Hoezeer Pelé de hele wereld beroerde, bleek wel uit de eer die hem ten deel viel uit alle lagen van de maatschappij na zijn heengaan op 82-jarige leeftijd. Zijn opgebaarde lichaam op het veld van Santos, de club waar hij zijn voetballende leven doorbracht, werd een bedevaartoord met een ongelooflijke rij mensen die hem de laatste eer kwamen bewijzen.
Daarna volgde een rondgang in de buurt waar hij opgroeide en waar zijn 100-jarige moeder nog steeds woont. Het ergste dat een moeder kan overkomen is dat een kind vóór haar overlijdt. Maar dat verwacht je niet wanneer een kind 82 wordt. Blijft evenzeer verdrietig. Het bracht me terug naar de tekst van een liedje dat ik op verzoek van Hans van Hemert op papier zette in 1986, en 10 jaar geleden op de 100e geboortedag van mijn moeder in een Luim vervatte. Nu, op haar 110e geboortedag deze maand, iets uitgebreider hoe een en ander tot stand kwam. Hans, bekend van o.a. de meidengroep Luv’ en Mouth & MacNeal, maar ook ‘bedenker’ van Vulcano (‘Een beetje van dit….’). Begin 1986 verzocht hij me een tekst te schrijven voor Vulcano op een door hem geschreven melodie. Moederdag moest de leidraad worden. Oh ja, hoe kende ik Van Hemert; welnu hij was aandeelhouder bij het door mij opgerichte systeemhuis Multi Function, en af en toe zong ik mee met door hem geproduceerde artiesten (voor de lol):
Met mijn moeder in gedachten, en wetend dat het refrein de ‘hook’ van het liedje moet zijn, vloeide het volgende uit mijn ‘pen’: ‘Lieve mamama, lieve mamama, met je kreukeltjesgezicht/ lieve mamama, lieve mamama, vele lijntjes, één gedicht/ m’n whisky glijdt naar binnen, ik bedaar/ als ik dadelijk thuis ben bezoek ik haar/ lieve mamama, lieve mamama, het wordt weer gezellig aan de bar’. Nu nog de intro. Deze favoriete jeugdfoto van mij met m’n moeder werd de bron van inspiratie:
‘Voor mij een foto van m’n moeder met ezelsoren en vergeeld/ als ik thuis ben kijk ik er nooit naar/ maar op vakantie mis ik haar beeld/ opeens is er een schuldgevoel dat zich nestelt in m’n kop/ haastig wenk ik dan de ober, nog ééntje dan stap ik op’. Refrein. Duidelijk toch?! Eerst even aan m’n moeder laten zien, die het best leuk vond, maar in onvervalst Rotterdams zei, “heb ik echt zoveel rimpels, dan”. Hans van Hemert keek ernaar en gaf het door aan Vulcano, hetgeen ik als positief opvatte. Kort daarop hield Vulcano op te bestaan, vóór moederdag nog. Hans heeft het me nimmer kwalijk genomen. M’n moeder, zelf een talentvol schrijfster, leek wel opgelucht en zei; “ja jongen, je kan toch wel dansen al is het niet met de bruid”. Oftewel, hou je nou maar bij je eigen kost, het schrijven van columns. Moeder Jo, geboren 1913, spuide veel van dergelijke spreuken om je in het gareel te houden en ik denk er nog steeds met warmte aan terug. Wat zou ze genoten hebben van de ‘wil je met me trouwen Liesbeth’ show die oudste kleinzoon Rick opvoerde in Top 2000 Café. Mensen zeggen weleens dat herinneringen creëren een positief onderdeel van het leven uitmaakt, ik kan dat volmondig beamen.