Het Engelengetal

De cijfers op mijn verjaardag j.l. maandag: 7-7-7. Wablief? ‘Het getal 777 van de engel wordt algemeen beschouwd als een symbool van geluk en positieve energie. Het wordt vaak geassocieerd met innerlijke wijsheid en spirituele groei, en herinnert mensen eraan dat ze op het juiste pad zijn en dat hun reis verloopt zoals het hoort’. Zou een mooi einde zijn van deze Luim! Hoewel ik met een behoorlijk aantal van de genoemde punten op de goede weg ben, zou je (mijn criticasters) bij een paar best wat kanttekeningen kunnen plaatsen. Ook mooi; met 777 win je de jackpot! En laten we eerlijk zijn, wanneer je in de 7e maand van het jaar de mooie leeftijd van 77 bereikt in redelijke gezondheid (en een goed humeur), dan mag je dat toch de jackpot noemen. Voeg daar nog je fijne gezin aan toe, dan kun je spreken van een super jackpot. En natuurlijk heerst er zelfspot: “ik ben dat jonge mens in dat oude lichaam, WTF is er gebeurd?”. Heb ik het dan over mijn 18-jarige ik?

Mannetje vol bravoure op vakantie met wijlen broer Aad en wijlen jeugdvriend Aat de Boon. Huist dit ventje nu in mijn gehavende carrosserie? Dacht het niet. Wat had ik toen nog veel te leren, en wat is er in de tussenliggende jaren onwaarschijnlijk veel gebeurd. Deze datadrager was het beginpunt van mijn automatisering carrière:

Inderdaad ja; de ponskaart. Werkend met machines zoals de IBM 407, die de omvang hadden van een kleine personenauto maar minder capaciteit en mogelijkheden dan de huidige mobiele telefoons. Tijdens mijn loopbaan bij het Amerikaanse leger (1967-1971) maakte ik van redelijk dichtbij de oorlog in Vietnam mee. Nu kijken we vol afschuw naar de gebeurtenissen in Oekraïne. Sparta landskampioen in 1959, dat mocht ik mooi meemaken:

Sommige geliefde plekken op Het Kasteel herinneren broer Rob en mij nog aan de helden van toen, zoals De Bosselaar en de Tonny van Ede tribune. Het verschil is dat we nu juichen over het beste seizoen in decennia met een 6e plaats! Een kinderhand……. Over kinderhanden gesproken, die zijn tegenwoordig gevuld met schermachtige apparaten die het etiket ‘social media’ bepaald geweld aandoen. De vele verhuizingen brachten ook dito inzichten waar het lokale (landelijke) aangelegenheden betreft. Dat maakt je soms eigengereid in de ogen van anderen. Uiteraard dwalen je gedachten ook terug naar de vele geliefden die heen zijn gegaan. Januari 1987 nam ik afscheid als boardmember van Multihouse, dat tot stand kwam na de fusie van de systeemhuizen Multi Function (mijn baby) en Minihouse (grote man Theo Mulder). Nu is een drietal mensen bezig met een reünie te organiseren voor de Multi Function mensen, waar gretig op gereageerd wordt, maar ook blootlegt hoeveel van die oude automatiseerders (onze makkers) ons ontvallen zijn. Alles overziende ben ik een ‘happy camper’, met genoeg brandstof in de tank om het nog een tijdje vol te houden en hier en daar jeugdige entrepreneurs van waardevolle informatie te voorzien. Maar belangrijker nog, gelukkig met mijn privé omstandigheden; een vrouw die haar eigen rol opgeëist heeft in de wereld van kraamzorg en kinderen die ook allemaal hun rol in deze gecompliceerde wereld gevonden hebben. Ook zij maken deel uit van de Ex’pression saga die onderstaand in 1998 bruisend tot stand kwam.

Aangekomen in Driebergen ontvangt Eckart me zoals alleen Eckart kan:

“kom erin pik, ik heb al een lekker koud biertje voor je klaar staan.” We nemen de zaken door, waarbij hij steeds positief reageert, dan wel met inzichten komt die hout snijden. Plots staat hij op en geeft aan dat het morgen weer vroeg dag is en dat ik dat hele stuk nog naar Düsseldorf moet rijden. “Momentje Eck, ik wil het nog even met je hebben over onze vriend Frans.” “Hoezo?” reageert Eckart nukkig. “Wel, volgens mij heeft die vanaf moment één getracht om het project Ex’pression onderuit te halen en word ik alleen maar geconfronteerd met negatieve signalen.” Eckart ontkent dat in alle toonaarden en vindt dat Frans zijn belangen goed behartigt. Hebben we hier nu een geval van ‘good cop, bad cop’? Klapjes ’s ochtends, biertjes ’s avonds! “Gewoon lekker doorgaan Peet,” voegt Eckart me toe wanneer hij me naar de auto brengt en het portier achter me dicht gooit. “Food for thought,” mompel ik in mezelf terwijl ik het grindpad afdraai om m’n weg te vinden naar de A12. Ik druk de CD van Lutricia McNeal in de gleuf om al meeblerrend bij ‘Ain’t that just the way’ nog even na te genieten van een van onze grootste single hits in Duitsland: meer dan 400.000 verkochte eenheden. Hè, dat lucht even lekker op! Zo komt Hubbelrath tegen middernacht toch weer snel in zicht en prent ik, wellicht voor een van de laatste keren, het beeld in mijn hersens van het huis waar we een behoorlijk aantal ‘gemütliche’ jaren doorgebracht hebben.

Ik parkeer de auto en ben blij dat Astrid op me gewacht heeft. Vragend kijkt ze me aan, terwijl ze een droge sherry voor me inschenkt. Ik vertel haar over m’n ongenoegen met Frans, het ziekenhuisbezoek aan ma, en het eigenlijk, op het laatst, onbevredigende gesprek bij Eckart. Astrid kent m’n soms wat ongeduldige aard met dit soort zaken en vraagt me om ook wat aandacht te besteden aan de dingen die op til staan, zoals de verhuizing naar België. “Helemaal mee eens,” beaam ik haar stellingname. “One for the road,” zijn we het eens, en klinken op onze nieuwe, nog wat onzekere toekomst en zoeken tegen enen ons mandje op. ‘United we stand’ is ons motto. Donderdagochtend breng ik door met het opsommen van de mensen die ik vandaag absoluut moet spreken, zoals Hope Spadora van Sybase die een dringende boodschap heeft achtergelaten. Het 9 uur tijdsverschil met Californië breekt me nu op, zeker omdat we nu de bal aan het rollen moeten houden. Hope is een vroege vogel, dus kunnen we vanmiddag rond 4 uur een en ander doorspreken, dat is voor haar 7 uur ’s ochtends. Daarna Dawn Cardi, aangezien met New York maar een tijdsverschil van 6 uur is, evenals bij Gary Platt in Florida. Daarna Craig Deonik over het marketingplan en Gary Breen inzake afronding van de koopovereenkomst. Het wachten tot 16.00 kan ik prettig invullen door met Astrid over verhuiszaken te praten en met name de jongens wat aandacht te geven.

Bo-Peter, Kaj en Ivar in onze grootste tuin ooit

De klok tikt weg naar 4 uur en exact op dat tijdstip rinkelt mijn telefoon. Hope laat er geen gras over groeien: “I’m gonna make you a sweetheart deal,” begint ze. Ze legt uit dat de Sybase boeken afgesloten worden per 30 juni en dat ze voor die tijd het gebouw uit de balans wil hebben. Ik wip op m’n stoel van enthousiasme, want dit gaat korting betekenen. “How about a $200.000 cut if you guys buy the building before June 30,” stelt ze voor. Mmmm.. $200.000 korting wanneer we voor 30 juni het gebouw aankopen. Ik laat een kleine pauze vallen, denkend aan m’n Krauthammer cursus, kuch en deel haar mede dat dit maar een korting van net 2,5% is. Goed dat ze m’n overenthousiaste gezicht niet kan zien! Na veel gesteggel en gesteun komen we uit op een korting bedrag van $300.000. “Deal!” roepen we gelijktijdig. Hier kan niemand toch op tegen zijn, zou je denken. Nou, dat is een misrekening begrijp ik, zodra ik ‘fucking’ NY lawyer Dawn Cardi aan de lijn krijg. “Peter, how could you do this?” schreeuwt ze bijna door de telefoon. “Easy,” probeer ik haar te temperen. Ik leg haar uit dat deze transactie, ondanks dat vastlegging van de gebruiksvergunning er geen onderdeel van uitmaakt, echt een ‘sweetheart deal’ is. Ook al omdat Sybase niet gaat wachten tot we een gebruiksvergunning hebben. Na nog wat gesputter hangt Dawn op. “Oké Astrid, hoeveel zet je erop dat ze nu onmiddellijk Eckart belt,” vraag ik. Astrid haalt haar schouders op en zegt dat we morgen afspraken hebben in Lommel met de bank, met de eigenaren van het huis dat we op het oog hebben, en de verhuizer. “En laten we als het even kan het huis gelijk afronden,” voegt ze eraan toe. “Yes darling,” antwoord ik schaapachtig, waarna ik het nummer van Gary Platt intoets. “Plattski reporting,” schalt het door de telefoon, waarbij Gary z’n omroepersstem opzet. Ik informeer hem over het Sybase gesprek, waar Gary enthousiast op reageert: “Yes baby, yes!”. Over Dawn Cardi is hij wat minder enthousiast en zeer uitgesproken: “what a bitch!”. Ik krijg te horen dat het schrijven van het curriculum gestaag vordert en dat de geplande ‘milestones’ daadwerkelijk gerealiseerd zullen worden. Tevens meldt hij losjes Craig Deonik onder uit de zak te hebben gegeven omdat volgens hem ‘Rolling Thunder’ meer weg heeft van ‘slaap kindje slaap’. “Next on my list, Gary,” antwoord ik hem, waarna ik Craig Deonik optoeter.