De eerste keer dat ik Mart Smeets, het Gezicht van Studio Sport, meemaakte was tijdens het 75-jarig jubileum van de KNBSB in 1987. Als rookie voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Base- en Softball Bond vond ik het heel prettig dat zo’n toonaangevende sportcommentator kleur gaf aan ons evenement, ondanks het gegeven dat hij er in eerste instantie niet veel voor voelde. Maar zijn liefde voor de honkbalsport trok hem over de streep.
Was hij toen al een BIW (Bullebak In Wording)? Tja, een tikje arrogantie kon zeker geconstateerd worden, alsmede het afkappen van mensen die hem in zijn ogen domme vragen stelden. En natuurlijk is dat achteraf best in een hokje te stoppen. Het jaar daarop namen wijlen Jacques Reuvers en ik de organisatie op ons van de vermaarde Haarlemse Honkbalweek (HHW 1988). Met het oog op het financiële debacle van het WK1986 in Nederland, vonden wij het plaatsen van VIP boxen bij de Haarlemse Honkbalweek niet alleen een goede bron van inkomsten, maar PR-technisch ook een mooie primeur. Zo niet bij azijnzeiker Smeets, die in ‘Trouw’ schreef dat VIP’s bij honkbal als een denkfout bestempeld kon worden:
Hij schreef het volgende, best ook om te lachen: ‘Maar dan die boxen en vooral hun bewoners. De honkbalbond heeft een jonge swingende bobo aan het hoofd, een gecoiffeerde (humm!), gesoigneerde, waarschijnlijk goed gemanipuleerde, in ieder geval goed gemanierde zakenman die uit het software circuit komt en met werkelijke witkracht de vuile zaken binnen de honkbalbond heeft gereinigd’………..’Chef Laanen (zo heet hij) heeft echter bedacht dat ook VIP’s bij het honkbal passen hetgeen een bijna misverstand is’………’De oude honkbalorganisatoren waren volks en gewoon en werden graag met elkaar dronken, maar het toernooi was voor hun publiek en anders niet. De nieuwe leiders zijn meegegaan in de vaart der sportvolkeren en hebben een denkfout gemaakt’. Het moet gezegd een humoristisch stuk, maar Mart maakt twee denkfouten: 1) veel van dezelfde oude leiders die dronken werden waren ook verantwoordelijk voor het financiële drama van het WK honkbal 1986, hetgeen de KNBSB diep in de rode cijfers bracht. 2) de extra inkomsten van de VIP boxen waren ook bedoeld om de entree prijzen voor ‘het volk’ betaalbaar te houden. Dat had hij best aan Jacques Reuvers en mij kunnen vragen. Helaas. Zijn status werd BIW+. Overigens plaatste de Telegraaf in een voor honkbal ongewoon grote kop dat ‘De Honkbal Week’ een groot succes was, zowel sportief als financieel. Vervolgens plaatste het lot ons in een artikel over workaholics in KLM’s magazine ‘Flying Dutchman’, we schrijven december 1989:
En toen werd het stil rond ons. Mart Smeets beklom de apenrots met zijn TV talent en ik zwierf met de familie uit naar Duitsland, België en in 1998 Californië. We troffen elkaar weer in 2012 bij het 100-jarig jubileum van de KNBSB, waar ik een van de keynote speakers was en Mart Smeets, TV Icoon toen, MC. En een goede. Vlak voor ik mijn speech begon, siste hij me toe dat ik de 15 minuten niet mocht overschrijden.
Ik ging er slechts 5 minuten overheen, volgens Mart 10, en dat liet hij het publiek weten. Geen reden om aan zijn BIW+ status een plusje toe te voegen. Menigmaal heb ik de afgelopen jaren, zijn column lezend in de Gooi- en Eemlander, eraan gedacht om dat te doen, wat een betweter. En toen kwam het programma op TV over grensoverschrijdend gedrag bij de publieke omroep, vakkundig geleid door Coen Verbraak, waarbij alle geïnterviewden zich professioneel gedroegen, behalve……..inderdaad Mart Smeets. Voor het eerst dacht ik, wat een engnek. Hij schoffeerde Verbraak, had plotsklaps geen mening, wilde Verbraak een rode kaart geven omdat hij doorzaagde over een voorval met een dame over wie Smeets had gezegd ‘wat moet ik hiermee’, en werd zodoende het vleesgeworden imago van een overschrijder van grenzen. Een ander icoon, Jeroen Pauw, moet zijn voorbeeld worden, deze liet zien hoe men respectvol met een interviewer omgaat. Smeets kreeg na die betreffende uitzending van mij de volledige B-status. En ter afsluiting; ik geloof die vrouw.