Dit gezegde deed voor mij weer opgeld toen het duidelijk werd dat Andy Houtkamp (66), een der meest markante sportstemmen van de radio, zijn microfoon zondag 11 augustus aan de wilgen hangt. Op de laatste dag van de Olympische Spelen! Het trof mij omdat je niet veel meemaakt dat je getuige bent van de opkomst van een talent, Andy dus, en zijn ‘einde’ (pensioen). Ik leerde Andy in de loop van 1986 kennen, waarschijnlijk via zijn vader Nol, een softball legende, die als eerste Europeaan werd opgenomen in de Hall of Fame van de International Softball Federation. En, iemand die niet bepaald een blad voor z’n mond nam. Andy ontpopte zich, in mijn ogen, als een man van het volk, altijd aanspreekbaar en wars van de arrogantie die bijvoorbeeld een man als Mart Smeets kenmerkt.
Mijn (lange) voorbeeld begint 16 augustus 2013 toen een delegatie zakenlieden uit Friesland, onder leiding van de lokale Rabobank, ons consulaat in San Francisco bezocht. ’s Avonds was er een receptie op de residentie (bij de Consul Generaal), waar ik een introductie verzorgde. Het werd zo gezellig dat sommige zakenlieden zich ruim bedienden uit de koelkast van de Consul Generaal, die hulpeloos toekeek. Eerlijk, er bleef geen Pompeblêd over. Eén van de mannen die zich beheerste was Otto van der Galiën, directeur van Energie Service Friesland. Er ontstond een band tot op de dag van vandaag, maar nu komt het; 13 september 2016 speelde het Nederlandse honkbalteam in het kader van het EK honkbal tegen Zweden. Samen met gespecialiseerde firma Handelsroute werd rond de wedstrijd een business bijeenkomst georganiseerd, alwaar ik ook mijn ‘memories’ deelde. Halverwege mijn praatje zag ik in mijn ooghoek Andy voorbij komen, een buitenkansje. “Hey Andy,” riep ik, “wil jij er even jouw saus overheen gooien?”. Ja hoor, geen enkel probleem, soepeltjes adresseerde hij vervolgens alle vragen die daarna opkwamen. Dat was de dag, zoals het hoort in films:’When Otto met Andy’. Door de jaren heen zijn we, al dan niet via de radio, met elkaar verbonden. Fast forward; Otto vond dat het tijd werd voor een lunchafspraak met zijn twee iconen (niet mijn woorden) en toen waren we aan het puzzelen om een lunchplek te vinden tussen Leeuwarden en Loosdrecht. Andy meldde vervolgens luchtigjes dat bij hem thuis in Dronten alle ruimte was voor een soort van reünie lunch. En zo geschiedde, onder toeziend oog van Milanda, de vrouw des huizes. Zij nam ook onderstaande foto:
V.l.n.r. Goud, Zilver en Brons. Andy in een notendop; altijd bereid om te helpen en voetjes in de klei. What a guy! Over de Olympische Spelen gesproken; ik kan dat beeld van Su Weide (China) maar niet van mijn netvlies krijgen. China koerste op giga afstand van Japan op het goud af, en toen viel Su. Niets aan de hand, nog steeds ruimte zat. En toen viel Su weer, een rilling liep over mijn rug, het goud dat er blonk veranderde in zilver. Su liep verslagen naar zijn coaches en probeerde nog te zingen ‘My name is Su, how do you do?’ om hen milder te stemmen. Het verhaal doet de ronde dat hij inmiddels als turnleraar bij de Oeigoeren is aangesteld. Droevig verhaal. Mooi was het goud bij de roeidames (met een Loosdrechtse), mooi was het beeld van Astrid die met Tinley en haar jeugdige tantes Wilma en Lucienne de Loosdrechtse plassen aan ging doen:
Gaat vanmiddag met andere deelnemers weer gebeuren; ik mag ook mee, Joepie!