Na het produceren van mijn zaterdag Luim van vorige week, begaf ik me op weg naar Den Haag ter viering van de 70e verjaardag van Peter Wijsman, de man die ik 47 jaar geleden ging mededelen dat ik zijn nieuwe baas zou worden. Voor deze moeilijke mededeling aan deze zeer getalenteerde doch rebelse collega, had ik Café de Sport, gelegen aan de Kazernestraat uitgekozen. Bekend van:
Juist, de plek waar Van Kooten en de Bie aan het biljart als de Klisjeemannetjes, en echte Hagenezen, hun triomftocht begonnen: “als ik met die winteâhrpein van me op ut moment supriem voâh ut open raam zou gaan staan, en ik zou richtuh, nâh, dan spuìt ik un volwasse vent zo van ze brommeâhr”. Fraaie volzin uit één van de vele biljartsessies. Afijn, onderweg naar de Denneweg, slagader van buurtschap 2005, rekenden we uit dat we op die gedenkwaardige dag bij de Sport gezamenlijk 51 jaar waren. Stilte. Nu dus 145 jaar. Om met de Tegenpartij te spreken; “mogen wij even overgeven”. Fijn parkeerplekje aan de gracht gevonden, en omdat de Sport helaas niet meer in bedrijf is (stiekem toch nog even gecontroleerd) een plekkie aan de bar gevonden bij Café 2005. Zo’n bar met een origineel gesoldeerde zinkplaat. Voelde vertrouwd aan. De jeugdige (26) ober en dito (19) terraskelner vonden die twee oude purkers aan de bar wel geinig, maar van de Sport hadden ze nog nooit gehoord. Rooie Peet vertelde vol vuur hoe we elkaar daar gesproken hadden en dat hij alleen “okay” zei, waarna het gezellig werd. Na een uurtje (of zo) durfde de barman voorzichtig te vragen of we weleens van Instagram gehoord hadden. Of zeventigers onder een steen leven! Tijd om een foto van ons te laten nemen en te vertrekken.
Het afscheid was warm, een verwarde barman achterlatend wiens hoofd duizelde van de kennis van die ouwetjes. Aangezien het borrelgarnituurtje verteerd was, tijd voor een lekkere tussendoor maaltijd. Gevonden in de Maliestraat bij Bar Bistro Speakers, net geopend, we waren de eerste gasten. Ergo, veel aandacht van de uitbater die ons verhaal (47 jaar geleden…bla, bla) aanhoorde om vervolgens de kaart uit te leggen. Voedsel prima, randzaken prima, waarna vervolgens een man zich aan onze tafel meldde die vernomen had hoe de Sport een belangrijke rol in ons leven gespeeld had. Hij stelde zich voor als Antoine Keijzer wiens vader in 1956 een broodjeszaak aan de overkant had opgericht. Na wat vriendelijk heen en weer geval kwamen we erachter dat ik met zijn oom Sjaak bij Graaf Willem II/VAC gevoetbald had. Ik maakte gewag van een wedstrijd tegen de koploper (Archipel) die we met de rug tegen de muur wonnen. Verslag van de beroemde Beb Bakhuys. Ik heb de belofte om de chaotische foto van die wedstrijd te sturen:
Zoals ik uitlegde; geheel links oom Sjaak, geheel rechts (nieuwe) oom Peter. Leuke neef die Antoine, kenner van buurtschap 2005. Tijd om af te rekenen, waarna rooie Peet zei; “Kojak,” zoals hij me ooit herdoopt heeft, “ik bel Debbie en vraag haar om ons op te halen.” En dat was maar goed ook! Kanjer. Eind goed, al…… totdat Lieke gisteren de penalty miste. Gelijk met het missen door Lieke schoot die Calvé reclame door m’n hoofd. Arme Lieke. Ik begrijp het wel, na Jiskefet heb ik vele malen ‘Peter pindakaas’ mogen horen. Van die druk ben ik nu verlost. Tot slot; woensdag is-ie er weer, aflevering 122 van ‘Uit de Amerikaanse school geklapt’. Geniet er Covid-vrij van!