Het heengaan van O.J. Simpson (76), afgelopen donderdag, bracht vele herinneringen teweeg. Niet alleen de jacht van de politie op O.J. in zijn Bronco, 17 juni 1994, op televisie gebracht als een unieke real-time soap, zij het dat de aanleiding zeer triest was, zo ook de criminele achtergrond van deze gevallen sport/film-held. ‘Grappig’ genoeg bekeek ik net op dat moment ‘De Laatste Luim’, die ik op verzoek van mede oprichter van Prophecy, en vriend, Ton Bunnik, geschreven had naar aanleiding van de officiële opening van deze (IT) onderneming, 7 december 1990. Astrid had nog een lege plek gevonden om het in z’n oude ‘glorie’ te herstellen. De inhoud ging over hoe de komende 25 jaren zich zouden ontwikkelen. Broer Rob was zo vriendelijk om wederom een passende tekening aan te brengen, waarin hij mij afschilderde als een ouwetje in 2015. Hij weigert een rectificatie aan te brengen!
Goed, het zij zo, trouwe lezers, jullie weten beter. Maar net als in de wereld van O.J., werd ik getroffen door de grootheden uit de wereld van automatisering die ons ontvallen zijn. Ik beperk me tot de twee met wie ik, hoe dan ook, een speciale band had, soms leidend tot een speciale gebeurtenis. Om met Theo Mulder te beginnen: hij was de grote man bij concullega Minihouse en de initiator van de fusie met ‘ons’ bedrijf Multi Function Computers in 1986, hetgeen Multihouse voortbracht.
Veel over geschreven, een wat ongelukkig huwelijk, maar nu komt het; in 1997 wordt Multihouse overgenomen (opgeslokt) door de zonderlinge Gerard Sanderink van……tromgeroffel…..Centric. Tien jaar later prijkt de naam als hoofdsponsor op het shirt van…..wederom tromgeroffel…..Sparta. Overigens waren ze daar al hoofdsponsor van de jeugdopleiding en co-sponsor van het eerste elftal.
Indirect dus toch nog op het Sparta shirt terecht gekomen, zou je kunnen zeggen. Echter, wat wij nooit gedaan zouden hebben is stoppen met het sponsorschap (2018), omdat Sparta degradeerde. Immers, bij ons staat op de keukendeur ‘in voor- en tegenspoed’. Vandaar dat Centric nu, eigenlijk Sanderink, zoveel tegenspoed heeft. Over Theo Mulder, die 20 november 2021 overleed, niets dan goeds. Met Eckart Wintzen had ik natuurlijk een hele langdurige relatie, sowieso uit de automatiseringstijd, vanaf 1977, tot het einde van mijn carrière bij Ex’pression College for Digital Arts in Emeryville (gefinancierd door Eckart) tot eind 2005. Daarna tot zijn onverwachte heengaan, 21 maart 2008. Bekend als/van: ‘managementgoeroe, groene geweten van Nederland, de man van de celfilosofie, boek Eckart’s notes’, en wat van dies meer zij. Met name in de laatste periode van zijn leven vochten we menig robbertje uit, hij als de grote geldgever, ik als de CEO ter plekke die lokale kennis ter tafel bracht. Ondanks dat, waren er momenten waar we enorm om konden lachen:
Heel eerlijk, bij een Amerikaanse geldgever zou ik er allang uitgeflikkerd zijn, Eckart kon goed tegen kritiek, zij het soms met mate, afhankelijk van het moment van de dag. 12 oktober 2007 nodigde hij me uit in zijn traditionele, redelijk unieke Berkeley woning om bij te praten. We spraken honderduit over van alles en nog wat er in ‘onze’ dertig jaar gepasseerd was. Als echte vrienden namen we dankzij deze sessie afscheid. Hij feliciteerde me met heel zijn hart toen ik als International Trade Director begon bij het Netherlands Business Support Office in San Mateo (Silicon Valley), november 2007. Een half jaar later was hij niet meer. Laat ik afsluiten met een nog levende, zij het omstreden ICT mens; Gerard Sanderink. Hij deed me denken aan de Johnny Cash song ‘A boy named Sue’. Waarom? Omdat ik hem, zeker ook na zijn huwelijk met cyber plagiaatschrijfster Rian van Rijbroek, een rare Piechum vond. Een echte Rotterdamse uitdrukking. Giller: zijn tweede naam is Plechelmus, dat verzin je niet!