Calvé, Jaap Fischer en Delft

Hoe lang geleden is het dat Astrid en ik in Delft zijn geweest? In ieder geval zó lang dat we het snode plan opvatten om afgelopen donderdag de stoute schoenen aan te trekken en die richting uit te gaan. Komt nog bij dat we het mooi konden combineren met een aangeklede borrel later op de middag in Rotterdam bij oeroude vrienden Martin en Yvon. Wat staat ons van Delft nog bij? Tja, pindakaas, Delfts Blauw en Jaap Fischer. Jaap wie? Dé Jaap die in het liedje ‘Om je geld’ zong over Delft. Als volgt: “Zij was veertig, hij was de helft. Ze kochten een knaap van een villa in Delft. Van haar geld”. Dat vond ik indertijd een slim idee, tot aan de laatste regels: “Zij was honderd, hij bijna dood. Zijn borst was klam en zijn hoofd was rood. Van de koorts”.

Zo zie je maar dat inhaligheid niet loont. Maar we dwalen af. Omdat de regen niet tot stoppen kon worden gedwongen, togen wij rond 11.30 op pad. Even voor Schiphol bereikte ons het bericht dat er problemen verwacht konden worden van protesterende kermisexploitanten. Gelukkig brachten die in samenwerking met de politie beide zijden van de A12 tot stilstand. Ongestoord door naar Delft via de A13. Ai, het centrum is niet te bereiken, volg ‘C’. We raakten ‘C’ enige tijd kwijt en net toen we de ‘C’ zagen waren we de afslag voorbij. Ik voelde aandrang. En verdomd, bij de afslag Delft-Zuid kwamen we weer een ‘C’ tegen die ons bijna naar de goede plek stuurde, zij het dat we tegen wat straatwerkzaamheden aanreden. Inmiddels moest ik echt een plasje plegen, maar dit terzijde. Uiteindelijk vonden de scheermes scherpe ogen van Astrid een parkeerplekje aan een grachtje. Na wat moeizaam inparkeren, haalden we opgelucht adem. Astrid activeerde haar parkeerapp en zag tot haar verbijstering dat er alleen geparkeerd kon worden op basis van een dagpas ad €30. “Dit nimmer,” sprak ze ferm, en wurmde zich weer uit de nauwe parkeerplek. Mijn blaas kermde van ellende. We reden vervolgens tegen een bruin aanwijsbordje aan van ‘Delft Pottery’. Na een ritje over wat hobbelige straatjes, dank voor uw medeleven, arriveerden we bij het blauw witte huis van Paauw. Binnen waren ze aan het opknappen. Nee! “Wilt u een rondleiding,” vroeg de uiterst vriendelijke vrouw aan de balie. Op het oog leek de prijs van een rondleiding ad €4,50 een spotprijs voor het hagelschone toilet. Kijk, dan ga je nog eens monter een rondleiding in. Bovendien was het ook nog leerzaam en boeiend. Zoals het met de hand nageschilderde werk van Pieter de Hooch in Delfts Blauw, voor weinig (€4.995,-). Het rechtse paneel. Ik kan er een duizendje (naar boven) naast zitten.

Maar, moet ik zeggen, waanzinnig mooi geschilderd. We kochten nog een Delftblauwe kerstbal plus onderzetters, en verlieten onder de indruk het pand. Dan gaat het ineens meezitten, het droogde op en we vonden een parkeergarage die slechts 800 meter van het centrum verwijderd was. Sobere doch voedzame lunch bij ‘De Oude Jan’ genoten om vervolgens de Nieuwe Kerk aan te doen, waar de meeste Oranjes hun laatste rustplaats hebben gevonden. Ook indrukwekkend en te veel om op te noemen. Daarom maar een kiekje van Astrid bij de Vader des Vaderlands; Prins Willem van Oranje:

Ook wel Willem de Zwijger genoemd. Als de sodemieter terug naar de parkeergarage, auto opgehaald en ons gemeld bij Martin en Yvon, waar een aangeklede borrel een maaltijd van allure is. Alle discussies kan ik niet hier vastleggen, maar boeiend was het. Hou je aan de regels, lieve mensen, Covid-19 wil je niet krijgen. En woensdag #63 van ‘Uit de Amerikaanse school geklapt’. Joepie!