Paradise by the dashboardlight; van honk 3 naar ‘home’.

Je mag toch aannemen dat iedereen dit iconische nummer kent. Echter, kan hetzelfde gezegd worden van het honkbaljargon dat erin gespuid werd? Op het eind van de song is de loper (hopelijk niet Meatloaf) onderweg van het derde honk naar homeplate om een punt te scoren. Dubbelzinnig dus, want dit wordt geacht een vleselijk punt te zijn. De speaker gilt ‘holy cow, I think he’s gonna make it!’, maar hij haalt het niet want plotseling verschijnt Ellen Foley ten tonele die schreeuwt ‘stop right there’. Zoiets hadden wij in 1987 (EK honkbal Barcelona) ook bij de hand met een aanstormende Italiaan die onze catcher, totaal geen gelijkenis met Ellen Foley, van zijn sokkel liep. Zie onderstaand stukje uit een verslag in De Telegraaf van 21 juli 1987:

En gaar waren de rapen, terwijl Carelli nog aan het overdenken was welk blok beton hij geraakt had, waren zijn woedende ploeggenoten bezig hun dug-out te verbouwen. Dat verstoorde toch enigszins hun concentratie, hetgeen in de 16-1 nederlaag tot uiting kwam. En vergeet niet, dit was de 5e en beslissende wedstrijd. Europees kampioen Nederland verdiende zo een ticket voor de Olympische Spelen 1988 in Seoul. Astrid en ik zaten op de voorste rij te genieten, wat een weelde. Gerlach Halderman zat ook achter de plaat in Seoul, en het was mij een eer en genoegen hem gisteren de catcher figurine uit te reiken bij ‘De Drie Gekroonde Laarsjes’:

Moeiteloos overbrugden we de 35 jaar die we elkaar niet gezien hebben. Priceless! Om maar bij honkbal te blijven, en softbal natuurlijk; daags daarvoor waren Astrid, m’n oudste zoon Rick en ik te gast bij het Honkbal en Softbal museum in Haarlem. Voorzitter Samuel de Leeuw heette ons welkom en stelde trots bestuur en vrijwilliger(s) voor. Na de koffie, thee en anekdotes nam Samuel de replica kroon in ontvangst die sinds de Olympische Spelen van 1988 van Seoul naar Loosdrecht ging, vervolgens naar Hilversum, door naar Düsseldorf, dan Lommel om vervolgens de plas over te gaan naar Californië (Walnut Creek, Concord, Alamo) en uiteindelijk de grote terugkeer in 2016 naar Loosdrecht.

Het plechtige moment in beeld. Daarna een toertje museum met o.a. de eregalerij waar de erevoorzitters ‘hangen’. Rick kon het niet laten: ‘Pap, waarom hang jij daar niet bij?’. ‘Dat weet je best, dat erevoorzitterschap heb ik teruggegeven’, antwoordde ik onmiddellijk. Rick: ‘maar wat moet ik nu de kleinkinderen vertellen. Opa was een dwarsligger?’. *zucht*: ‘je doet maar’. Maar wat een leuk museum(pje), waar ze bijna uitbarsten, praktisch elke centimeter is benut. En ik geniet van de toewijding van die mensen, gelukkig heeft Rick, lastig maar ook nuttig, ze goed vastgelegd:

Kijk, daar geniet ik van, zo blijft waardevolle geschiedenis intact. Vandaag word ik gelijk ‘Vriend van het Nederlands Honkbal en Softbal Museum’. Neem zelf maar eens een kijkje op www.honkbalensoftbalmuseum.nl en wordt voor een luttel bedrag ‘Vriend’. Allerhartelijks deed Samuel ons uitgeleide, waarna Rick voorstelde om het bezoek in de kerk af te sluiten. De Jopenkerk in Haarlem, wel te verstaan, daar hebben ze de hostie ingeruild voor de bitterbal; wat een vondst om de gelovigen vast te houden!

Een celebrity RIP week, maar wacht…….

Er was inderdaad sprake van een woelige ‘celebrity’ RIP-week: Ozzy Osbourne (Black Sabbath), George Kooymans (Golden Earring(s) – Held), Hulk Hogan (Trump fanaat – Griezel), Chiel Montagne (Op losse groeven) en…..Willem Smit. Smit wellicht onbekend bij niet automatiseringsmensen, of hoe dat tegenwoordig ook mag heten, was een der computer cowboys die voortkwamen uit de 70-er jaren. We hadden twee zaken gemeen; ons bouwjaar (1946), en het jaar dat wij met onze eigen zaak begonnen (1976). Hij met Datex, ik met Multi Function. Echter, waar hij meer de wheeler dealer was, was ik meer de software jongen. In ieder geval was Smit veelal succesvol, kleurrijk en controversieel, hetgeen een prachtige voedingsbodem is voor een columnist. Ik wijdde indertijd (1987, 1988) een tweetal columns aan hem in de Automatisering Gids (AG), met name over zijn favoriete hang-out. Nu komt het; Smit kreeg de eindredacteur van AG zo ver om te schrappen in mijn columns. Een doodzonde! Op hoge poten nam ik afscheid en bracht september 1988 een boekwerkje uit onder de titel ‘Geheel Exclusief Laanens Unieke Luimen’. Inderdaad, oplettende lezer, alle hoofdletters vormen het woord ‘GELUL’. Mijn getalenteerde broer Rob verzorgde de tekeningen van alle automatiseringshelden die een hoofdrol speelden in dit belangrijke (na al die tijd) naslagwerk. Onderstaand Willem Smit die zijn tweede man, Harry Kippersluis, manoeuvreert naar die favoriete hang-out; Barretje Hilton.

Zoals gezegd, de 70-er en 80-er jaren vormden de IT industrie zoals we die nu kennen, dus heeft u ‘GELUL’ in uw bezit, dan zit u op een goudmijn, een echt ‘collectors item’. Zoals ik in eerdere Luimen memoreerde; ik ben een verzamelaar, met name ook van sportmemorabilia. Zoals aangekondigd, kon ik afgelopen week de figurine van pitcher, geschenk van Taiwan honkbal voorzitter P.P. Tang, overhandigen aan meester pitcher Bart Volkerijk:

Bart was toen hij afzwaaide in het bezit van veel heuvelrecords; hij gooide de meeste wedstrijden (333), had de meeste overwinningen (150), de meeste strike outs (1948), en gooide de meeste innings (2282). In 1991 werd Bart Volkerijk uitgenodigd om deel te nemen aan de All Star Game in Los Angeles. Mocht dit cijferwerk als hocus pocus over komen, laat het mij weten, ik weet er alles van (niet lachen)! Momenteel dient hij de Europese honk- en softbal bond als Vice President. What a guy! Ook leuk om te weten is dat toen hij in Den Haag sportman van het jaar werd, hij het uniform droeg van sponsor Multi Function (MF):

Het werd dus gewoon een gezellige middag in Loosdrecht met Bart en onze wederhelften Joke en Astrid. Ook al omdat er nogal wat jaren het bespreken (roddelen?) waard waren. Over een andere boeg; inmiddels is Mila 3 maanden bij ons en gezegd moet worden dat de schade afneemt. Okay, een nieuwe deurmat dient er te komen, je kunt moeilijk nog spreken van ‘welkom’ wanneer je ons onderkomen betreedt, je vermoedt eerder dat iemand niet welkom was. Bestraffen is moeilijk wanneer ze je met zo’n ‘smelten’ blik aankijkt:

Ik geef het toe; ik ben de zwakste schakel!

Old Friends (en het nut van boekensteunen)

Gisterenmorgen waren de dikke enkels van Trump (mag ik even overgeven) de aanleiding voor deze Luim. Het was namelijk, niet voor het eerst, zo’n week die ik doorbracht met jonkies en eh….bejaarden. Met name de ‘aangeklede borrel’ middag met vriend Martin en zijn vrouw Yvon gooide me bij tijd en wijle terug in het verleden, en even hardhandig weer terug naar het heden. We kennen elkaar van dansles bij Wuijster, 63 jaar (!) geleden. Martin en Yvon werden een stelletje, ik ging verder op ‘onderzoek’ uit (als het ware). Martin en ik waren de hoofdrolspelers in de ‘Mannenwinkel’, een cabaret sketch waarin vrouwen mannen konden aanschaffen, maar ook weer inruilen.

Op bovenstaande foto werd ik ingeruild bij de troostende winkelconsultant (Martin). Uiteraard waren we in de Halleluja met de recensies in het Rotterdams Nieuwsblad en de Havenloods, met name ook omdat deze voorstelling een voortzetting was van onze eerste poging met de ‘Acting Tens’:

Inderdaad, Yvon(ne) deed ook een duit in het zakje en nam daarna ook nog een single op bij Telstar, het platenlabel van Johnny Hoes. Het aantal keren dat zij ‘Quand le soleil’ heeft gezongen, loopt in de duizenden. Een en ander leidde zelfs tot een auditie bij de KRO. Martin en ik togen boordevol adrenaline op pad naar Hilversum, waar we ze wel even een poepie zouden laten ruiken. De begroeting was al van dien aard dat de moed ons in de schoenen zonk. Of we de bladmuziek maar in wilden leveren. ‘Maar, maar, we komen een sketch opvoeren’, mompelden we. ‘Ook goed’, klonk het nonchalant, ‘neem plaats bij de microfoon’. Onze sketch, een parodie op de Amerikaanse oorlog in Vietnam, gespeeld door de heren Viet en Nam, behandelde de aanschaf van een nieuw wapen, de buignijnagelnijper. Er zat geen overtuiging meer in, het werd een slap aftreksel van het origineel; we werden afgepoeierd. Tot op de dag van vandaag herinneren we nog wat we buiten tegen de KRO letters op de voorgevel schreeuwden;

‘Katholieke Rot Omroep’. Het schijnt dat Toon Hermans nog iets met de producer gedaan heeft: ‘Bemelmans, Jack Bemelmans. Nooit van gehoord’. Leuke tijd gehad, niet bij stil blijven staan. De aanschaf van het album ‘Bookends’ van Simon & Garfunkel in 1968 bevatte de song ‘Old Friends’, dat de volgende regel heeft: ‘Can you imagine us years from today, Sharing a parkbench quietly. How terribly strange to be seventy’. Vooral dat laatste zinnetje; ‘hoe verschrikkelijk vreemd om zeventig te zijn’. Ik was toen twee-en-twintig en had er niets mee. Behoedzaam gluur ik over de tafel naar Martin, de man met wie ik vele malen tussen tweede kerstdag en nieuwjaarsdag een mini skivakantie in Oostenrijk doorbracht. IJskoud, wel geweldig. Soms tot aan de middel in de tiefschnee. Een val, terwijl hij een foto nam van zijn kleinkinderen, heeft hem fysiek behoorlijk achteruit geworpen. Van het dynamische duo is de glans er wel af, hoewel we met goede moed kunnen herpakken wanneer we beschouwen hoe tevreden we mogen zijn over onze nakomelingen.

Martin en ik in stoere tijden, maar nu begrijpen we wel wat het betekent om de zeven kruisjes gepasseerd te zijn. Waardevol zijn de anekdotes die we voor eeuwig meenemen: het incident toen Martin en zijn kompanen uit Schiebroek me op mijn brommer (Ponette) na het dansen stopte omdat ik op een van hun meisjes joeg, m’n oudste zoon Rick die bij een optreden achter het toneel in z’n mandje lag te slapen, exhibitionist Snikkelfrits die Martin liet briesen tijdens het skiën, het optreden bij Multi Function in 1984, etc. Teveel om op te noemen. Uitleg op aanvraag. Nimmer in 1968 vermoed dat ‘Old Friends’ op ons zou slaan! Wel ‘bookends’, alleen heten die nu Yvon en Astrid, zij houden ons overeind!

Oh ja, die jonge mensen…..Donderdagmorgen belt kleinzoon Felix (23) dat hij in de buurt is met vriendin Lieke ‘of hij even aan mag komen’. ‘Gezellig’, meld ik hem. Hij heeft z’n eerste deel voor opleiding tot piloot bij de KMA afgerond, is nu luitenant en heeft verkering met een mede student, dus ook luitenant. En ze hadden ook nog niet gelunched, meldde Felix monter. Is kind aan huis, dus weet waar alles ligt. Lekker frisse discussie gehad met de jonkies. ’s Avonds dinertje met jarige zoon Bo-Peter (34), Ivar (28) en, uiteraard, Astrid (-) bij Amstel Boathouse in Amsterdam. Meesterlijk ontspannen, maar gemis van Kaj (32) weegt. Maken we goed in oktober wanneer hij met Michelle (31) ons met een bezoek komt vereren. Nou, is dat een mooie mix van jong en oud of niet? Ah, Mila (7 maanden) vergeten die sinds gisteren alweer 12 weken bij ons is, en tevens naar de kapper ging met Astrid.

Ze maakt me blij en zorgt ervoor dat ik me meer inspan dan gepland, hetgeen Astrid bestrijdt, maar ja, die valt dan ook in de categorie niet jong/niet oud.

Tijd om het verleden een handje te helpen, vergezeld van memories.

Zo heb ik een groot deel van mijn uitgebreide verzameling vinyl langspeelplaten onder mijn zonen verdeeld, hetgeen soms leidde tot ongeregeldheden leidend tot ‘kop of munt’:

De oudste en de jongste strijden hier om Kate Bush, maar dit terzijde. Puur ook omdat zo de herinnering blijft, daarnaast hebben ze allemaal een klasse geluidsinstallatie met dito platenspeler. Dus, bij wie ik ook op bezoek ga, ik krijg mijn muziek te horen, al was het alleen maar uit beleefdheid. ‘De herinnering blijft’, galmde Ben Cramer in m’n oren, en toen viel mijn oog op de zwaar vergulde replica Chunma Chong Kroon van de oude Silla dynastie uit de 5e eeuw.

Dat is een hele mond vol, maar het was een cadeau van in-Chui CHOI, President van de Zuid Koreaanse honkbal organisatie, en de verantwoordelijke man voor honkbal tijdens de Olympische Spelen van 1988 in Seoul. En omdat het Nederlandse team zich geplaatst had als Europees kampioen, waren ‘we’ erbij, dus Astrid en ik ook, zij het op eigen zak wegens de financiële krapte bij de bond. Maar goed, het leek het beste om dit kleinood eeuwigheid te geven in het museum van de KNBSB, waar helden en heldendaden van honk- en softballers de plek krijgen die ze verdienen. 31 juli zal ik de Kroon (waarschuwing: lange zin volgt), die reisde van Seoul naar Loosdrecht, vervolgens Hilversum aandeed om daarna de grens over te steken naar Düsseldorf en toen……Lommel, het bruggenhoofd voor de grote oversteek naar Californië, waar Walnut Creek, Concord en Alamo ‘home’ kon worden genoemd, om vervolgens in 2016 weer in Loosdrecht te belanden. Die Kroon ga ik dus overhandigen aan Samuel de Leeuw, voorzitter van het Nederlands Honkbal en Softbal museum. In Seoul behaalde het Nederlandse team een keurige 5e plaats, met als beste prestatie een 6-1 overwinning op Taiwan, waar wij niet veel van wonnen. Zoals iedere honkbalkenner weet, is de samenwerking pitcher/catcher de basis voor een goed resultaat. Eén van de pitchers in Seoul was Bart Volkerijk, één van de catchers Gerlach Halderman, een blok beton. Van de voorzitter van de Taiwanese honkbalbond, P.P. Tang, kreeg ik een grappig tweetal figurines van die posities:

Het doet me deugd om deze te overhandigen aan Gerlach Halderman en Bart Volkerijk. En, dat je het weet, wat X is voor Musk en Truth Social voor Trump, onbetrouwbare types, is de Luim voor mij, de enige uitlaat waar alles na ‘fact checking’ klopt. Over P.P. Tang gesproken, die zat met zijn Taiwanese delegatie in het chique Intercontinental hotel, wij (geldgebrek) in een soort van armoedige B&B, waar in eerste instantie geen bedden stonden, maar matjes op de vloer lagen. Afijn, zoals gesteld, veelal verloren we van Taiwan, en toen ik P.P. Tang vertelde over de status van ons hotel, bood hij met een vette lach hun kamers aan, mochten wij winnen. Nou, dat heeft hij geweten, direct na de laatste wedstrijd van Taiwan moesten ze terug en namen de heer en mevrouw Laanen hun volledig betaalde kamers over. God bestaat! Leuk was de belangstelling van de jeugd voor die buitenlandse bobo’s. Zodra Mr. HCAW, wijlen Ron Jaarsma, en ik op de tribune plaatsnamen, werd een blik jeugd opengetrokken en voor ons neergezet voor wat fotomomenten.

Wat ook speelde was het gevecht tussen NOC voorzitter Henk Vonhoff en Judoheld Anton Geesink, die zelf het voorzitterschap ambieerde. Het resultaat is bekend; Geesink trok zich uiteindelijk terug en Vonhoff nam de benen.

Moet ik zeggen dat wijlen Piet de Bruin, voorzitter NeVoBo, en ik daar een actieve rol in hebben gespeeld. Die Vonhoff had zoveel van dit soort baantjes dat hij tijdens een NOC vergadering het woord nam met ‘meneer de voorzitter…..’ stilte in de zaal, en dat toen haastig corrigeerde met ‘oh nee, dat ben ik zelf’. Laat ik afsluiten met een geestige anekdote. Alle voorzitters van de sportbonden waren door het organisatiecomité uitgenodigd voor een maaltijd begeleid door geisha’s. Zonder vrouwen. Astrid vond dat helemaal niks, dat gedoe met die geisha’s. Hoewel dat daar simpelweg (nette) gastvrouwen zijn. Sportief bracht ze me naar de trein die me naar het restaurant zou brengen. Ik ben nimmer daar aangekomen aangezien de trein precies de andere kant op reed. Het fijne daarvan is nimmer boven water gekomen, Astrid beweert dat ze het aan een van de dames had gevraagd die een bordje droeg met ‘I speak English’. Aangezien die geen woord Engels spraken, zette ik daar mijn vraagtekens bij. Maar ja, dat is 37 jaar geleden, dus ons huwelijk heeft er niet onder geleden. Zoals Dean Martin zong: ‘memories are made of this’.

Jarig en luchtfietserij

Met man en macht werk ik me, enige ischiaspijnscheuten verbijtend, door de vele tientallen felicitaties die me te deel zijn gevallen. Ondanks dat men mij voor gek verklaart, probeer ik iedereen die verder komt dan ‘van harte’, van een passend antwoord te voorzien. Omdat ik dat niet red, kom ik niet aan mijn reguliere Luim toe. Maar, Gnelck gaf mij als verjaardagscadeau toestemming om het met hem afgenomen interview van zondag j.l. in z’n geheel af te drukken. Gnelck?! Misschien niet overal bekend, misschien zelfs meer in het buitenland dan hier, maar in Den Haag noemt men hem al de Banksy van de lage landen. Toch kon ik via-via een redelijk recente, soort van pasfoto van hem te pakken krijgen:

Schijnt met een telelens bij een of ander festival in Cannes genomen te zijn. Duidelijk is dat hij niet van publiciteit houdt, met een regenjas over zijn hoofd gedrapeerd komt hij haastig de afgesproken route via de achterdeur naar binnen. Schichtig kijkt híj om zich heen ter verzekering dat wij daadwerkelijk met z’n tweeën zijn. Ietwat op z’n gemak neemt hij plaats en geeft een teken dat ik mijn eerste vraag kan stellen. Een rustig begin, had ik mezelf voorgenomen: ‘waarom gebruik je niet je volle naam’, was mijn eerste vraag. Als door een horzel gestoken veerde hij overeind; ‘wat is dat nou voor een stomme vraag, die heb ik nooit gehoord bij Madonna, Sting of Prince, laat staan Banksy die jullie zelfs nimmer gezien hebben’. ‘Okay’, mompel ik gedwee, ‘maar Vincent v….’, verder kwam ik niet, ‘concentreer je op mijn werk’, walste Gnelck over mijn onafgemaakte vraag. ‘Is het waar dat jouw eerste werk, eind vorige eeuw, door jou aangewend werd om schuldeisers tevreden te stellen’, vervolgde ik. Gnelck haalde weerbarstig zijn schouders op en verkondigde dat die lijkenpikkers nu op Ibiza feest aan het vieren waren van de vruchten van zijn creatieve uitbarstingen. ‘Men zegt dat de Haagsche school als basis jouw werk heeft gebruik, zonder jou daarvoor erkenning te geven, klopt dat’, kon ik niet nalaten te vragen. Met nauwelijks verholen woede perste hij eruit dat je klaarblijkelijk eerst dood moet zijn om voor zoiets in aanmerking te komen. ‘Maar de gewone man, kan die zich nog een Gnelck veroorloven,’ vroeg ik hoopvol. Dat bleek een gevoelig punt te zijn, de harde lijnen in zijn gezicht ontspanden zich enigszins. ‘Ik heb een zestal Acryl schilderijen ter expositie aangeboden bij Varia, Art & Expo, Loosduinse Hoofdstraat 315 in Den Haag’. Hij liet een stilte van een volle minuut vallen alvorens hij met een soort van ‘tateta’, meldde dat ze niet duurder waren dan €175, een bedrag waarvoor hij zelfs zijn helikopter niet startte. ‘En,’ vervolgde hij, ‘de leading woman is een van mijn dierbaarste minnaressen, dame met rode hoed’.

Daarmee was voor hem het interview beëindigd en verliet hij met een korte hoofdknik de interview ruimte, mij verbluft achterlatend. Fact checking: op de expositie na, en de 6 schilderijen die daar momenteel publiekelijk tentoon gesteld staan, is alles uit de Luim duim gezogen. Echter, Gnelck bestaat wel degelijk en heet in het dagelijks leven Gerard Nelck, artiest, en omgekeerd evenredig aardig aan de door mij ‘geschilderde’ Gnelck, zoals wij hem graag mogen noemen. Dus, slaat zijn werk aan, ga naar Den Haag of maak een afspraak met hem om de vele tientallen kunststukken te bekijken die privé opgeslagen zijn. Voor de volledigheid; dit is een Superconnector verbinding, oftewel ‘free of charge’ van mijn kant.

Luim – Grote Beenzenuw: ½ – 4 (tussenstand)

Woensdagmorgen begon ik de strijd tegen Nervus Ischiadicus, met vier ‘must do’ afspraken voor de boeg een schier onmogelijke opgave. De eerste afspraak die ik af moest zeggen, lunch nog wel, was met ‘never give up’ entrepreneur Fred Bok, reeds een contact in mijn San Francisco tijd. Teruggeworpen gedurende Covid, heeft hij zich herpakt en bouwt een nieuwe fabriek op voor zijn blusproducten: dooft sneller (ook batterijen!) en laat amper residu achter. Locatie: Bakersfield, Californië, voor de muziekliefhebbers Home of Country Legend Buck Owens (I’ve got a tiger by the tail). Laat die Fred nou ook nog eens bij tijd en wijle met diens zoon Buddy op stap gaan. Interessant type: 0-1. Meer info: www.stigosdelta.com De tweede afspraak die ik woensdag moest afzeggen, had te maken met het cadeau van mijn oudste zoon Rick voor Vaderdag; een poolbiljart middag met bittergarnituur bij Hippo in Hilversum: 0-2. Onderstaande archieffoto uit mijn ‘mancave’ in Californië bewijst hoezeer Rick (links) werkte aan zijn ‘bar shape’. Ivar is nog bezig met Sparta in de Jupiler League op vrijdagavond, gedurende lunchtijd in Californië.

Goede zoon zijnde, belde Rick me en vond het toch wel leuk om nog even langs te komen. Eigenlijk wilde hij zeker weten dat ik de blessure niet gebruikte om een nederlaag af te wenden: ½ -2. Altijd lol. Met pijn in het hart moest ik ook de openingsceremonie, donderdagmiddag, van de nieuwe behuizing in Utrecht van Amigos Social afzeggen: ½-3. De sociale app die mensen ertoe beweegt om elkaar op te zoeken, waar dan ook, met wat dan ook, zonder aan hun (beeld) scherm gekluisterd te zijn. Ik verheug me erop ook een steentje te hebben mogen bijdragen: www.amigossocial.com De vierde afspraak die ik moest afzeggen, was eigenlijk het meest pijnlijk; het huwelijk van gedreven educatieve vernieuwer, de jeugdige entrepreneur Ming Faraz Khan met zijn geliefde Hilal: ½-4. Vele vruchtbare uren met Ming doorgebracht, de wereld kan nog van dit mooie mens gaan genieten:

Kijk maar eens naar www.digilingo.ai Je begrijpt dat ik het niet laat zitten bij die stand van ½-4. In de herkansing wordt gewoon alles teruggedraaid en zou ik weleens met 4½ -4 kunnen winnen. Maar dit terzijde. Nervus Ischiadicus dus, mijn Nemesis, oftewel Ischias, de zenuwpijn die begint in de rug en via de bil doorloopt tot in je been. Het is een pijn in de langste zenuw van je lichaam, de grote beenzenuw. Deze zenuw begint in je ruggenmerg en loopt via de bil langs de achterkant van het been, daar kamp ik dus mee. Nog een heel verhaal om dit uit te leggen, maar het ziet er zo uit:

Ischias | Rücken Doc 2025

Nah, dat is geen kleine jongen, maar gaan doet-ie! Overigens; het gerucht gaat rond dat Trump het ook opgelopen heeft in Nederland. Bij zijn vertrek nog wel! NAVO baas Mark ‘kiss ass’ Rutte schijnt de aansteker te zijn:

Na het zien van deze geweldige cartoon van Bas van der Schoot uit de Volkskrant wordt het de hoogste tijd voor een pilletje om Nervus Ischiadicus te bestrijden, of…….

Private Evil alias Bonespur versus Good Dog Mila

Tot dit jaar was de scheurkalender van Peter van Straaten mijn favoriete morgenlach. Wanneer ik zorgvuldig de oude dag afscheurde, kon ik zorgeloos een nieuwe dag tegemoet zien. Meesterlijke cartoonist. Helaas, 8 jaar na zijn heengaan kreeg ik de indruk dat de scheurkalender gevuld werd met cartoons die hij zelf indertijd afgekeurd had, of waren ze reeds eerder gepubliceerd. Met de kerst mocht ik als vervanging de scheurkalender van OmDenken in ontvangst nemen. Nu, een kleine 6 maanden verder, moet ik zeggen ‘aardig’, soms leuke gezegdes, soms iets meer van oude wijn in nieuwe zakken. Maar donderdag kreeg ik er een te zien, waar ik me volledig mee kon verenigen:

Dat komt omdat ik weleens een foto van mezelf plaats die absoluut Playgirl onwaardig is, volgens Astrid. Zonder filter dus. Vul de rest maar in.

Deze vertegenwoordigt de impressie ‘ochtendhumeur’, waar ik overigens zelden last van heb. Om bij dat thema te blijven, dwaalden mijn gedachten af naar die oranje baal hooi in het Witte Huis, die meer dan één filter gebruikt en zichzelf derhalve als volgt ziet:

Echter, meer en meer ziet de wereld hem ongefilterd:

Het hoge woord moest eruit nadat ik via de radio vernam dat studenten zich weer konden aanmelden bij Amerikaanse universiteiten, mits…………….. Inderdaad, ze hun social media sites vermelden, hetgeen betekent dat kritiek op zwijn Trump en diens fascistenbende, Netanyahu, Poetin en ander geteisem, onherroepelijk leidt naar een definitieve afwijzing. Denk even aan al die buitenlandse studenten die reeds in Amerika zijn en het land niet meer uit durven. Indien ze dat wel doen, en terug willen keren, kan het zijn dat ze geweigerd worden omdat ze bijvoorbeeld deel hebben genomen aan een protestmars. Zover is het dus gekomen met ‘the land of the free’, waar een aftakelende griezel z’n kleine klauwtje op de rode knop van massa vernietiging houdt. Burgeroorlog in de maak? Trump bespreekt dat momenteel met Poetin. Echt? Natuurlijk weet ik dat niet, maar dat die Poetin iets op Trump heeft, is zo goed als zeker. Mijn theorie: indertijd, ver voordat Trump de politiek in ging, opende hij een Trump Tower in Moskou, en neem van mij aan dat die door de KGB volgeplempt werd met camera’s. Trump, met zijn ‘grab ‘em by the pussy’ klauwtjes, is daar bij een seks orgie vastgelegd. Immers, wie anders bij z’n gezonde verstand (daar heb je het al) zou zo’n dictator als Poetin te vuur en te zwaard verdedigen. Goed; in ieder geval is van alle desinformatie het mijne het meest aannemelijk. Moet ik wel lachen om onze voormalige ster instructeur Jack Douglas (bij Ex’pression College), producer van o.a. John Lennon, die Trump onlangs vanwege de geldverslindende militaire parade Private (de laagste militaire rang) Bonespur noemde. ‘Bonespur’ (botgroei), de reden waarom Trump zich liet afkeuren voor militaire dienst. Van alle karikaturen van Trump in uniform, vond ik deze de meest geslaagde:

De insignes geven goed weer waar hij getriomfeerd heeft. Maar, wie of wat kan deze dictator in spé stoppen? Mijns inziens alleen het goede, het pure. Gisteren vierden we 8 weken Mila in ons huishouden, maar ook 8 weken van training om het op te nemen tegen types als Private Evil alias Bonespur. Na een uitgebreide sessie heeft ze zich gisteren vermoeid doch tevreden aan mijn voeten gevleid:

Dromend van victorie in een vredelievende wereld. Toen was geluk heel gewoon!

1001

1001: dan hebben we het over even zoveel beroemde volksverhalen van Perzische, Indiase en Arabische oorsprong, verteld door de mysterieuze Sheherazade. Voor mij betekent het dat ik vandaag Luim 1001 aan den volken presenteer. Verschillen? Dacht het wel:

Het gaat natuurlijk niet om het uiterlijk (hallo!), maar om de inhoud! En, niet onbelangrijk, ik ga door waar Sheherazade het af liet weten. Uiteindelijk werd ze niet geëxecuteerd, maar kreeg ze gratie van haar man, de sjah. Het waarom? Ze had de sjah bedrogen en moest daarom elke nacht een verhaal vertellen om haar leven te redden (korte versie). Na 1001 verhalen uit haar duim gezogen te hebben, legde de sjah haar gratie technisch het zwijgen op (mijn interpretatie). In ons huidige bestaan hoef je niets meer uit je duim te zuigen, het ene verschrikkelijke verhaal na het andere wordt dagelijks geserveerd. Ik ga jullie daar niet mee belasten, de slappe houding van de dames en heren politici inzake prangende situaties, alsmede belachelijke beslissingen, zoals bijvoorbeeld het in drieën knippen van de ministerspost van Asiel en Migratie, bewijzen eens te meer dat we qua bestuurders in zwaar weer verkeren. Maar, buiten schijnt de zon alsof we in een tropisch land leven en verheugen we ons op de 8-0 zege tegen het immer lastige Malta. Woensdagavond ben ik met Astrid mee geweest naar puppy training omdat ze het idee had dat zij de enige daar was met een onhandelbare hond. Kom niet aan Mila, dan krijg je met mij te doen. Mijn observatie: elk baasje of bazin had de meest mogelijke moeite om hun lieveling in het gareel te krijgen. Wat een opluchting! Mila, alweer 7 weken bij ons, hadden we net zo goed Schaduw kunnen noemen, zoals ze je bij iedere stap volgt:

Even naar het toilet. Ik was al bij de tussendeur voordat ze er erg in had, haar sprintje mocht niet baten. Maar bij dat aanzicht smelt je toch? Ik in ieder geval wel, vandaar dat ik de zwakste schakel word genoemd. Het zal me jeuken. Brian Wilson, heel eerlijk, los van zijn briljante muziek, het verbaast me dat hij sowieso 82 is geworden. Maar dit terzijde. Ik groeide op met de surfmuziek van de Beach Boys, zonder ook maar één voet te hebben gezet op een surfboard, maar wel dromend van Californië (‘California Girls’). En dan hadden we natuurlijk ook Jan & Dean met ‘Surf City’ en het onvergetelijke ‘Dead Man’s Curve’. Maar uiteindelijk werd het album ‘Pet Sounds’ het absolute meesterwerk van de Beach Boys, en Brian Wilson. Het album waar de Beatles jaloers op waren. Ik schafte het in 1966 aan voor Fl. 19,95 en heb ademloos groef voor groef beluisterd.

Mijn favoriet, na ‘God Only Knows’, was ‘Wouldn’t It Be Nice’, en dat was het ook, met name dat intro. Met Brian Wilson ging de last Beach Boy ‘standing’ heen, hun muziek gaat mee met Charon, de Griekse veerman die de Beach Boys naar de onderwereld over de rivier de Styx (‘Babe’) brengt. Het lijkt wel geschiedenisles! Maar over veerman gesproken, donderdag was het zover, veervrouw Astrid nam me mee over de Loosdrechtse Plassen voor een genoeglijk rondje met snacks en chardonnay.

Niks onderwereld of executie na deze Luim 1001, nog maar 999 tot ik de 2000 bereikt heb. Mij wacht nog een plezante 20 schrijfjaren met familie, vrienden en kennissen. U bent gewaarschuwd!

1000 Luimen, dat is geen kattenpis!

Wat een verrassing vanmorgen toen Astrid met deze mooie en smakelijke taart op de proppen kwam ter viering van het publiceren van de 1000e Luim. Gelijk maar even die punt met ‘1000’ opgepeuzeld.

Eigenlijk meer wanneer je de oorspronkelijke Luimen uit de AutomatiseringGids (AG) meerekent, wat daar is de Luim in 1987 geboren. Zodra ik februari 1987 uitstapte bij de RvB van Multihouse (revolutionaire fusie Multi Function en Minihouse), benaderde AG me met het verzoek een wekelijkse column te schrijven. Luim I dus, 4 maart 1987:

Dat werd best een hit, durf ik te schrijven, waar ik me openhartig uitliet over het wel en wee van de automatiseringswereld in die tijd. Man en paard, inclusief rugnummer, kwamen aan bod wanneer onrecht geconstateerd werd. Dat bracht natuurlijk commotie teweeg en ingezonden stukken, één van een insider die me een clown noemde. Mooi toch, dat betekende dat men reikhalzend uitkeek naar de volgende week met een kakelverse Luim en een kakelvers ‘slachtoffer’. De Luim kwam tot een abrupte stop toen een belangrijke adverteerde klaagde over mijn proza en dreigde te stoppen met adverteren in AG. Interim hoofdredacteur Jan Brogt begon te schrappen in mijn Luim en commandeerde me ‘milder’ te schrijven. ‘Dat nooit’, meldde ik, dit is de vrijheid van een columnist. ‘Doen, of anders……..’, donderde Brogt. Dreigementen brengen het slechtste in mij boven en a la Wilders gingen de handschoenen uit. Er ontstond een uitwisseling van punches, waarna ik besloot niet meer te schrijven voor AG. Wie er gewonnen heeft, oordeel zelf, AG bestaat niet meer (geintje). En zo kon het gebeuren dat 8 november 1988 Hilton Schiphol het decor vormde voor presentatie van de in boekvorm gegoten 50 beste Luimen (plus 1), gebracht door IT sterjournalist Bert Lubbers. Volgens kritische lezer Prof. Dr. Ir. Kolonel B.D. Richard Keijzer heeft men bij AG nooit in de gaten gehad wat de woordspeling op de voorkant inhield: GELUL!

Anders had men nimmer de advertentie geplaatst, beweerde Keijzer. Broer Rob was verantwoordelijk voor alle puntige karikaturen van befaamde automatisering guru’s die mij witheet achtervolgden. Rebel Tom van der Loo, oprichter van Holland Automation International (HAI), reikte het eerste boek uit met een geestige speech. Vervolgens leidde mijn pad met muze Astrid, tevens engelbewaarder, in mijn kielzog via Duitsland en België naar Californië (1998). In de tussentijd publiceerde ik wel, maar niet met de Luim als merk. Dat begon in 2008, met als doel kennissen en vrienden op de hoogte te houden van ons reilen en zeilen in ‘Sunny California’ via peterlaanen.com (dank Paul Claessen). Luim II. En dat is enigszins uit de hand gelopen omdat uiteindelijk geen onderwerp onbespreekbaar was; van familie tot politiek. Met name Trump heb ik veel op de hak genomen, ook al omdat ik hem van meet af aan (‘You’re fired’) meemaakte in de V.S. Toen hij in 2016 de verkiezingen won, kon ik het niet nalaten om hem als volgt (geleend) te portretteren:

In de Luim schreef ik indertijd ‘Amerika hijst Bulshitter #1 op de troon’. Laten we het maar niet hebben over vandaag de dag. Mocht men echt bij mijn ESTA visum aanvraag naar mijn social media sites kijken, dan ben ik bang dat ik geweigerd word of in San Francisco linea recta weer op een terugvlucht gezet wordt. Nou ja, alles beter dan in El Salvador te eindigen. Abrupte switch naar gelukkige familiemomenten:

Eén van mijn favoriete geluk uitstralende familiefoto’s, met onze vorig jaar heengegane sweetheart Tinley. Natuurlijk zijn er momenten genoeg die gelukkige momenten weerspiegelen van onze behoorlijk grote familie, maar ik wil het niet te eentonig (geluk) maken. Nou ja, eentje dan nog, omdat ik het zo leuk vond. Mijn oudste zoon Rick had mij voor mijn 75e verjaardag een trip naar Liverpool geschonken, de stad waar veel van mijn muzikale helden hun wieg hadden staan. Natuurlijk mocht een foto met de Fab 4 niet ontbreken (Rick houdt z’n buik in):

Geweldig lang weekend van twee muziekkameraden! Vele serieuze zaken kwamen aan bod, zoals 9/11, Kabinet Schoof, Sparta (natuurlijk), maar ook 139 afleveringen van ‘Uit de Amerikaanse school geklapt’, mijn aanzet tot een non fictie boek over de realiteit van het opzetten en beheren van een college in Californië. De investering kwam van de puissant rijke ‘groene’ Guru Eckart Wintzen:

Voor de zekerheid: Eckart staat rechts van mij.

Ex’pression College werd door de affaire van de president met de dame van PZ bijna de afgrond ingeduwd. Als CEO kon ik dat verhinderen, maar na wat bedreigingen en een week persoonlijke bescherming, vergaat het lachen je wel. Maar goed, om kort te gaan, er werd een kort geding tegen me aangespannen door de PZ dame en hoewel ik niet verloor (‘we noteren een drie’), kostte het me toch een duizendje of wat. Daarnaast herleefde Astrid de situatie(s) weer en verzocht me dringend niet verder te gaan met publiceren. Dat respecteer ik dus, maar wel goed geschreven, vind ik, wanneer je er weer rillingen van krijgt. Mocht er een filmaanbod komen, dan haal ik haar wel weer over wanneer ik het script mag schrijven. Over script gesproken, ik sluit af, ik heb nog heel wat taart te verorberen en heb toch nog iets te melden over het Trump Poetin telefoongesprek:

Trump: ‘Vlad, wat moet ik nou met die Musk?’. Poetin: ‘Bij ons vallen ze van het balkon, Don’. Wrange grap, inderdaad. Daar sluit ik dus niet mee af, ter ontwranging (nieuw werkwoord) een Schultz weergave van twee van mijn comic book helden; Snoopie (Mila als achterwacht) en Charlie Brown:

If a picture paints a thousand words………………………