Burning bridges? Not really!

Soms zijn mensen zo onuitstaanbaar dat je met hen niets meer te maken wilt hebben. Dat is het verbranden ven een schip, waar het origineel vandaan komt (letterlijk), je kunt niet meer terug. En een aantal van dit soort lieden hebben mijn trouwe lezers leren kennen. Dat moet je niet te veel hebben, want dan hou je geen mens meer over. Gelukkig kan ik met droge ogen zeggen dat ik over de hele aardkloot vrienden en kennissen heb waar ik zowel hier als daar een genoeglijke tijd mee kan beleven. “Hoe kom-tie daar op”, hoor ik jullie mompelen; “de paasgedachte”? Nee, nee, het schoot me te binnen toen Bo-Peter z’n liefhebbende ouders onderstaand plaatje zond:

Afscheid van Da Nang. Bo-Peter, staand linksachter, die in Vietnam een workshop heeft gehouden voor zijn mede digital nomads, kondigde zijn vertrek aan, en voilà, daar kwamen spontaan de mensen op af die hij ter plekke had leren kennen. “En allemaal met frisdrank”, merkte ik op. “Nee pa, digital nomads drinken niet gedurende de week”, riposteerde Bo-Peter. Donderdag is hij naar Bali vertrokken, waar hij ook een workshop gaat geven. Die komt er wel. Toen drong het tot me door dat Bo-Peter precies bezig is, bewust of onbewust, met het leggen van contacten voor het leven. Maar nu komt het; alleen al de terugblik naar mijn afspraken van afgelopen week, onderstreept de uitspraak ‘don’t burn too many bridges’. Heerlijk in het Engels, daar zou Adele zomaar een mooi liedje van kunnen maken. Van de gymclubmensen die ik hier heb leren kennen bij terugkeer in 2016, tot de mensen die ik in Californië heb leren kennen, of voor en met mij hebben gewerkt in de 70-er en 80-er jaren. Kostbaar ‘bezit’. Maar dan vanavond, je gelooft het niet, na de wedstrijd Sparta – Fortuna Sittard gaan broer Rob en ik in de Bosselaar een biertje drinken met twee kinderen (plus echtgenoot) en een kleinkind van wijlen mijn oudste vriend Aat de Boon (allebei geboren juli 1946 in Rotterdam, zelfde straat, 23 dagen na elkaar), waar ik menig robbertje mee uitvocht:

Aan onze keurige kleren kun je zien dat we gekleed waren voor een dansinstuif. Maar hoe mooi is dit alles? En wie had vele tientallen jaren geleden gedacht dat een ander kleinkind van Aat (en Jeanny, ik ben je echt niet vergeten!) vanmiddag bij Fortuna actief zal zijn als verzorger? Geweldig toch! En al die gedachten, en nog veel meer, golfden door mijn hoofd na het zien van dat plaatje van Da Nang. Zoals Herman Finkers al zei; “ik ben me d’r een”. Na mijn tirade over ouders die hun kinderen niet laten vaccineren, is gebleken dat inmiddels vier kinderen overleden zijn aan kinkhoest. Hoe onnodig. Ik laat het hierbij, in de hoop dat niet nog meer kinderen ten prooi zullen vallen aan dit soort besmettelijke ziektes vanwege de stijfkoppigheid van hun ouders. Afsluitend met de toegefelijkheid van Wilders inzake het overboord gooien van sommige van zijn (ongrondwettelijke) principes, maar toch ook rekening houdend met de paasgedachte, is dit gezegde onverminderd van kracht: ‘als de vos de passie preekt, boer pas op je kippen!’