Vervolg van zaterdag 02-09-23
Dinsdagmiddag lunch ik met Gary voor een een-op-een bij The Townhouse. “Gary you and I must act as one,” probeer ik hem aan z’n verstand te peuteren. Wanneer wij niet als een eenheid opereren, dan voelt de rest dat aan en komt met allerlei excuses waarom iets niet gelukt is. Gary knikt onwillig. Ik weet dat hij Pete Bandstra ook aan wil trekken om Full Sail pijn te doen, omdat hij daar onvrijwillig is vertrokken. Dat boeit mij totaal niet, Full Sail is zes uur vliegen van ons verwijderd, totaal geen concurrentie dus. We gaan als een eenheid terug naar kantoor, zij het met wat blauwe plekken. So what?! Woensdag komt de langverwachte e-mail van Dawn Cardi binnen; het miljoen zal binnen veertien dagen op de bankrekening staan en de lening van $100.000 aan Arne Frager ten behoeve van The Plant is goedgekeurd. Een verheugde Arne komt bijna door de telefoon heen. “You da man Peter, and Eckart is a genius.” Voor mijn geestesoog zie ik een instemmend lachende Eckart:
Oh well. Donderdag worden we bezocht door de Duitse vader en zoon Bode, die ongelooflijk onder de indruk zijn van het nogal kale gebouw, maar vooral van het verhaal en bijbehorende tekeningen. Nadat ik ze in het Duits begroet heb, hetgeen Gary “grandstanding” vindt, geef ik het woord aan Gary die bloemrijk verkondigt welk een briljante apparatuur we aangekocht hebben en hoe de studenten daar te allen tijde gebruik van kunnen maken. Marc Bode, niet gewend aan een dergelijke ‘rode tapijt’ behandeling in Duitsland, valt als een blok voor deze aanpak en wordt officieel onze eerste student. Na de formele afhandeling troon ik vader en zoon mee naar The Townhouse voor een ere diner. Mijn inmiddels wat verroeste Duits gaat weer met sprongen vooruit. We nemen warm afscheid van elkaar en ik beloof ‘Vati’ Karl goed voor zijn zoon te zorgen. 11 januari 1999 zal onze eerste student, Marc Bode, met hopelijk vele tientallen anderen trots ons dan aangepaste gebouw betreden. Het eerste schaap is over de brug! Nu nog even de stafmeeting van vrijdag voorbereiden alvorens ik m’n vertrouwde Martinair vlucht naar Amsterdam neem. Vrijdag 16 oktober: inmiddels is de staf aangegroeid tot negen, met nog drie onderweg. Vandaag is het van belang dat we daadwerkelijk als een team werken, dat er vooral niet naar elkaar geschreeuwd mag worden, ook al is de drukwijzer inmiddels in het rode vlak terecht gekomen. Belangrijk ook om alles wat er over Ex’pression geschreven wordt voor de annalen te bewaren, zoals het een echte school met grandeur betaamt. Ons mission statement wordt vervaardigd en zal al onze doelstellingen, normen en waarden weergeven. “Everybody in?”, “Everybody fucking in?!!!”. Iedereen is in vuur en vlam en met stevige hugs achter de kiezen begeef ik me op pad naar Oakland Airport voor mijn vertrouwde Martinair vlucht. Gary, die me brengt, geeft me een zijdelingse blik van verstandhouding: “we’re a team buddy,” roept hij me achterna wanneer ik in de terminal verdwijn. Zaterdag 17 oktober 1998: best een beetje weemoedig verlaat ik op Schiphol de Martinair kist. Immers, dit is voorlopig de laatste trip met Martinair, want die vliegen in de winterperiode niet naar Californië. De in rood uitgedoste dames en heren zijn me ‘zeker weten’ goed van dienst geweest. Vrijdag terug met KLM blauw; ben benieuwd. Geroutineerd snel ik door de bezige Schipholmeute, waarna ik oog in oog kom te staan met een stralende Astrid. Blij me weer te zien. Gelukkig maar. Na ons uit de parkeergarage gewurmd te hebben, begeven we ons op weg naar Lommel. Onderweg duizend en een dingen te bespreken, onder anderen ook over mijn afspraak op Kasteel Moersbergen dinsdag met de naar voren geschoven Bram Zwagemaker, Eckarts CFO bij BSO Origin. De ‘ambtenaar’ Van Mackelenberg is vervangen door de ‘houthakker’ Zwagemaker. Dan zal ook mijn aanstelling definitief gestalte krijgen. Zwagemaker kennende zal hij gemaakte afspraken naar beneden trachten te onderhandelen. In ieder geval weet ik wat voor vlees ik in de kuip heb. Thuisgekomen in Lommel word ik bestormd door de bijna twee jaar oude Ivar, Kaj van zes en Bo-Peter die trots als zevenjarige, dus als oudste, de rust bewaard en als laatste op me springt. Maar wel met overtuiging!
Kaj, Ivar en Bo-Peter
Uiteraard zijn hun eerste blikken gevestigd op mijn handbagage, waarin ze verwachten echte Amerikaanse kadootjes aan te treffen. En ze worden niet teleurgesteld! Terwijl zij met hun elektronische ‘bliep’ en ‘beep’ speelgoed bezig zijn, trekken Astrid en ik een plan de campagne, alsmede een fles Fleury open. Tijdmatig pas ik me tegenwoordig simpel aan op de locatie waar ik me bevind. Wel zo makkelijk! We gaan door het pallet aan gasten die we de komende dagen sociaal ontvangen, alsmede de punten van bespreking met Bram Zwagemaker. Tevens geeft Astrid nog even duidelijk aan niet meer dan drie jaar in Californië te willen blijven. Daar stem ik schoorvoetend mee in onder het motto ‘wie dan leeft, wie dan zorgt’. Belangrijk punt is ook het percentage aandelen dat Eckart ons heeft toegezegd, alsmede de ondersteuning bij het verkrijgen van een huis. Spannende dagen weer. Het weekend vliegt voorbij en voordat ik het besef meld ik me bij Kasteel Moersbergen voor het gesprek met Bram Zwagemaker.
Joviaal komt hij met grote stappen op me af, slaat me op de schouder en meent dat het geen toeval kan zijn dat onze paden elkaar weer kruisen. Ik ben op m’n hoede, zoveel vriendelijkheid beklemt me. Zeker van deze man. En ja hoor, belastingtechnisch dienen de aandelen stock options te worden, wil hij de opzegtermijn terugbrengen tot drie maanden, en van verhuisvergoeding wil hij al helemaal niets horen. “Eckart ook nog aanwezig”, vraag ik verbaasd. Eckart is echter in geen velden of wegen te bekennen! “Hoeft ook niet,” bromt Bram, “dat is nu mijn pakkie aan.” Van Mackelenberg moest het veld ruimen omdat zijn aanpak onzakelijk was. “Veredelde boekhouders zijn er dertien in een dozijn, dus wieberen,” somde hij het kort op. We gaan er even stevig voor zitten en komen na ruim een uur tot een overeenkomst, weliswaar afwijkend van datgene wat met Eckart overeengekomen was, maar niet slecht. Note to self: wederom gebleken dat bij een gentlemen’s agreement, de gentleman de dupe wordt, dus voortaan gelijk op schrift zetten. We nemen kortaf afscheid, waarbij Bram nog wel mededeelt dat hij ons zeer binnenkort komt bezoeken, waarna ook The Plant en Silent Planet op z’n lijstje staan. En dat ik mee moet. “Moet”, pareer ik. “Ja, ben je nou CEO of niet”, krijg ik voor m’n kiezen. “Is goed, is goed,” mompel ik terwijl ik de deur haastig achter me sluit. “Wat een kuttekop,” mompel ik nog bozig al aansluitend bij de file op de A2. Via Eindhoven is het al snel weer arriveren in Lommel, waar ik de gemaakte afspraken deel met Astrid. “Dus je hebt er een jaar opzegtermijn uitgesleept”, vraagt ze positief verbaasd. “Was ik al overeengekomen met Eckart, en daar heb ik stevig aan vastgehouden. Weet jij wat er al dan niet kan gebeuren.” Instemmend knikt ze, avontuur is prachtig, maar sommige zekerheden zijn mooi wanneer ze ingebouwd kunnen worden. Donderdagavond, daags voor mijn vertrek, gaan we met de kinderen in Lommel uit eten, ook om Ivars tweede verjaardag te vieren waar ik helaas 1 november niet bij kan zijn. We vertellen de jongens wat de plannen zijn voor de komende maanden, hetgeen een opgewekte stemming teweeg brengt. Bo-Peter en Kaj hebben het helemaal niet naar hun zin op de internationale school in Mol en vinden het Amerika verhaal wel heel interessant. Ivar vindt alles goed wat de grote broers aanspreekt en joelt dapper mee. Zo breekt al snel de dag van vertrek aan. Afscheid van de jongens is als altijd zuur, en ik ben blij dat ik nog ruim een uur met Astrid heb op weg naar Schiphol. Het gesprek gaat in flarden, we hebben al zoveel besproken en weten dat het nu op daden aankomt. Helaas zullen de meeste verhuisactiviteiten wederom op het bordje van Astrid terechtkomen. “We doen wat er gedaan moet worden,” neemt ze met een kus afscheid van me. Dat stelt me gerust.
Wordt vervolgd zaterdag 09-09-23