Wie schrijft………

Kan wel eens klapjes krijgen. Niet fysiek natuurlijk, hoewel dat ook niet meer zeker is, maar gelukkig veelal in het geschreven woord. Ik schrijf al vele tientallen jaren, geef hier en daar mijn mening en moet zeggen dat ik er in het algemeen goed afkom. Begin 1987 begon ik columns te schrijven voor het computer weekblad AG (de Automatisering Gids), waarbij ik puntige verhalen schreef over de toenmalige computerheersers. Laanens Luim werd een goed gelezen wekelijkse rubriek. Echter, toen ik mijn opvolger bij Multi Function Computers (MF) op de hak nam, reageerde diens zwager als volgt met een ingezonden stuk: ‘ik word zo down van die clown’. En daarnaast meende hij me uit te moeten schelden voor ‘multispouse’, terwijl ik net in het huwelijk was getreden met Astrid. Dat vond ik echt natrappen. M’n zoon Rick, die destijds bij MF werkte, werd ervoor aangezien de betreffende editie op het bureau gelegd te hebben van mijn opvolger. De tekening van broer Rob in mijn november 1988 uitgegeven boekje Geheel Exclusief Laanens Unieke Luimen (GELUL) gaf dat goed weer:

Achter Rick doemde de imposante gestalte van mijn opvolger op wiens idee over papa Laanens nabije toekomst boekdelen sprak. Overigens kwam het boekje tot stand nadat de hoofdredacteur van AG in mijn columns begon te schrappen om adverteerders te sparen. Daar blijf je dus met je poten vanaf! Vandaar ‘GELUL’. Waar het om gaat is dat wanneer mensen reageren je mag stellen dat het leeft. Dus toen ik een kleine twee jaar geleden van m’n voormalige ‘partner in crime’ bij Ex’pression College een vernietigend ‘you were nobody without me’ kreeg, vatte ik dat op als een compliment. De andere lezers zien dan dat de karakters die ik beschrijf leven. Dat hij me daarna ook nog een hele lelijke e-mail stuurde, was wat minder. Overigens stopte dat onmiddellijk nadat ik een e-mail van zijn hand retourneerde waarbij hij de pijp (meerdere malen) aan Maarten gaf. Wie wat bewaart….. Dat ik vorige week na mijn stuk over Singh en Dekker een ‘zure verliezer’ genoemd werd, deed me niet zoveel. Uiteindelijk strijden we om Singh nog een paar laatste comfortabele jaren te bezorgen, en dat doel heiligt de middelen. Het voorafgaande kwam eigenlijk tot stand omdat plotseling het woord ‘onvoorwaardelijk’ in m’n hoofd schoot terwijl ik afgelopen week dit plaatje schoot:

Elke dag, nadat ik in alle ‘vroegte’ nagegaan heb wat ik van waaruit in de wereld dan ook iets te beantwoorden heb, fris ik me tussen 10 en 11 op, waarna Tinley stipt om 11 uur bovenaan de trap staat. Dus ook dit keer, maar ik zag in de spiegel op mijn weg naar boven dat de snor enigszins over de bovenlip uitstak. Even fatsoeneren dus. Dat was dus het moment dat Tinley er niet over nadacht om weg te gaan, maar dat ze er geduldig bij ging liggen. Prachtig. Onvoorwaardelijke trouw, onvoorwaardelijke liefde. Alleen kritiek wanneer haar etensbak leeg is. Terecht dus. De zon is zowaar ook gaan schijnen, dus dat wordt een heerlijk weekend met vooruitzicht op nog meer versoepelingen. Geniet!

Wegens enorm succes geprolongeerd!

Ondanks het weer was het eigenlijk een goede week; op de maandag na. Ofschoon verwacht, voelde de afwijzing van de eis van het kort geding dat Jaitsen Singh via z’n (gesponsorde) advocaten had aangespannen, als een stomp in m’n maag. Waarom? Omdat het ronduit zei ‘sterf maar in de gevangenis’. Ik heb het vonnis bestudeerd en ik moet zeggen een mooier voorbeeld van ‘copy, paste’ ziet men zelden. Alle loze argumenten van de afgelopen jaren bijeen geveegd in een lang document. En die landsadvocaat, pion van minister Dekker, bracht ze allemaal als voldongen feiten. En die rechter dacht ‘dat zit juridisch lekker in elkaar, daar kan ik me qua afwijzing geen buil aan vallen’. Vandaar nu uitleg wat ik in m’n hoofd had toen ik in de vorige Luim minister Dekker vier letters meegaf:

Ik had de deun ‘YMCA’ van de Village People in gedachten, zij het met een ietwat gewijzigde tekst. Toen dacht ik nog, dat kan eigenlijk niet, maar nu, met een wegkwijnende Jaitsen in m’n hoofd, denk ik; “fuck it”. Hier kom-tie (hou de melodie in gedachten): “Fuck You, Minister Dekker, it’s you, I said, Fuck You Minister Dekker, boo you”. Yes, dat lucht op. Tot op zekere hoogte, Singh is er niet mee geholpen. Maar er is een god! Dinsdag rond het middaguur meldden twee trouwe volgers (dank Gineke en Frieda) dat de kwestie Singh behandeld werd op NPO1. Ik snelde me naar de TV, en jawel, daar werd tweede kamerlid Michiel van Nispen geïnterviewd inzake het kort geding. Heel verstandig zei hij zich niet in de juridische problematiek te willen begeven, maar wel benadrukte hij dat de menselijke maat volledig uit het oog verloren is. Echter, minister Dekker was nog niet van hem af, wederom zouden er kamervragen gesteld worden. Mag ook wel na zijn motie van juni vorig jaar, waar minister Dekker zijn kont mee heeft afgeveegd! In ieder geval gloort er weer hoop. Woensdag kopte de Volkskrant als volgt:

Jeetje, nu wordt het de ombudsman ook teveel! Overigens dezelfde ombudsman die ruim vier jaar geleden in de ‘copy en paste’ activiteiten van BuZa en V&J trapte en mijn klacht inzake Singh ongegrond verklaarde, na het eerst in behandeling te hebben genomen. Waarschijnlijk heeft de ombudsman na al die jaren ook het licht gezien! Nadat Astrid als eerste Singh bezocht, maart 2015, en vervolgens mij introduceerde (in San Quentin), zijn er zoveel misstanden aan het licht gekomen dat het onbegrijpelijk is dat die hotemetoten niet eens een keer hun verantwoordelijkheid nemen. Denk menselijke maat, check of je nog wel een hart hebt. Zo niet, dan stop ik levenslang de volgende deun in het hoofd van minister Dekker: “Singh, c’est la vie”. Afgelopen dinsdag was het exact vijf jaar geleden dat ik terugkeerde naar de lage landen, en dat bevalt me zeer. Nu met behulp van anderen nog wat losse eindjes aaneenknopen. Zeker is dat we Singh in een kist niet als einde van deze saga zien. Fijne Pinksteren.

FYMD

Afgelopen week werd m’n oog getroffen door onderstaand bericht op teletekst:

Je begrijpt dat m’n bloed begon te koken. ‘Hij kon niets anders’, schrijft het zeurtje. Deze massamoordenaars krijgen gratie van minister Dekker; dezelfde minister die weigert om een motie van de tweede kamer uit te voeren om Jaitsen Singh na 37 jaar gevangenschap terug te halen uit Amerika! Maandag volgt de uitspraak naar aanleiding van het kort geding tegen de Nederlandse staat, met als inzet het terugbrengen van Singh naar Nederland. Helaas, ik heb weinig vertrouwen in de uitspraak, de dames en heren van Justitie en Veiligheid, alsmede Buitenlandse Zaken, dekken elkaar goed af (niets nieuws onder de zon). Mocht het toevalligerwijs goed uitpakken, dan heeft Dekker er niets mee van doen, integendeel! Mijn gevoelens voor minister Dekker verwoord ik in vier letters:

Maak ervan wat je het beste uitkomt, mijn sympathie voor deze bewindvoerder is tot onder het vriespunt gedaald. Blijf gezond, blijf prikken (ontvangen) en hopelijk volgende week positiever nieuws.

4 mei 2021 met André van Duin

Heel eerlijk -als geboren en getogen Rotterdammer- André van Duin ontroerde me met z’n toespraak meer dan ik op dat moment wilde toegeven. Stoere man als ik ben. Zelf ben ik ruim 7 maanden vóór Adrianus Marinus Kyvon geboren, die beroemd werd als artiest onder de naam André van Duin. Echter, ik ben geboren als Jacobus Petrus Johannes Laanen, beter bekend als…..eh…..Peter Laanen. Hoewel niet ter zake doende, het vermelden waard. Gedurende de toespraak van Van Duin borrelde toch weer heel wat ‘Rotterdam’ herinneringen boven. Geboorteplek: Van der Poelstraat, waar de tuintjes van het gewone volk grensden aan de tuinen van de patriciërs van de Heemraadssingel. Wegens gebrek aan foto’s in de beginfase van m’n leven, onderstaand een foto van ons gezin, met alle nog levende broers, ter gelegenheid van mijn communie:

V.l.n.r. Ma Jo met Rob op schoot, Hans, Aad, Pa Koos en het heilig boontje

Over boontjes gesproken; 25 dagen na mijn geboorte werd bij de buren mijn jeugdvriend Aat de Boon geboren. Aat is in 2011 tragisch overleden, maar ook onze (Rotterdamse) herinneringen werden weer tot leven gebracht door de foto’s van onze vakanties, en wat van dies meer zij, die zijn zoon Marco me onlangs stuurde.

Een heus zwaardgevecht met linkse Aat. Waarschijnlijk gingen we daarna naar een (dans) instuif waar een stropdas verplicht was.

Van der Poelstraat, ik op de Tomos, Aat op de Puch, en Frank Sinatra zong ‘When I was 17’. Ja, ‘It was a very good year’. Dat waren de betere tijden, gevaar liepen we toen we als kleine pikkies in de ondergelopen kelders van het in aanbouw zijnde ziekenhuis Dijkzigt vlotje gingen varen. Op 11-jarige leeftijd brak ik m’n pols tijdens een potje straatvoetbal, met dank aan Jantje Rotteveel. Bij gebrek aan ouders begeleidde Aat me naar het ziekenhuis. Het kwam allemaal goed. Toen werden we veel te vroeg vader, en maakten er het beste van:

Met eerstgeborenen, Rick links en Marco rechts; vakantie in Blitterswijk.

De rest van ons leven kende ups en downs, maar ik zal Aatje nooit vergeten. Eigenlijk zou ik nog uren herinneringen kunnen ophalen, ook over mijn broers, maar vandaag bleven die foto’s van Marco in m’n bovenkamer ronddolen, en die zij er nu uit! Teweeg gebracht door André van Duin dus. Zoon Rick verwoordde dat van de week als volgt: “wie had ooit 20 jaar geleden gedacht dat Van Duin, o.a. bekend van ‘Willempie’, ‘Grote Bloemkolen’ en meer soortgelijke hits, met zo’n ontroerende toespraak voor de dag zou komen”. Het onderstreept de grootheid van de man. Maar ja, het is dan ook een Rotterdammert! En hopelijk gaat die gruwel van een Baudet ook wat meer nadenken over het woord ‘vrijheid’. IJdele hoop, ben ik bang. Wat geen ijdele hoop bleek te zijn, gisterenavond, waren A) Astrids heerlijke hapjes, B) het goede gezelschap van buren Yvette en Leendert en klapper C) een daverende 3-0 overwinning van Sparta thuis tegen Vitesse. Kers op de taart! Woensdag is het weer zover; aflevering 110 van ‘Uit de Amerikaanse school geklapt’. Lees en huiver! Tot die tijd blijven ‘we’ doorprikken zodat we elkaar weer zonder vrees kunnen omhelzen. Carpe Diem!

Het overheidscircus Jeroen Bosch zet haar joker in

Krijg ik afgelopen week een berichtje van meneer Google dat één van mijn Luimen bovenmatige aandacht krijgt. Dat doet me natuurlijk altijd goed. Blijkt het mijn Luim van 23 januari j.l. te zijn over het ‘wegrotten’ van Jaitsen Singh in Californië en de file aan dienaren van ons rijk die daar met belangstelling naar gekeken hebben. Overigens zonder iets bereikt te hebben. Aanleiding: het korte geding tegen de staat om te bewerkstelligen dat Singh na 37 jaar gevangenschap naar Nederland overgeplaatst wordt. En natuurlijk de ‘sound bite’ waarin Jaitsen minister Dekker smeekte om hem naar Nederland te halen. Minister ‘Bla Bla’ Dekker reageerde volgens het zorgtoeslagenmodel (‘wat kunnen ze me maken’) en weigerde een motie van de Tweede Kamer als zodanig uit te voeren. Wegens een corona geval was het kort geding al drie weken vertraagd, maar eerlijk is eerlijk, Singh werd eerder dit jaar ook door corona geplaagd (is sarcastisch bedoeld). Alle (non) argumenten van de overheid zijn de afgelopen 5+ jaren in de Luim door de wringer gehaald, maar de joker, landsadvocaat Ten Broeke, Ridder in de Orde van de Zorgtoeslag, sloeg alles. Hij beweerde met droge ogen dat Jaitsen het beter in de gevangenis heeft dan menig andere gevangene in andere landen. Zie je het voor je: “meneer de Veurzitter, ziedaar het pareltje waar de heer Singh al 37 jaar lang gebruik van mag maken!”.

En dan gaat Ten Broeke tevreden zitten. Hij verkneukelt zich dat de regeltjes het wederom gaan winnen van de menselijkheid. Wat hij ook als jurist meesterlijk vond, was de stelling van J&V dat de periode dat Singh in Suriname woonde hij Surinamer was, ondanks z’n Nederlandse paspoort! Eigenlijk was het natuurlijk een kolonie, maar dat is tegenwoordig geen ‘bon ton’ meer. Innerlijk proestend gaan z’n gedachten naar het enige leugentje om bestwil van premier Rutte in zijn brief van 17 februari 2016 aan gouverneur Brown van Californië:

Daarin vermeldde hij nota bene dat Singh een Nederlandse onderdaan is, vroeg zelfs om amnestie en clementie. En die sufferds van de verdediging hebben die brief niet eens ter tafel gebracht. Heerlijke dag, uitspraak over drie weken, Kan natuurlijk niet meer fout gaan, en wellicht lost het geval Singh zich ‘natuurlijk’ op. Minzaam eenieder groetend verlaat landsadvocaat Ten Broeke het gebouw. Ik wil die man niet eens zien, maar in m’n gedachten zie ik hem, de Joker, Jaitsen als volgt toespreken:

“Kop op Jaitsen, wat is 37 jaar op een mensenleven?”

Zoals we de afgelopen weken ‘live’ mee hebben mogen maken, is het systeem behoorlijk rot, maar als er iemand ‘gesensibiliseerd’ moet worden, dan is het deze Ten Broeke wel. Leuker is het natuurlijk om het te hebben over Astrids nieuwe ogen. Buiten wat kleine aanloop hordes binnen 5 dagen ‘close to perfection’. Leest nu bijsluiters die ik zelfs met bril niet kan ontcijferen. Nadeel (voor mij), toen ik nog een bodempje whiskey inschonk, vroeg ze me -streng- of de vorige bodempjes qua inhoud ook zo op een vol glas leken. Mond vol tanden. Dat geldt niet voor aflevering 109 van ‘Uit de Amerikaanse school geklapt’ die covid-vrij woensdagmorgen digitaal bezorgd wordt.

Daar gaat hij…….en andere parodieën

Gisteren vloog onze vogel Kaj weer terug naar San Francisco. Bijna twee jaar niet kunnen knuffelen, en nu weer vijf maanden wachten tot we zijn huwelijk met Michelle in Mexico gaan opluisteren. Over vliegen gesproken, dat gebeurde met de dikke week dat hij bij ons was; die vloog voorbij. Donderdag schipperde hij ons nog behendig de plassen door:

De Californische staatsvlag wapperde symbolisch dapper mee. We hebben van hem genoten afgelopen week en aan de belangrijkste mensen in zijn leven heeft hij voldoende aandacht kunnen schenken. Donderdag afscheidsmaal met sushi in gezelschap van oma Riet. Toen werd er op de deur geklopt (ja, ja) en komt die drommelse jongste broer Ivar binnenvallen. Om ons te verrassen had hij stiekem wat bussen genomen en het laatste traject vanaf Loenen te voet afgelegd. Held. Natuurlijk gisterenmorgen wel broertjes geklier met de door Astrid haastig gemaakte flensjes voor vertrek naar Schiphol:

“Jongens, dadelijk mist Kaj nog z’n vlucht,” riep ze getergd uit. Op het laatste moment plukte ze nog wat overgewicht kilo’s uit Kaj’s koffer, waarna ze de twee schelmen haar roze bolide injoeg, manlief zielig alleen achterlatend. Waar is Hazes wanneer je hem nodig hebt? De oplettende lezer (Richard Keijzer bijvoorbeeld) heeft natuurlijk allang gezien dat Clouseau de hitmaker was van ‘Daar gaat ze’. Ik kwam op die liedjes parodieën woensdagmiddag nadat ik in Huizen m’n eerste Covid-19 vaccinatie ontvangen had (Pfizer). Dan zit je daarna een kwartier af te wachten of je lichaam geen merkwaardige capriolen uithaalt. De eerste prik, jawel! Dan denk je aan liedjes die de eerste kus bezingen, of de eerste dans, of het eerste liefdesverdriet. En dan vervang je dans, of wat dan ook, door prik. Dat gaat niet altijd, zeker niet in vreemde talen. Bijvoorbeeld liefdesverdriet van Cat Stevens: ‘First cut is the deepest’. Dat klinkt voor de argeloze Nederlander al raar, laat staan voor een Engelstalige wanneer je ‘cut’ door ‘prik’ vervangt. Taal is mooi maar levert soms ook wel struikelpartijtjes op. Bijvoorbeeld wanneer je ‘canal’ verkeerd uitspreekt. De Engelsman of Amerikaan denkt dan dat je het hebt over de hondenhokken van Amsterdam in plaats van de grachten. Eén van de vermakelijkste taal misverstanden maakte ik mee toen een Duitse onderneming eind zeventiger jaren aandelen wilde kopen in Multi Function Computers. Toen Herr Schmitt de V&W rekening controleerde, rolde plotseling uit z’n mond dat hij nimmer had meegemaakt dat een bedrijf zoveel geld besteedde aan hoeren. Inderdaad, zo ziet de post ‘huren’ er in het Duits uit. Gelukkig was m’n kwartier voorbij en mocht ik naar huis, voordat nog meer gedachtenspinsels konden opborrelen. Maar goed, om terug te gaan naar Clouseau: ‘en zoveel gratie heb ik nooit gezien….’, schoot me ook te binnen toen Kaj in op maat gemaakt trouwpak paradeerde. James Bond is er niets bij. Helaas, op dat moment had Astrid m’n mobieltje in beslag genomen zodat ik het niet vast kon leggen. “Ik mag ook niks,” jeremieerde ik nog. Zonder succes. Gelukkig nog wat tijd over voor #108, u weet wel. Ach, toen was Kaj bijna 11, maar wel gereed voor Mexico!

Happy prik weekend, en blijf op je hoede!

Robert wie? Kaj komt zonder ‘All you need is love’

Eindelijk is-ie er dan. Donderdag rond 8.30 leverde de KL606 zoon Kaj prompt af op Schiphol. Bijna twee jaar niet kunnen knuffelen, en daar stond hij, in levende lijve. Net als zonen Bo-Peter en Ivar had hij een naar hem snakkende moeder Astrid bezworen niet de hulp van Robert ten Brink in te roepen. Wanneer een Nederlander bij hem aan de deur in Amerika zou verschijnen met een camera, dan zou z’n openingszin niet verder komen dan “hallo, ik ben Ro…”, voordat de deur dichtgesmeten zou worden. “Ik kom op eigen kracht ma,” sprak Kaj zelfverzekerd. En zo mocht ik ze dan ook vastleggen voor de magnifieke bedrijfsauto van Astrid, voordat ze op pad gingen om een zomers trouwpak aan te schaffen.

Immers, 25 september groot feest in het ons zo nauw aan het hart liggende Cabo San Lucas in Mexico, waar hij met verloofde Michelle een stap verder gaat: HUWELIJK! Zo ver is Bo-Peter met vriendin Tiphanie nog niet, maar wel was hij Kaj voor in het ontlopen van het ‘All you need is love’ busje. Beide tortelduifjes meldden zich al ter vrijwaring in 2020, die namen geen enkel risico. Extremer nog verliep het met Ivar. Een kleine vijf jaar geleden vergezelde hij ons terug naar Nederland. Hij, die nota bene opgegroeid is in Californië, zag het al voor hem na het bekijken van één show van ‘All you need is love’. “Hallo Ivar, ik ben Robert, ik heb een boodschap voor je in m’n busje dat om de hoek staat”. Zó sterk dat hij vorig jaar, toen hij vier maanden vastzat wegens Corona in Costa Rica, weigerde z’n adres daar op te geven aan ons. “Die gluiperd van een Ten Brink houdt dat in de gaten, pa,” sprak hij verwilderd. Voor de zekerheid liet hij zich ook door een inheemse kaalscheren:

Hij ademt uit ‘zo een knappe jongen die mij nog vindt’

Ik moet het meer van een pruik hebben, maar ja, naar mij is Robert gelukkig niet op zoek. Wel zorg ik ervoor het trouwhartig voor Astrid op te nemen, mochten we het missen. En ik heb altijd een schone zakdoek bij de hand! Overigens kan Michelle, die in hun nieuwe huis in Californië is achtergebleven, gerust zijn; Kaj is (nog) niet doodgeknuffeld. Donderdag hebben Kaj en ik, in het kader van zo lang mogelijk wakker blijven, Roma-Ajax bekeken. Ik had moeite om hem tijdens de wedstrijd wakker te houden. Alleen het commentaar van Ten Hag was leuk, omdat die altijd een andere wedstrijd ziet. “We hadden 75% balbezit”, jankte hij. Zeker, tikkie breed, tikkie terug, tikkie over de hele, maar weinig in de 16 (vakterm). “We hebben de kansen niet benut”. Is dat niet een onderdeel van het spelletje? Helaas bewees hij dat onze Nederlandse competitie inderdaad van ‘Mickey Mouse’ gehalte is. Met nog een ‘helaas’ moet ik daarin Johan Derksen gelijk geven. Laat Vitesse zondag in de bekerfinale maar bewijzen dat het niet zo is. Afsluitend (voor de kenners); #107 glijdt woensdagmorgen weer de digitale brievenbus in!

Negentig + 3

90 + 3. De Amerikanen hebben hier een gezegde voor: ‘It ain’t over till the fat lady sings’. Het gezegde betekent in wezen dat je geen aanname over het einde van een gebeurtenis moet maken tot het daadwerkelijk beëindigd is. En wie was die ‘fat’ lady? Kate Smith, een hele grote mevrouw, die in de 50’er jaren het Amerikaanse volkslied zong na afloop van ‘American football’ wedstrijden.

Refererend aan bovenstaande cartoon, zou het zomaar kunnen dat Rutte IV inderdaad aanstaande is. Mevrouw Kaags legendarische zin “hier scheiden onze wegen meneer Rutte”, bleken even onbetrouwbaar als de Kaagse plassen. Zeker na acceptatie van het cadeau van het voorzitterschap van de 2e kamer. Dit gaat stemmen kosten mevrouw Kaag, gaarne verwijs ik u naar de ervaringen van vorige Rutte partners. Maar eigenlijk dwaal ik af. Jongste zoon Ivar, die bij ons de paasdagen doorbracht, en ik waren TV toeschouwers bij de wedstrijd Sparta-PEC vorige week zaterdag. En 90+3 hebben wij vele malen onder het slaken van smartelijk kreunen moeten ondergaan. Sparta stond voor, of op z’n minst gelijk, waarna de tegenstander in de laatste minuut Sparta de das omdeed. Tot onze opperste vreugde keerde het tij; Sparta scoorde de winnende goal tegen PEC in de allerlaatste seconde. Het bracht me terug bij van die ‘last moment’ gebeurtenissen. Eén is wel heel dichtbij: Pasen. Sneeuw en witte daken met Pasen, wie had dat kunnen denken? Wie ‘covert’ Bing Crosby met ‘I’m dreaming of a white Easter’? Of Wham met ‘Last Easter’? 31 december 2005 liep mijn arbeidsovereenkomst af met Ex’pression. Zonder ‘Permanent Resident’ status, de zogenaamde groene kaart, voor mij en de familie, zou het einde van ons avontuur in de V.S. betekenen. Weliswaar aangevraagd, en op papier toegekend, maar zonder de ‘Permanent Resident Card’ ben je kansloos.

Kwam per post 23 december binnen. Halleluja! Kerst 2005 kon niet meer kapot. Verder erug in de tijd: december 1976. Een wederverkoper klant weigerde een factuur te betalen van 100.000 gulden. Het kersverse door mij opgerichte bedrijf Multi Function Computers, 6 maanden eerder met 50.000 geleende guldens begonnen, stond op het punt van omvallen. “Dat nooit”, schreeuwden we overmoedig in Zoetermeer. 9 jaar later vroeg Computable me het als kerstverhaal te brengen:

Ons groepje van automatiseringsdesperado’s zag kans om een loodzware Systime PDP 11/34 computer met een list uit een bankgebouw te krijgen. De decembersalarissen waren veiliggesteld. Zo zijn er nog legio voorbeelden te noemen die te maken hebben met ‘nooit een aanname maken, of opgeven, voordat de uitkomst definitief is’. Zo vind ik de uitkomst van Covid-19 ook 90+3. Blessuretijd is nog niet eens begonnen! Ga geen roekeloze dingen doen voordat we allemaal óf gevaccineerd zijn óf een negatief bewijs hebben. Wellicht kunnen we van de zomer weer vrij adem halen, wellicht met enige restricties. Nog even volhouden, wanneer de ‘fat lady sings’ ken je de uitkomst. Nog verre van 90+3 is ‘Uit de Amerikaanse school geklapt’, fris en fruitig komt aflevering 106 woensdag over de digitale toonbank. Geniet dit weekend!

Hij kan weer van stal worden gehaald!

En daar is-tie dan; de Omtzigt top-3 samengesteld door La-La-Rutte muziekland:

Op 3 Rutte-fase van ontkenning, “hoe je heette…..:

Op 2 Rutte-fase van herinnering”, “Waarom……”:

Op 1 Rutte-fase functie elders (ministerpost):

Eruit getuimeld in de Rutte-voorfase:

Dus van stal gehaald en in de loop der Luimen meerdere malen mogen gebruiken, voor het laatst (niet dus) in 2019:

De eerste keer echter in 2016, toen er beloofd was dat hij de zaak van de langst zittende Nederlandse gevangene in het buitenland, Jaitsen Singh, zou aankaarten bij de toenmalige gouverneur van Californië, Jerry Brown.

Eén ding is zeker; hier werd niet over Singh gesproken. Naderhand heeft Rutte in een bedankbrief er nog gewag van gemaakt, dat wel, uiteraard zonder succes. Singh zit nog steeds gevangen, 37 jaar nu. Minister Dekker, fijne partijgenoot van Rutte, weigerde een aangenomen motie van de 2e kamer, ingediend door Michiel van Nispen (SP), te honoreren. Saillant detail; Pieter Omtzigt was ook één der ondertekenaars. PrisonLaw gaat 6 april in een kort geding trachten Nederland te dwingen om te starten met de strafoverdracht van Singh. Ze wijzen daarbij op de gemaakte grove fouten en de wijze waarop hij jarenlang in de steek is gelaten. En daar weet ik alles van! Sterker nog, ik heb er middenin gezeten. Kijk op prisonlaw.nl voor gedetailleerde berichtgeving. Geef steun! Soms kan ik lekker onbezonnen lachen om reacties op ‘Uit de Amerikaanse school geklapt’. De afgelopen week schreef ik over ‘troubles’ met partner in crime Gary Platt. Richard Keijzer, sterjournalist in ruste, schreef: “Er borrelt spontaan een kort zinnetje op – Gary Platt, functie elders”. Briljant met het oog op wat er plaats vond toen, en nu. En ook qua gevoel voor humor. Nog één; onze hond Tinley begon met een half oog op mij uitbundig haar bak te likken. Nimmer eerder had ik zo’n duidelijk signaal gekregen dat ik vergeten was haar bak te vullen. Meesterlijk. Ach, nu lekker de paasdagen in met als ‘hoogtepunt’ vanavond Sparta-PEC (samen met Ivar op de bank) en 2e paasdag de 80e verjaardag van schoonmoeder Riet. Eerste paasdag gaat ook heel gezellig worden, maar dat kan ik niet verklappen, tenzij je m’n vuilniszak openrijt. Blijf waakzaam en gezond, ook qua inname van (chocolade) eieren, en geniet woensdag van #105.

Hoe heet ‘t? Ah, het is een tweeling!

Ik kan het niet laten om het vandaag toch even over voetbal te hebben. Dat komt omdat ik Frank de Boer, gerenommeerde internationale coach, vóór en na de wedstrijd van Nederland tegen Turkije op de TV hoorde spreken. De eerste keer zag ik hem ook, de tweede keer wilde ik alleen maar naar hem luisteren om hem beter te begrijpen. Vóór de wedstrijd begreep ik dat hij Tete had gekozen in plaats van Dumfries omdat hij snel is. “Niet dat Dumfries niet snel is”, verbaasde hij me vervolgens. Daarna; “Tete is een goede verdediger. Niet dat Dumfries geen goede verdediger is”. En zo ging hij maar door met het uitleggen van wijzigingen in het team, waarvan je vervolgens dacht; HOE DAN? Zottenpraat, dat wel. Na de wedstrijd begreep ik hem helemaal niet meer, zo onsamenhangend sprak hij. Wanneer zijn Nederlands al zo onsamenhangend is, hoe moet hij dan in Engeland en Amerika overgekomen zijn? Vandaar waarschijnlijk z’n korte verblijf aldaar. De man in vorm, Wout Weghorst, viel af bij de selectie. Misverstand? Riep hij kortaf “Wout Weg…….”, en na enige tijd “horst”? Maar ja, toen zat Weghorst al hoog en breed in Duitsland. Communicatiestoornis. En Babel zat natuurlijk bij de selectie om de taalverwarring op te heffen. Belezen als hij is, had onze Frank uiteraard over de toren van Babel gelezen. Dus voetbalhaters, vrees niet, ik ga het niet over de wedstrijd hebben.

Nu heeft Frank een tweelingbroer, Ronald geheten, die voetbalanalist is bij ESPN. Ik viel afgelopen week in bij een analyse en binnen vijf minuten hoorde ik hem drie maal zeggen “hoe heet ‘t”…… Ik denk, ja, dat moet je niet aan mij vragen, dan was ik zelf wel analist geworden. Maar na de wedstrijd Turkije-Nederland (die we natuurlijk ongelukkig verloren) dacht ik, misschien kan Frank voortaan ook meer aan z’n staf vragen; “hoe heet ‘t”. Zoveel gebeurd afgelopen week! Die uitglijer van Ollogren. Oh….. Toen ze aan kwam lopen dacht ik eerst dat ze een wit uniformpje van één van de zusters geleend had.

Stond wel kittig met die laarsjes eronder. Dom natuurlijk om zo open en bloot met notities naar buiten te komen, maar neem van mij aan dat al die gespeelde verontwaardiging hete lucht is. Wanneer Omtzigt niet zoveel voorkeursstemmen gekregen had (meer dan 350.000), dan was hij wellicht al op een andere positie geprogrammeerd geweest. Het fluweel van die zetels blijft lokken. Weet je wat echt leuk is? Onze zonnepanelen zijn geïnstalleerd! Nu het zo zonnig is, hoor ik als het ware de elektriciteitsmeter terugdraaien. Muziek! Helaas geen foto, dat zouden die oliebollen van installateurs doen (overigens vaklui), maar mislukt. Toen ik bovenaan de ladder stond om die prachtige zonnepanelen te aanschouwen, durfde ik de ladder niet los te laten om een plaatje te schieten. Weet je wel wat die twee nieuwe knieën gekost hebben?! M’n grootste angst werd ook niet bewaarheid, namelijk dat de ark ten onder zou gaan. Belletje: “Astrid, ik heb goed nieuws en slecht nieuws. De zonnepanelen liggen erop, ik sta op het dak en kan ze goed zien. Jammer genoeg sta ik tot m’n enkels in het water.” Genoeg geleuterd, jullie kennen m’n gezondheid waarschuwingen, en hebben de wetenschap wat er a.s. woensdag gepubliceerd wordt. Have fun!