Drama VanMoof en geboorte Ex’pression 1998

Vele malen mocht ik als International Trade Director van het NBSO (Netherlands Business Support Office) in San Mateo/San Francisco, een steentje bijdragen aan de progressie van veelbelovende startups. Zo ook VanMoof tijdens hun aanwezigheid bij de SXSW show in Austin, Texas in 2014. Hun minimalistisch uitgevoerde fiets kreeg daar veel bekijks en de loftuitingen waren niet van de lucht. En net als bij de andere startups kreeg ik een ‘high’ van het energieveld rond een dergelijke in opgang zijnde jonge onderneming. Onderstaande foto nam ik van een zorgeloze Taco Carlier, samen met zijn broer Ties oprichters van VanMoof.

Hier wil ik het even opnemen voor de Carlier brothers. Ondanks alle investeringen die verdampt zijn, alsmede teleurgestelde VanMoof bezitters, moet de schaduw van het nakende faillissement bij die twee ongelooflijk pijnlijk zijn. Als echte entrepreneurs zijn ze nooit echt begonnen om binnen no-time rijk te worden. Daarvoor hebben ze door teveel hoepels gesprongen. Te hard gegroeid, te ambitieus; allemaal waar, maar zo gaat dat met entrepreneurs die als motto hebben dat de ‘sky the limit is’. En natuurlijk zijn oprichters meestal niet de juiste mensen om het bedrijf bestuurlijk in rustiger banen te leiden. Hopelijk komt er een doorstart waarbij de gebroeders Carlier in een adviserende rol alsnog een steentje mogen bijdragen aan het wereldmerk VanMoof. Ik prijs me gelukkig nog steeds een adviserende rol te mogen spelen bij een drietal jonge ondernemingen. Ex’pression was niet mijn eerste trucje toen ik daar op mijn 51e aan begon, maar de adrenaline bleef onveranderd aanwezig, zij het dat ik meer beducht was op valkuilen. Terug naar 1998:

Dat werd weer afgewisseld met beelden van een tierende Dawn Cardi, een gniffelende Gary Platt en een gelukzalig blowende Eckart.

Nee, ik ben niet geheel fit zaterdag de 20e, nota bene de 35e huwelijksdag van mijn schoonouders. ’s Avonds brengen Astrid en ik de kinderen naar mijn dochter Nicole en partner Emile. Te bedenken dat die jochies ruim een jaar geleden nog op bezoek waren bij opa en oma aan de Wijnkade:

V.l.n.r. Bo-Peter, Ivar, Pa Jan, Ma en Kaj

Opa zou kort daarna overlijden, en nu is het oma’s beurt. Wat gaat er om in die kinderkoppies? Astrid neemt ze maandag ter verstrooiing mee naar Phantasialand, waarna ik nog een rondje langs de Amerikaanse velden kan maken. De 23e boek ik m’n ticket om en maak m’n interim rapport af, waarbij ik met name gewag maak van de discount van $300.000. Daar zal die centenneuker van een Mackelenberg wel klaar op komen. ’s Avonds komen onze voormalige buren uit Wilnis, Jan en Roos Smits naar Hubbelrath om op de jongens te passen, zodat wij de komende dagen vrij spel hebben. En zo breekt 24 juni aan. Alle broers en schoonzussen zijn bijeen gekomen aan de Wijnkade omdat het einde nadert. Inmiddels doen de morfinepleisters hun werk, zij het dat ma van tijd tot tijd ijlend wakker wordt en dan onherkenbare klanken uitstoot. ’s Nachts heb ik nog diverse rapporten gestuurd naar City Manager John Flores, makelaar Gary Breen en mijn favoriet, de ‘charmante’ Dawn Cardi. Het wachten op, ja de dood, is eigenlijk best slopend. Daar ligt ma, matriarch van de familie, hulpeloos dood te gaan, en zo voelen wij ons ook. We nemen nog maar een kopje koffie, ijsberen wat, en zo sluipt de middag om. Een licht gereutel luidt het einde van ma in. We zijn opgelucht dat ze uit haar lijden verlost is. We zullen haar node missen. Hans sluit plechtig de ogen van ma. De klok wijst 16.04 aan. Het is gebeurd, daar ligt ma. Het lijkt wel of haar gezicht zich ontspannen heeft. Onhandig omhelzen we elkaar, en door te zeggen dat het wel zo goed is, dat het lijden voorbij is, troosten we onszelf. Op een onbewaakt moment, Aad en Nel zijn even de deur uit, komen Hans, Rob en ik bijeen en besluiten dat, op een persoonlijke herinnering na, we alles aan Aad en Nel nalaten. Niet alleen vanwege hun niet al te brede financiële basis, maar ook omdat ze het meeste onder de omstandigheden gedaan hebben. De volgende dag reeds bespreken we details met de begrafenisondernemer. In schril contrast krijg ik een verheugend telefoontje van makelaar Gary Breen, die een potentiële huurder heeft voor een deel van het te grote gebouw dat we op het punt staan te kopen. Dit bespreek ik met Eckart, die me warm condoleert en me maant kalm aan te doen. Ook Gary Platt en Dawn Cardi worden door mij geïnformeerd, en bij Dawn kan er zowaar een piepklein compliment af! Zondag vertrekt Astrid met de kinderen naar Lommel om daar samen met technisch aangelegde zwager in spé Aldert voorbereidingen voor de verhuizing te treffen. Maandag 29 juni is het zover, om 11.45 melden we ons bij Uitvaartcentrum Goetzee, waar de laatste rituelen zullen plaatsvinden. Tantes, ooms, kleinkinderen, nichten, neven en wat vrienden verzamelen zich om Ma de laatste eer te bewijzen. De broers hebben mij vereerd met het verzoek om de laatste woorden aan ma te wijden, en met een brok in mijn keel begin ik daar aan:

Bij een aantal echte ‘Ma’ anekdotes zie je ooms en tantes soms instemmend knikken, of een glimlach onderdrukken. Vervolgens naar begraafplaats Crooswijk waar onze kleine mannen, Bo-Peter en Kaj, stoer voor de kist uitlopen. De allerlaatste ceremonie is sober en nadat eenieder een schepje aarde op de kist heeft gestrooid, begeven we ons naar de obligate koffie, thee en cake bij het zeer Rotterdamse Lommerrijk. Daar komt na verloop van tijd de stemming weer terug en worden vele memorabele momenten van en met Ma herhaald. Het is goed. Vroeg in de avond rijden we terug naar Düsseldorf en in de auto praten Bo-Peter en Kaj honderduit over de gebeurtenissen van de dag. Het heeft diepe indruk op ze gemaakt. Op de radio krijg ik nog mee dat Nederland voor het WK in de achtste finale Joegoslavië met 2-1 heeft verslagen. Het boeit me niet. Dinsdag 30 juni is het zover, de Mercedes gaat terug naar Arcade en nu zijn we volledig aangewezen op de VW Sharan van Astrid. Niets mis mee. ’s Avonds gaan we met ons gezinnetje, aangevuld met de enthousiaste Eric Eversdijk, een der laatste Nederlandse Arcade werknemers in Düsseldorf, voor ons laatste diner aldaar. Immers, morgen vertrek ik naar Oakland en gaat Astrid de verhuizing naar Lommel organiseren. Weer drukt de verhuislast op haar schouders. Ik mag me echt gelukkig prijzen met zo’n vrouw. Na een enigszins bedrukte maaltijd nemen we hartelijk afscheid van Eric en keren we huiswaarts.

Peter omarmt Eric, de laatste der Arcadianen, ter afscheid.

En zo breekt juli aan met een hartstochtelijk afscheid, en begint Martinair vlucht 801 naar Oakland met 2,5 uur vertraging. Inmiddels zijn de in rood uitgedoste Martinair medewerkers een soort van familie van me geworden, hetgeen de pijn verzacht. Aan boord in ieder geval heel wat om over na te denken, zowel privé als zakelijk. Privé over hoe de nabije toekomst eruit gaat zien, en zakelijk over de huurdeal die we kunnen maken met SendMail, een belangrijke dotcom startup. Morgen is daar een afspraak mee over details van de deal, waarbij we praten over verhuur van 2000 vierkante meter. Wel zaken waar ik me enorm op verheug. Onderhandelen is het mooiste wat er is, zeker in tijden als deze waar de dotcom startups ongelooflijk veel over hebben voor een ‘cool’ onderkomen. Laat in de middag, een kleine twee uur na de geplande tijd, komen we in Oakland aan. Daar heeft Gary een boodschap voor me achtergelaten waar de groene Van geparkeerd is: ‘Building 2, space 2320’. Sleutel en parkeerkaart onder de zonneklep. En of ik niet wil schrikken van het nieuwe uiterlijk van de Van. Maar die vind ik geweldig, precies zoals ontworpen door Silent Planet tref ik het voertuig aan.

Onderweg naar het appartement lijkt de Van voor nogal wat opschudding te zorgen, maar dat is het leuke van die Amerikanen. Het gros steekt de duim op ter goedkeuring. Voelt goed. Net als terugkeer in het appartement, wat een lekkere stek is het toch. Gary Breen komt donderdag een half uur vroeger dan de SendMail mensen om de gangbare huurprijzen in Emeryville met me door te nemen. “Holy shit, man,” ontsnapt me, “that’s awesome.” Wanneer ik het snel bereken, dan kunnen we over een periode van drie jaar ergens rond de acht ton of meer uitkomen. En SendMail heeft haast, véél haast. Zéér gunstige uitgangspositie. CEO Greg Olson van SendMail houdt van snel zakendoen. “We don’t beat around the bush over here,” meldt hij monter, aangevend dat hij vandaag nog de deal wil doen.