerga weer terug naar Düsseldorf waar onze buren, de Massinks, ons voor de laatste keer willen verwennen. Een pittige schnaps en wat ‘wurst’ hapjes laten we ons na deze inspannende kilometers en gesprekken meer dan welgevallen. Zaterdag rijden we naar Rotterdam, een route die we inmiddels kunnen dromen, om met de broers en schoonzussen de situatie rond ma te bespreken. Duidelijk is dat, wanneer ze thuiskomt, er dag en nacht ‘bemanning’ aanwezig dient te zijn. Oudste broer Hans neemt het woord en laat ontroerd een vergeelde foto rondgaan waar wij als kinderen op vereeuwigd zijn, met onze biologische vader. Genomen ter ere van mijn heilige communie:

V.l.n.r. Ma, met Rob op haar schoot, Hans, Aad, Pa Koos en Peter

Na een kleine stilte verdelen we de diensten, waarbij Aad en Nel de meeste op zich nemen, aangezien dat bij hun tijdmatig het beste uitkomt. Geen enkele wanklank. Eigenlijk harmonie. Tevreden nemen we afscheid van elkaar, waarna Hans en Cintha terugkeren naar Almere, Aad en Nel naar Maarssenbroek en Rob en Mariette naar Culemborg. Wij zetten koers naar Astrids ouders in Vinkeveen om daar van een zeer welkom drankje te genieten, en ze op de hoogte te brengen van de situatie. De avond brengen we door bij Rick en Imelda in Beinsdorp, onder de rook van Schiphol, waar ze net trotse huiseigenaren geworden zijn. Daar zitten we voor de buis, althans Rick en ik, om Nederland en België elkaar te zien bekampen in de eerste wedstrijd voor het WK voetbal 1998. De Belgen gaan er van meet af aan keihard in, hetgeen ons nogal wat heethoofdige uitspraken ontlokt. De rust komt op het juiste moment volgens onze vrouwen: “kalm aan heren, het is maar een spelletje,” krijgen we te horen. Dodelijke opmerking voor een fan. Nou ja, de bitterballen smaken, en zijn even heet als de sfeer tijdens de eerste helft. En waar we voor vrezen gebeurt, Patrick Kluivert krijgt een rode kaart na de zoveelste provocatie van Staelens, waar hij intrapt omdat hij Staelens op een elleboogstoot trakteert, denkend dat de scheidsrechter het niet ziet, hetgeen ook klopt. Maar de grensrechter wel! “Wat een eikel,” zegt Rick “dadelijk verliezen we die pot ook nog.” Nederland houdt echter stand en de wedstrijd eindigt zoals die begon: 0-0. 18 juni meld ik me ’s middags om 4 uur bij ma aan de Wijnkade. Ze is deze week thuis gekomen en redelijk monter. “Peet,” zegt ze “wat kan mij het schelen, schenk maar een lekker borreltje voor me in, en ik steek ook een saffie op.” Ma zit op haar praatstoel en het lijkt wel of haar vlam weer ontstoken is, hoe broos ze ook oogt. “Gaan we nog naar wat voetbal kijken,” komt ze plotsklaps uit de hoek. “Niet echt interessant ma, Zuid Afrika tegen Denemarken.” “Zet lekker aan joh, dan hebben we nog wat vertier.” En zo gebeurt het dat we naar een wedstrijd van niks zitten te kijken die uiteindelijk in 1-1 eindigt. Intussen is ma in slaap gevallen en zijn Aad en Nel aangekomen voor de nachtwake. Zij nemen over en brengen ma naar bed. Omdat ik er ook de volgende dag en nacht zal zijn, heb ik een kamer gereserveerd bij het Golden Tulip Hotel. Daar check ik even na middernacht in. Op de kamer gekomen is het eerste wat ik doe een klein flesje scotch uit de minibar trekken. Dat het prijzig is boeit me niet. Beetje ijs erbij en een drupje water, en nu me even voorbereiden op de dingen die komen gaan. Eerst Dawn Cardi bellen, die me van de week weer zeer onaangenaam kwam mededelen hoe onverantwoord ik gehandeld heb door de deal met Sybase te maken. Ik heb haar geen millimeter ruimte gegeven en gemeld dat dit de deal is, en dat ze zich er niet mee moet bemoeien. De enige die het nu nog kan dwarsbomen is Eckart zelf. Met Dawn neem ik geen enkel risico, dus noteer ik de tijd waarop ik haar bel: 00.50. Op haar privé nummer neemt ze niet op, dus ik spreek in: “Dawn, as promised I sent you my bio and I still believe strongly I made the right deal.” Waarom ze mijn CV nodig heeft, weet ik niet, en ze moet nog maar een keer horen dat ik pal achter de deal met Sybase sta. Nu haar kantoor bellen. Weer een antwoordapparaat. Ik spreek dezelfde boodschap in. Om niet de flow van deze week te verliezen, maak ik alvast een beginnetje met mijn weekrapport. Bijna iedere dag Gary Platt gesproken over de diverse zaken die spelen. Afgestemd met Hope Spadora hoe de gelden overgemaakt dienen te worden. Voor wat betreft vergunningen en dergelijke de betreffende personen tot haast gemaand. En…… “Huh,” schrik ik om 4 uur ’s ochtends wakker, mijn hoofd op het bureau van de hotelkamer. Even weggedut. Toch maar even tanden poetsen, wekker op 07.00, en nog een paar uurtjes pakken. En wat is de tijd kort tussen het moment dat ik naar bed ga en de wekker afloopt! “Ma,“ vraag ik, “wat is het ergste dat je overkomen is?” Ze twijfelt geen moment: “dat Mieke overleed, ze was pas drie jaar, en zo’n mooi meissie. De dood van je vader is anders, daar heb ik een jaar naartoe geleefd, en ik was nog vrij jong, maar Mieke……” Er valt een stilte, waarbij het lijkt dat ze terug in de tijd gaat, dat ze mijmert waarom er toen, 1951, geen inenting was tegen difterie. Daar zitten we nu naast elkaar, en ik was degen die het als 5-jarige eerst kreeg, waarna ik mijn zusje besmette. “Maar jou heb ik nooit wat kwalijk genomen hoor,” lijkt het alsof ze m’n gedachten leest. “Je was nog maar een jochie.”

Met de klok mee: Hans, Peter, Aad en onder Mieke

Het lijkt wel of ze zich herstelt wanneer ze me herinnert aan het gegeven dat ik bij de tramhalte aan de 2e Middellandstraat auto’s stond te tellen. “Heel eerlijk,” zegt ze, “we hadden niet het idee dat je het zwarte garen had uitgevonden.” Ze moet er zelf met schorre stem om lachen. Dat verhaal ken ik, daar ben ik wat mee geplaagd. “Je bent er goed uitgekomen, niet dan,” vergoelijkt ze haar woorden. Na deze woorden zoekt ze haar bed op en voor mij breekt een lange nacht aan. Half slapend, half wakend trekken allerlei beelden aan m’n geestesoog voorbij. Witte lakens voor de ramen na het overlijden van Mieke. Hans die aan het eind van zijn diensttijd alsnog naar Nieuw Guinea moest. Aan Aad, die na het ongeluk aan z’n oog, hij was tegen een gloeiend hete kolenkachel gevallen in de hongerwinter van 1944, tientallen operaties moest ondergaan. En Rob, onze Benjamin, die alle tramlijnen bereed en uit z’n hoofd kende. Van lijn 4 naar Avenue Concordia tot lijn 16, waarvan het eindpunt bij Het Kasteel van Sparta was. Dat werd weer afgewisseld met beelden van een tierende Dawn Cardi, een gniffelende Gary Platt en een gelukzalig blowende Eckart.

Het Engelengetal

De cijfers op mijn verjaardag j.l. maandag: 7-7-7. Wablief? ‘Het getal 777 van de engel wordt algemeen beschouwd als een symbool van geluk en positieve energie. Het wordt vaak geassocieerd met innerlijke wijsheid en spirituele groei, en herinnert mensen eraan dat ze op het juiste pad zijn en dat hun reis verloopt zoals het hoort’. Zou een mooi einde zijn van deze Luim! Hoewel ik met een behoorlijk aantal van de genoemde punten op de goede weg ben, zou je (mijn criticasters) bij een paar best wat kanttekeningen kunnen plaatsen. Ook mooi; met 777 win je de jackpot! En laten we eerlijk zijn, wanneer je in de 7e maand van het jaar de mooie leeftijd van 77 bereikt in redelijke gezondheid (en een goed humeur), dan mag je dat toch de jackpot noemen. Voeg daar nog je fijne gezin aan toe, dan kun je spreken van een super jackpot. En natuurlijk heerst er zelfspot: “ik ben dat jonge mens in dat oude lichaam, WTF is er gebeurd?”. Heb ik het dan over mijn 18-jarige ik?

Mannetje vol bravoure op vakantie met wijlen broer Aad en wijlen jeugdvriend Aat de Boon. Huist dit ventje nu in mijn gehavende carrosserie? Dacht het niet. Wat had ik toen nog veel te leren, en wat is er in de tussenliggende jaren onwaarschijnlijk veel gebeurd. Deze datadrager was het beginpunt van mijn automatisering carrière:

Inderdaad ja; de ponskaart. Werkend met machines zoals de IBM 407, die de omvang hadden van een kleine personenauto maar minder capaciteit en mogelijkheden dan de huidige mobiele telefoons. Tijdens mijn loopbaan bij het Amerikaanse leger (1967-1971) maakte ik van redelijk dichtbij de oorlog in Vietnam mee. Nu kijken we vol afschuw naar de gebeurtenissen in Oekraïne. Sparta landskampioen in 1959, dat mocht ik mooi meemaken:

Sommige geliefde plekken op Het Kasteel herinneren broer Rob en mij nog aan de helden van toen, zoals De Bosselaar en de Tonny van Ede tribune. Het verschil is dat we nu juichen over het beste seizoen in decennia met een 6e plaats! Een kinderhand……. Over kinderhanden gesproken, die zijn tegenwoordig gevuld met schermachtige apparaten die het etiket ‘social media’ bepaald geweld aandoen. De vele verhuizingen brachten ook dito inzichten waar het lokale (landelijke) aangelegenheden betreft. Dat maakt je soms eigengereid in de ogen van anderen. Uiteraard dwalen je gedachten ook terug naar de vele geliefden die heen zijn gegaan. Januari 1987 nam ik afscheid als boardmember van Multihouse, dat tot stand kwam na de fusie van de systeemhuizen Multi Function (mijn baby) en Minihouse (grote man Theo Mulder). Nu is een drietal mensen bezig met een reünie te organiseren voor de Multi Function mensen, waar gretig op gereageerd wordt, maar ook blootlegt hoeveel van die oude automatiseerders (onze makkers) ons ontvallen zijn. Alles overziende ben ik een ‘happy camper’, met genoeg brandstof in de tank om het nog een tijdje vol te houden en hier en daar jeugdige entrepreneurs van waardevolle informatie te voorzien. Maar belangrijker nog, gelukkig met mijn privé omstandigheden; een vrouw die haar eigen rol opgeëist heeft in de wereld van kraamzorg en kinderen die ook allemaal hun rol in deze gecompliceerde wereld gevonden hebben. Ook zij maken deel uit van de Ex’pression saga die onderstaand in 1998 bruisend tot stand kwam.

Aangekomen in Driebergen ontvangt Eckart me zoals alleen Eckart kan:

“kom erin pik, ik heb al een lekker koud biertje voor je klaar staan.” We nemen de zaken door, waarbij hij steeds positief reageert, dan wel met inzichten komt die hout snijden. Plots staat hij op en geeft aan dat het morgen weer vroeg dag is en dat ik dat hele stuk nog naar Düsseldorf moet rijden. “Momentje Eck, ik wil het nog even met je hebben over onze vriend Frans.” “Hoezo?” reageert Eckart nukkig. “Wel, volgens mij heeft die vanaf moment één getracht om het project Ex’pression onderuit te halen en word ik alleen maar geconfronteerd met negatieve signalen.” Eckart ontkent dat in alle toonaarden en vindt dat Frans zijn belangen goed behartigt. Hebben we hier nu een geval van ‘good cop, bad cop’? Klapjes ’s ochtends, biertjes ’s avonds! “Gewoon lekker doorgaan Peet,” voegt Eckart me toe wanneer hij me naar de auto brengt en het portier achter me dicht gooit. “Food for thought,” mompel ik in mezelf terwijl ik het grindpad afdraai om m’n weg te vinden naar de A12. Ik druk de CD van Lutricia McNeal in de gleuf om al meeblerrend bij ‘Ain’t that just the way’ nog even na te genieten van een van onze grootste single hits in Duitsland: meer dan 400.000 verkochte eenheden. Hè, dat lucht even lekker op! Zo komt Hubbelrath tegen middernacht toch weer snel in zicht en prent ik, wellicht voor een van de laatste keren, het beeld in mijn hersens van het huis waar we een behoorlijk aantal ‘gemütliche’ jaren doorgebracht hebben.

Ik parkeer de auto en ben blij dat Astrid op me gewacht heeft. Vragend kijkt ze me aan, terwijl ze een droge sherry voor me inschenkt. Ik vertel haar over m’n ongenoegen met Frans, het ziekenhuisbezoek aan ma, en het eigenlijk, op het laatst, onbevredigende gesprek bij Eckart. Astrid kent m’n soms wat ongeduldige aard met dit soort zaken en vraagt me om ook wat aandacht te besteden aan de dingen die op til staan, zoals de verhuizing naar België. “Helemaal mee eens,” beaam ik haar stellingname. “One for the road,” zijn we het eens, en klinken op onze nieuwe, nog wat onzekere toekomst en zoeken tegen enen ons mandje op. ‘United we stand’ is ons motto. Donderdagochtend breng ik door met het opsommen van de mensen die ik vandaag absoluut moet spreken, zoals Hope Spadora van Sybase die een dringende boodschap heeft achtergelaten. Het 9 uur tijdsverschil met Californië breekt me nu op, zeker omdat we nu de bal aan het rollen moeten houden. Hope is een vroege vogel, dus kunnen we vanmiddag rond 4 uur een en ander doorspreken, dat is voor haar 7 uur ’s ochtends. Daarna Dawn Cardi, aangezien met New York maar een tijdsverschil van 6 uur is, evenals bij Gary Platt in Florida. Daarna Craig Deonik over het marketingplan en Gary Breen inzake afronding van de koopovereenkomst. Het wachten tot 16.00 kan ik prettig invullen door met Astrid over verhuiszaken te praten en met name de jongens wat aandacht te geven.

Bo-Peter, Kaj en Ivar in onze grootste tuin ooit

De klok tikt weg naar 4 uur en exact op dat tijdstip rinkelt mijn telefoon. Hope laat er geen gras over groeien: “I’m gonna make you a sweetheart deal,” begint ze. Ze legt uit dat de Sybase boeken afgesloten worden per 30 juni en dat ze voor die tijd het gebouw uit de balans wil hebben. Ik wip op m’n stoel van enthousiasme, want dit gaat korting betekenen. “How about a $200.000 cut if you guys buy the building before June 30,” stelt ze voor. Mmmm.. $200.000 korting wanneer we voor 30 juni het gebouw aankopen. Ik laat een kleine pauze vallen, denkend aan m’n Krauthammer cursus, kuch en deel haar mede dat dit maar een korting van net 2,5% is. Goed dat ze m’n overenthousiaste gezicht niet kan zien! Na veel gesteggel en gesteun komen we uit op een korting bedrag van $300.000. “Deal!” roepen we gelijktijdig. Hier kan niemand toch op tegen zijn, zou je denken. Nou, dat is een misrekening begrijp ik, zodra ik ‘fucking’ NY lawyer Dawn Cardi aan de lijn krijg. “Peter, how could you do this?” schreeuwt ze bijna door de telefoon. “Easy,” probeer ik haar te temperen. Ik leg haar uit dat deze transactie, ondanks dat vastlegging van de gebruiksvergunning er geen onderdeel van uitmaakt, echt een ‘sweetheart deal’ is. Ook al omdat Sybase niet gaat wachten tot we een gebruiksvergunning hebben. Na nog wat gesputter hangt Dawn op. “Oké Astrid, hoeveel zet je erop dat ze nu onmiddellijk Eckart belt,” vraag ik. Astrid haalt haar schouders op en zegt dat we morgen afspraken hebben in Lommel met de bank, met de eigenaren van het huis dat we op het oog hebben, en de verhuizer. “En laten we als het even kan het huis gelijk afronden,” voegt ze eraan toe. “Yes darling,” antwoord ik schaapachtig, waarna ik het nummer van Gary Platt intoets. “Plattski reporting,” schalt het door de telefoon, waarbij Gary z’n omroepersstem opzet. Ik informeer hem over het Sybase gesprek, waar Gary enthousiast op reageert: “Yes baby, yes!”. Over Dawn Cardi is hij wat minder enthousiast en zeer uitgesproken: “what a bitch!”. Ik krijg te horen dat het schrijven van het curriculum gestaag vordert en dat de geplande ‘milestones’ daadwerkelijk gerealiseerd zullen worden. Tevens meldt hij losjes Craig Deonik onder uit de zak te hebben gegeven omdat volgens hem ‘Rolling Thunder’ meer weg heeft van ‘slaap kindje slaap’. “Next on my list, Gary,” antwoord ik hem, waarna ik Craig Deonik optoeter.