“Next on my list, Gary,” antwoord ik hem, waarna ik Craig Deonik optoeter.

Die zegt niets over zijn aanvaring met Gary, maar presenteert inderdaad een wat agressiever plaatje. Met een “keep up the good work,” laat ik hem gaan voor de laatste call van de dag met makelaar Gary Breen. Duidelijk moge zijn dat hij met stip de gelukkigste mens van de dag is. Vóór 30 juni afsluiten betekent voor deze Gary ‘money in the pocket’. “Als je wint, heb je vrienden,” zing ik, waarna ik een vragend kijkende Astrid meeneem naar Restaurant Bürgerhaus. Tijdens het verorberen van een mega schnitzel en een pul Bit bier spijker ik haar bij. Een uiteindelijk positieve dag komt ten einde. “Vrijdag Lommel dus, en zaterdag Rotterdam om met Hans, Aad , Rob en aanhang over de verdeling van de taken te praten met het naderende einde van ma in het zicht,” vat ik de komende twee dagen samen. Astrid knikt instemmend, ze is daadwerkelijk de stille kracht achter mij.

En wat ook leuk is, ze kan nog steeds over mijn flauwe grappen proesten van het lachen! “Lopen een olifant en een muis over een houten brug, zegt die muis…..” Opgewekt en enthousiast rijden we vrijdag 12 juni vanuit huis via Eindhoven naar Lommel, waar we de bankzaken snel kunnen afhandelen. Vervolgens bezichtiging van de woning aan de Harkstraat. “Tja,” twijfelt Astrid, “niet een al te uitnodigende voorpui.” Maar van binnen is het helemaal prima, gezellig zelfs, hetgeen door de uitbater bevestigd wordt: “’t ies gezegd, menier.” Heerlijk dat Belgische taaltje met die lekkere zachte g. Aangezien we op dit moment niet weten voor hoelang we hier gaan wonen en over ruim twee weken ons huis in Hubbelrath uit moeten, besluiten we tot huur over te gaan.

Na Wilnis, Loosdrecht, Hilversum en Düsseldorf, gaat dit ons 5e honk worden. Voor Bo-Peter en Kaj het 3e, want in Hilversum geboren, en voor de in Düsseldorf geboren Ivar het 2e. Hoewel blond met blauwe ogen, is hij zéér Nederlands! Voordat we met de verhuizer in overleg gaan, nog even een snel telefoontje met makelaar Gary Breen over het recht van overpad inzake de parkeerplekken. Sybase zal ons vrijwaren, mocht dit problemen opleveren. Mooi, ook weer opgelost. We bespreken met de verhuizer het aantal te verhuizen kuub, oftewel m3. Astrids specialiteit, evenals wat dit gaat kosten. Papiertje tekenen en als de wiedeweerga weer terug naar Düsseldorf waar onze buren, de Massinks, ons voor de laatste keer willen verwennen. Een pittige schnaps en wat ‘wurst’ hapjes laten we ons na deze inspannende kilometers en gesprekken meer dan welgevallen. Zaterdag rijden we naar Rotterdam, een route die we inmiddels kunnen dromen, om met de broers en schoonzussen de situatie rond ma te bespreken. Duidelijk is dat, wanneer ze thuiskomt, er dag en nacht ‘bemanning’ aanwezig dient te zijn. Oudste broer Hans neemt het woord en laat ontroerd een vergeelde foto rondgaan waar wij als kinderen op vereeuwigd zijn, met onze biologische vader. Genomen ter ere van mijn heilige communie:

V.l.n.r. Ma, met Rob op haar schoot, Hans, Aad, Pa Koos en Peter

Na een kleine stilte verdelen we de diensten, waarbij Aad en Nel de meeste op zich nemen, aangezien dat bij hun tijdmatig het beste uitkomt. Geen enkele wanklank. Eigenlijk harmonie. Tevreden nemen we afscheid van elkaar, waarna Hans en Cintha terugkeren naar Almere, Aad en Nel naar Maarssenbroek en Rob en Mariette naar Culemborg. Wij zetten koers naar Astrids ouders in Vinkeveen om daar van een zeer welkom drankje te genieten, en ze op de hoogte te brengen van de situatie. De avond brengen we door bij Rick en Imelda in Beinsdorp, onder de rook van Schiphol, waar ze net trotse huiseigenaren geworden zijn. Daar zitten we voor de buis, althans Rick en ik, om Nederland en België elkaar te zien bekampen in de eerste wedstrijd voor het WK voetbal 1998. De Belgen gaan er van meet af aan keihard in, hetgeen ons nogal wat heethoofdige uitspraken ontlokt. De rust komt op het juiste moment volgens onze vrouwen: “kalm aan heren, het is maar een spelletje,” krijgen we te horen. Dodelijke opmerking voor een fan. Nou ja, de bitterballen smaken, en zijn even heet als de sfeer tijdens de eerste helft. En waar we voor vrezen gebeurt, Patrick Kluivert krijgt een rode kaart na de zoveelste provocatie van Staelens, waar hij intrapt omdat hij Staelens op een elleboogstoot trakteert, denkend dat de scheidsrechter het niet ziet, hetgeen ook klopt. Maar de grensrechter wel! “Wat een eikel,” zegt Rick “dadelijk verliezen we die pot ook nog.” Nederland houdt echter stand en de wedstrijd eindigt zoals die begon: 0-0. 18 juni meld ik me ’s middags om 4 uur bij ma aan de Wijnkade. Ze is deze week thuis gekomen en redelijk monter. “Peet,” zegt ze “wat kan mij het schelen, schenk maar een lekker borreltje voor me in, en ik steek ook een saffie op.” Ma zit op haar praatstoel en het lijkt wel of haar vlam weer ontstoken is, hoe broos ze ook oogt. “Gaan we nog naar wat voetbal kijken,” komt ze plotsklaps uit de hoek. “Niet echt interessant ma, Zuid Afrika tegen Denemarken.” “Zet lekker aan joh, dan hebben we nog wat vertier.” En zo gebeurt het dat we naar een wedstrijd van niks zitten te kijken die uiteindelijk in 1-1 eindigt. Intussen is ma in slaap gevallen en zijn Aad en Nel aangekomen voor de nachtwake. Zij nemen over en brengen ma naar bed. Omdat ik er ook de volgende dag en nacht zal zijn, heb ik een kamer gereserveerd bij het Golden Tulip Hotel. Daar check ik even na middernacht in. Op de kamer gekomen is het eerste wat ik doe een klein flesje scotch uit de minibar trekken. Dat het prijzig is boeit me niet. Beetje ijs erbij en een drupje water, en nu me even voorbereiden op de dingen die komen gaan. Eerst Dawn Cardi bellen, die me van de week weer zeer onaangenaam kwam mededelen hoe onverantwoord ik gehandeld heb door de deal met Sybase te maken. Ik heb haar geen millimeter ruimte gegeven en gemeld dat dit de deal is, en dat ze zich er niet mee moet bemoeien. De enige die het nu nog kan dwarsbomen is Eckart zelf. Met Dawn neem ik geen enkel risico, dus noteer ik de tijd waarop ik haar bel: 00.50. Op haar privé nummer neemt ze niet op, dus ik spreek in: “Dawn, as promised I sent you my bio and I still believe strongly I made the right deal.” Waarom ze mijn CV nodig heeft, weet ik niet, en ze moet nog maar een keer horen dat ik pal achter de deal met Sybase sta. Nu haar kantoor bellen. Weer een antwoordapparaat. Ik spreek dezelfde boodschap in. Om niet de flow van deze week te verliezen, maak ik alvast een beginnetje met mijn weekrapport. Bijna iedere dag Gary Platt gesproken over de diverse zaken die spelen. Afgestemd met Hope Spadora hoe de gelden overgemaakt dienen te worden. Voor wat betreft vergunningen en dergelijke de betreffende personen tot haast gemaand. En…… “Huh,” schrik ik om 4 uur ’s ochtends wakker, mijn hoofd op het bureau van de hotelkamer. Even weggedut. Toch maar even tanden poetsen, wekker op 07.00, en nog een paar uurtjes pakken. En wat is de tijd kort tussen het moment dat ik naar bed ga en de wekker afloopt! “Ma,“ vraag ik, “wat is het ergste dat je overkomen is?” Ze twijfelt geen moment: “dat Mieke overleed, ze was pas drie jaar, en zo’n mooi meissie. De dood van je vader is anders, daar heb ik een jaar naartoe geleefd, en ik was nog vrij jong, maar Mieke……” Er valt een stilte, waarbij het lijkt dat ze terug in de tijd gaat, dat ze mijmert waarom er toen, 1951, geen inenting was tegen difterie. Daar zitten we nu naast elkaar, en ik was degen die het als 5-jarige eerst kreeg, waarna ik mijn zusje besmette. “Maar jou heb ik nooit wat kwalijk genomen hoor,” lijkt het alsof ze m’n gedachten leest. “Je was nog maar een jochie.”

Met de klok mee: Hans, Peter, Aad en onder Mieke

Het lijkt wel of ze zich herstelt wanneer ze me herinnert aan het gegeven dat ik bij de tramhalte aan de 2e Middellandstraat auto’s stond te tellen. “Heel eerlijk,” zegt ze, “we hadden niet het idee dat je het zwarte garen had uitgevonden.” Ze moet er zelf met schorre stem om lachen. Dat verhaal ken ik, daar ben ik wat mee geplaagd. “Je bent er goed uitgekomen, niet dan,” vergoelijkt ze haar woorden. Na deze woorden zoekt ze haar bed op en voor mij breekt een lange nacht aan. Half slapend, half wakend trekken allerlei beelden aan m’n geestesoog voorbij. Witte lakens voor de ramen na het overlijden van Mieke. Hans die aan het eind van zijn diensttijd alsnog naar Nieuw Guinea moest. Aan Aad, die na het ongeluk aan z’n oog, hij was tegen een gloeiend hete kolenkachel gevallen in de hongerwinter van 1944, tientallen operaties moest ondergaan. En Rob, onze Benjamin, die alle tramlijnen bereed en uit z’n hoofd kende. Van lijn 4 naar Avenue Concordia tot lijn 16, waarvan het eindpunt bij Het Kasteel van Sparta was. Dat werd weer afgewisseld met beelden van een tierende Dawn Cardi, een gniffelende Gary Platt en een gelukzalig blowende Eckart.

Het Engelengetal

De cijfers op mijn verjaardag j.l. maandag: 7-7-7. Wablief? ‘Het getal 777 van de engel wordt algemeen beschouwd als een symbool van geluk en positieve energie. Het wordt vaak geassocieerd met innerlijke wijsheid en spirituele groei, en herinnert mensen eraan dat ze op het juiste pad zijn en dat hun reis verloopt zoals het hoort’. Zou een mooi einde zijn van deze Luim! Hoewel ik met een behoorlijk aantal van de genoemde punten op de goede weg ben, zou je (mijn criticasters) bij een paar best wat kanttekeningen kunnen plaatsen. Ook mooi; met 777 win je de jackpot! En laten we eerlijk zijn, wanneer je in de 7e maand van het jaar de mooie leeftijd van 77 bereikt in redelijke gezondheid (en een goed humeur), dan mag je dat toch de jackpot noemen. Voeg daar nog je fijne gezin aan toe, dan kun je spreken van een super jackpot. En natuurlijk heerst er zelfspot: “ik ben dat jonge mens in dat oude lichaam, WTF is er gebeurd?”. Heb ik het dan over mijn 18-jarige ik?

Mannetje vol bravoure op vakantie met wijlen broer Aad en wijlen jeugdvriend Aat de Boon. Huist dit ventje nu in mijn gehavende carrosserie? Dacht het niet. Wat had ik toen nog veel te leren, en wat is er in de tussenliggende jaren onwaarschijnlijk veel gebeurd. Deze datadrager was het beginpunt van mijn automatisering carrière:

Inderdaad ja; de ponskaart. Werkend met machines zoals de IBM 407, die de omvang hadden van een kleine personenauto maar minder capaciteit en mogelijkheden dan de huidige mobiele telefoons. Tijdens mijn loopbaan bij het Amerikaanse leger (1967-1971) maakte ik van redelijk dichtbij de oorlog in Vietnam mee. Nu kijken we vol afschuw naar de gebeurtenissen in Oekraïne. Sparta landskampioen in 1959, dat mocht ik mooi meemaken:

Sommige geliefde plekken op Het Kasteel herinneren broer Rob en mij nog aan de helden van toen, zoals De Bosselaar en de Tonny van Ede tribune. Het verschil is dat we nu juichen over het beste seizoen in decennia met een 6e plaats! Een kinderhand……. Over kinderhanden gesproken, die zijn tegenwoordig gevuld met schermachtige apparaten die het etiket ‘social media’ bepaald geweld aandoen. De vele verhuizingen brachten ook dito inzichten waar het lokale (landelijke) aangelegenheden betreft. Dat maakt je soms eigengereid in de ogen van anderen. Uiteraard dwalen je gedachten ook terug naar de vele geliefden die heen zijn gegaan. Januari 1987 nam ik afscheid als boardmember van Multihouse, dat tot stand kwam na de fusie van de systeemhuizen Multi Function (mijn baby) en Minihouse (grote man Theo Mulder). Nu is een drietal mensen bezig met een reünie te organiseren voor de Multi Function mensen, waar gretig op gereageerd wordt, maar ook blootlegt hoeveel van die oude automatiseerders (onze makkers) ons ontvallen zijn. Alles overziende ben ik een ‘happy camper’, met genoeg brandstof in de tank om het nog een tijdje vol te houden en hier en daar jeugdige entrepreneurs van waardevolle informatie te voorzien. Maar belangrijker nog, gelukkig met mijn privé omstandigheden; een vrouw die haar eigen rol opgeëist heeft in de wereld van kraamzorg en kinderen die ook allemaal hun rol in deze gecompliceerde wereld gevonden hebben. Ook zij maken deel uit van de Ex’pression saga die onderstaand in 1998 bruisend tot stand kwam.

Aangekomen in Driebergen ontvangt Eckart me zoals alleen Eckart kan:

“kom erin pik, ik heb al een lekker koud biertje voor je klaar staan.” We nemen de zaken door, waarbij hij steeds positief reageert, dan wel met inzichten komt die hout snijden. Plots staat hij op en geeft aan dat het morgen weer vroeg dag is en dat ik dat hele stuk nog naar Düsseldorf moet rijden. “Momentje Eck, ik wil het nog even met je hebben over onze vriend Frans.” “Hoezo?” reageert Eckart nukkig. “Wel, volgens mij heeft die vanaf moment één getracht om het project Ex’pression onderuit te halen en word ik alleen maar geconfronteerd met negatieve signalen.” Eckart ontkent dat in alle toonaarden en vindt dat Frans zijn belangen goed behartigt. Hebben we hier nu een geval van ‘good cop, bad cop’? Klapjes ’s ochtends, biertjes ’s avonds! “Gewoon lekker doorgaan Peet,” voegt Eckart me toe wanneer hij me naar de auto brengt en het portier achter me dicht gooit. “Food for thought,” mompel ik in mezelf terwijl ik het grindpad afdraai om m’n weg te vinden naar de A12. Ik druk de CD van Lutricia McNeal in de gleuf om al meeblerrend bij ‘Ain’t that just the way’ nog even na te genieten van een van onze grootste single hits in Duitsland: meer dan 400.000 verkochte eenheden. Hè, dat lucht even lekker op! Zo komt Hubbelrath tegen middernacht toch weer snel in zicht en prent ik, wellicht voor een van de laatste keren, het beeld in mijn hersens van het huis waar we een behoorlijk aantal ‘gemütliche’ jaren doorgebracht hebben.

Ik parkeer de auto en ben blij dat Astrid op me gewacht heeft. Vragend kijkt ze me aan, terwijl ze een droge sherry voor me inschenkt. Ik vertel haar over m’n ongenoegen met Frans, het ziekenhuisbezoek aan ma, en het eigenlijk, op het laatst, onbevredigende gesprek bij Eckart. Astrid kent m’n soms wat ongeduldige aard met dit soort zaken en vraagt me om ook wat aandacht te besteden aan de dingen die op til staan, zoals de verhuizing naar België. “Helemaal mee eens,” beaam ik haar stellingname. “One for the road,” zijn we het eens, en klinken op onze nieuwe, nog wat onzekere toekomst en zoeken tegen enen ons mandje op. ‘United we stand’ is ons motto. Donderdagochtend breng ik door met het opsommen van de mensen die ik vandaag absoluut moet spreken, zoals Hope Spadora van Sybase die een dringende boodschap heeft achtergelaten. Het 9 uur tijdsverschil met Californië breekt me nu op, zeker omdat we nu de bal aan het rollen moeten houden. Hope is een vroege vogel, dus kunnen we vanmiddag rond 4 uur een en ander doorspreken, dat is voor haar 7 uur ’s ochtends. Daarna Dawn Cardi, aangezien met New York maar een tijdsverschil van 6 uur is, evenals bij Gary Platt in Florida. Daarna Craig Deonik over het marketingplan en Gary Breen inzake afronding van de koopovereenkomst. Het wachten tot 16.00 kan ik prettig invullen door met Astrid over verhuiszaken te praten en met name de jongens wat aandacht te geven.

Bo-Peter, Kaj en Ivar in onze grootste tuin ooit

De klok tikt weg naar 4 uur en exact op dat tijdstip rinkelt mijn telefoon. Hope laat er geen gras over groeien: “I’m gonna make you a sweetheart deal,” begint ze. Ze legt uit dat de Sybase boeken afgesloten worden per 30 juni en dat ze voor die tijd het gebouw uit de balans wil hebben. Ik wip op m’n stoel van enthousiasme, want dit gaat korting betekenen. “How about a $200.000 cut if you guys buy the building before June 30,” stelt ze voor. Mmmm.. $200.000 korting wanneer we voor 30 juni het gebouw aankopen. Ik laat een kleine pauze vallen, denkend aan m’n Krauthammer cursus, kuch en deel haar mede dat dit maar een korting van net 2,5% is. Goed dat ze m’n overenthousiaste gezicht niet kan zien! Na veel gesteggel en gesteun komen we uit op een korting bedrag van $300.000. “Deal!” roepen we gelijktijdig. Hier kan niemand toch op tegen zijn, zou je denken. Nou, dat is een misrekening begrijp ik, zodra ik ‘fucking’ NY lawyer Dawn Cardi aan de lijn krijg. “Peter, how could you do this?” schreeuwt ze bijna door de telefoon. “Easy,” probeer ik haar te temperen. Ik leg haar uit dat deze transactie, ondanks dat vastlegging van de gebruiksvergunning er geen onderdeel van uitmaakt, echt een ‘sweetheart deal’ is. Ook al omdat Sybase niet gaat wachten tot we een gebruiksvergunning hebben. Na nog wat gesputter hangt Dawn op. “Oké Astrid, hoeveel zet je erop dat ze nu onmiddellijk Eckart belt,” vraag ik. Astrid haalt haar schouders op en zegt dat we morgen afspraken hebben in Lommel met de bank, met de eigenaren van het huis dat we op het oog hebben, en de verhuizer. “En laten we als het even kan het huis gelijk afronden,” voegt ze eraan toe. “Yes darling,” antwoord ik schaapachtig, waarna ik het nummer van Gary Platt intoets. “Plattski reporting,” schalt het door de telefoon, waarbij Gary z’n omroepersstem opzet. Ik informeer hem over het Sybase gesprek, waar Gary enthousiast op reageert: “Yes baby, yes!”. Over Dawn Cardi is hij wat minder enthousiast en zeer uitgesproken: “what a bitch!”. Ik krijg te horen dat het schrijven van het curriculum gestaag vordert en dat de geplande ‘milestones’ daadwerkelijk gerealiseerd zullen worden. Tevens meldt hij losjes Craig Deonik onder uit de zak te hebben gegeven omdat volgens hem ‘Rolling Thunder’ meer weg heeft van ‘slaap kindje slaap’. “Next on my list, Gary,” antwoord ik hem, waarna ik Craig Deonik optoeter.

Toscaanse Vaderdag

Een vriend becommentarieerde mijn laatste Luim als zijnde wat somber. Moet ik zeggen dat beginnen met de Singh affaire me ook niet echt vrolijk maakte. Zeker niet na alle nieuwe details die boven water kwamen. Eigenlijk raakte het me zozeer dat ik die mooie Vaderdagviering er niet bij vond passen. Maar, wanneer ‘a picture paints a thousand words’ door mijn hoofd gonst, dan komt dit beeld er automatisch bij:

Beinsdorp, 17 juni 2023. De locatie: weelderige tuin gelegen aan de Beinse Zot. Aanwezigen: de stamvader (ik), vier van de vijf zonen (een in San Francisco gebleven), vier kleinkinderen, één met vriendin, één echtgenoot, één aanstaande bruid (maker van deze foto), één oom, één tante en als mascotte golden doodle Tinley. Wat een mooie gezelschap aan zo’n lange familietafel. Gastheer en kok, alsmede uitbater van de Beinse Zot: oudste zoon Rick. Zie hem aan het einde met wat keukengerei zwaaien om indruk te maken. Maar ere wie ere toekomt, hij heeft ons meer dan verwend, ook qua geestrijk vocht. Rechts op de voorgrond zoon Kaj, waarvan niet af te lezen valt dat hij ’s ochtends op Schiphol uit San Francisco aankwam. Bikkel. Het blij makende lied ‘Toen was geluk heel gewoon’, is hier optimaal van toepassing. Het kan dus wel! Daar laat ik het bij voor wat betreft de reguliere Luim, we duiken weer terug in het verleden van Ex’pression Center for New Media, later omgedoopt tot Ex’pression College for Digital Arts. 1998 was het opwindende en creatieve geboortejaar, ook blij makend dus!

Maar moeder Jo was onverbiddelijk, “eerst school afmaken”.

Dan gebruikte ze één van haar verbluffende ‘one liners’, die me altijd zijn bijgebleven: “je kunt toch wel dansen, al is het niet met de bruid”. Oftewel, ga lekker op het toilet zingen. Immers, een douche hadden we niet, we moesten indertijd naar het badhuis. De landing op Schiphol haalt me ruw uit m’n gedachten en na alle formaliteiten staan oudste zoon Rick en vrouw Imelda me op te wachten om me naar het Havenziekenhuis te brengen. Tijdens de rit naar Rotterdam breng ik hen op de hoogte van de ontwikkelingen in de Verenigde Staten en word ik geïnformeerd over de situatie van mijn moeder, die ze onlangs nog bezocht hebben. Niet goed.

Na een klein uur komen we bij het Havenziekenhuis, en gezegd moet worden dat het er in de loop van de jaren cosmetisch niet op vooruit is gegaan. Ma reageert verheugd wanneer ze ons ziet en geeft me een dikke knuffel. Maar oh, wat is ze broos. Er is van de flinke vrouw niet veel overgebleven. Ze vertelt enthousiast dat ze binnenkort naar huis mag. “Om te sterven,” geef ik aan, onderweg naar Düsseldorf, nadat we emotioneel afscheid hebben genomen. Bedrukt komen we na zo’n twee-en-een-half uur in Düsseldorf-Hubbelrath aan, waar de hele familie in de armen gesloten wordt en Astrid er voor zorgt dat de inwendige mens ook aan z’n trekken komt. Na veel gepeins in het weekend besluit ik m’n vlucht van zaterdag de 13e naar Miami te annuleren, waar ik o.a. SoftImage zou bezoeken, een bedrijf dat software voor 3D computer animaties produceert. Want, mocht het zover komen met m’n moeder, dan wil ik er bij zijn. Allereerst informeer ik Gary die laconiek reageert: “you gotta do what you gotta do, Pete.” Inderdaad, dit moet gebeuren. Na hem wat ‘to do’ zaken te hebben aangereikt, dienen een aantal afspraken geregeld te worden. Astrid laat me met rust, ze weet dat dit een paar weken vol stress gaan worden. Ze houdt de jongens ook bij me weg, hetgeen enerzijds prettig is en anderzijds pijnlijk. Er is ook zo ‘fucking’ veel te doen. Woensdag Kasteel Moersbergen met Frans van Mackelenberg. Of je op bezoek komt bij de inquisiteur. Daarna naar het ziekenhuis, waarna Eckart me bij hem thuis in Driebergen verwacht rond 20.00. Conference calls tot het me duizelt, en vrijdag worden Astrid en ik in Lommel verwacht om het papierwerk inzake het huurhuis dat we op het oog hebben af te ronden. Zaterdag hebben mijn broers in Rotterdam afgesproken om te bezien hoe we omgaan met de situatie van onze moeder, en uit te vogelen wie voor wat zorgt. Prettig is in ieder geval dat het WK voetbal bijna begint, een evenement waar onze moeder naar uitziet. Het Nederlandse team ziet er goed uit:

Leuke dingen in woelige tijden, herkenbare gasten!

Het werken thuis in Düsseldorf, althans de eerste paar dagen, was een verademing. Tevens gaf het me nog wat tijd om afscheid te nemen van enige ex collega’s van Arcade, met name Olli Sondermann, de financiële man met wie ik het fatale reorganisatieplan kerst 1997 had opgezet. Prettige lunch, waarbij de jeugdige Sondermann me ‘herzlich’ bedankt voor alle wijze lessen. Die schopt het nog ver! Woensdag 10 juni brengt m’n trouwe (laatste maand) Mercedes me naar Kasteel Moersbergen waar de immer serieuze Frans van Mackelenberg me opwacht met een waslijst aan vragen. Oh wat zou hij er plezier in scheppen om de hele boel op te blazen. Ik bewaar, soms met de grootste moeite, mijn kalmte en kan veelal pareren waar hij mee aan komt zetten. Maar onaangenaam is het, en ik vraag me in alle eerlijkheid af welke chemie er tussen zo’n kerel en Eckart überhaupt kan zijn. Uiterst koel nemen we afscheid van elkaar en ik neem me stellig voor om bij Eckart een boekje over hem open te doen. Op naar Rotterdam nu, wederom het Havenziekenhuis. Aan de situatie van ma is niet veel veranderd, broos maar toch nog zo scherp als een scheermes. Ze hoopt maar dat de bloembakken aan het balkon goed door de buren onderhouden zijn. We babbelen wat over vroeger, en met name ook over haar schrijftalent. Voor het Charlois’ Kinder Operettekoor Sylva, opgericht in het bevrijdingsjaar 1945, had ze de tekst voor de Oosterse Operette ‘Ali Baba en de 40 Rovers’ geschreven. Ma’s jongere broer Henk heeft me indertijd de verfomfaaide pagina uit het programmablad gegeven. Omdat ik zo bewaarderig ben! En die heb ik meegenomen om haar op te beuren.

Haar ogen lichten op: “dat was de première, ergens in november 1947, in het Colosseum Theater aan de Beijerlandselaan,” weet ze nog.

Ze glimt nu ze er weer aan denkt. “Hoe kom je daaraan,” vraagt ze nieuwsgierig. Ik leg haar uit dat Oom Henk mij een en ander van de familie gegeven heeft, waar dit ook bij zat. “Die Henk, altijd een boekhouder gebleven,” zegt ze met een halve grijns. “Is er een mogelijkheid in het ziekenhuis zaterdag naar Nederland-België te kijken ma,” vraag ik haar in alle ernst. Dat is in haar straatje. “Die eerste wedstrijd tegen de Belgen mag je niet missen hoor,” fluister ik in haar oor terwijl ik ze een afscheidskus geef. “Reken maar van yes, jongen,” wuift ze me na. M’n auto de Maasboulevard opsturend ben ik opgelucht dat ze nog zo pittig reageert, overigens met de wetenschap dat haar toneelspel net zo goed is als haar Ali Baba werk. Wat had ze er graag in doorgegaan. Maar ja, het leven was na de 2e wereldoorlog niet zo eenvoudig. Aangekomen in Driebergen ontvangt Eckart me zoals alleen Eckart kan.

Singh: aflevering 4 uitgezonden, de laatste (5) ‘kaltgestellt’. Wat is wijsheid?

Is het slim wat Singhs advocaat Rachel Imamkhan bereikt heeft? Deel 5, reeds door vele duizenden bekeken op NPO Plus, heeft nu een uitzendverbod. Te weinig wederhoor, bepaalde de rechter. Ik ben bang dat het nog meer aandacht zal vestigen op het vermeende seksuele misbruik van Singh jegens vermoorde stiefdochter Daphne. Ik denk dat elke bijdehante journalist een vliegtuig kan pakken naar Texas, waar volgens getuigenis de door Singh aangerande nicht Michelle woont. Enerzijds om haar getuigenis te vernemen, anderzijds om brieven in te zien van een wanhopige Daphne, die gedetailleerd gewag maakt van misbruik. En dat liegt er niet om! Wil je dat in de openbaarheid hebben? Heeft advocaat Imamkhan het gedaan om Singh te helpen of voor eigen glorie? Wij hebben met vrienden en familie getracht om Singh in de gevangenis steun te bieden. Zoals onderstaand een bezoek van zoon Kaj getuigt:

Omdat zowel filmmaker Hans Pool als wij vinden dat niemand het verdient om zo lang gevangen te zitten (we naderen 40 jaar), gaat het niet meer om de schuldvraag, maar om gratie met hopelijk wat gelukkige slotjaren van Singhs leven. Wanneer advocaat Imamkhan betoogt dat het seksuele misbruik irrelevant is en niet bewezen, slaat ze de plank volledig mis: het is de reden waarom Singh na een positieve parole uitslag niet in vrijheid is gesteld. Gelukkig overschaduwden twee fantastische evenementen al deze narigheid. Om met het laatste te beginnen; het jaarlijkse grachtentripje van vermaard Tech en PR Bureau LDJ (Lubbers de Jong). Aankomend bij verzamelplek de Waterkant, werd ik al als het ware teruggeworpen naar de vele partijtjes in de cowboytijd van de automatisering in de 70-er en 80-er jaren. In een van mijn columns in AG heb ik er ooit een beschreven in Privé stijl. Die neiging kreeg ik nu ook, en ik doe het gewoon, zeker ook nadat mijn gade Astrid en zoon Kaj (overgekomen voor Vaderdag) op het achterdek in glamourpose vereeuwigd werden:

Een mooi plaatje, zeker weten. Genoeglijk keuvelden we met de befaamde oprichter van deze onderneming, de gevreesde oud journalist Bert Lubbers, vergezeld door zijn eega Ria Kyvon (VARA). Ook was het goed toeven met oud Commodore (herinnert u zich deze nog, nog…..) kanon Fred van Lemmen. Het was zeer zeker prettig om mooie herinneringen op te halen met Bart van Rheenen, de man achter het uitgebreide importscala van Amerikaanse randapparatuur. Natuurlijk was de charmante Mirjam aan zijn zijde. Ons afscheid van de huidige LDJ eigenaar en gastheer tycoon Peter Keijzer, was dan ook meer dan hartelijk. Genoeg gedold nu, hoewel zeer plezierig. Even een overstap naar Indigo, het klapstuk van de Nederlandse game industrie dat zich dinsdag en woensdag in Utrecht afspeelde. ‘INDIGO is a pretty unique event: It’s a platform for developers, publishers, investors, press, and other interested parties to connect and create new opportunities together’. In één woord geweldig. De industrie liet zich in de breedte van haar beste kant zien, hetgeen eveneens gold voor alle medewerkers bij dit prachtige evenement. In Prins Constantijn kregen we een nieuwe steunpilaar nadat hij als panellid dienst deed bij de Pitch Perfect sessie:

Geheel links Prins Constantijn. Zonder aanziens des persoon wordt ook hij toegesproken door MD JP van Seventer van Dutch Game Garden. Het ‘briljante’ heden is een mooie springplank naar 1998, het incubatiejaar van Ex’pression:

Enerzijds prettig, anderzijds is het me zwaar te moede.

Met de folder van Scandinavian Design in mijn hand, waarop ik de gewenste meubelen heb aangekruist, begeef ik me naar het filiaal in Concord. Gezien mijn hekel aan winkelen heb ik me terdege voorbereid op de route die ik in het immense pand moet nemen. Is het er niet, dan schiet ik een verkoopconsulent aan om te vragen wat er het dichtst bijkomt. 2 uur later, en $3000 verder, heb ik wat leuke meubeltjes en kastjes aangeschaft. Het wordt 2 juni bij het appartement bezorgd. Nu nog even een burger en een wijntje bij Applebee’s ‘Neighborhood Grill and Bar’ scoren. Dat doen ze heel slim, ze profileren zich als hèt restaurant en dè bar van de buurt waarin ze een vestiging hebben, en hangen daar uitrustingen en foto’s neer van de plaatselijke football- en baseballteams, veelal van High Schools.

Na dat uitstapje, en wat prietpraat met de mensen naast mij aan de bar (‘ben je voor de Oakland Athletics of de San Francisco Giants?’), is wat mij betreft Pinksteren voorbij. Maandag 1 juni; 2e Pinksterdag is een mooie kantoordag om de zaken voor te bereiden voordat ik vrijdag naar Nederland vertrek. Om m’n gedachten te ordenen, kalk ik op een whiteboard de zaken die absoluut behandeld dienen te worden: *bankdetails afronden met de Summit Bank *stagiaire gesprekken met Nightwing en Goldleaf *voorgesprek met DPR, de partij waar Steve Jobs namens Pixar mee in zee is gegaan voor het bouwen van hun headquarters in Emeryville *gesprek met KMEL, het radiostation waar we op mikken voor een deel van de roll out van PR golf ‘Rolling Thunder’ *software meeting met KPMG in Oakland *conference meeting met architecten en makelaar voor de gebruiksvergunning van het Sybase gebouw *afronden koopovereenkomst met Sybase via, natuurlijk, een lokale lawyer. Je kunt echt niet zonder, anders word je genaaid waar je bij staat. Niet lekker, wel kwaliteit, en prijzig bovendien! Ik doe een stap naar achteren en bekijk wat ik aan het whiteboard heb toevertrouwd. Veel, maar haalbaar, zij het dat mijn vliegtuig vrijdag rond half twee vertrekt, dus die dag ben ik zo goed als kwijt. Ook nog wat merkspullen voor de boys kopen. Astrid heeft me een lengtemaat doorgegeven van 1.35m. Mocht het niet lukken, dan kan ik het altijd nog iets op het vliegveld kopen, stel ik mezelf gerust. Dinsdagochtend begin ik vol goede moed aan de geprogrammeerde activiteiten van de dag. Feest der herkenning is de bijeenkomst met Phil Cohen van Nightwing op het vliegveld van Oakland, waar hij op doorreis is. Met hem heb ik heel prettig samengewerkt in Tampa, Florida, ten behoeve van UltiFox. Hij gaat onze studenten als stagiaire nemen wanneer ze het afstudeerstadium benaderen. Cool guy! Larry Weinstein van Goldleaf Games belooft me hetzelfde. In de knip! Stephen Ingram van KMEL en zijn collega, de aantrekkelijke Aziatische Jennifer Louie, spiegelen me een beeld voor van het aantal studenten dat we via hun station, en met name hun KMEL Summer Jam concert, binnen kunnen hengelen. Dit jaar zullen daar o.a. Mariah Carey en Mary J. Blige optreden. Enthousiast laten ze beelden van 1997 zien, gemaakt in het Concord Pavillion amphitheater, dat meer tegen R&B aanleunde met sterren als Aaliyah, Dru Hill en Blackstreet.

Aaliyah bewerkt het Concord Pavillion publiek

Het kost me heel wat moeite om hen te overtuigen dat augustus nog wat te vroeg is voor ons. “We are not licensed, yet,” doet het. Zonder licentie valt het moeilijk om studenten aan te nemen, begrijpen ze ook wel. Ze beloven me uit te nodigen voor het augustus concert, zodat ik met eigen ogen en oren kan beleven waar ze het over hebben. Ze nemen met een ‘warm handshake’ afscheid. Laatste van de dag is Craig Stone van DPR, die dik doet over de opdracht die ze van Pixar gekregen hebben. We bezoeken het (nog) Sybase gebouw, waarna hij de verbouwing afdoet als een ‘piece of cake’, een eitje dus, in vergelijk met Pixar. Ik mag hem niet. Wel hangt hij Steve Jobs als een worst voor mijn neus. Hij claimt dat hij me bij Jobs kan introduceren, hetgeen als stagiaireplek voor onze studenten super zou zijn. Ik forceer een beleefde lach en beloof een vervolgafspraak te maken. Leeg, dat ben ik. Dus ben ik de mening toegedaan dat een ‘Townhousje’ verdiend is, en loop vol tevredenheid daarheen. Weer geweldige ontvangst en dito maaltijd. De weg terug naar het Four Points Hotel, over de loopbrug van de spoorweg, is een waar genoegen in de zwoele Emeryville avond. Nog één nacht daar en dan intrek in ons Emery Bay appartement. Als een kind zo blij. Het intrekken is een waar genoegen, de spullen zijn geleverd en het is lekker om alles een plekje te geven. Snel even naar de plaatselijke art store om wat goedkope kunst te kopen om aan de muren te hangen. Wat je allemaal niet vermag met een hamer, wat spijkers, en een muur van gipsplaten. Het begint echt een ‘home’ te worden! Hier en daar moet ik een ‘extra’ gaatje toedekken met additionele art. So what? Gek hè, zo’n hamer leidt soms een leven van zichzelf. Ja toch, niet dan? Met het marketingrapport stevig in mijn koffertje gepropt en vliegtuigtickets in m’n binnenzak, begeef ik me onderweg naar het vliegveld van Oakland. Het wordt een rare vlucht met Martinair 802, niet zozeer vanwege luchtzakken of iets dergelijks, maar wel van de hoeveelheid werk dat nog gedaan dient te worden en het gegeven dat mijn moeder weer in het ziekenhuis opgenomen is, en dat ziet er niet goed uit. M’n gedachten dwalen terug naar het moment dat mijn moeder op een feestje kennis maakte met mijn stiefvader. Ik was bijna 16 en mocht nog steeds graag naast m’n moeder zitten:

Maar liefst 36 jaar geleden! En bijna was ik met het bandje de ‘FBI Stars’ als Cliff Richard imitator naar Duitsland gegaan. De gitarist van de band, die al twee keer was blijven zitten, had me bijna overgehaald. Maar moeder Jo was onverbiddelijk, “eerst school afmaken”.

Kort geding om afleveringen 4 en 5 van de Singh documentairete verbieden, maar ook leuke dingen.

Het vervelende van dit alles is dat Singhs advocaat, Rachel Imamkhan, niet schijnt te begrijpen dat daardoor de vermeende seksuele handelingen van Singh, met als slachtoffer stiefdochter Daphne, nog meer aandacht krijgen. Zij vindt dat dit alles juridisch niet relevant is, hoewel dat nu precies de reden is waarom Singh na een positief Parole advies toch niet in vrijheid is gesteld. Uiteindelijk heeft ze dan ook nog de Amerikaanse advocaat Keith Chandler, die op alles wat aangevoerd wordt, hoe verschrikkelijk dan ook, continu zegt “that doesn’t make you a murderer”. Echte advocatentaal; alles ontkennen. Een goede vriend van ons, Paul Nijssen, heeft na ons, samen met zoon Kaj ook ‘bezoekplicht’ op zich genomen:

Ik herinner me nog levendig hoe uitgeput hij was na sommige bezoeken. Bladerend door de tientallen brieven die Singh mij heeft geschreven, valt het me op dat hij vele malen ten opzichte van wie dan ook, van links naar echts zwalkte. Ook advocaat Imamkhan was menigmaal doelwit van zijn toorn. Het moet ook gekmakend zijn om zo lang opgesloten te zijn, en ik ben bang dat we de werkelijke rol van Singh in dit geheel nimmer te weten zullen komen. Van een helaas ontwricht leven naar het nieuwe leven, waar Astrid zich mee bezig houdt. Wanneer er iemand geen PR of marketing nodig heeft, dan is dat Astrids Geboortesupport wel. Toch heeft ze nu voor iedere nieuwe baby die haar ten deel valt voor de ouders een heel leuk aandenken in hout laten vervaardigen:

Kijk, daar wordt je blij van! Links haar logo, wat dacht je! Nog meer blije momenten? Zeker, hoe mooi is het wanneer een jonge onderneming waar je intensief mee bezig bent, in de prijzen valt tijdens een pitchfestival? Het gebeurde j.l. donderdag bij de VU in Amsterdam, waar jeugdige entrepreneur Ming-Faraz Khan (26) niet alleen een geldprijs(je) mocht ontvangen, maar tevens een koffie meeting met een gerenommeerde Venture Capitalist. En dat laatste is eigenlijk meer de beloning waar je naar opzoek bent. Zijn curriculum voor Digital Literacy, met o.a. digital design, robotica en cyber security, gaat verplicht worden voor leerlingen van 11 tot 18 jaar. Dat was een foto waard!

Links ‘the man of the hour’: Ming-Faraz Khan en helemaal rechts zijn eerste student (2022). Over studenten gesproken, we duiken weer in het verleden van Ex’pression: 1998.

En dat is dus duur in Californië, zeker weten.

Zeker nadat Gary en ik wat potentiële huizen voor hem en zijn familie hebben bekeken in Walnut Creek, een stad van circa 55.000 mensen, een half auto uur ten oosten van Emeryville en Berkeley.

Voor $350.000 heb je niet eens ’n middelmatige woning. En, wil je in een goede buurt wonen omdat je privé scholen wilt vermijden, leg er dan nog maar een tonnetje of drie bovenop! In ieder geval goede maatjes worden met de City Manager in Emeryville, leg ik mezelf op. Ik neem een en ander met Gary door en fax het door naar Nederland. Vervolgens breng ik Gary in de Van naar SFO, het drukke vliegveld van San Francisco aan de andere kant van de baai. Na een ‘Gary’ hug wenst hij me het allerbeste voor de komende week en verdwijnt in de drukke vertrekhal. Hij ziet ernaar uit om terug te keren naar Florida en is ontsteld over de hoogte van de huizenprijzen. Welcome to California! Maandag 25 is het Memorial Day, de dag dat de Amerikanen alle militairen herdenken die in de diverse oorlogen gesneuveld zijn. Het wordt altijd ‘gevierd’ op de laatste maandag in mei, waarbij veel mensen militaire begraafplaatsen bezoeken en Amerikaanse vlaggetjes plaatsen.

Nationale militaire begraafplaats Arlington

Uiteraard, zou ik bijna zeggen, zal de dag eindigen met de gebruikelijke BBQ, hoewel het nog steeds regent. In ieder geval ken ik nog bijna niemand, derhalve ook nergens uitgenodigd, en breng dus een groot deel van de dag op kantoor door. Daar voorzie ik het door Craig Deonik geproduceerde marketing rapport van de nodige aantekeningen en vragen. Wellicht dat ik hier en daar iets niet begrijp. Wellicht ook een cultuurkwestie. ‘We’ll see’. Mijn vriend de barkeeper kijkt me meewarig aan: “what’s up man?” Ik leg hem uit waarom ik hier in m’n eentje zit en meevoelend schenkt hij me een dubbele ‘Jack rocks’ in. “On the house,” glimlacht hij daadwerkelijk van oor tot oor. Natuurlijk weet hij dat ik een goede ‘tipper’ ben. Maar toch. Lekker slapen daarna is geen straf. Craig Deonik is nu regelmatig op kantoor en genoeglijk sparren we over mijn op- en aanmerkingen inzake het marketingrapport. Ik krijg hier en daar een lesje, maar ben ook in staat hem van de gebaande paden te lokken en creatiever te zijn. Zijn ogen achter de dikke brillenglazen stralen soms ongeloof uit, maar hij heeft geen weerwoord. Woensdagmiddag loop ik naar Bucci’s, dat ongeveer tien minuten van kantoor ligt. Daar heb ik een lunchafspraak met City Manager John Flores en Hope Spadora. John is een creatieve en charismatische man die al heel wat goeds voor Emeryville heeft bewerkstelligd.

John Flores: vriendelijke uitstraling, grote daadkracht

Hope is fantastisch en na de eerste aanvaringen is zij een eerste klas supporter van Ex’pression geworden. Tijdens de lunch bespreken we alle pro’s en contra’s inzake de geboorte van Ex’pression in Emeryville, maar ook het ‘gevaar’: The Martin Group. Wanneer we na de lunch afscheid nemen, zegt hij me toe te allen tijde voor ons bereikbaar te zijn en dat hij ons alle steun zal geven om door dit proces heen te komen. Als bewijs van zijn goede wil geeft hij me alle informatie over waar en wanneer ik hem kan bereiken, en met welk medium. “And, if there’s a clash with The Martin Group, we will favor you!” Da’s niet niks, wanneer The Martin Group vervelend gaat doen, dan krijgen wij het voordeel van de twijfel. Nu moet The Martin Group wel met hele zware ammunitie komen om ons neer te halen. Hope en ik praten nog wat na en zijn super enthousiast. De rest van de week is een wervelstorm van bijeenkomsten met verzekeringsmensen, alarmmensen, bankmensen, lunch bij de kamer van koophandel (ik verkoop de Ex’pression huid duur), architect conference call, telefoon installateur en tenslotte de man van de personele arbeidsvoorwaarden. Het circus Jeroen Bosch marcheert daadwerkelijk voorbij. Soms te droog voor woorden, maar een noodzakelijk kwaad. En hoera, we kunnen 12 juni ons appartement in. Dat wordt zondag meubels kopen! 1e Pinksterdag weliswaar, maar daar zit niemand mee. Hoera 2 is voor mijn Apple computer die 2 juni verwacht wordt. Inmiddels krijg ik dan ook kramp in mijn vingers van het schrijven van al die rapporten. Zaterdag profiteren van een vriend van zoon Rick, Rob Terheggen, die al geruime tijd in Marin woont en door Rick gehint werd om me eens op sleeptouw te nemen. Samen met vrouw Mary toeren we rond. Het is goed toeven naast een chauffeur die de plekjes kent en me via de Golden Gate brug naar Marin voert, waar we wat prachtige plekjes aandoen. Dat doet een mens goed na alle inspanningen en iedere keer ‘on top of your game’ zijn. Zondag steekt daar wat bleekjes bij af wanneer ik een keuze voor meubels maak bij Scandinavian Design, die zagen er na vergelijk met diverse folders er het beste uit. Ik verheug me erop het appartement te betrekken. Nu nog even een geschreven rapportje voor ‘Nederland’ vervaardigen, en klaar is Kees. Volgende week vrijdag terug naar huis, dan zitten de eerste vijf weken erop. Het thuisfront laat weten dat m’n moeder weliswaar weer opgenomen gaat worden, maar dat er geen noodzaak is om eerder terug te vliegen. Enerzijds prettig, anderzijds is het me zwaar te moede.

Wat kunnen echte voetbalsupporters toch hartverwarmend zijn!

Donderdagavond, ondanks de domper van de gelijkmaker in blessuretijd (90+3), werden de Sparta spelers na afloop gedurende hun rondje langs de supporters hartstochtelijk toegezongen. En ook in de Bosselaar, onder onze tribune gelegen, kwam op een gegeven moment het ‘Sparta is dé club van Rotterdam’ er weer fris (hoewel…..) en spontaan uit. Rob en ik namen na deze laatste thuiswedstrijd afscheid van de gebroeders Bulsing, onze vrienden en vriendinnen uit Berkel, en eenieder die we na onze toilet triomftocht tegen kwamen. Iedereen werd verzekerd dat ook in het komende seizoen de Laanen muppets bij opgang 19, rij 4, te bezichtigen zouden zijn. Nu Twente nog zondag de genade klap (penalty’s?) toedienen en Europa is van ons. Voor de wedstrijd werden we geïnterviewd door RTV Rijnmond, waar Rob parmantig mededeelde dat Sparta beter is dan Feyenoord. Ach ja, de jeugd……

Deze Sparta selectie heeft ons hart gestolen, zeker weten! Droevig vond ik het heengaan van de ‘Girl from Ipanema’ zangeres met de fluwelen stem; Astrud Gilberto. Helaas nummer zoveel in een imposant rijtje van smaakmakende entertainers die de afgelopen maanden naar de eeuwige jachtvelden vertrokken. Daar komt je eigen sterfelijkheid om de hoek kijken. Dat doet me overigens aan Jaitsen Singh denken, die eind dit jaar de 79 kruisjes aantikt, waarvan hij er dan zo’n 40 in de gevangenis heeft doorgebracht. Een wonder dat hij überhaupt nog in leven is. Het gissen over zijn (on) schuld is na aflevering 2 van de documentaire ‘Een Amerikaanse nachtmerrie’ alleen maar toegenomen en zal met het oog op de komende 3 afleveringen zeker niet verminderen. Zo ook de vraag wat er gebeurd is met zijn zoon Surender, die van de aardbodem verdwenen lijkt te zijn. De laatste keer dat ik hem trof, toen we nog vol goede moed waren, was 8 mei 2016 in Vacaville prison, vlak voor mijn terugreis naar Nederland.

Een aardige man die ontzettend geleden moet hebben na de brute moorden op zijn moeder en zus. En eigenlijk ook over zijn afwezige vader, die zichzelf ‘dead man walking’ noemde. Hoe het ook zij, over één ding zijn Hans Pool en ik het zeker eens, niemand verdient het om zo lang gevangen te zitten. Wel ben ik benieuwd hoe jullie na aflevering 3 (NPO2 maandagavond) tegen deze hele affaire aankijken. Gaan we nu weer terug naar de Ex’pression saga; wat gebeurde er zoal 25 jaar geleden in Californië?

Maandag 18 mei komt hortend en stotend op gang.

De twee dikke ordners die we geproduceerd hebben, dienen nu aangevuld te worden met brieven ter ondersteuning van bedrijven in ons vakgebied, maar ook hardware leveranciers en TV en film producerende bedrijven. Mensen die claimen onze afgestudeerde studenten in dienst te willen nemen. Liefst beroemdheden, ‘Names’ dus. Twee van die mensen, studiobaas Arne Frager en Jane Metcalfe, ontbreken nog, dus die gaan we achter de broek zitten. Genoeg over Jane Metcalfe, want Arne Frager mag er ook zijn. Zijn studio, ‘The Plant’ in Sausalito, is beroemd geworden vanwege de beroemdheden die daar opgenomen hebben. Wat te denken van Prince, Mariah Carey en Whitney Houston? Meer? Fleetwood Mac, Aretha Franklin, Metallica en Santana. Daar wil je als afgestudeerde geluidsman wel werken, dunkt me.

Carlos Santana en Arne Frager: dikke pret

Nu de brief van Arne nog, zelf ook een ‘Name’ in de industrie. Even na drie krijg ik Arne te pakken, hij belooft de brief per koerier te laten bezorgen. Bij de derde poging krijg ik Jane Metcalfe om half 6 te pakken, maar die gaat de brief per fax versturen. Ook goed. Gary houdt zich in de tussentijd bezig met Steve Fee, die de tekeningen van het Sybase gebouw nodig heeft. Zo is het al met al gezellig rommelig, echter, de boeken zijn nog niet compleet. Na haastig een broodje naar binnen te hebben geslagen, komen tot onze opluchting de laatste documenten binnen en kunnen we gaan kopiëren bij Kinko’s. Lang leve de 24/7 maatschappij want de klok wijst inmiddels 10.45 PM aan, oftewel 22.45. Na anderhalf uur kopiëren besluiten we om de rest een uurtje of 7 later te doen, we maken te veel fouten. Voordat we naar Sacramento vertrekken, dus vroeg uit de veren. Alhoewel ik lichamelijk moe ben, komt de slaap moeilijk. Hier en daar vluchtige slaapmomenten, maar gelukkig breekt de nieuwe dag weer aan. 07.30 het karwei bij Kinko’s afmaken om vervolgens de weg naar Sacramento in te slaan. In de ‘forest green’ GM Van geven Gary en ik elkaar een ‘high five’, we zijn vol goede moed. Highway 680 naar Sacramento voert je niet bepaald door een inspirerende omgeving. Pas bij de brug over de Suisun Bay, van Martinez naar Benicia, wordt het interessant. Niet alleen vanwege het weidse watergezicht, maar meer vanwege de Amerikaanse mottenballenvloot die daar al roestend licht te wachten op de dingen (oorlogen?) die komen gaan.

“Pete, if only we could sell those for scrap value, we could buy Eckart out,” komt Gary uit de hoek. Gary heeft een natte droom om sloopwaarde van die boten aan te wenden om Eckart uit te kopen. “Just kidding man,” reageert hij omdat ik er het zwijgen toe doe. “Sure,” laat ik het erbij. Het lijkt me niet het moment om over uitkopen te praten terwijl we nog moeten beginnen. We passeren Vacaville waar het bord met ‘Premium Outlets’ me angstige voorgevoelens bezorgt. Merkartikelen, die toch al goedkoper zijn in de V.S., worden hier ook nog eens met hoge kortingen aangeboden. “Shopping around the corner, Pete,” leest Gary mijn gedachten. Inderdaad, winkelen is niet bepaald mijn favoriete bezigheid. Na Davis komen de contouren van Sacramento in zicht. Eigenlijk een suffig provinciestadje, dat omhoog is gestuwd in de vaart der volkeren dankzij de ‘hoofdstad’ status. En zelfs dan nog zijn ze niet in staat geweest om meer dan één professioneel topteam aan zich te binden. De Sacramento Kings zijn de trots van de stad, uitkomend in de National Basketball Association (NBA). Eigenlijk kende ik Sacramento alleen maar van het gelijknamige liedje van ‘Middle of the Road’, begin 70-er jaren.

Staat me nog levendig voor de geest! Die bezongen het als ‘de plek waar je moet zijn’. Eh…..nee. Maar goed, het bureau is daar, dus we moeten er wel zijn. Bij het bureau worden we ontvangen door Patty Wohl, die ons net als bij de eerste ontmoeting op formele wijze begroet. Niets van de opwinding waarmee we hen toen verlaten hebben. Strikt zakelijk gaat ze door onze documentatie heen. Ze wijst ons op de ‘Maxine Waters Legislation’, hetgeen betekent dat we vanwege deze wetgeving onderhanden werk dienen te beschouwen als ‘niet verdiend lesgeld’. En grappig genoeg betekent dit dat we er pas later belasting over hoeven te betalen, hetgeen goed is voor de cashflow. Gary staart inmiddels wat dromerig uit het raam, dit interesseert hem echt geen bal. Na nog wat kleine wijzigingen schudden we haar hand en gaan de klamme buitenlucht in, waar het kwik inmiddels tegen de 30 graden loopt. “Nou, dat viel mee,” begin ik tegen Gary. Die kijkt me aan of ik Swahili aan het spreken ben. “Sorry buddy,” herstel ik me. Soms heb ik dat in m’n enthousiasme, dan gooi ik er wat Nederlandse praat uit. Na terugkomst zijn we in staat de wijzigingen redelijk snel aan te brengen en vrijdag kan het pakket terug naar het bureau. Wel is het zo dat we, dankzij onze rechtstreekse presentatie, zo’n drie weken gewonnen hebben. Zaterdagmorgen 23 mei: verward word ik wakker, “waar ben ik,” mompel ik. Ah, ik herken m’n hotelkamer. Nog steeds in het Four Points hotel. “Shit,” Gary moet dadelijk naar het vliegveld en de wekelijkse rapportage moet er ook nog uit. Okay, het pakket met wijzigingen is gisteren naar het bureau gestuurd. Afspraken voor volgende week zijn gemaakt met de City Manager, John Flores, en de lokale Kamer van Koophandel. Een en ander is geregeld door Hope Spadora van Sybase en Liz Altieri, de lokale directeur van de Summit Bank. Wat ik niet wist is dat de City Manager degene is die het voor het zeggen heeft in een stadje als Emeryville. De Burgemeester is een gekozen positie, formeel hoofd van de gemeenteraad, maar heeft een full-time baan ernaast om in zijn levensonderhoud te voorzien. En dat is dus duur in Californië, zeker weten.

De 1e aflevering van de Singh documentaire ‘Een Amerikaanse Nachtmerrie’

Tja, men vraagt ons nu reeds hoe we er tegen aankijken. Nogmaals, we zijn erin gegaan na uitvoerig de processtukken doorgenomen te hebben. Een rammelende reeks van rechtszittingen, een corrupte aanklager en het aantal jaren dat Singh al gevangen zat, deden ons besluiten om hem te ondersteunen waar mogelijk. Een roller coaster van 8 jaar, waarbij de documentaire van Hans Pool, die a.s. maandag op NPO2 uitgezonden wordt (deel twee van de vijfdelige serie) een soort van logisch eindstation lijkt. Uiteraard sterke emoties en veranderend inzicht, maar ook na het ‘ondergaan’ van alle afleveringen (betaald), geen spijt van onze beslissing in 2015. Zoals het zich laat aanzien, kunnen we zelfs vanuit Loosdrecht nog een zesde aflevering maken met ‘Ongepubliceerd Materiaal’. Wat wij onderweg tegen gekomen zijn, denk even aan BuZa, laat zich ook lezen als een spannende roman. Ter morele ondersteuning werden meerdere leden van ons gezin ingezet. Onderstaand Singh tussen de toen 19-jarige Ivar en Astrid (Vacaville Prison, 8 april 2016):

Laten we het zo afspreken, wanneer iets onduidelijk is, vraag het ons! Maandag waren er in totaal 578.000 kijkers, het is uiteraard niet de bedoeling dat ze aanstaande maandag allemaal op hetzelfde tijdstip reageren. Dat zou Ziggo niet leuk vinden. Overigens, schrik niet van sommige beelden en uitspraken in de komende afleveringen. Een gewaarschuwd mens……. Altijd moeilijk om een frivool overstapje te maken van zo’n zwaar onderwerp naar iets luchtigs, maar ik doe het toch! Weet je welke club voor het eerst sinds 1997 weer eens won in de Galgenwaard? Nou, Nou? Iedereen heeft het goed: Sparta! Dat wordt genieten zondagavond, ofschoon FC Utrecht geen katje is om zonder handschoenen aan te pakken. Zoon Kaj stond vol in ‘firefighter’ uniform tijdens de Amerikaanse dodenherdenking, oftewel ‘Memorial Day’:

Vroeger (u weet wel) zeiden we altijd ‘vader’s poen, moeder’s angst’ bij een dergelijke investering (kinderen zijn duur), maar nu welde trots in onze harten op. Vorige week weer eens met Astrid en gezamenlijke vriend Joop naar het theater geweest, ’t Spant’ in Bussum. Veldhuis en Kemper bleken niet alleen harmonieuze zangers te zijn, maar ook bekwame ‘story tellers’. En soms verdraaid geestig. Met buurman Peter Kamp de derde DVD van Daniël Arends bekeken. Vuil gebekt, ad rem en soms uitbundig grappig. Eén ding; ga vooral niet op de voorste rij zitten mocht je naar het theater gaan! Is wel een week geworden met een overdaad aan lunches. Noodzakelijk kwaad, leg ik Astrid uit. Ze trapt er niet in. Over intrappen gesproken, we keren snel terug naar het jaar des heren 1998: Ex’pression College in wording.

………voelen we ons sterk om het gesprek met The Martin Group aan te gaan, onze concurrent inzake het Sybase gebouw.

We weten dat de heren van The Martin Group, die we gaan bezoeken in San Francisco, een behoorlijke vinger in de pap hebben bij de lokale overheid. Zo hebben zij parallel aan Highway 80 ruim 6500 vierkante meter getransformeerd in 684 wooneenheden, een shopping centrum, een openbare marktplaats, alsmede de United Artists bioscoop met maar liefst 10 schermen. Leuke binnenkomer, vinden Gary en ik. Gary Breen, onze makelaar, die er uiteraard ook alles aan gelegen is dat de heren van The Martin Group ons welgezind zijn, wacht ons op bij de receptie. Het moet gezegd, Toby Taylor en Tom Gram ontvangen ons uiterst hartelijk. Joviaal feliciteren ze ons met de aankoop van het Sybase gebouw. Geen woord over de benodigde parkeerplaatsen. Gary fluistert nog “they’re not fucking us, Pete.” Vervolgens doen Gary en ik dezelfde opvoering als bij het bureau in Sacramento. En het moet gezegd, onze ‘dog and pony show’ wordt goed ontvangen. Gary en ik raken steeds beter op elkaar ingespeeld. We wisselen wat details uit, waarna beide heren ons verzekeren dat ze er uiterst serieus naar zullen kijken. Sterker nog, ze zullen zich opstellen als de ‘friendly neighbor’. Jazeker, beter een goede buur dan een verre vriend! Zoals het er nu naar uitziet gaan ze ons niet lastig vallen, en waarom zouden ze? De strijd is gestreden. Breen is uiteraard ook tevreden en complimenteert me omdat in zijn oren mijn accent nog amper merkbaar is. Daar moet je mee oppassen, heb ik inmiddels gemerkt. Met complimenten zijn ze hier niet zuinig en wanneer je een vraag stelt, is het normaal wanneer iemand eerst zegt “excellent question.” De eerste keer kijk je alle kanten op omdat jezelf van je eigen vraag niet bepaald onder de indruk bent. Maar goed, ik knik minzaam en schud hem de hand. Voor de provisie die hij gaat vangen wil ik ook wel een compliment over de heg gooien. Enfin, Gary en ik gaan verder met ons levenswerk, zo lijkt het, de applicatie voor het bureau. Het wordt laat en vervolgens weer vroeg. Het is donderdag, vandaag gaan we de GM Van ophalen, maar eerst applicatie, applicatie. 14.30: de Van staat klaar en nadat we al het papierwerk hebben ingevuld, gaan we als opgewonden teenagers in die grote bak op weg naar San Francisco, waar we van Jane Metcalfe een rondleiding krijgen bij Wired Magazine.

Dit alles natuurlijk om bij haar in een goed blaadje te komen. Immers, haar willen we echt wel als lid van de Raad van Commissarissen aan boord hebben. Co-Founder Wired Magazine: da’s een lekker uithangbord. Het is informatief, buitengewoon interessant en vooral goed, zeker voor mij, om te weten wat er zoal speelt in het Amerikaanse techwezen. Tevreden toeren we met onze Van terug naar Emeryville, hakken een hamburger naar binnen en gaan weer verder aan de slag met de applicatie. Wat staat er verder nog op het programma? Ik maak wel een ‘To Do’ overzicht, laat ik Gary weten, zodat er wat klaarheid gebracht wordt. Gewillig stemt hij in, dit is niet zijn sterkste kant. Als volgt: 1) liquiditeit overzicht maken 2) vrijdag naar kantoor wanneer Pacific Bell de telefooncentrale installeert 3) met Mike Taylor alle benodigde verzekeringen bespreken (morgenochtend om 10 uur) 4) fysiek Sybase gebouw controleren (morgen 15.30) 5) afspraak met het bureau in Sacramento definitief voor a.s. dinsdag bevestigen 6) applicatie komend weekend afronden 7) bij Kinko’s a.s. maandag een kopieerapparaat reserveren om een aantal kopieën van de applicatie te maken 8) dinerafspraak met Nadine Storyk (dochter van) vrijdagavond om haar rol als onze persoonlijke assistent te bespreken 9) industrie ondersteuningsbrieven voor oprichting van Ex’pression nagaan en bij applicatie voegen 10) applicatie voor het gebruik van de school afmaken en in de loop van de komende week naar het betreffende comité van de City of Emeryville sturen. “We got a top-10, Gary, what do you think?” Gary stuitert achterover en mompelt zachtjes “how about a beer?” Dat lijkt me een goed idee, want het gaat een lang weekend worden. De nacht is kort, maar een compacte slaap geeft de nodige rust. De vrijdag gaat als een flits voorbij, met name de controle van het Sybase gebouw schept veel vreugde. De mogelijkheden zijn eindeloos. Met Nadine Storyk, natuurlijk in ‘The Townhouse’, is het niet alleen plezierig, voedzaam en wat van dies meer zij, maar aan haar zullen we echt een goede hebben om ons te ondersteunen met die moeilijke eerste fase. En, vind ik uit, ze heeft al het een en ander voor Gary met betrekking tot Ex’pression gedaan in Florida. Helemaal op de hoogte dus. Zaterdag en zondag brengen we op kantoor door omdat we dinsdagochtend 10 uur bij het bureau in Sacramento verwacht worden. Het zaterdagrapport wordt ook geproduceerd en verzonden per fax. Tussen de ‘buien’ door bel ik mijn oudste broer Hans om te vragen hoe het met ons moeder gaat. “Niet best,” komt het korte antwoord. “Waarschijnlijk gaat ze weer terug naar het ziekenhuis, maar wees gerust, we houden een oogje in het zeil.” Ik verzoek hem mij onmiddellijk te informeren wanneer er iets fout dreigt te gaan. Met 9 uur tijdsverschil en een vlucht van een kleine 11 uur, wil er al snel iets verkeerd gaan. “Doe ik, broertje,” sluit hij af. Het voelt plotseling beroerd, die afstand. Gedane zaken nemen echter geen keer, dus weer aan de slag. “Hey Gary, there is a miscalculation in these class schedules,” merk ik een rekenfout op. Gary is niet te raken: “Yo, my man Pete, that’s why you will become the CEO.” Maar zover is het echt nog niet, mijn benoeming tot CEO is absoluut niet officieel. Ik bedank Gary voor het compliment, waarna het ploeteren met de papiermassa continueert. De nacht omarmt ons uiteindelijk als verloren zonen. Morpheus is onze grootste vriend en strooit met zoete dromen van succes. Maandag 18 mei komt hortend en stotend op gang.

  

Met spanning uitkijken naar…..

Inderdaad, het bijwonen van het EURVision festival, waar kleinzoon Rico de arrangementen schreef voor de 12 liedjes die de studenten-zangers, -zangeressen en bands ten gehore zouden brengen. Oom Ivar, alumnus van de Erasmus Universiteit, reed met me mee om een borrel te drinken met de redactie van het Erasmus Magazine, waar hij geruime tijd voor geschreven heeft. Ik leverde hem af en bleef nederig in de deuropening staan totdat men mij uitnodigde om ook een versnapering tot me te nemen. Tja, zo gaat het nu ik de vader ben geworden van…… Daar kwam mij ter ore dat een artikel van Ivar als voorbeeld werd gebruikt als een ‘zo moet het’ stukje journalistiek. Ivar is een legende hier, werd mij mede gedeeld. Beleefd verzocht ik ‘de legende’ met me mee te lopen naar het ‘on campus’ restaurant om nog een hapje tot ons te nemen. Daar troffen we familieleden aan die ‘enigszins’ te vroeg aangekomen waren. Maar goed, na de nodige knuffels en een drankje met wat bittergarnituur, togen we naar het theater. Daar bleken de voorste rijen gereserveerd te zijn voor familieleden en geliefden. We bewonderden de professionele ruimte voordat het spektakel losbarstte. De presentator en de presentatrice hadden goed naar het Eurovisie songfestival gekeken en kwamen soms zelfs beter over. Ook het 15-koppige orkest mocht er zijn, evenals de meeste deelnemers. Nadat de dankwoorden bijna waren uitgesproken, bleek het slotdankwoord uit te gaan naar de arrangeur en motor achter dit festival……tromgeroffel……Rico Laanen! ‘Rico, Rico’, klonk het uit de zaal. Vochtige ogen voor ouders, opa en wellicht ook andere familieleden.

Een speciaal dankwoord ‘on stage’ voor Rico (in blauw jasje) die hier de zaal toespreekt.

Kortom; een nieuwe Erasmus legende is geboren. Nu ben ik dus ook de grootvader ‘van’. Waardevol was in ieder geval het commentaar dat Neptunus honkbalicoon Jan van der Sande gaf op de foto die in De Bosselaar genomen werd voor aanvang Sparta-Cambuur:

Jan van der Sande Peter en ik maar denken dat jij altijd in dat pak zat

Ben ik al blij mee! Ja, ja, een kinderhand is gauw gevuld! Toch leuk hoe Sparta de verlenging van je seizoenkaart persoonlijk maakt:

Ja toch! Niet dan? Ik bedenk me net dat wanneer Astrid zo doorgaat met haar baby business, er sprake is van een kraam legende. Ga ik ook nog door het leven als de man ‘van’! Welnu, na al deze overdenkingen tijd om terug te gaan naar het Ex’pression van 1998, ‘when I was my own man’ (met een knipoog).

Cardi en Breen zullen gezamenlijk het stuk opstellen, waarna Breen het persoonlijk bij Hope Spadora gaat afleveren. Het lange wachten kan gaan beginnen.

Het wordt inderdaad een nerveuze langdurende middag, waarbij ik een begin maak met het schrijven van het interim rapport, dat ik bij voorkeur elke zaterdag het licht laat zien. Bij gebrek aan een computer, schrijf ik nog steeds zo keurig mogelijk, ook al omdat het gefaxed moet worden, in hoofdletters, met een zwarte balpen. De klok tikt en tikt. Ik hou me bezig met onnozele administratieve bezigheden onder het motto ‘ledigheid is des duivels oorkussen’. Rond kwart voor vijf gaat de telefoon; Gary Breen. M’n hart slaat een slag over: “and?” “Hope is verbally in bed with us,” komt Breen bijna door de telefoon heen. “But……” wat nou ‘maar’, denk ik. Het valt mee, iemand van de Sybase Raad van Commissarissen dient uiteindelijk het stuk te ondertekenen waar we het mondeling over eens zijn. Voor het weekend zal het afgehandeld worden, omdat het volgens Breen een ‘rubber stamp’ is. De uitdrukking om aan te geven dat Spadora in deze volledig vertrouwd wordt door haar superieuren. Allereerst bel ik Gary om dit heuglijke feit mede te delen. De reactie van Gary is voorspelbaar: “that’s fucking fantastic, Pete,“ brult hij door de telefoon, “we’re making fucking history.” We zijn het erover eens dat we ‘Nederland’ pas informeren wanneer we het getekende stuk in handen hebben. Zo wordt vrijdag toch nog een zenuwachtige aangelegenheid, maar er is zat werk aan de winkel: om kosten te besparen huren we een appartement in Emeryville, dus meubels kopen.

Emery Bay Club & Apartments

Daarnaast moet het grotendeels door Gary geschreven applicatiestuk tot uit den treure door worden genomen, alvorens we het bij het bureau gaan presenteren. Tevens zijn we overeengekomen om Gary maandelijks een toelage te verstrekken van $7.500 tot het moment dat hij naar San Francisco verhuist. Mijn telefoon geeft aan dat Gary Breen weer aan de lijn is. Het zal toch niet……. Maar nee, Breen meldt dat hij onderweg is met het door Sybase getekende contract; een golf van blijdschap en opluchting overweldigt me. Het wordt een gek weekend. Overlopend van enthousiasme schrijf ik het rapport af, koop meubels voor kantoor, kies een telefooninstallatie, val vervolgens ’s avonds uitgeput in slaap. Zondagmorgen begin ik me echt te ergeren aan de constant neervallende meiregen, ondanks dat de temperatuur zeer aangenaam is. Iedereen die me benijd heeft met mijn Californië trip, zit me nu stilletjes uit te lachen, somber ik. Zondag 10 mei, Moederdag mis ik toch onze gebruikelijke liefkozerijen, door de telefoon komt het niet echt intiem over. ‘Alleen’ blijkt dan echt wel een beetje eenzaam te zijn. “Geen zelfmedelijden,” maan ik mezelf. Gelukkig maakt sport op TV veel goed. Wat mij betreft mag maandag qua actie nu beginnen! Maandagochtend ben ik net na acht op ons kale kantoor in Emeryville, waar een schoonmaakploeg even later aan de slag gaat om de ruimte volledig te reinigen voordat het meubilair arriveert. En dat was hard nodig, het was een echte baggerzooi. Na een lange dag, volgepakt met klein geneuzel, ook onderdeel van het entrepreneur zijn, ga ik even een hapje eten bij ‘The Townhouse’, enerzijds gedwongen door de omstandigheden, omdat ik geen vervoer heb, anderzijds is het daar goed toeven. Niet alleen qua voedsel, maar ook omdat een groot deel van Emeryville’s artistieke bewoners daar acte de présence geeft. Netwerken dus! Hoe prettiger de omgeving, hoe relaxter er contact gemaakt kan worden. De volgende dag verwacht ik Gary, en dan kunnen we een ruk gaan geven aan de applicatie en alle andere openstaande punten. Dinsdagochtend bezoek ik de GM dealer in Oakland om een transportbusje, op z’n Amerikaans een Van, uit te zoeken. Gary en ik hebben besloten dat we sowieso zelf vervoer nodig hebben, en later ook in staat willen zijn om (potentiële) studenten lokaal vervoer aan te bieden. Niet alleen om ze binnen te krijgen, maar ook om ze daar te houden. Verkoper Jim Hutchinson houdt een gloedvol betoog, en ik kan geen optie opnoemen of hij heeft een vehikel op zijn parkeerplaats staan die daaraan voldoet, en sleurt me daar dan ook heen. Hij weet als door de wol geverfde verkoopman dat wanneer het prooi zonder handtekening het perceel verlaat, je hem of haar als klant weleens verloren zou kunnen hebben. Uiteindelijk valt mijn oog op een, zie ik op de sticker, ‘forest green’ voertuig. Mooi groen is niet lelijk. Probleempje: ik kan het niet kopen omdat ik geen social security nummer heb, maar ook geen Amerikaans rijbewijs. Daar moet Gary dus voor ten tonele verschijnen. Ik zet een handtekening en we spreken af dat ik donderdag met Gary de GMC Van op kom halen, waarbij we de benodigde papieren en cheque ter hand zullen stellen. Tevens maak ik wat foto’s, waarna ik, in samenspraak met Gary, Silent Planet opdracht geef om een ontwerp te maken, zodat we de Van als reclameobject kunnen gebruiken. Rond half zeven arriveert Gary in het hotel, vermoeid, maar lawaaiig als altijd. Kwajongensachtig enthousiast bespreken we de voortgang en de uit te voeren acties van de week. Opwinding over wat we aan het doen zijn bezwangert de omgeving. Het gaat gebeuren, het gaat gebeuren! “Abso-fucking-lutely,” murmelt Gary, net voordat hij indommelt in een van de foyer fauteuils. “Time to hit the hay, buddy,” schud ik hem wakker, waarna hij gewillig z’n kamer opzoekt. Het kostte even wat moeite om Gary woensdagmorgen weer aan de praat te krijgen, maar na een bergje pancake’s met stroop verslonden te hebben, en de nodige koffie, zijn we 9 uur klaar om in conclaaf te gaan met Craig Deonik. Tot onze verbazing is hij in gezelschap van een jongeman, Byron geheten, die hij voorstelt als computerspecialist, en ons wel eens zeer van pas zou kunnen komen. We luisteren kortaf naar diens prevelement en besluiten dit voorlopig te parkeren om uitsluitend marketingzaken te bespreken. Ook Gary raakt onder de indruk van de kennis van Deonik. Na een vervolgafspraak te hebben gemaakt, nemen we afscheid van Craig en Byron. “Akward,” meent Gary, mijn mening onderschrijvend dat het meenemen van die Byron merkwaardig was. “Oh well,” andere zeden, andere gewoonten. ’s Middags om 2 uur wacht ons een belangrijk onderhoud met twee principalen van de The Martin Group, Toby Taylor en Tom Gram. Even voordat dat plaats gaat vinden krijgen we van Silent Planet het ontwerp van de GM Van door:

“Oh, my God,” roepen Gary en ik in koor, “this is the bomb.” High van alles wat deze week gepasseerd is, en met dit ontwerp als afmaker, voelen we ons sterk om het gesprek met The Martin Group aan te gaan, onze concurrent inzake het Sybase gebouw.

Net als in de film: Jaitsen Singh, 8 jaar later, de documentaire.

Ken je dat; je wordt uitgenodigd voor een film en je denkt ‘verhip’, daar heb ik een (bij) rol in gespeeld. Aan onderstaande uitnodiging gaven Astrid en ik uiteraard gehoor, ook al omdat we, zoals gesteld, op de keper beschouwd participeerden in deze documentaire.

UITNODIGING PREMIÈRE
EEN AMERIKAANSE NACHTMERRIE

Namens Submarine, BNNVARA en regisseur Hans Pool nodigen wij je van harte uit voor de premièrevertoning van Een Amerikaanse Nachtmerrie, op woensdag 17 mei om 19:00 uur in zaal 1 van LAB111.

Over een Amerikaanse Nachtmerrie

In 1983 worden de vrouw en stiefdochter van Jaitsen Singh op gruwelijke wijze vermoord in Californië. Singh wordt veroordeeld voor het aanzetten tot de moorden, maar blijft al meer dan 35 jaar beweren onschuldig te zijn. Filmmaker Hans Pool onderzoekt deze intrigerende en complexe zaak en krijgt exclusieve toegang tot gerechtelijke en politiedocumenten die een schokkend verhaal onthullen over racisme, corruptie, een minnares en een dubieuze kroongetuige. Hoe veranderde de droom van de Nederlandse Jaitsen Singh in een nachtmerrie?

Vanaf 29 mei wordt de serie 5 weken lang op maandagavond uitgezonden op NPO2 en is dan ook in zijn geheel al te zien op NPO Start.

DATUM
Woensdag 17 mei 2023

Welbeschouwd waren wij ten opzichte van de aanwezigen in de bioscoopzaal, waar deel 1 en 2 van de documentaire getoond werden, qua informatie een straatlengte verder. Dat bleek ook tijdens de vragensessie na afloop, waarbij het ons moeite kostte om bepaalde antwoorden die Hans Pool gaf niet verder te verduidelijken. Maar dat het mensen ongelooflijk boeide, stond als een paal boven water. Wanneer de vertoonde delen model staan voor de volgende drie, dan heeft Hans Pool wederom een signatuur meesterwerk afgeleverd.

Hans Pool en Femke Wolting (Submarine): een Emmy verdiend voor de MH17 documentaire.

Wel speelde gisteren nog een kort geding, aangespannen door Singhs manipulatieve advocaat Rachel Imamkhan. Bepaalde afleveringen bevielen haar niet. Zij is echt van het type ‘my way or the highway’. Ze kwam er echter achter dat hoor- en wederhoor nog steeds bestaat, en verloor dus. Hoe kwamen wij 8 jaar geleden in de Singh saga terecht? Welnu, Astrid, paramedic bij AMR, had gedurende haar loopbaan vele gevangenissen bezocht, maar het beruchte en beroemde (Johnny Cash) San Quentin ontbrak nog. Navraag bij het consulaat leerde dat Jaitsen Singh daar huisde, en ook dat hij snakte naar bezoek en aandacht voor zijn zaak. Astrid trok de stoute schoenen aan en kreeg toestemming om hem te bezoeken.

Het werd een bezoek waarbij Jaitsen intensief op haar insprak om te bewerkstelligen dat hij meer ondersteuning zou krijgen om de gevangenisstraf van 56 jaar ongedaan te maken. Astrid bewoog mij om op z’n minst alle stukken te lezen die van doen hadden met zijn veroordeling. Duidelijk was in ieder geval dat de aanklager in Californië er alles aan deed om hem veroordeeld te krijgen en daarvoor geen enkele methode schuwde. Ook ik dus op pad naar San Quentin. Na de spraakwaterval die over me kwam over zijn onschuld, plus mijn kennis op dat moment van zijn dossier, besloot ik hem waar mogelijk te ondersteunen. Samen met Astrid werd een bezoekschema opgezet, en zo is het allemaal begonnen. Onderstaand Astrid en ik met de man van de avond; Hans Pool:

Zoals gesteld; het eerste deel van de documentaire wordt 29 mei op NPO2 uitgezonden. In ieder geval zal de Luim na elke uitzending details toevoegen of nader belichten. Nu we toch terug gaan in de tijd, aandacht wederom voor de Ex’pression saga, we schrijven het jaar 1998.

De slaap komt zodra mijn hoofd het kussen raakt.

Na haastig dinsdagmorgen een bordje scrambled eggs en een dunne bak Amerikaanse koffie tot me genomen te hebben (ze schenken eindeloos door met dezelfde gemalen bonen), schuif ik om 10.00 aan bij de interne vergadering, op eigen initiatief voorgezeten door Dawn Cardi. Wat een streber toch. In ieder geval werkt mijn motto ‘voorbereiding is 90% van het succes’ voorbeeldig, met als gevolg een goed lopende vergadering, waarbij de structurele architect, de makelaar en de lawyers tot een eensluidende slotconclusie komen: we concentreren ons op het Sybase gebouw, en de aankoop dient afhankelijk te zijn van de vergunning om het gebouw als school te gebruiken. Tevreden nemen we afscheid van elkaar, waarna ik rond de tafel ga met Craig Deonik. Gaat hij mijn vooroordelen wegnemen? Craig is daadwerkelijk overtuigend en vanachter zijn dikke brillenglazen blinken zijn ogen van enthousiasme terwijl hij zijn aanpak uiteenzet.

Ondanks een mini stemmetje in mijn achterhoofd dat maant om verdere achtergrond in te winnen, besluit ik hem aan te nemen. We moeten voort en de tijd werkt niet in ons voordeel. Met een forse handdruk nemen we afscheid van elkaar. Weer een belangrijke positie ingevuld. De woensdag breekt aan met een bezoek aan de Summit Bank in Emeryville. Belangrijk nu is om een bankrelatie te hebben, al was het alleen maar om een check van $730 naar het bureau in Sacramento te sturen, zodat we onze applicatie kunnen indienen. Ja, bedenk ik me, ook de saaie zaken horen erbij, en overhead kunnen we ons momenteel echt niet veroorloven. Daarnaast is het prettig dat de Summit Bank een privé bank is, en derhalve ook de President makkelijk te contacten is. Het klapstuk van de dag gaat het onderhoud met Sybase worden. We zijn gespannen. Woensdag 12.30: in het indrukwekkende Sybase hoofdkantoor zal de vergadering voorgezeten worden door Hope Spadora, Vice President Real Estate, Design, Construction and Facilities. Ik krijg een visioen van een uitklapkaartje. Ze wordt afgeschilderd als een ‘tough cookie’, een harde onderhandelaar. Helaas kan zij slechts per telefoon deelnemen wegens problemen met de pasgeboren baby van haar partner:

Hope Spadora zorgelijk met couveuse baby

Het moet in ieder geval daarmee te maken hebben dat de hele conversatie vrij onvriendelijk verloopt en Hope Spadora zich ongelooflijk koppig opstelt. Ook het concurrerende aanbod van de Martin Group moet daaraan debet zijn, bedenk ik me. Uiteindelijk wordt het ‘make or break’: $7,6 miljoen wanneer we het gebouw aankopen, met de door ons gestelde voorwaarden van een gebruiksvergunning en 50 extra parkeerplaatsen, of $7,4 miljoen wanneer we die voorwaarden laten vallen. Nadat Spadora ook mededeelt dat de volgende dag 17.00 de termijn verstrijkt van onze voorkeurspositie, nemen we uiterst koel afscheid van elkaar. Enigszins mismoedig trekken makelaar Gary Breen, Dawn Cardi en ik ons terug. Aangezien het Sybase gebouw onze enige mogelijkheid is om begin 1999 met de school te beginnen, dienen we tot een besluit te komen. “Laten we wel zijn,” begin ik de conversatie, “we kunnen ons niet veroorloven om geen gebruiksvergunning te krijgen, en die krijgen we sowieso niet wanneer we die 50 parkeerplaatsen niet binnen hengelen.” Dawn knikt instemmend, Gary Breen zwijgt, die denkt waarschijnlijk op dit moment alleen nog aan zijn commissie. Wanneer ik het juist berekend heb zal Aegis, waarvan hij partner is, zo’n $230.000 vangen van Sybase wanneer de deal doorgaat. “Laten we eerlijk zijn,” vervolg ik, “in the end of the day praten we over 2,7% verschil, daar wil je toch geen risico voor nemen?” Eensgezind besluiten we morgen als zodanig een Letter of Intent te formuleren om zodoende het 17.00 ultimatum voor te zijn. Een tevreden glimlachende Gary Breen neemt afscheid van ons. Ergens moet ik iets goeds gedaan hebben, waarschijnlijk door me conservatief op te stellen, want Dawn Cardi besluit om me uit te nodigen voor een diner bij het sterrenrestaurant ‘Chez Panisse’ in Berkeley. Het voedsel was heerlijk, daar niet van, maar de verheerlijking van Eckart door Dawn kwam me op enig moment wel de strot uit. Ook meldt ze fijntjes dat zij uiteindelijk mijn aanstelling bij Eckart er doorgedrukt heeft, daar waar Eckart nog steeds twijfelde. Na haar zoveelste “I love that man,” is het moment aangebroken om haar nogmaals te bedanken voor alles, en te melden dat het morgen weer vroeg dag is. Time to say goodbye, so to speak! De taxi naar het hotel neemt nog geen 10 minuten in beslag, hetgeen me nog tijd geeft voor een ‘Jack rocks’ bij mijn favoriete bartender, en om de dag nogmaals door te nemen. Ook morgen wordt weer een dag van belang, no doubt about it. In ieder geval hebben de werkzaamheden geen invloed op mijn slaaplust. Maar wacht, eerst Astrid inlichten over de vorderingen. Ons gesprek vlot niet echt, haar 2 uur ’s middags spoort niet helemaal met mijn 11 uur ’s avonds. “Komt goed,” sluit ik af. Merkwaardigerwijs word ik ’s ochtends met een duffe kop wakker. Heb ik nooit. Ik besluit alvorens de hotelprijs voor de komende periode uit te onderhandelen, de kapper te bezoeken, inclusief een kleine scalp massage. De kapper bezweert me dat ik het kleine beetje haar moet laten staan, en vooral koesteren. Ja, ja, 10 minuten verder en $15 afrekenen! Maar, dat dient gezegd, ik voel me een stuk frisser. Bij het Four Points Hotel kom ik uit op een forse korting voor de lopende maand, waarna ik me opmaak voor de bijeenkomst met Dawn Cardi en Gary Breen om de inhoud van de Letter of Intent te bespreken. We zijn er snel uit omdat we voor de $7,6 miljoen optie gaan, met zekerheden dus. Cardi en Breen zullen gezamenlijk het stuk opstellen, waarna Breen het persoonlijk bij Hope Spadora gaat afleveren. Het lange wachten kan gaan beginnen.

Wat een merkwaardige week!

Je begint met de verjaardag van de jongste kleinzoon; 5 jaar alweer, waarna je bij De Meern broer Rob treft. Eén auto parkeren om vervolgens gezamenlijk naar Het Kasteel te karren. Na het traditionele pilsje en broodje kroket in De Bosselaar, zien we Sparta onnodig met 0-1 verliezen van PSV. Feyenoord kan dit weekend derhalve niet kampioen worden.

Mag de pret niet drukken, Sparta’s seizoen is sowieso al geslaagd. Uiteindelijk 23.15 weer thuis, waar Astrid opgebleven is om onder het genot van een whiskietje samen de dag nog even door te nemen. Zondag werkt Astrid en ik kan nog even ‘nagenieten’ van m’n jetlag en constateren dat ik tijdens m’n Californië trip 1,8 kilo ben aangekomen. Easy does it! Maar wat was het leuk. Sowieso natuurlijk met onze jongens en hun geliefden, maar ook van de lunch die Kaj en ik met ex Ex’pression collega’s Yee Ju en Danny genoten bij ‘the one and only’ Townhouse. De foto die we daarna namen bij het in staat van sloop verkerende Ex’pression gebouw veranderde de stemming onmiddellijk.

Al dat prachtig opbouw werk uit 1998 werd teniet gedaan en wordt vervangen door appartementen. Het is maar goed dat Kaj en ik daarna vertrokken naar Bo-Peter en Tiphanie in San Francisco, waardoor langzamerhand de stemming weer opklaarde. Wederom de warme douche van ontvangst, genieten van heerlijke door Tiphanie vervaardigde tartiflette (!) en tot slot vijf potjes ‘31’ gespeeld. Goede vrienden Brian en Marilyn Ambrose kwamen vrijdagmiddag op visite en tot mijn schrik bleken de zorgvuldig door mij ingekochte gehaktballetjes van nul en generlei waarde. Het echtpaar was op de veganistische toer gegaan. Gelukkig bleken de kaasjes alsnog onweerstaanbaar. Top middag. En zo tuften we langzaam naar de zaterdag, oftewel Koningsdag in het Golden Gate Park. Vele honderden Nederlanders, al dan niet met Amerikaanse aanhang, gave acte de présence. Haring, poffertjes en bitterballen vonden gretig aftrek terwijl Bo-Peter en Kaj de muziek verzorgden. Bij tijd en wijle moedigden ze de menigte aan om te dansen door zelf het voorbeeld te geven.

Michelle, Bo-Peter en Tiphanie op de ‘dansvloer’

Vroeger was het nooit met lege handen naar de keuken, nu waarschijnlijk naar de dansvloer! Afijn, het werd heel gezellig met veel bekenden en een mooie after party bij Bo-Peter en Tiphanie. De rest houden jullie van me tegemoet omdat mij iets anders van het hart moet. Woensdagmiddag werd ik gebeld door de inmiddels welbekende broer Rob. “Misschien heb je het al gelezen,” begint hij aarzelend. “Uh, nee……” Rob schraapt z’n keel; “Aad is overleden.” En hoewel m’n broer al een kleine vier jaar geleden eenzijdig het contact verbroken heeft, brengt het toch wel een schok teweeg. “En,” vervolgt Rob, “hij is gisteren gecremeerd.” Stilte. “Dus,” breng ik uit, “hij wilde dus niets meer met ons te maken hebben.” Rob zegt dat er ook een boodschap als zodanig bijgesloten is. Na nog wat heen en weer gebabbel nemen we afscheid van elkaar. Het raakt me meer dan ik dacht, wellicht komt het door de gedachte hoe verbitterd je moet zijn om zo heen te gaan. Ik wil er niet aan toegeven en daarom op deze plek een spontaan vrolijke foto van een van onze jaarlijkse broertjesdagen:

Symbolisch zaten we daadwerkelijk in één boot, met v.l.n.r. Aad, moi, Hans en Rob. Inderdaad; “toen was geluk heel gewoon”. Oorspronkelijke titel ‘1948’, toen was Aad net zo oud als mijn kleinzoon nu. Het is conform de tekst van de sticker die Astrid in elk huis in Californië geplakt heeft waar we gewoond hebben: ‘family, a journey to forever’. Terug naar de Ex’pression saga, we schrijven 1998:

‘Wonderboy is in the house’. Het houdt me in ieder geval wakker!

Zondag 3 mei: de afgelopen twee weken zijn als een wervelwind aan me voorbij gegaan, en morgen vertrek ik alweer naar Californië. Terwijl ik hannes met mijn BTW aangifte, lekker belangrijk, dwalen m’n gedachten terug naar het absolute hoogtepunt: het groene licht is gegeven om Ex’pression definitief gestalte te gaan geven. Gesprekken met Eckart en de immer achterdochtige Frans van Mackelenberg zijn daar aan vooraf gegaan. Met name Van Mackelenberg bleef eindeloos zeuren over het ‘pull the plug’ topic, oftewel bij welk scenario het wat zou kosten wanneer we de stop eruit zouden trekken. Cijferneuker eerste klas. Maar goed, het echte werk, althans voor dit jaar, kan gaan beginnen. Het waren twee zeer intensieve weken, schoonvader Toon was geopereerd aan zijn hartklep, of kleppen, het fijne kreeg ik daar niet van mee, en mijn moeder had ik opgehaald uit het ziekenhuis. Het gaat me zeer aan het hart dat ik morgen naar Californië vertrek, terwijl ik het idee krijg, nadat we haar gisteren bezocht hebben, dat ze naar huis is gekomen om in haar eigen vertrouwde omgeving te sterven. Natuurlijk ontkende ze dat in alle toonaarden en zei dat ik rustig kon gaan.

Ma Laanen op haar balkon aan de Rotterdamse Wijnkade

Astrid en ik maakten een snelle België trip waarbij we voor de kinderen de Europese School in Mol bezochten, en makelaar Van Brakel in Lommel aandeden omdat we voor eind juni wel verhuisd moeten zijn. We nemen het ’s avonds tijdens een intiem dinertje allemaal nog eens door, waarbij duidelijk blijkt dat het gros van de verhuisactiviteiten op de schouders van Astrid terecht zullen komen. Maar na verhuizingen naar Loosdrecht, Hilversum en Düsseldorf, is er niets meer dat haar dienaangaande angst inboezemt. Het wordt een onrustige nacht en ’s ochtends nemen we geëmotioneerd afscheid, omdat we weten dat ons wellicht een onzekere toekomst wacht. Op Schiphol haal ik mijn vliegtickets op bij Airtrade, omdat er ook dit keer weer ‘last minute’ geboekt is. De planning is dat ik om 14.00 met Martinair 807 naar Los Angeles vlieg om daar vervolgens de overstap te maken naar San Francisco. Wat staat me te wachten? In ieder geval zal ik de komende tijd in het Four Points Hotel in Emeryville verblijven, en zakelijk kan ik me in ons voorlopige kantoor in Doyle Street ophouden. Het gaat spannend worden omdat ook het contract met Sybase uitonderhandeld gaat worden. Gedurende mijn vlucht naar Los Angeles stel ik mijn agenda op, alsmede visualiseer ik de karakters die ik word geacht te ontmoeten. Morgen: ‘bevrijdingsdag’ 5 mei interne bespreking met de makelaar, de architect en lawyer aan onze kant, resp. Gary Breen, Steve Fee en David Frankel. En wie heeft Eckart daar op het laatste moment aan toegevoegd? Bingo! Dawn Cardi. Op mijn vraag waarom er meerdere lawyers nodig waren, was het antwoord vrij simpel: Dawn kan in Californië niet optreden als zodanig omdat haar licentie uitsluitend voor New York geldig is. Ergo is ze daar om Eckarts belangen te behartigen. En om mij te controleren, denk ik er zwartgallig achteraan. Lokale lawyer David Frankel is tot Eckart gekomen via zijn maatje Woody Harrelson, groot geworden als bartender Woody in de soap ‘Cheers’ en talloze andere films, waaronder ‘Natural Born Killers’.

Woody Harrelson in ‘Cheers’

Hoe Eckart en Woody tot elkander gekomen zijn? Beide mannen zijn voorvechters van hennep en gretige liefhebbers van marihuana. Ook wil Eckart dat Woody een rol gaat spelen bij Ex’pression. “Bagage,” mompel ik in mezelf, omdat ik in eerste instantie geen rol zie voor een acteur, hoe beroemd ook. Maar goed, dat is van latere zorg. Dan een vervolginterview met Craig Deonik. Maar eens zien of hij ons onderbuikgevoel positief kan beïnvloeden en de rol van Sales- en Marketingmanager op zich kan nemen. Het zwaarst zal de ‘Sybase’ meeting worden. Met in ons achterhoofd dat er een kaper op de kust is, zal Sybase het zeker spijkerhard gaan spelen. Ook moet de bank geregeld worden, en het voorlopige kantoor van bureaus en dergelijke voorzien. Het bordje is vol, maar wel gevarieerd. Ik word rond kwart over vier gewekt door de stewardess met het verzoek de stoelriemen om te doen en de stoelleuning rechtop te zetten. Even later landen we op LAX, het internationale vliegveld van Los Angeles. Vervelend om de koffers uit- en in te checken en vervolgens vragen bij ‘immigration’, de Amerikaanse marechaussee, te beantwoorden waarom ik nu weer de Verenigde Staten aandoe. Het antwoord dat er geïnvesteerd gaat worden doet het goed, en energiek wordt ‘goedkeuring voor 90 dagen’ in mijn paspoort gestempeld. Ik heb een kleine drie uur tijd alvorens mijn United vlucht naar San Francisco vertrekt, genoeg voor een glaasje chardonnay en een hartige ‘big dog’. Het vervolg verloopt soepel en rond 21.00 landen we in San Francisco. Bagage op de band verloopt ook naar wens, alsmede een taxi die me kwart over tien aflevert bij het Four Points Hotel in Emeryville. Niet echt luxueus, maar wel goede prijs/prestatie en……schoon!

Gelukkig is de bar nog open en de gitzwarte bartender schenkt me met veel plezier een Jack Daniel’s on-the-rocks in. Na nog een ‘Jack rocks’ (ik leer snel) te hebben geconsumeerd, zoek ik rond half twaalf mijn mandje op. De slaap komt zodra mijn hoofd het kussen raakt.