Ja, beste mensen, we zijn weer redelijk in de lucht. Dankzij Astrid’s inspanningen en die van de jongens, niet te vergeten, zijn we een heel eind gekomen. Daar waar ik in de weg liep, of schilderijtjes e.d. op de verkeerde plek had gehangen (of te hoog, of te laag) werd ik op niet al te politieke wijze gemaand om me vooral bij de administratieve zaken te houden. Dat ik desondanks toch hielp met sjouwen brak me nog lelijk op, maar meer hierover later. Het valt niet mee om –pak ‘m beet- zo’n 35% terug te gaan in woonoppervlak. Da’s ruimen! Met tranen in de ogen liet ik LP’s gaan, weliswaar geen 35% van de verzameling, maar toch! Boeken, hoewel al jaren niet meer ingekeken, bleken plotsklaps emotionele waarde te krijgen. Uiteraard zijn de Rob Laanen bestsellers bewaard gebleven! Enfin, dankzij de mij opgelegde beperkingen is mijn kantoor in ieder geval redelijk snel op orde gekomen:
En aan mijn kant van het kantoor mag ik naar hartenlust timmeren, memorabilia opzetten, etc. Da’s niet niks! Woensdagmorgen werd ik wakker met een enorm kloppende middelvinger, waar ik een aantal dagen daarvoor een flinke splinter in had gekregen. Met twee paramedics in huis kan je natuurlijk niets gebeuren. Echter, na Astrid’s initieele behandeling besloot ik het genezingsproces zelf aan te pakken; schoonmaken met alcohol (nee, geen JD) en weer inpakken. Nou, dat ging goed fout!
Was U net lekker aan het eten dan? Daarom heb ik dat prentje maar klein gehouden! Dat viel niet goed bij mijn paramedics; Astrid werd een tikkeltje boos (nou ja….) en Kaj begon te lachen, die kwam net van een nachtje “spoedgevallen” ziekenhuis terug. “Goed gedaan Pa, die zelfmedicatie”, was het enige dat hij grijnzend uitbracht. Geen genade voor de oude patriarch! En daar begint het verhaal van het menselijk speldenkussen. Immers, die morgen had ik een afspraak met de orthopeed voor een nieuwe, experimentele, kniebehandeling; de eerste van een viertal injecties die de onwillige knie tot bedaren zouden brengen. Monter meldde ze me dat gebleken was dat de injectie achter de knieschijf het meest efficient was, en dat ik op de ultrasound mee mocht kijken. Flinke naald, maar het viel me niet eens tegen. Op naar de arts voor de middelvinger. We zijn daar al sinds jaar en dag, en toen ik mijn verhaal vertelde, en “how stupid” ik was, suste men mij en zeiden dat het wel meeviel. Nou de behandeling niet. Eerst lekker openmaken en vervolgens met een soort van naald alle rotzooi er uithalen. Vinger inpakken en vervolgens een antibiotica injectie in de billen. Nu nog 8 dagen pillen slikken van dezelfde strekking, dan ben ik weer helemaal het ventje. Na dit kleine menselijke leed kwam de storm; na de grootste droogte die wij ons konden heugen, kregen we ook de grootste hoeveelheid water toegediend, waar vooral mensen aan de San Francisco kant van te lijden hadden.
Maar, de vlag bleef, zij het enigszins geschonden, fier wapperen!
Onze nieuwe woning verwerkte de overvloed aan regen goed (zucht van opluchting) en met een hoek van de tuin als modderbad en een afgerukt luik, kwamen wij goed weg. Dit kiekje vanuit de keuken, met een deel van het Laanen autovloot, zou toch in Nederland gezien worden als een keurige herfstdag.
Mij is te verstaan gegeven dat vandaag de laatste verhuisdetails afgehandeld worden, en of ik maar in m’n kantoor wil blijven. Datzelfde geldt voor Tinley, hoewel ze meer krediet heeft dan ik wanneer ze in de weg loopt. In ieder geval heeft Tinley zich naast mij gedrapeerd ter demonstratie dat ze zich er bij neerlegt!
Nou, die combinatie P & T klopt als een zwerende vinger!