Voila; An American Dream!

We schrijven 1967, het jaar dat ik op 21 jarige leeftijd voor de U.S. Army in Rotterdam aan de slag ging.

Zonder enig besef hoe dit de rest van mijn leven zou beinvloeden.

Als administratieve terminal werd ons de taak toebedeeld om alle G.I.’s in Europa te voorzien van hen toekomend meubilair, voertuigen en anderszins. Tevens de voorraden (o.a. drank- en rookwaren) die gezonden werden naar de belastingvrije G.I. shops. Soesterberg is derhalve altijd een van mijn lievelingsplekken gebleven!

De terminal kreeg dag en nacht ‘ponskaarten’ binnen vanuit diverse havens in de V.S. welke wij sorteerden op bestemming, en waar vervolgens manifesten van gedraaid werden. Het centrale brein was de IBM 407 accounting machine, waar wij middels het bedrade programmeerbare paneel immer weer wondertjes uitwrongen.

De ruimte waarin dit alles zich afspeelde was immens, en we hadden twee punch ladies die continu bezig waren om ponskaarten te voorzien van retourhavens of treinvervoer bestemmingen. Wat mij van die periode is bijgebleven, en ik bedoel in mijn hersens gegrift, is de veerkracht van de Amerikanen.

Vele G.I.’s die gedurende de Vietnam oorlog gewond waren geraakt werden naar een administratieve terminal als de onze gestuurd. Daar konden zij op adem komen en werden zij voorbereid op een job in de maatschappij indien hen geen verdere carriere in het leger voor ogen stond.

Zelfs de zwaarste ‘gevallen’ waren bereid om de handen uit de mouwen te steken en je daadwerkelijk te ondersteunen bij de dagelijkse werkzaamheden, hetgeen met name bij sorteeraktiviteiten geweldig uitkwam. Geestdodender werk kon je je bijna niet bedenken. Getier als er een bak met honderden ponskaarten van de sorteermachine kukelde. Dat was weer een kolommetje of tien opnieuw sorteren.

Sommige nachtshiften waren heel licht als schepen uitbleven of de telefoonlijnen stoorden, zodat er geen data on-line gestuurd kon worden die bij ons automatisch tot ponskaarten werden verwerkt. Dan werd er hartstochtelijk gespeeld op de tafeltennistafel, en dan moest je wel voorzichtig zijn dat je niet de verkeerde snaar raakte. Als middelmatige speler moest ik mij van andere taktieken bedienen, bijvoorbeeld door mijn tegenstander uit balans te halen door ‘trash’ te praten, en om totaal vanuit de verdediging te operen. Dat viel niet altijd in goede aarde en menigmaal heb ik een sprint door de gangen moeten trekken om een lichtgeraakte G.I. van me af te houden. Good times, good times!

Maar zoals gezegd, die veerkracht, dat optimisme en het op de juiste wijze naar buiten weten te brengen, heeft een blijvende indruk op me gemaakt.

Fast forward naar 2009.

Fay Hartog-Levin heeft 22 juli 2009 haar opwachting gemaakt bij de senaatscommissie voor buitenlandse zaken in Washington, DC.

Het behaagde President Obama om haar voor te dragen als ambassadeur van het Koninkrijk der Nederlanden. En Fay is trots op haar Nederlandse achtergrond.

Zij verwijst naar de banden tussen de V.S. en Nederland, hetgeen zich dit jaar uit met allerlei festiviteiten in de Verenigde Staten. Dit om te vieren dat Henry Hudson met het Nederlandse schip de Halve Maen het huidige Manhattan aandeed. Haar ouders ontvluchtten Nederland gedurende de tweede wereldoorlog en vonden bij terugkomst niets meer wat hen deed denken aan de ‘eigen haard’ die zij in 1937 in Den Haag opgebouwd hadden.

En, zoals miljoenen immigranten voor hen bouwden zij een nieuw leven op in de V.S. Ofschoon Fay opgroeide met Amerikaanse waarden, blijven de banden met het vaderland bestaan. Geen wonder dat zij gloeide van trots dat haar nominatie omgezet werd in een aanstelling.

En ja, wij zijn de vierde investeerder in de V.S. en “ons” Schiphol en Rotterdam zijn de voornaamste verkeerspunten in het vervoer van Amerikaanse goederen. Het mooie aan dit alles is dat na een gedwongen vertrek vanuit Nederland, de V.S. Fay’s familie een “home” gaf van waaruit zij terugstuiterden tot gerespecteerde mensen met een positief toekomstbeeld.

Als wij momenteel naar Silicon Valley kijken, van waaruit ik Nederlandse EVD belangen waarneem voor bedrijven die zich hier willen vestigen, of gewoon zaken willen doen, dan kom je er niet onderuit dat de werkeloosheid een absolute piek bereikte in juli; 11,8%

En hoe onwaarschijnlijk dat ook moge klinken, er heerst optimisme. Vele ‘pink slippers’ hebben zich op FaceBook, Twitter of de iPhone gegooid met applicaties en wat van dies meer zij. Facebook’s CEO Marck Zuckerberg verwacht zijn personeelsbestand op korte termijn met maar liefst 50% uit te breiden. ’s Werelds grootste op het gebied van ‘Human Resources’, de Society for Human Resource Management, verwacht dat september voor de service sector de vijfde opeenvolgende maand wordt dat de aannames de ontslagen zullen overtreffen.

Er heerst een ongelofelijke ‘buzz’, en op een of andere rare manier loopt de Valley over van bedrijvigheid. Met de huidige werkeloosheid kan de Valley worden bestempeld als een mestvaalt; maar groeien daar soms niet de mooiste (high tech) bloemen?!

Nou schreef ik dit stuk dus voor een van mijn favoriete hoofdredacteuren, Adriaan Meij van ‘High Tech Analysis’. Na publicatie in het zojuist uitgekomen najaarsnummer, bleek dat mijn serieuze kant er uitgesneden was (vanaf ‘Fast Forward naar 2009’). Klaarblijkelijk hoort dat niet bij mijn profiel.

Aangezien ik dit stuk ruim vier weken geleden geschreven heb, was het een waar genoegen om te konstateren dat ‘Time’ Californie nog steeds als Amerika’s toekomst profileerde in de November uitgave.

clip_image002

Mark Muro van het Brookings Institution’s Metropiltan Policy programma, sloot het als volgt af: “Californie heeft de volgende economie alweer verzegeld, en het is weer verbazing wekkend”.

Eigenlijk ben ik dus een ziener!

Onderstaand de column als geplaatst (snik).

clip_image004