Mot dat nou?

Dinsdagmorgen vroeg lag ik warm en tevreden in m’n mandje met Astrid naar het journaal te kijken. Afsluitend: het weerbericht. Toen ik hoorde dat er motsneeuw viel, repte ik me naar het raam om dit spektakel te aanschouwen. Bleek gewoon (in mijn ogen) natte sneeuw te zijn, oftewel je ziet een sneeuwvlok maar op de grond is het gewoon een regendruppel. Ik vroeg me af of er dan ook motijs bestaat en kreeg dit beeld in m’n hoofd:

Schijnbaar heeft motsneeuw te maken met de omvang van de vlok en de hoogte waar de (sneeuw) vlokken een temperatuurgrens van meer dan nul graden overschrijden. Er zijn vier soorten sneeuw: droge sneeuw, natte sneeuw, motsneeuw en poedersneeuw. Heb ik weer, dat zoiets me intrigeert. Vooral de motsneeuw. Ik liet het los op het werkelijke leven. ‘Alles goed met jullie’, is zo’n veelgehoorde vraag. Antwoord: ‘ach, ja, we hebben een motrelatie’. Verbaasde blik: ‘je bedoelt een latrelatie’. Schouderophalend, ‘nee, ik weet niet of het vanavond nog aan is’. De avond van dezelfde dinsdag speelde FC Utrecht een ‘motwedstrijd’ thuis tegen de amateurs van Spakenburg. Alleen wisten ze dat toen nog niet. Verloren met maar liefst 1-4! Beetje leedvermaak hier in Loosdrecht. Waarom? Omdat FC Utrecht verdediger Klaiber de vrijdag daarvoor aanvoerder Auassar van Sparta een rode kaart aannaaide. Domme armzwaai van Auassar, maar toen Klaiber later verklaarde dat hij iets voelde en dacht ‘ik ga maar liggen’, wijzigde ik ietwat mijn standpunt. Ja, ja, je mot wat! Ach, hebben ze gisteren ook verloren? In de serie lunches met oude purkers uit het verleden, had ik afgelopen donderdag een zeer genoeglijke met Koen Bulsing, samen met mij uitkomend voor Alexandria ’66. Op één ‘motmoment’ na bijna perfect. Koen beklaagde zich er over dat hij weer eens in een onduidelijke foto (ererondje) in pak geblesseerd naast me liep. Ook de (bejaarde, maar aardige) serveerster voelde met hem mee. Charmeur Koen aan het werk. Maar goed, vereffen ik bij deze de rekening:

Uiterst rechts, kop boven het maaiveld en zéér geconcentreerd: Koen. Links (ontspannen) de reden waarom Koen het leuk vindt om ‘motgrappen’ over mijn haar te maken. In dezelfde categorie, maar dan oude purkers als in echtparen, waren Martin en Yvon Corsten gisterenmiddag voor een aangeklede borrel bij ons in Loosdrecht. Geen ‘mot afspraak’, loopt altijd goed af. Echter, recent kwam ik bij het ordenen van een serie foto’s een mooie tegen van Martin en mij, aangevuld met Snikkelfrits.


Wat?! Gedurende een aantal jaren gingen Martin en ik van 2e kerstdag tot nieuwjaarsdag skiën in Kirchberg. Daar kwamen we deze knakker bij een biertje tegen, en daarna regelmatig ook op de piste. De eerste keer kwam hij achter een boom vandaan met z’n jongeheer uit z’n broek. Martin was des duivels en uitte dat door te dreigen z’n skistok er doorheen te jagen. Dat leidde tot meer hilariteit. Het bleef bij een ‘motmomentje’. Ook gisteren werden weer mooie herinneringen gedeeld. Dat brengt me op de rubriek ’25 jaar geleden’: (1998, Eckart legt het Ex’pression businessplan uit):

Eckart bladert door het plan en stopt bij het programma curriculum. Na een gretige slok vervolgt hij, “de bedoeling is om studenten te werven die in geluid willen gaan of animatie, om ze vervolgens te onderwerpen aan wat wij noemen een leeromgeving van ‘total immersion’, oftewel een omgeving waarin alles dag en nacht ter beschikking is. Niet alleen de apparatuur, maar ook instructeurs en studenten.” Ik kijk hem vragend aan, doch zonder mij een blik waardig te keuren raast hij door en ik vang alleen nog flarden op als; “alleen voor de die-hards…. de kinderen die niet deugen voor de reguliere colleges….. typisch kids met piercings, tatoeages etc.” “Ho, ho,” stop ik hem, “hoe lang ben je hier al mee bezig?” “Wel,” zegt Eckart aarzelend, “een goed jaar, wellicht wat meer.”

Dit werd het begin van het Amerikaanse avontuur.