Kort geding om afleveringen 4 en 5 van de Singh documentairete verbieden, maar ook leuke dingen.

Het vervelende van dit alles is dat Singhs advocaat, Rachel Imamkhan, niet schijnt te begrijpen dat daardoor de vermeende seksuele handelingen van Singh, met als slachtoffer stiefdochter Daphne, nog meer aandacht krijgen. Zij vindt dat dit alles juridisch niet relevant is, hoewel dat nu precies de reden is waarom Singh na een positief Parole advies toch niet in vrijheid is gesteld. Uiteindelijk heeft ze dan ook nog de Amerikaanse advocaat Keith Chandler, die op alles wat aangevoerd wordt, hoe verschrikkelijk dan ook, continu zegt “that doesn’t make you a murderer”. Echte advocatentaal; alles ontkennen. Een goede vriend van ons, Paul Nijssen, heeft na ons, samen met zoon Kaj ook ‘bezoekplicht’ op zich genomen:

Ik herinner me nog levendig hoe uitgeput hij was na sommige bezoeken. Bladerend door de tientallen brieven die Singh mij heeft geschreven, valt het me op dat hij vele malen ten opzichte van wie dan ook, van links naar echts zwalkte. Ook advocaat Imamkhan was menigmaal doelwit van zijn toorn. Het moet ook gekmakend zijn om zo lang opgesloten te zijn, en ik ben bang dat we de werkelijke rol van Singh in dit geheel nimmer te weten zullen komen. Van een helaas ontwricht leven naar het nieuwe leven, waar Astrid zich mee bezig houdt. Wanneer er iemand geen PR of marketing nodig heeft, dan is dat Astrids Geboortesupport wel. Toch heeft ze nu voor iedere nieuwe baby die haar ten deel valt voor de ouders een heel leuk aandenken in hout laten vervaardigen:

Kijk, daar wordt je blij van! Links haar logo, wat dacht je! Nog meer blije momenten? Zeker, hoe mooi is het wanneer een jonge onderneming waar je intensief mee bezig bent, in de prijzen valt tijdens een pitchfestival? Het gebeurde j.l. donderdag bij de VU in Amsterdam, waar jeugdige entrepreneur Ming-Faraz Khan (26) niet alleen een geldprijs(je) mocht ontvangen, maar tevens een koffie meeting met een gerenommeerde Venture Capitalist. En dat laatste is eigenlijk meer de beloning waar je naar opzoek bent. Zijn curriculum voor Digital Literacy, met o.a. digital design, robotica en cyber security, gaat verplicht worden voor leerlingen van 11 tot 18 jaar. Dat was een foto waard!

Links ‘the man of the hour’: Ming-Faraz Khan en helemaal rechts zijn eerste student (2022). Over studenten gesproken, we duiken weer in het verleden van Ex’pression: 1998.

En dat is dus duur in Californië, zeker weten.

Zeker nadat Gary en ik wat potentiële huizen voor hem en zijn familie hebben bekeken in Walnut Creek, een stad van circa 55.000 mensen, een half auto uur ten oosten van Emeryville en Berkeley.

Voor $350.000 heb je niet eens ’n middelmatige woning. En, wil je in een goede buurt wonen omdat je privé scholen wilt vermijden, leg er dan nog maar een tonnetje of drie bovenop! In ieder geval goede maatjes worden met de City Manager in Emeryville, leg ik mezelf op. Ik neem een en ander met Gary door en fax het door naar Nederland. Vervolgens breng ik Gary in de Van naar SFO, het drukke vliegveld van San Francisco aan de andere kant van de baai. Na een ‘Gary’ hug wenst hij me het allerbeste voor de komende week en verdwijnt in de drukke vertrekhal. Hij ziet ernaar uit om terug te keren naar Florida en is ontsteld over de hoogte van de huizenprijzen. Welcome to California! Maandag 25 is het Memorial Day, de dag dat de Amerikanen alle militairen herdenken die in de diverse oorlogen gesneuveld zijn. Het wordt altijd ‘gevierd’ op de laatste maandag in mei, waarbij veel mensen militaire begraafplaatsen bezoeken en Amerikaanse vlaggetjes plaatsen.

Nationale militaire begraafplaats Arlington

Uiteraard, zou ik bijna zeggen, zal de dag eindigen met de gebruikelijke BBQ, hoewel het nog steeds regent. In ieder geval ken ik nog bijna niemand, derhalve ook nergens uitgenodigd, en breng dus een groot deel van de dag op kantoor door. Daar voorzie ik het door Craig Deonik geproduceerde marketing rapport van de nodige aantekeningen en vragen. Wellicht dat ik hier en daar iets niet begrijp. Wellicht ook een cultuurkwestie. ‘We’ll see’. Mijn vriend de barkeeper kijkt me meewarig aan: “what’s up man?” Ik leg hem uit waarom ik hier in m’n eentje zit en meevoelend schenkt hij me een dubbele ‘Jack rocks’ in. “On the house,” glimlacht hij daadwerkelijk van oor tot oor. Natuurlijk weet hij dat ik een goede ‘tipper’ ben. Maar toch. Lekker slapen daarna is geen straf. Craig Deonik is nu regelmatig op kantoor en genoeglijk sparren we over mijn op- en aanmerkingen inzake het marketingrapport. Ik krijg hier en daar een lesje, maar ben ook in staat hem van de gebaande paden te lokken en creatiever te zijn. Zijn ogen achter de dikke brillenglazen stralen soms ongeloof uit, maar hij heeft geen weerwoord. Woensdagmiddag loop ik naar Bucci’s, dat ongeveer tien minuten van kantoor ligt. Daar heb ik een lunchafspraak met City Manager John Flores en Hope Spadora. John is een creatieve en charismatische man die al heel wat goeds voor Emeryville heeft bewerkstelligd.

John Flores: vriendelijke uitstraling, grote daadkracht

Hope is fantastisch en na de eerste aanvaringen is zij een eerste klas supporter van Ex’pression geworden. Tijdens de lunch bespreken we alle pro’s en contra’s inzake de geboorte van Ex’pression in Emeryville, maar ook het ‘gevaar’: The Martin Group. Wanneer we na de lunch afscheid nemen, zegt hij me toe te allen tijde voor ons bereikbaar te zijn en dat hij ons alle steun zal geven om door dit proces heen te komen. Als bewijs van zijn goede wil geeft hij me alle informatie over waar en wanneer ik hem kan bereiken, en met welk medium. “And, if there’s a clash with The Martin Group, we will favor you!” Da’s niet niks, wanneer The Martin Group vervelend gaat doen, dan krijgen wij het voordeel van de twijfel. Nu moet The Martin Group wel met hele zware ammunitie komen om ons neer te halen. Hope en ik praten nog wat na en zijn super enthousiast. De rest van de week is een wervelstorm van bijeenkomsten met verzekeringsmensen, alarmmensen, bankmensen, lunch bij de kamer van koophandel (ik verkoop de Ex’pression huid duur), architect conference call, telefoon installateur en tenslotte de man van de personele arbeidsvoorwaarden. Het circus Jeroen Bosch marcheert daadwerkelijk voorbij. Soms te droog voor woorden, maar een noodzakelijk kwaad. En hoera, we kunnen 12 juni ons appartement in. Dat wordt zondag meubels kopen! 1e Pinksterdag weliswaar, maar daar zit niemand mee. Hoera 2 is voor mijn Apple computer die 2 juni verwacht wordt. Inmiddels krijg ik dan ook kramp in mijn vingers van het schrijven van al die rapporten. Zaterdag profiteren van een vriend van zoon Rick, Rob Terheggen, die al geruime tijd in Marin woont en door Rick gehint werd om me eens op sleeptouw te nemen. Samen met vrouw Mary toeren we rond. Het is goed toeven naast een chauffeur die de plekjes kent en me via de Golden Gate brug naar Marin voert, waar we wat prachtige plekjes aandoen. Dat doet een mens goed na alle inspanningen en iedere keer ‘on top of your game’ zijn. Zondag steekt daar wat bleekjes bij af wanneer ik een keuze voor meubels maak bij Scandinavian Design, die zagen er na vergelijk met diverse folders er het beste uit. Ik verheug me erop het appartement te betrekken. Nu nog even een geschreven rapportje voor ‘Nederland’ vervaardigen, en klaar is Kees. Volgende week vrijdag terug naar huis, dan zitten de eerste vijf weken erop. Het thuisfront laat weten dat m’n moeder weliswaar weer opgenomen gaat worden, maar dat er geen noodzaak is om eerder terug te vliegen. Enerzijds prettig, anderzijds is het me zwaar te moede.

Wat kunnen echte voetbalsupporters toch hartverwarmend zijn!

Donderdagavond, ondanks de domper van de gelijkmaker in blessuretijd (90+3), werden de Sparta spelers na afloop gedurende hun rondje langs de supporters hartstochtelijk toegezongen. En ook in de Bosselaar, onder onze tribune gelegen, kwam op een gegeven moment het ‘Sparta is dé club van Rotterdam’ er weer fris (hoewel…..) en spontaan uit. Rob en ik namen na deze laatste thuiswedstrijd afscheid van de gebroeders Bulsing, onze vrienden en vriendinnen uit Berkel, en eenieder die we na onze toilet triomftocht tegen kwamen. Iedereen werd verzekerd dat ook in het komende seizoen de Laanen muppets bij opgang 19, rij 4, te bezichtigen zouden zijn. Nu Twente nog zondag de genade klap (penalty’s?) toedienen en Europa is van ons. Voor de wedstrijd werden we geïnterviewd door RTV Rijnmond, waar Rob parmantig mededeelde dat Sparta beter is dan Feyenoord. Ach ja, de jeugd……

Deze Sparta selectie heeft ons hart gestolen, zeker weten! Droevig vond ik het heengaan van de ‘Girl from Ipanema’ zangeres met de fluwelen stem; Astrud Gilberto. Helaas nummer zoveel in een imposant rijtje van smaakmakende entertainers die de afgelopen maanden naar de eeuwige jachtvelden vertrokken. Daar komt je eigen sterfelijkheid om de hoek kijken. Dat doet me overigens aan Jaitsen Singh denken, die eind dit jaar de 79 kruisjes aantikt, waarvan hij er dan zo’n 40 in de gevangenis heeft doorgebracht. Een wonder dat hij überhaupt nog in leven is. Het gissen over zijn (on) schuld is na aflevering 2 van de documentaire ‘Een Amerikaanse nachtmerrie’ alleen maar toegenomen en zal met het oog op de komende 3 afleveringen zeker niet verminderen. Zo ook de vraag wat er gebeurd is met zijn zoon Surender, die van de aardbodem verdwenen lijkt te zijn. De laatste keer dat ik hem trof, toen we nog vol goede moed waren, was 8 mei 2016 in Vacaville prison, vlak voor mijn terugreis naar Nederland.

Een aardige man die ontzettend geleden moet hebben na de brute moorden op zijn moeder en zus. En eigenlijk ook over zijn afwezige vader, die zichzelf ‘dead man walking’ noemde. Hoe het ook zij, over één ding zijn Hans Pool en ik het zeker eens, niemand verdient het om zo lang gevangen te zitten. Wel ben ik benieuwd hoe jullie na aflevering 3 (NPO2 maandagavond) tegen deze hele affaire aankijken. Gaan we nu weer terug naar de Ex’pression saga; wat gebeurde er zoal 25 jaar geleden in Californië?

Maandag 18 mei komt hortend en stotend op gang.

De twee dikke ordners die we geproduceerd hebben, dienen nu aangevuld te worden met brieven ter ondersteuning van bedrijven in ons vakgebied, maar ook hardware leveranciers en TV en film producerende bedrijven. Mensen die claimen onze afgestudeerde studenten in dienst te willen nemen. Liefst beroemdheden, ‘Names’ dus. Twee van die mensen, studiobaas Arne Frager en Jane Metcalfe, ontbreken nog, dus die gaan we achter de broek zitten. Genoeg over Jane Metcalfe, want Arne Frager mag er ook zijn. Zijn studio, ‘The Plant’ in Sausalito, is beroemd geworden vanwege de beroemdheden die daar opgenomen hebben. Wat te denken van Prince, Mariah Carey en Whitney Houston? Meer? Fleetwood Mac, Aretha Franklin, Metallica en Santana. Daar wil je als afgestudeerde geluidsman wel werken, dunkt me.

Carlos Santana en Arne Frager: dikke pret

Nu de brief van Arne nog, zelf ook een ‘Name’ in de industrie. Even na drie krijg ik Arne te pakken, hij belooft de brief per koerier te laten bezorgen. Bij de derde poging krijg ik Jane Metcalfe om half 6 te pakken, maar die gaat de brief per fax versturen. Ook goed. Gary houdt zich in de tussentijd bezig met Steve Fee, die de tekeningen van het Sybase gebouw nodig heeft. Zo is het al met al gezellig rommelig, echter, de boeken zijn nog niet compleet. Na haastig een broodje naar binnen te hebben geslagen, komen tot onze opluchting de laatste documenten binnen en kunnen we gaan kopiëren bij Kinko’s. Lang leve de 24/7 maatschappij want de klok wijst inmiddels 10.45 PM aan, oftewel 22.45. Na anderhalf uur kopiëren besluiten we om de rest een uurtje of 7 later te doen, we maken te veel fouten. Voordat we naar Sacramento vertrekken, dus vroeg uit de veren. Alhoewel ik lichamelijk moe ben, komt de slaap moeilijk. Hier en daar vluchtige slaapmomenten, maar gelukkig breekt de nieuwe dag weer aan. 07.30 het karwei bij Kinko’s afmaken om vervolgens de weg naar Sacramento in te slaan. In de ‘forest green’ GM Van geven Gary en ik elkaar een ‘high five’, we zijn vol goede moed. Highway 680 naar Sacramento voert je niet bepaald door een inspirerende omgeving. Pas bij de brug over de Suisun Bay, van Martinez naar Benicia, wordt het interessant. Niet alleen vanwege het weidse watergezicht, maar meer vanwege de Amerikaanse mottenballenvloot die daar al roestend licht te wachten op de dingen (oorlogen?) die komen gaan.

“Pete, if only we could sell those for scrap value, we could buy Eckart out,” komt Gary uit de hoek. Gary heeft een natte droom om sloopwaarde van die boten aan te wenden om Eckart uit te kopen. “Just kidding man,” reageert hij omdat ik er het zwijgen toe doe. “Sure,” laat ik het erbij. Het lijkt me niet het moment om over uitkopen te praten terwijl we nog moeten beginnen. We passeren Vacaville waar het bord met ‘Premium Outlets’ me angstige voorgevoelens bezorgt. Merkartikelen, die toch al goedkoper zijn in de V.S., worden hier ook nog eens met hoge kortingen aangeboden. “Shopping around the corner, Pete,” leest Gary mijn gedachten. Inderdaad, winkelen is niet bepaald mijn favoriete bezigheid. Na Davis komen de contouren van Sacramento in zicht. Eigenlijk een suffig provinciestadje, dat omhoog is gestuwd in de vaart der volkeren dankzij de ‘hoofdstad’ status. En zelfs dan nog zijn ze niet in staat geweest om meer dan één professioneel topteam aan zich te binden. De Sacramento Kings zijn de trots van de stad, uitkomend in de National Basketball Association (NBA). Eigenlijk kende ik Sacramento alleen maar van het gelijknamige liedje van ‘Middle of the Road’, begin 70-er jaren.

Staat me nog levendig voor de geest! Die bezongen het als ‘de plek waar je moet zijn’. Eh…..nee. Maar goed, het bureau is daar, dus we moeten er wel zijn. Bij het bureau worden we ontvangen door Patty Wohl, die ons net als bij de eerste ontmoeting op formele wijze begroet. Niets van de opwinding waarmee we hen toen verlaten hebben. Strikt zakelijk gaat ze door onze documentatie heen. Ze wijst ons op de ‘Maxine Waters Legislation’, hetgeen betekent dat we vanwege deze wetgeving onderhanden werk dienen te beschouwen als ‘niet verdiend lesgeld’. En grappig genoeg betekent dit dat we er pas later belasting over hoeven te betalen, hetgeen goed is voor de cashflow. Gary staart inmiddels wat dromerig uit het raam, dit interesseert hem echt geen bal. Na nog wat kleine wijzigingen schudden we haar hand en gaan de klamme buitenlucht in, waar het kwik inmiddels tegen de 30 graden loopt. “Nou, dat viel mee,” begin ik tegen Gary. Die kijkt me aan of ik Swahili aan het spreken ben. “Sorry buddy,” herstel ik me. Soms heb ik dat in m’n enthousiasme, dan gooi ik er wat Nederlandse praat uit. Na terugkomst zijn we in staat de wijzigingen redelijk snel aan te brengen en vrijdag kan het pakket terug naar het bureau. Wel is het zo dat we, dankzij onze rechtstreekse presentatie, zo’n drie weken gewonnen hebben. Zaterdagmorgen 23 mei: verward word ik wakker, “waar ben ik,” mompel ik. Ah, ik herken m’n hotelkamer. Nog steeds in het Four Points hotel. “Shit,” Gary moet dadelijk naar het vliegveld en de wekelijkse rapportage moet er ook nog uit. Okay, het pakket met wijzigingen is gisteren naar het bureau gestuurd. Afspraken voor volgende week zijn gemaakt met de City Manager, John Flores, en de lokale Kamer van Koophandel. Een en ander is geregeld door Hope Spadora van Sybase en Liz Altieri, de lokale directeur van de Summit Bank. Wat ik niet wist is dat de City Manager degene is die het voor het zeggen heeft in een stadje als Emeryville. De Burgemeester is een gekozen positie, formeel hoofd van de gemeenteraad, maar heeft een full-time baan ernaast om in zijn levensonderhoud te voorzien. En dat is dus duur in Californië, zeker weten.

De 1e aflevering van de Singh documentaire ‘Een Amerikaanse Nachtmerrie’

Tja, men vraagt ons nu reeds hoe we er tegen aankijken. Nogmaals, we zijn erin gegaan na uitvoerig de processtukken doorgenomen te hebben. Een rammelende reeks van rechtszittingen, een corrupte aanklager en het aantal jaren dat Singh al gevangen zat, deden ons besluiten om hem te ondersteunen waar mogelijk. Een roller coaster van 8 jaar, waarbij de documentaire van Hans Pool, die a.s. maandag op NPO2 uitgezonden wordt (deel twee van de vijfdelige serie) een soort van logisch eindstation lijkt. Uiteraard sterke emoties en veranderend inzicht, maar ook na het ‘ondergaan’ van alle afleveringen (betaald), geen spijt van onze beslissing in 2015. Zoals het zich laat aanzien, kunnen we zelfs vanuit Loosdrecht nog een zesde aflevering maken met ‘Ongepubliceerd Materiaal’. Wat wij onderweg tegen gekomen zijn, denk even aan BuZa, laat zich ook lezen als een spannende roman. Ter morele ondersteuning werden meerdere leden van ons gezin ingezet. Onderstaand Singh tussen de toen 19-jarige Ivar en Astrid (Vacaville Prison, 8 april 2016):

Laten we het zo afspreken, wanneer iets onduidelijk is, vraag het ons! Maandag waren er in totaal 578.000 kijkers, het is uiteraard niet de bedoeling dat ze aanstaande maandag allemaal op hetzelfde tijdstip reageren. Dat zou Ziggo niet leuk vinden. Overigens, schrik niet van sommige beelden en uitspraken in de komende afleveringen. Een gewaarschuwd mens……. Altijd moeilijk om een frivool overstapje te maken van zo’n zwaar onderwerp naar iets luchtigs, maar ik doe het toch! Weet je welke club voor het eerst sinds 1997 weer eens won in de Galgenwaard? Nou, Nou? Iedereen heeft het goed: Sparta! Dat wordt genieten zondagavond, ofschoon FC Utrecht geen katje is om zonder handschoenen aan te pakken. Zoon Kaj stond vol in ‘firefighter’ uniform tijdens de Amerikaanse dodenherdenking, oftewel ‘Memorial Day’:

Vroeger (u weet wel) zeiden we altijd ‘vader’s poen, moeder’s angst’ bij een dergelijke investering (kinderen zijn duur), maar nu welde trots in onze harten op. Vorige week weer eens met Astrid en gezamenlijke vriend Joop naar het theater geweest, ’t Spant’ in Bussum. Veldhuis en Kemper bleken niet alleen harmonieuze zangers te zijn, maar ook bekwame ‘story tellers’. En soms verdraaid geestig. Met buurman Peter Kamp de derde DVD van Daniël Arends bekeken. Vuil gebekt, ad rem en soms uitbundig grappig. Eén ding; ga vooral niet op de voorste rij zitten mocht je naar het theater gaan! Is wel een week geworden met een overdaad aan lunches. Noodzakelijk kwaad, leg ik Astrid uit. Ze trapt er niet in. Over intrappen gesproken, we keren snel terug naar het jaar des heren 1998: Ex’pression College in wording.

………voelen we ons sterk om het gesprek met The Martin Group aan te gaan, onze concurrent inzake het Sybase gebouw.

We weten dat de heren van The Martin Group, die we gaan bezoeken in San Francisco, een behoorlijke vinger in de pap hebben bij de lokale overheid. Zo hebben zij parallel aan Highway 80 ruim 6500 vierkante meter getransformeerd in 684 wooneenheden, een shopping centrum, een openbare marktplaats, alsmede de United Artists bioscoop met maar liefst 10 schermen. Leuke binnenkomer, vinden Gary en ik. Gary Breen, onze makelaar, die er uiteraard ook alles aan gelegen is dat de heren van The Martin Group ons welgezind zijn, wacht ons op bij de receptie. Het moet gezegd, Toby Taylor en Tom Gram ontvangen ons uiterst hartelijk. Joviaal feliciteren ze ons met de aankoop van het Sybase gebouw. Geen woord over de benodigde parkeerplaatsen. Gary fluistert nog “they’re not fucking us, Pete.” Vervolgens doen Gary en ik dezelfde opvoering als bij het bureau in Sacramento. En het moet gezegd, onze ‘dog and pony show’ wordt goed ontvangen. Gary en ik raken steeds beter op elkaar ingespeeld. We wisselen wat details uit, waarna beide heren ons verzekeren dat ze er uiterst serieus naar zullen kijken. Sterker nog, ze zullen zich opstellen als de ‘friendly neighbor’. Jazeker, beter een goede buur dan een verre vriend! Zoals het er nu naar uitziet gaan ze ons niet lastig vallen, en waarom zouden ze? De strijd is gestreden. Breen is uiteraard ook tevreden en complimenteert me omdat in zijn oren mijn accent nog amper merkbaar is. Daar moet je mee oppassen, heb ik inmiddels gemerkt. Met complimenten zijn ze hier niet zuinig en wanneer je een vraag stelt, is het normaal wanneer iemand eerst zegt “excellent question.” De eerste keer kijk je alle kanten op omdat jezelf van je eigen vraag niet bepaald onder de indruk bent. Maar goed, ik knik minzaam en schud hem de hand. Voor de provisie die hij gaat vangen wil ik ook wel een compliment over de heg gooien. Enfin, Gary en ik gaan verder met ons levenswerk, zo lijkt het, de applicatie voor het bureau. Het wordt laat en vervolgens weer vroeg. Het is donderdag, vandaag gaan we de GM Van ophalen, maar eerst applicatie, applicatie. 14.30: de Van staat klaar en nadat we al het papierwerk hebben ingevuld, gaan we als opgewonden teenagers in die grote bak op weg naar San Francisco, waar we van Jane Metcalfe een rondleiding krijgen bij Wired Magazine.

Dit alles natuurlijk om bij haar in een goed blaadje te komen. Immers, haar willen we echt wel als lid van de Raad van Commissarissen aan boord hebben. Co-Founder Wired Magazine: da’s een lekker uithangbord. Het is informatief, buitengewoon interessant en vooral goed, zeker voor mij, om te weten wat er zoal speelt in het Amerikaanse techwezen. Tevreden toeren we met onze Van terug naar Emeryville, hakken een hamburger naar binnen en gaan weer verder aan de slag met de applicatie. Wat staat er verder nog op het programma? Ik maak wel een ‘To Do’ overzicht, laat ik Gary weten, zodat er wat klaarheid gebracht wordt. Gewillig stemt hij in, dit is niet zijn sterkste kant. Als volgt: 1) liquiditeit overzicht maken 2) vrijdag naar kantoor wanneer Pacific Bell de telefooncentrale installeert 3) met Mike Taylor alle benodigde verzekeringen bespreken (morgenochtend om 10 uur) 4) fysiek Sybase gebouw controleren (morgen 15.30) 5) afspraak met het bureau in Sacramento definitief voor a.s. dinsdag bevestigen 6) applicatie komend weekend afronden 7) bij Kinko’s a.s. maandag een kopieerapparaat reserveren om een aantal kopieën van de applicatie te maken 8) dinerafspraak met Nadine Storyk (dochter van) vrijdagavond om haar rol als onze persoonlijke assistent te bespreken 9) industrie ondersteuningsbrieven voor oprichting van Ex’pression nagaan en bij applicatie voegen 10) applicatie voor het gebruik van de school afmaken en in de loop van de komende week naar het betreffende comité van de City of Emeryville sturen. “We got a top-10, Gary, what do you think?” Gary stuitert achterover en mompelt zachtjes “how about a beer?” Dat lijkt me een goed idee, want het gaat een lang weekend worden. De nacht is kort, maar een compacte slaap geeft de nodige rust. De vrijdag gaat als een flits voorbij, met name de controle van het Sybase gebouw schept veel vreugde. De mogelijkheden zijn eindeloos. Met Nadine Storyk, natuurlijk in ‘The Townhouse’, is het niet alleen plezierig, voedzaam en wat van dies meer zij, maar aan haar zullen we echt een goede hebben om ons te ondersteunen met die moeilijke eerste fase. En, vind ik uit, ze heeft al het een en ander voor Gary met betrekking tot Ex’pression gedaan in Florida. Helemaal op de hoogte dus. Zaterdag en zondag brengen we op kantoor door omdat we dinsdagochtend 10 uur bij het bureau in Sacramento verwacht worden. Het zaterdagrapport wordt ook geproduceerd en verzonden per fax. Tussen de ‘buien’ door bel ik mijn oudste broer Hans om te vragen hoe het met ons moeder gaat. “Niet best,” komt het korte antwoord. “Waarschijnlijk gaat ze weer terug naar het ziekenhuis, maar wees gerust, we houden een oogje in het zeil.” Ik verzoek hem mij onmiddellijk te informeren wanneer er iets fout dreigt te gaan. Met 9 uur tijdsverschil en een vlucht van een kleine 11 uur, wil er al snel iets verkeerd gaan. “Doe ik, broertje,” sluit hij af. Het voelt plotseling beroerd, die afstand. Gedane zaken nemen echter geen keer, dus weer aan de slag. “Hey Gary, there is a miscalculation in these class schedules,” merk ik een rekenfout op. Gary is niet te raken: “Yo, my man Pete, that’s why you will become the CEO.” Maar zover is het echt nog niet, mijn benoeming tot CEO is absoluut niet officieel. Ik bedank Gary voor het compliment, waarna het ploeteren met de papiermassa continueert. De nacht omarmt ons uiteindelijk als verloren zonen. Morpheus is onze grootste vriend en strooit met zoete dromen van succes. Maandag 18 mei komt hortend en stotend op gang.

  

Met spanning uitkijken naar…..

Inderdaad, het bijwonen van het EURVision festival, waar kleinzoon Rico de arrangementen schreef voor de 12 liedjes die de studenten-zangers, -zangeressen en bands ten gehore zouden brengen. Oom Ivar, alumnus van de Erasmus Universiteit, reed met me mee om een borrel te drinken met de redactie van het Erasmus Magazine, waar hij geruime tijd voor geschreven heeft. Ik leverde hem af en bleef nederig in de deuropening staan totdat men mij uitnodigde om ook een versnapering tot me te nemen. Tja, zo gaat het nu ik de vader ben geworden van…… Daar kwam mij ter ore dat een artikel van Ivar als voorbeeld werd gebruikt als een ‘zo moet het’ stukje journalistiek. Ivar is een legende hier, werd mij mede gedeeld. Beleefd verzocht ik ‘de legende’ met me mee te lopen naar het ‘on campus’ restaurant om nog een hapje tot ons te nemen. Daar troffen we familieleden aan die ‘enigszins’ te vroeg aangekomen waren. Maar goed, na de nodige knuffels en een drankje met wat bittergarnituur, togen we naar het theater. Daar bleken de voorste rijen gereserveerd te zijn voor familieleden en geliefden. We bewonderden de professionele ruimte voordat het spektakel losbarstte. De presentator en de presentatrice hadden goed naar het Eurovisie songfestival gekeken en kwamen soms zelfs beter over. Ook het 15-koppige orkest mocht er zijn, evenals de meeste deelnemers. Nadat de dankwoorden bijna waren uitgesproken, bleek het slotdankwoord uit te gaan naar de arrangeur en motor achter dit festival……tromgeroffel……Rico Laanen! ‘Rico, Rico’, klonk het uit de zaal. Vochtige ogen voor ouders, opa en wellicht ook andere familieleden.

Een speciaal dankwoord ‘on stage’ voor Rico (in blauw jasje) die hier de zaal toespreekt.

Kortom; een nieuwe Erasmus legende is geboren. Nu ben ik dus ook de grootvader ‘van’. Waardevol was in ieder geval het commentaar dat Neptunus honkbalicoon Jan van der Sande gaf op de foto die in De Bosselaar genomen werd voor aanvang Sparta-Cambuur:

Jan van der Sande Peter en ik maar denken dat jij altijd in dat pak zat

Ben ik al blij mee! Ja, ja, een kinderhand is gauw gevuld! Toch leuk hoe Sparta de verlenging van je seizoenkaart persoonlijk maakt:

Ja toch! Niet dan? Ik bedenk me net dat wanneer Astrid zo doorgaat met haar baby business, er sprake is van een kraam legende. Ga ik ook nog door het leven als de man ‘van’! Welnu, na al deze overdenkingen tijd om terug te gaan naar het Ex’pression van 1998, ‘when I was my own man’ (met een knipoog).

Cardi en Breen zullen gezamenlijk het stuk opstellen, waarna Breen het persoonlijk bij Hope Spadora gaat afleveren. Het lange wachten kan gaan beginnen.

Het wordt inderdaad een nerveuze langdurende middag, waarbij ik een begin maak met het schrijven van het interim rapport, dat ik bij voorkeur elke zaterdag het licht laat zien. Bij gebrek aan een computer, schrijf ik nog steeds zo keurig mogelijk, ook al omdat het gefaxed moet worden, in hoofdletters, met een zwarte balpen. De klok tikt en tikt. Ik hou me bezig met onnozele administratieve bezigheden onder het motto ‘ledigheid is des duivels oorkussen’. Rond kwart voor vijf gaat de telefoon; Gary Breen. M’n hart slaat een slag over: “and?” “Hope is verbally in bed with us,” komt Breen bijna door de telefoon heen. “But……” wat nou ‘maar’, denk ik. Het valt mee, iemand van de Sybase Raad van Commissarissen dient uiteindelijk het stuk te ondertekenen waar we het mondeling over eens zijn. Voor het weekend zal het afgehandeld worden, omdat het volgens Breen een ‘rubber stamp’ is. De uitdrukking om aan te geven dat Spadora in deze volledig vertrouwd wordt door haar superieuren. Allereerst bel ik Gary om dit heuglijke feit mede te delen. De reactie van Gary is voorspelbaar: “that’s fucking fantastic, Pete,“ brult hij door de telefoon, “we’re making fucking history.” We zijn het erover eens dat we ‘Nederland’ pas informeren wanneer we het getekende stuk in handen hebben. Zo wordt vrijdag toch nog een zenuwachtige aangelegenheid, maar er is zat werk aan de winkel: om kosten te besparen huren we een appartement in Emeryville, dus meubels kopen.

Emery Bay Club & Apartments

Daarnaast moet het grotendeels door Gary geschreven applicatiestuk tot uit den treure door worden genomen, alvorens we het bij het bureau gaan presenteren. Tevens zijn we overeengekomen om Gary maandelijks een toelage te verstrekken van $7.500 tot het moment dat hij naar San Francisco verhuist. Mijn telefoon geeft aan dat Gary Breen weer aan de lijn is. Het zal toch niet……. Maar nee, Breen meldt dat hij onderweg is met het door Sybase getekende contract; een golf van blijdschap en opluchting overweldigt me. Het wordt een gek weekend. Overlopend van enthousiasme schrijf ik het rapport af, koop meubels voor kantoor, kies een telefooninstallatie, val vervolgens ’s avonds uitgeput in slaap. Zondagmorgen begin ik me echt te ergeren aan de constant neervallende meiregen, ondanks dat de temperatuur zeer aangenaam is. Iedereen die me benijd heeft met mijn Californië trip, zit me nu stilletjes uit te lachen, somber ik. Zondag 10 mei, Moederdag mis ik toch onze gebruikelijke liefkozerijen, door de telefoon komt het niet echt intiem over. ‘Alleen’ blijkt dan echt wel een beetje eenzaam te zijn. “Geen zelfmedelijden,” maan ik mezelf. Gelukkig maakt sport op TV veel goed. Wat mij betreft mag maandag qua actie nu beginnen! Maandagochtend ben ik net na acht op ons kale kantoor in Emeryville, waar een schoonmaakploeg even later aan de slag gaat om de ruimte volledig te reinigen voordat het meubilair arriveert. En dat was hard nodig, het was een echte baggerzooi. Na een lange dag, volgepakt met klein geneuzel, ook onderdeel van het entrepreneur zijn, ga ik even een hapje eten bij ‘The Townhouse’, enerzijds gedwongen door de omstandigheden, omdat ik geen vervoer heb, anderzijds is het daar goed toeven. Niet alleen qua voedsel, maar ook omdat een groot deel van Emeryville’s artistieke bewoners daar acte de présence geeft. Netwerken dus! Hoe prettiger de omgeving, hoe relaxter er contact gemaakt kan worden. De volgende dag verwacht ik Gary, en dan kunnen we een ruk gaan geven aan de applicatie en alle andere openstaande punten. Dinsdagochtend bezoek ik de GM dealer in Oakland om een transportbusje, op z’n Amerikaans een Van, uit te zoeken. Gary en ik hebben besloten dat we sowieso zelf vervoer nodig hebben, en later ook in staat willen zijn om (potentiële) studenten lokaal vervoer aan te bieden. Niet alleen om ze binnen te krijgen, maar ook om ze daar te houden. Verkoper Jim Hutchinson houdt een gloedvol betoog, en ik kan geen optie opnoemen of hij heeft een vehikel op zijn parkeerplaats staan die daaraan voldoet, en sleurt me daar dan ook heen. Hij weet als door de wol geverfde verkoopman dat wanneer het prooi zonder handtekening het perceel verlaat, je hem of haar als klant weleens verloren zou kunnen hebben. Uiteindelijk valt mijn oog op een, zie ik op de sticker, ‘forest green’ voertuig. Mooi groen is niet lelijk. Probleempje: ik kan het niet kopen omdat ik geen social security nummer heb, maar ook geen Amerikaans rijbewijs. Daar moet Gary dus voor ten tonele verschijnen. Ik zet een handtekening en we spreken af dat ik donderdag met Gary de GMC Van op kom halen, waarbij we de benodigde papieren en cheque ter hand zullen stellen. Tevens maak ik wat foto’s, waarna ik, in samenspraak met Gary, Silent Planet opdracht geef om een ontwerp te maken, zodat we de Van als reclameobject kunnen gebruiken. Rond half zeven arriveert Gary in het hotel, vermoeid, maar lawaaiig als altijd. Kwajongensachtig enthousiast bespreken we de voortgang en de uit te voeren acties van de week. Opwinding over wat we aan het doen zijn bezwangert de omgeving. Het gaat gebeuren, het gaat gebeuren! “Abso-fucking-lutely,” murmelt Gary, net voordat hij indommelt in een van de foyer fauteuils. “Time to hit the hay, buddy,” schud ik hem wakker, waarna hij gewillig z’n kamer opzoekt. Het kostte even wat moeite om Gary woensdagmorgen weer aan de praat te krijgen, maar na een bergje pancake’s met stroop verslonden te hebben, en de nodige koffie, zijn we 9 uur klaar om in conclaaf te gaan met Craig Deonik. Tot onze verbazing is hij in gezelschap van een jongeman, Byron geheten, die hij voorstelt als computerspecialist, en ons wel eens zeer van pas zou kunnen komen. We luisteren kortaf naar diens prevelement en besluiten dit voorlopig te parkeren om uitsluitend marketingzaken te bespreken. Ook Gary raakt onder de indruk van de kennis van Deonik. Na een vervolgafspraak te hebben gemaakt, nemen we afscheid van Craig en Byron. “Akward,” meent Gary, mijn mening onderschrijvend dat het meenemen van die Byron merkwaardig was. “Oh well,” andere zeden, andere gewoonten. ’s Middags om 2 uur wacht ons een belangrijk onderhoud met twee principalen van de The Martin Group, Toby Taylor en Tom Gram. Even voordat dat plaats gaat vinden krijgen we van Silent Planet het ontwerp van de GM Van door:

“Oh, my God,” roepen Gary en ik in koor, “this is the bomb.” High van alles wat deze week gepasseerd is, en met dit ontwerp als afmaker, voelen we ons sterk om het gesprek met The Martin Group aan te gaan, onze concurrent inzake het Sybase gebouw.

Net als in de film: Jaitsen Singh, 8 jaar later, de documentaire.

Ken je dat; je wordt uitgenodigd voor een film en je denkt ‘verhip’, daar heb ik een (bij) rol in gespeeld. Aan onderstaande uitnodiging gaven Astrid en ik uiteraard gehoor, ook al omdat we, zoals gesteld, op de keper beschouwd participeerden in deze documentaire.

UITNODIGING PREMIÈRE
EEN AMERIKAANSE NACHTMERRIE

Namens Submarine, BNNVARA en regisseur Hans Pool nodigen wij je van harte uit voor de premièrevertoning van Een Amerikaanse Nachtmerrie, op woensdag 17 mei om 19:00 uur in zaal 1 van LAB111.

Over een Amerikaanse Nachtmerrie

In 1983 worden de vrouw en stiefdochter van Jaitsen Singh op gruwelijke wijze vermoord in Californië. Singh wordt veroordeeld voor het aanzetten tot de moorden, maar blijft al meer dan 35 jaar beweren onschuldig te zijn. Filmmaker Hans Pool onderzoekt deze intrigerende en complexe zaak en krijgt exclusieve toegang tot gerechtelijke en politiedocumenten die een schokkend verhaal onthullen over racisme, corruptie, een minnares en een dubieuze kroongetuige. Hoe veranderde de droom van de Nederlandse Jaitsen Singh in een nachtmerrie?

Vanaf 29 mei wordt de serie 5 weken lang op maandagavond uitgezonden op NPO2 en is dan ook in zijn geheel al te zien op NPO Start.

DATUM
Woensdag 17 mei 2023

Welbeschouwd waren wij ten opzichte van de aanwezigen in de bioscoopzaal, waar deel 1 en 2 van de documentaire getoond werden, qua informatie een straatlengte verder. Dat bleek ook tijdens de vragensessie na afloop, waarbij het ons moeite kostte om bepaalde antwoorden die Hans Pool gaf niet verder te verduidelijken. Maar dat het mensen ongelooflijk boeide, stond als een paal boven water. Wanneer de vertoonde delen model staan voor de volgende drie, dan heeft Hans Pool wederom een signatuur meesterwerk afgeleverd.

Hans Pool en Femke Wolting (Submarine): een Emmy verdiend voor de MH17 documentaire.

Wel speelde gisteren nog een kort geding, aangespannen door Singhs manipulatieve advocaat Rachel Imamkhan. Bepaalde afleveringen bevielen haar niet. Zij is echt van het type ‘my way or the highway’. Ze kwam er echter achter dat hoor- en wederhoor nog steeds bestaat, en verloor dus. Hoe kwamen wij 8 jaar geleden in de Singh saga terecht? Welnu, Astrid, paramedic bij AMR, had gedurende haar loopbaan vele gevangenissen bezocht, maar het beruchte en beroemde (Johnny Cash) San Quentin ontbrak nog. Navraag bij het consulaat leerde dat Jaitsen Singh daar huisde, en ook dat hij snakte naar bezoek en aandacht voor zijn zaak. Astrid trok de stoute schoenen aan en kreeg toestemming om hem te bezoeken.

Het werd een bezoek waarbij Jaitsen intensief op haar insprak om te bewerkstelligen dat hij meer ondersteuning zou krijgen om de gevangenisstraf van 56 jaar ongedaan te maken. Astrid bewoog mij om op z’n minst alle stukken te lezen die van doen hadden met zijn veroordeling. Duidelijk was in ieder geval dat de aanklager in Californië er alles aan deed om hem veroordeeld te krijgen en daarvoor geen enkele methode schuwde. Ook ik dus op pad naar San Quentin. Na de spraakwaterval die over me kwam over zijn onschuld, plus mijn kennis op dat moment van zijn dossier, besloot ik hem waar mogelijk te ondersteunen. Samen met Astrid werd een bezoekschema opgezet, en zo is het allemaal begonnen. Onderstaand Astrid en ik met de man van de avond; Hans Pool:

Zoals gesteld; het eerste deel van de documentaire wordt 29 mei op NPO2 uitgezonden. In ieder geval zal de Luim na elke uitzending details toevoegen of nader belichten. Nu we toch terug gaan in de tijd, aandacht wederom voor de Ex’pression saga, we schrijven het jaar 1998.

De slaap komt zodra mijn hoofd het kussen raakt.

Na haastig dinsdagmorgen een bordje scrambled eggs en een dunne bak Amerikaanse koffie tot me genomen te hebben (ze schenken eindeloos door met dezelfde gemalen bonen), schuif ik om 10.00 aan bij de interne vergadering, op eigen initiatief voorgezeten door Dawn Cardi. Wat een streber toch. In ieder geval werkt mijn motto ‘voorbereiding is 90% van het succes’ voorbeeldig, met als gevolg een goed lopende vergadering, waarbij de structurele architect, de makelaar en de lawyers tot een eensluidende slotconclusie komen: we concentreren ons op het Sybase gebouw, en de aankoop dient afhankelijk te zijn van de vergunning om het gebouw als school te gebruiken. Tevreden nemen we afscheid van elkaar, waarna ik rond de tafel ga met Craig Deonik. Gaat hij mijn vooroordelen wegnemen? Craig is daadwerkelijk overtuigend en vanachter zijn dikke brillenglazen blinken zijn ogen van enthousiasme terwijl hij zijn aanpak uiteenzet.

Ondanks een mini stemmetje in mijn achterhoofd dat maant om verdere achtergrond in te winnen, besluit ik hem aan te nemen. We moeten voort en de tijd werkt niet in ons voordeel. Met een forse handdruk nemen we afscheid van elkaar. Weer een belangrijke positie ingevuld. De woensdag breekt aan met een bezoek aan de Summit Bank in Emeryville. Belangrijk nu is om een bankrelatie te hebben, al was het alleen maar om een check van $730 naar het bureau in Sacramento te sturen, zodat we onze applicatie kunnen indienen. Ja, bedenk ik me, ook de saaie zaken horen erbij, en overhead kunnen we ons momenteel echt niet veroorloven. Daarnaast is het prettig dat de Summit Bank een privé bank is, en derhalve ook de President makkelijk te contacten is. Het klapstuk van de dag gaat het onderhoud met Sybase worden. We zijn gespannen. Woensdag 12.30: in het indrukwekkende Sybase hoofdkantoor zal de vergadering voorgezeten worden door Hope Spadora, Vice President Real Estate, Design, Construction and Facilities. Ik krijg een visioen van een uitklapkaartje. Ze wordt afgeschilderd als een ‘tough cookie’, een harde onderhandelaar. Helaas kan zij slechts per telefoon deelnemen wegens problemen met de pasgeboren baby van haar partner:

Hope Spadora zorgelijk met couveuse baby

Het moet in ieder geval daarmee te maken hebben dat de hele conversatie vrij onvriendelijk verloopt en Hope Spadora zich ongelooflijk koppig opstelt. Ook het concurrerende aanbod van de Martin Group moet daaraan debet zijn, bedenk ik me. Uiteindelijk wordt het ‘make or break’: $7,6 miljoen wanneer we het gebouw aankopen, met de door ons gestelde voorwaarden van een gebruiksvergunning en 50 extra parkeerplaatsen, of $7,4 miljoen wanneer we die voorwaarden laten vallen. Nadat Spadora ook mededeelt dat de volgende dag 17.00 de termijn verstrijkt van onze voorkeurspositie, nemen we uiterst koel afscheid van elkaar. Enigszins mismoedig trekken makelaar Gary Breen, Dawn Cardi en ik ons terug. Aangezien het Sybase gebouw onze enige mogelijkheid is om begin 1999 met de school te beginnen, dienen we tot een besluit te komen. “Laten we wel zijn,” begin ik de conversatie, “we kunnen ons niet veroorloven om geen gebruiksvergunning te krijgen, en die krijgen we sowieso niet wanneer we die 50 parkeerplaatsen niet binnen hengelen.” Dawn knikt instemmend, Gary Breen zwijgt, die denkt waarschijnlijk op dit moment alleen nog aan zijn commissie. Wanneer ik het juist berekend heb zal Aegis, waarvan hij partner is, zo’n $230.000 vangen van Sybase wanneer de deal doorgaat. “Laten we eerlijk zijn,” vervolg ik, “in the end of the day praten we over 2,7% verschil, daar wil je toch geen risico voor nemen?” Eensgezind besluiten we morgen als zodanig een Letter of Intent te formuleren om zodoende het 17.00 ultimatum voor te zijn. Een tevreden glimlachende Gary Breen neemt afscheid van ons. Ergens moet ik iets goeds gedaan hebben, waarschijnlijk door me conservatief op te stellen, want Dawn Cardi besluit om me uit te nodigen voor een diner bij het sterrenrestaurant ‘Chez Panisse’ in Berkeley. Het voedsel was heerlijk, daar niet van, maar de verheerlijking van Eckart door Dawn kwam me op enig moment wel de strot uit. Ook meldt ze fijntjes dat zij uiteindelijk mijn aanstelling bij Eckart er doorgedrukt heeft, daar waar Eckart nog steeds twijfelde. Na haar zoveelste “I love that man,” is het moment aangebroken om haar nogmaals te bedanken voor alles, en te melden dat het morgen weer vroeg dag is. Time to say goodbye, so to speak! De taxi naar het hotel neemt nog geen 10 minuten in beslag, hetgeen me nog tijd geeft voor een ‘Jack rocks’ bij mijn favoriete bartender, en om de dag nogmaals door te nemen. Ook morgen wordt weer een dag van belang, no doubt about it. In ieder geval hebben de werkzaamheden geen invloed op mijn slaaplust. Maar wacht, eerst Astrid inlichten over de vorderingen. Ons gesprek vlot niet echt, haar 2 uur ’s middags spoort niet helemaal met mijn 11 uur ’s avonds. “Komt goed,” sluit ik af. Merkwaardigerwijs word ik ’s ochtends met een duffe kop wakker. Heb ik nooit. Ik besluit alvorens de hotelprijs voor de komende periode uit te onderhandelen, de kapper te bezoeken, inclusief een kleine scalp massage. De kapper bezweert me dat ik het kleine beetje haar moet laten staan, en vooral koesteren. Ja, ja, 10 minuten verder en $15 afrekenen! Maar, dat dient gezegd, ik voel me een stuk frisser. Bij het Four Points Hotel kom ik uit op een forse korting voor de lopende maand, waarna ik me opmaak voor de bijeenkomst met Dawn Cardi en Gary Breen om de inhoud van de Letter of Intent te bespreken. We zijn er snel uit omdat we voor de $7,6 miljoen optie gaan, met zekerheden dus. Cardi en Breen zullen gezamenlijk het stuk opstellen, waarna Breen het persoonlijk bij Hope Spadora gaat afleveren. Het lange wachten kan gaan beginnen.

Wat een merkwaardige week!

Je begint met de verjaardag van de jongste kleinzoon; 5 jaar alweer, waarna je bij De Meern broer Rob treft. Eén auto parkeren om vervolgens gezamenlijk naar Het Kasteel te karren. Na het traditionele pilsje en broodje kroket in De Bosselaar, zien we Sparta onnodig met 0-1 verliezen van PSV. Feyenoord kan dit weekend derhalve niet kampioen worden.

Mag de pret niet drukken, Sparta’s seizoen is sowieso al geslaagd. Uiteindelijk 23.15 weer thuis, waar Astrid opgebleven is om onder het genot van een whiskietje samen de dag nog even door te nemen. Zondag werkt Astrid en ik kan nog even ‘nagenieten’ van m’n jetlag en constateren dat ik tijdens m’n Californië trip 1,8 kilo ben aangekomen. Easy does it! Maar wat was het leuk. Sowieso natuurlijk met onze jongens en hun geliefden, maar ook van de lunch die Kaj en ik met ex Ex’pression collega’s Yee Ju en Danny genoten bij ‘the one and only’ Townhouse. De foto die we daarna namen bij het in staat van sloop verkerende Ex’pression gebouw veranderde de stemming onmiddellijk.

Al dat prachtig opbouw werk uit 1998 werd teniet gedaan en wordt vervangen door appartementen. Het is maar goed dat Kaj en ik daarna vertrokken naar Bo-Peter en Tiphanie in San Francisco, waardoor langzamerhand de stemming weer opklaarde. Wederom de warme douche van ontvangst, genieten van heerlijke door Tiphanie vervaardigde tartiflette (!) en tot slot vijf potjes ‘31’ gespeeld. Goede vrienden Brian en Marilyn Ambrose kwamen vrijdagmiddag op visite en tot mijn schrik bleken de zorgvuldig door mij ingekochte gehaktballetjes van nul en generlei waarde. Het echtpaar was op de veganistische toer gegaan. Gelukkig bleken de kaasjes alsnog onweerstaanbaar. Top middag. En zo tuften we langzaam naar de zaterdag, oftewel Koningsdag in het Golden Gate Park. Vele honderden Nederlanders, al dan niet met Amerikaanse aanhang, gave acte de présence. Haring, poffertjes en bitterballen vonden gretig aftrek terwijl Bo-Peter en Kaj de muziek verzorgden. Bij tijd en wijle moedigden ze de menigte aan om te dansen door zelf het voorbeeld te geven.

Michelle, Bo-Peter en Tiphanie op de ‘dansvloer’

Vroeger was het nooit met lege handen naar de keuken, nu waarschijnlijk naar de dansvloer! Afijn, het werd heel gezellig met veel bekenden en een mooie after party bij Bo-Peter en Tiphanie. De rest houden jullie van me tegemoet omdat mij iets anders van het hart moet. Woensdagmiddag werd ik gebeld door de inmiddels welbekende broer Rob. “Misschien heb je het al gelezen,” begint hij aarzelend. “Uh, nee……” Rob schraapt z’n keel; “Aad is overleden.” En hoewel m’n broer al een kleine vier jaar geleden eenzijdig het contact verbroken heeft, brengt het toch wel een schok teweeg. “En,” vervolgt Rob, “hij is gisteren gecremeerd.” Stilte. “Dus,” breng ik uit, “hij wilde dus niets meer met ons te maken hebben.” Rob zegt dat er ook een boodschap als zodanig bijgesloten is. Na nog wat heen en weer gebabbel nemen we afscheid van elkaar. Het raakt me meer dan ik dacht, wellicht komt het door de gedachte hoe verbitterd je moet zijn om zo heen te gaan. Ik wil er niet aan toegeven en daarom op deze plek een spontaan vrolijke foto van een van onze jaarlijkse broertjesdagen:

Symbolisch zaten we daadwerkelijk in één boot, met v.l.n.r. Aad, moi, Hans en Rob. Inderdaad; “toen was geluk heel gewoon”. Oorspronkelijke titel ‘1948’, toen was Aad net zo oud als mijn kleinzoon nu. Het is conform de tekst van de sticker die Astrid in elk huis in Californië geplakt heeft waar we gewoond hebben: ‘family, a journey to forever’. Terug naar de Ex’pression saga, we schrijven 1998:

‘Wonderboy is in the house’. Het houdt me in ieder geval wakker!

Zondag 3 mei: de afgelopen twee weken zijn als een wervelwind aan me voorbij gegaan, en morgen vertrek ik alweer naar Californië. Terwijl ik hannes met mijn BTW aangifte, lekker belangrijk, dwalen m’n gedachten terug naar het absolute hoogtepunt: het groene licht is gegeven om Ex’pression definitief gestalte te gaan geven. Gesprekken met Eckart en de immer achterdochtige Frans van Mackelenberg zijn daar aan vooraf gegaan. Met name Van Mackelenberg bleef eindeloos zeuren over het ‘pull the plug’ topic, oftewel bij welk scenario het wat zou kosten wanneer we de stop eruit zouden trekken. Cijferneuker eerste klas. Maar goed, het echte werk, althans voor dit jaar, kan gaan beginnen. Het waren twee zeer intensieve weken, schoonvader Toon was geopereerd aan zijn hartklep, of kleppen, het fijne kreeg ik daar niet van mee, en mijn moeder had ik opgehaald uit het ziekenhuis. Het gaat me zeer aan het hart dat ik morgen naar Californië vertrek, terwijl ik het idee krijg, nadat we haar gisteren bezocht hebben, dat ze naar huis is gekomen om in haar eigen vertrouwde omgeving te sterven. Natuurlijk ontkende ze dat in alle toonaarden en zei dat ik rustig kon gaan.

Ma Laanen op haar balkon aan de Rotterdamse Wijnkade

Astrid en ik maakten een snelle België trip waarbij we voor de kinderen de Europese School in Mol bezochten, en makelaar Van Brakel in Lommel aandeden omdat we voor eind juni wel verhuisd moeten zijn. We nemen het ’s avonds tijdens een intiem dinertje allemaal nog eens door, waarbij duidelijk blijkt dat het gros van de verhuisactiviteiten op de schouders van Astrid terecht zullen komen. Maar na verhuizingen naar Loosdrecht, Hilversum en Düsseldorf, is er niets meer dat haar dienaangaande angst inboezemt. Het wordt een onrustige nacht en ’s ochtends nemen we geëmotioneerd afscheid, omdat we weten dat ons wellicht een onzekere toekomst wacht. Op Schiphol haal ik mijn vliegtickets op bij Airtrade, omdat er ook dit keer weer ‘last minute’ geboekt is. De planning is dat ik om 14.00 met Martinair 807 naar Los Angeles vlieg om daar vervolgens de overstap te maken naar San Francisco. Wat staat me te wachten? In ieder geval zal ik de komende tijd in het Four Points Hotel in Emeryville verblijven, en zakelijk kan ik me in ons voorlopige kantoor in Doyle Street ophouden. Het gaat spannend worden omdat ook het contract met Sybase uitonderhandeld gaat worden. Gedurende mijn vlucht naar Los Angeles stel ik mijn agenda op, alsmede visualiseer ik de karakters die ik word geacht te ontmoeten. Morgen: ‘bevrijdingsdag’ 5 mei interne bespreking met de makelaar, de architect en lawyer aan onze kant, resp. Gary Breen, Steve Fee en David Frankel. En wie heeft Eckart daar op het laatste moment aan toegevoegd? Bingo! Dawn Cardi. Op mijn vraag waarom er meerdere lawyers nodig waren, was het antwoord vrij simpel: Dawn kan in Californië niet optreden als zodanig omdat haar licentie uitsluitend voor New York geldig is. Ergo is ze daar om Eckarts belangen te behartigen. En om mij te controleren, denk ik er zwartgallig achteraan. Lokale lawyer David Frankel is tot Eckart gekomen via zijn maatje Woody Harrelson, groot geworden als bartender Woody in de soap ‘Cheers’ en talloze andere films, waaronder ‘Natural Born Killers’.

Woody Harrelson in ‘Cheers’

Hoe Eckart en Woody tot elkander gekomen zijn? Beide mannen zijn voorvechters van hennep en gretige liefhebbers van marihuana. Ook wil Eckart dat Woody een rol gaat spelen bij Ex’pression. “Bagage,” mompel ik in mezelf, omdat ik in eerste instantie geen rol zie voor een acteur, hoe beroemd ook. Maar goed, dat is van latere zorg. Dan een vervolginterview met Craig Deonik. Maar eens zien of hij ons onderbuikgevoel positief kan beïnvloeden en de rol van Sales- en Marketingmanager op zich kan nemen. Het zwaarst zal de ‘Sybase’ meeting worden. Met in ons achterhoofd dat er een kaper op de kust is, zal Sybase het zeker spijkerhard gaan spelen. Ook moet de bank geregeld worden, en het voorlopige kantoor van bureaus en dergelijke voorzien. Het bordje is vol, maar wel gevarieerd. Ik word rond kwart over vier gewekt door de stewardess met het verzoek de stoelriemen om te doen en de stoelleuning rechtop te zetten. Even later landen we op LAX, het internationale vliegveld van Los Angeles. Vervelend om de koffers uit- en in te checken en vervolgens vragen bij ‘immigration’, de Amerikaanse marechaussee, te beantwoorden waarom ik nu weer de Verenigde Staten aandoe. Het antwoord dat er geïnvesteerd gaat worden doet het goed, en energiek wordt ‘goedkeuring voor 90 dagen’ in mijn paspoort gestempeld. Ik heb een kleine drie uur tijd alvorens mijn United vlucht naar San Francisco vertrekt, genoeg voor een glaasje chardonnay en een hartige ‘big dog’. Het vervolg verloopt soepel en rond 21.00 landen we in San Francisco. Bagage op de band verloopt ook naar wens, alsmede een taxi die me kwart over tien aflevert bij het Four Points Hotel in Emeryville. Niet echt luxueus, maar wel goede prijs/prestatie en……schoon!

Gelukkig is de bar nog open en de gitzwarte bartender schenkt me met veel plezier een Jack Daniel’s on-the-rocks in. Na nog een ‘Jack rocks’ (ik leer snel) te hebben geconsumeerd, zoek ik rond half twaalf mijn mandje op. De slaap komt zodra mijn hoofd het kussen raakt.

Trini Lopez: ‘I like to be in America!’

Zo, ik heb m’n jetlag weer van me afgeschud en kan terugkijken op een 10-tal heerlijk dagen in Californië. Maar, ondanks het hondenweer -sorry Tinley- toch ook weer blij om in ons kikkerlandje te zijn. Amerika is allang niet meer het beloofde land, en de tekst van ‘I like to be in America’, lijkt nog steeds van toepassing. Maar goed, daar gaat het nu niet over. Niets is mooier dan het aanzicht van je twee zonen wanneer je na zo’n 10,5 uur vliegen aankomt in San Francisco.

Omdat m’n ogen een waas van emotie produceerden, een foto van een paar dagen later (links Bo-Peter, rechts Kaj). Deze foto is van zaterdag 29 april toen beide heertjes de organisatie van de lokale Koningsdagviering te hulp schoten om een gat in het budget te dichten. Tijdens de viering in het Golden Gate Park in San Francisco namen ze de honneurs van DJ waar. En ook daar kregen ze onder meer met de Snollebollekes en ‘Kedeng kedeng’ niet alleen de Nederlanders, maar ook behoorlijk wat andere nationaliteiten op de dansvloer, nou ja, het gras. Het uniforme door hen gedragen ‘I am Super Gezellig’ werd gelukkig ondertiteld, hoewel ‘gezellig’ zich moeilijk laat vertalen. Maar, ik loop weer eens op de zaken vooruit. Na een genoeglijke cappuccino vertrokken Bo-Peter en Tiphanie naar San Francisco en begaven Kaj en ik ons naar Sacramento. Wederom kon ik constateren dat de wegen nog even slecht waren als zeven jaar geleden. Zeven jaar alweer terug in Nederland, na 20 jaar buitenland! Voorbij gevlogen. Eén ding is zeker, de temperatuur in Sacramento was met een graadje of 24 zeer behaaglijk. Na wat (?) chardonnay, een door Michelle gehaalde en door Kaj geprepareerde super hamburger en twee afleveringen van Coach Ted Lasso (ga dat zien), tolde ik gelukzalig m’n mandje in. Ik sluit niet uit dat er ook nog een glaasje JD aan te pas kwam. De volgende dag was ik vast van plan om allereerst de belangrijkste boodschap te scoren die Astrid me had meegegeven; 20 tubes tandpasta van het merk Crest. De ‘3D white’ versie. Succes!

De kassière wenste Kaj en mij een ‘Happy Toothpaste party’ toe toen we het pand verlieten. Ik dacht alleen maar ‘ze kennen me hier toch niet’. Daarna liep het tegen lunchtijd, in combinatie met een wedstrijdje op het groene (pool) laken. Het etablissement heette ‘The streets of London’ en deed niet onplezierig aan. Kaj bestelde wat lekkers aan de bar, inclusief ballen en queues, waarna we ons naar een soort van rommelige achterkamer begaven met twee speeltafels en een jukebox. ‘Game on’, sprak Kaj plechtig, en verdraaid, ik won ‘the best of seven’ met 4-3. Een mooie voorbereiding voor de titanenwedstrijd met tegenstander Fred van Buiten, de maandag daarop. De dag werd besloten met een heerlijk diner bij het statige ‘Firehouse’, en als ik het wel heb met de laatste vijf afleveringen van Coach Ted Lasso. ’s Anderendaags bracht Kaj me wederom naar ‘The streets of London’ voor lunch en revanche. Welnu, hij bracht me een verpletterende 5-0 nederlaag toe. Dat zo’n jetlag plotseling terugkeert; daar had ik geen idee van! Als traktatie stond later op de middag een bekerwedstrijd (3e ronde) op het schema van de plaatselijke favoriet Sacramento Republic FC tegen de Oakland Roots. Leuk stadionnetje, goede ambiance, matige wedstrijd, zij het in een heerlijke temperatuur. Hoewel het niveau tweede divisie schijnt te zijn, ben ik bang dat Spakenburg hier met de overwinning aan de haal zou gaan. Uiteindelijk won de plaatselijke favoriet met 1-0 en konden wij verder genieten van ons biertje van $15 (!).

Kaj en ik ‘vereeuwigd’ inclusief ‘Republic’ pet.

Over voetbal gesproken, dat wordt wat vanavond bij Sparta tegen PSV wanneer Feyenoord supporters ons aanmoedigen! In de volgende Luim meer informatie over mijn Amerika trip, nu eerst weer even 25 jaar terug: de Ex’pression saga!

Wanneer de deur openzwaait, worden we geconfronteerd met het beeld van drie naast elkaar zittende mensen die ons uiterst koel en emotieloos aanstaren, zo van ‘dit zijn dus die wonderboys die we op korte termijn te woord moeten staan’.

De man, volgens zijn naamplaatje John Griffin geheten, geflankeerd door twee vrouwen, verzoekt ons plaats te nemen. John Griffin, raast het door m’n hoofd, de nieuwe directeur neemt zowaar de moeite om zich persoonlijk met ons te bemoeien! Is dit goed of slecht? De dames naast John Griffin, Patty Wohl en Stephany Long, lees ik, staren ons aan met blikken van ‘bring it on’. Mijn gedachten worden echter maar door één ding beheerst; binnen 15 minuten moeten we deze mensen duidelijk maken waarom ze ons, lees Ex’pression, versneld een licentie dienen te geven. In mijn introductie beschrijf ik Eckart Wintzen als een groene weldoener die, met de door hem verworven honderden miljoenen uit de ICT business, de Amerikaanse educatieve wereld wenst te verrijken met deze vernieuwende manier van onderwijs. Hun aandacht lijkt gewekt. Daarna is de beurt aan Gary, die er een geweldig gloedvol pleidooi uitgooit. In kleurrijke bewoordingen beschrijft hij het curriculum en de futuristische uitmonstering van de school. Er ontstaat een levendig vraag- en antwoordspel en na anderhalf (!) uur ‘smeken’ we of we weg mogen, omdat we een vlucht te halen hebben. We nemen als vrienden afscheid. “This is the kind of school we need,” roept John Griffin ons nog na voordat we in de taxi naar het vliegveld stappen. Even na 13.00 vliegen we uitgeput, maar nog steeds ‘high’ na de geweldige show die we opgevoerd hebben, met Delta 1616 van San Francisco naar Salt Lake City in Utah. Daar hebben we een uur om de volgende vlucht te nemen die ons naar Orlando voert. De ogen worden loodzwaar, maar het voelt zó goed! Rond kwart voor elf ’s avonds komen we in Orlando aan en weten niet hoe snel we na een korte rit ons bed in kunnen duiken. Het is zaterdag 18 april, dus meld ik me om half tien bij Gary, zodat we een verslag kunnen opstellen van de gebeurtenissen van de afgelopen week. Uiteraard speelt het onderhoud in Sacramento een belangrijke rol, immers, geen licentie betekent geen school. Dat zal altijd een beetje kip-ei verhaal blijven omdat er zonder bouwvergunning ook niet gebouwd kan worden. Onze professionele adviseurs, waar we eerder mee spraken, spelen daar een belangrijke rol in, en zijn zeer positief. Ook over de ontbrekende 50 parkeerplaatsen. Hoewel, er is een partij, de bekende ontwikkelingsmaatschappij The Martin Group, die ook geïnteresseerd is in het Sybase gebouw. Die zouden ons daarover aan kunnen vallen, hetgeen ons niet zou verbazen. Via die tactiek zouden ze immers weer mee kunnen dingen naar de aankoop van het Sybase gebouw. De dichtstbijzijnde betrokkenen zijn echter de mening toegedaan dat ze hun standpunt gematigd zouden hebben. Eerst zien, dan geloven. De voor ons zo ongelooflijk belangrijke sterarchitect John Storyk garandeert dat, welk scenario we ook kiezen, een januari start geen probleem zal zijn. Storyk werd op slag een ‘naam’ na zijn eerste opdracht in 1969, toen hij gevraagd werd om voor Jimi Hendrix een studio te bouwen. Deze studio, Electric Lady, produceert nog steeds hit albums vanuit de originele locatie in Greenwich Village, New York.

John Storyk with partner/designer Beth Walters

Tevreden leunen we achterover en consumeren nog een Sam Adams als lunch, slurpend uit de fles vieren we een geslaagde week. De fax naar Eckart kan eruit, met een kopie naar Dawn Cardi, waakhond aan de Amerikaanse kant, en Frans van Mackelenberg, waakhond aan de Nederlandse kant. Gary wil de datum graag op gisteren, zodat Eckart met eigen ogen kan zien hoe hard en intensief we gewerkt hebben. Het zal me aan m’n reet roesten, het gaat om de inhoud en we krijgen er geen stuiver meer door. Wel dringen we erop aan om het groene licht te geven, zodat we serieus kunnen onderhandelen met diverse partijen. Luidruchtig zingend in de ‘yellow beetle’ vervoert Gary me naar het vliegveld van Orlando. Inchecken, altijd een gedoe, duurt niet al te lang en rond half zes stijgt Martinair 632 majestueus op om me naar Schiphol te vervoeren. Ik neem een paar sterke neuten en doezel de hele weg in een soort van gelukzaligheid. Astrid staat me trouwhartig ’s ochtends rond een uur of acht op te wachten en maakt me deelgenoot van het gegeven dat haar vader, schoonvader Toon, met hartklachten in streekziekenhuis Hofpoort te Woerden is opgenomen. Narigheid. We besluiten hem ’s middags te bezoeken, voordat we naar Driebergen gaan om de 59everjaardag van Eckart mee te vieren. “Is dat niet een beetje druk programma voor je,” vraagt Astrid bezorgd. “Ach,” schamper ik, “er kan nog wel een beetje hooi op de vork.” Aangezien er geen andere oplossing is, begeven we ons, na even Vinkeveen aan te hebben gedaan, naar Woerden. Daar ligt schoonvader Toon, en die laat zich lekker verwennen, maar er is wel degelijk wat aan de hand.

Archieffoto uit 1998: Toon Gruter op zijn geliefde Vinkeveense plassen.

Met zijn guitige kop krijgt hij heel wat voor elkaar bij de zusters, maar de dokters bedot hij niet. Hij wordt nog verder onderzocht aangezien er iets aan de hand schijnt te zijn met een of meerdere hartkleppen. Voorlopig zal hij nog wel enige tijd in het ziekenhuis blijven en wellicht daar geopereerd worden. Toon is altijd een van die typische clubgrensrechters geweest: ‘club in nood, vlag omhoog’. Hertha Vinkeveen heeft er menig punt aan overgehouden. “Hou je taai, Toonpa,” voeg ik hem toe alvorens de deur van zijn zaal te sluiten. Met ‘gierende’ banden vervolgens naar Driebergen, waar Eckart ons enthousiast welkom heet in een tuin volgeladen met hotemetoten van divers pluimage. Eckart is in zeer goede doen, en zeer complimenteus. Ik geniet van het moment en laat toe hoe hij, me al voorstellend aan diverse mensen, zich lovend over me uit laat. ‘Wonderboy is in the house’. Het houdt me in ieder geval wakker!

Nu maar hopen dat de wonderboys van Sparta dat andere rood-wit in slaap sust!

De Ex’pression saga: ontwikkeling in 1998

Gary en ik kunnen volop aan de slag met het optimaliseren van het Ex’pression rapport.

Aan de winden en boeren te oordelen die Gary met regelmaat aan de wereld toevertrouwt, blijkt dat hij weer helemaal terug in de race is. Ik trek me er maar niets van aan, en we werken gestaag door. Om 17.00 hebben we een conference call met Dawn Cardi in New York, beroemd studio architect John Storyk, eveneens in New York en Steve Fee, lokale architect in San Francisco. De laatste knelpunten worden besproken, en oplossingen aangedragen. We zijn het eens! Na wat aanpassingen kan het rapport morgen naar Eckart verstuurd worden. Gary en ik besluiten dat, vanwege het 6 uur tijdsverschil met Nederland, nog dezelfde avond te doen. Ondanks dat we het gereed hebben, laten we het nog even liggen om er morgen nogmaals met een stofkam doorheen te gaan. Sam Adams smaakte nimmer beter en we besluiten de avond met een kletsende High Five. 14 april sta ik op met een opgewekt en opgewonden gevoel; het rapport gaat er vandaag uit, hetgeen tevens betekent dat er over mijn (Amerikaanse) toekomst beslist wordt. Tevens geldt dat voor ons gezin. Geen kattenpis! Gary en ik gaan er nogmaals grondig doorheen, brengen enige cosmetische wijzigingen aan en besluiten dat het is ‘ready to go’. We vinden dat we, met alle mogelijkheden die we aanbieden, ons best op de borst mogen kloppen. Wel vind ik dat een startdatum van 19 oktober dit jaar wel erg optimistisch is, zeker voor wat betreft het verkrijgen van de benodigde documenten van het bureau in Sacramento. Belangrijk is nu om te checken hoe de mensen van Silent Planet het doen, die verantwoordelijk zijn voor al onze creatieve uitingen. Hop, in de gele kever dus, op weg naar Orlando. Na een korte rit komen we bij het artistieke onderkomen van Silent Planet aan. De twee oprichters, de mid twintiger John-Erik Moseler en de door mij geraamde begin veertiger Loyd Boldman, komen ons verwelkomen. Op het eerste gezicht een komisch duo. De magere Moseler en de zeer lijvige Boldman doen me denken aan, tja… Laurel en Hardy.

Compilatiefoto John-Erik Moseler en Loyd Boldman

Maar wanneer het dynamische duo gaat uitleggen wat ze artistiek met Ex’pression van plan zijn, groeit mijn aandacht met de minuut. Professionals van het zuiverste water, dat zijn ze! Gary zit naast me te gloeien van trots, alsof hij ze zelf gecreëerd heeft. Een ding is zeker, zij gaan een belangrijk onderdeel van de puzzel worden. Na een ontspannen nacht beginnen Gary en ik te werken aan de applicatiedocumenten voor het bureau in Sacramento. Ik vraag Gary wie bedacht heeft om het toch suffe Sacramento de hoofdstad van Californië te maken. Het onverschillige “dunno” van Gary vertelt me dat dit hem niet boeit. Om niet lullig te doen, komt hij erop terug en vertelt dat, net als in Florida, waar Tallahassee de hoofdstad is, ze ook in Californië niet een van de grote steden tot hoofdstad wilden uitroepen. Overigens wacht ons vandaag nog een conference call met Dawn Cardi, met name of het gelukt is om ons bij de BPPVE (het bureau) in Sacramento een afspraak te bezorgen. Als lekkernij, ter afsluiting van de dag, wat optredens bij ‘The House of Blues’ in Orlando. We moeten doordrukken nu, ook al omdat ik zaterdag de 18e weer terugvlieg naar Amsterdam. We naderen, op z’n Amerikaans, de klok van 5pm: gespannen zitten Gary en ik te wachten op het positieve rooksignaal van Dawn. Zodra Gary de telefoon op speaker zet, vernemen we van Dawn, die totaal opgewonden klinkt, dat het hen gelukt is om voor ons een afspraak te regelen bij het bureau. Ze kan, of wil, ons niet vertellen wie in staat is geweest om dit voor elkaar te krijgen, maar dat zal ons eigenlijk een biet zijn. We zijn echt in alle staten van vreugde, totdat ze ons mededeelt dat het om een onderhoud van 15 minuten gaat en, oh ja, het vindt a.s. vrijdag plaats. En nog een nabrander, ook nog om 9 uur ’s ochtends. Verbluft breken we na nog wat beleefdheden uitgewisseld te hebben het gesprek af. Het blijkt dat we vanuit Orlando niet rechtstreeks naar Sacramento kunnen vliegen, dat moet via Atlanta. We rekenen uit dat we alleen al aan vlieg- en overstapuren een kleine 8 uur onderweg zijn. En dat voor een 15 minuten durend gesprek! We kijken elkaar zwijgend enige seconden diep in de ogen, en besluiten dat het een ‘no brainer’ is, we gaan. Stel dat het niet lukt om de Ex’pression school te realiseren, dan willen we zeker onszelf naderhand niet verwijten dat het afzeggen van deze afspraak wellicht de oorzaak geweest zou kunnen zijn. De trip wordt geboekt en we begeven ons vol adrenaline naar ‘The House of Blues’.

Terwijl we ons lekker onderdompelen in een bad van zalige muziek, vertelt Gary over zijn werk voor de Disney ‘Mickey Mouse’ club, parallel aan zijn Full Sail activiteiten. Op een dag werd hem als producer/sound engineer een band aangeboden om onder zijn vleugels te nemen. Gary zegt: “I thought the name was goofy, couldn’t do it next to my Full Sail activities, and who needs another boyband?” Vragend kijk ik hem aan: “And?” “What about ‘N Sync?” Ik val bijna van mijn barkruk. “You’ve got to be kidding me!” Maar nee, Gary maakte geen grapjes, en had er ook geen spijt van. Boybands zijn een eindigend fenomeen, een school als Ex’pression is, verklaart hij vol pathos; “FOREVER”. Donderdag is voor ons vertrek ‘business as usual’, hoewel, hetgeen waar we ons nu het meeste mee bezighouden is een goede slagzin voor het soort onderwijs dat we gaan brengen. Na veel gepuzzel, en het op tafel gooien van de meest krankzinnige slagzinnen, komen we uit op ‘Ultimate Immersion’, oftewel ‘Ultieme Onderdompeling’. Daar komt het wel op neer wanneer je als student 24 uur per dag, 7 dagen per week toegang hebt tot al jouw favoriete apparatuur. 16.30 worden we geacht met Delta 345 naar Atlanta te vliegen, maar we lopen gelijk ruim een uur vertraging op en missen onze aansluiting naar Sacramento. Of we de nacht in Atlanta willen doorbrengen. Gary en ik zijn des duivels en tieren net zo lang tot we een vlucht aangeboden krijgen naar San Francisco, weliswaar op de laatste twee stoelen achterin, strak tegen de achterwand, dus geen beweging in te krijgen, maar toch. Stijf als een plank komen we ’s avonds kort na tien uur in San Francisco aan, zo’n 9 uur na vertrek uit Orlando. Sacramento ligt per auto nog ruim 2 uur verder en we besluiten dan ook om een airport hotelletje te nemen en ’s ochtends een lokale vlucht te boeken, zodat we zeker op tijd komen. Geboekt; we hebben een 07.50 vlucht op een propellervliegtuig en komen dan om 08.18 in Sacramento aan. Na een krakkemikkig hotelletje in de buurt te hebben gevonden, slapen we een gat in de nacht. Vrijdag 17 april. Met ogen vol slaap begeven we ons naar San Francisco Airport. Alles dreigt nu qua tijd te lukken omdat de landing in Sacramento perfect getimed is, totdat……Gary het adres van het bureau vergeten heeft mee te nemen, alsmede de mensen die we worden geacht te ontmoeten. Zwaar transpirerend gaat hij nogmaals door z’n kleren heen, maar helaas. Nu neem ik me stellig voor om voortaan het voortouw in zulke zaken te nemen. Bij een telefooncel vinden we in het telefoonboek het adres. Opgelucht laten we ons in een taxi daarheen vervoeren. “Uh…..”, het bureau is verhuisd, lezen we op een aankondiging op de deur. Weer een taxi, nu naar het juiste adres, waar we even voor negen aankomen. We wensen elkaar geluk voor de deur, bespreken nogmaals hoe de 15 minuten te gebruiken: ik de intro voor wat betreft de investeerder en zijn goede intenties, Gary alles over curriculum en indeling gebouw. We begeven ons vol goede moed richting de gebeeldhouwde deur naar het kantoor van de BPPVE, hetgeen overigens staat voor Bureau for Private Postsecondary Vocational Education. Vrij vertaald: het bureau voor privé en voortgezet beroeps onderwijs. We zijn er klaar voor!

Na ons aangemeld te hebben bij de receptie, waar ze klaarblijkelijk precies weten voor wie we komen, dienen we enige zenuwachtige minuten te wachten alvorens wij tot het heilige der heiligen toegelaten worden. Wanneer de deur openzwaait, worden we geconfronteerd met het beeld van drie naast elkaar zittende mensen die ons uiterst koel en emotieloos aanstaren, zo van ‘dit zijn dus die wonderboys die we op korte termijn te woord moeten staan’.

Volgende week, na mijn terugkomst uit San Francisco, een reguliere Luim, plus vervolg van de Ex’pression saga!

Meer aandacht is niet altijd beter

Tja, regelmatig check ik hoeveel sessies de Luim aantrekt, en wanneer de gemiddelde tijd die men doorbrengt meer dan een minuut bedraagt, ben ik zeer tevreden. Gaat de gemiddelde tijd echter significant omhoog, dan begin ik me zorgen te maken. Hoezo? Goed dat u het vraagt. Begin vorig jaar overkwam me dat ook, en in eerste instantie was ik zeer in m’n sas, totdat ik met een kort geding werd bedreigd. En niet alleen dat, het vond ook plaats. Het eindigde in een juridisch gelijkspel, zoals de rechter stelde; ‘botsende grondrechten’. Desondanks kostte het me toch behoorlijk wat beukennootjes. Dus, de Ex’pression saga wordt een pietsie voorzichtiger herschreven. Aanrader: bewaar het oorspronkelijke verhaal, je weet nooit wanneer en hoe het boek uitkomt. Lijkt een beetje op de rubriek ‘zakelijke mededelingen’, maar laten we vrolijk doorgaan: Sparta. Wat klopten onze rood-witte harten van trots toen vorige week zaterdag het eindsignaal klonk en Heerenveen met 4-0 het onderspit had gedolven. Vriend (en Fries) Otto van der Galiën schreef het volgende op Facebook bij de tussenstand van 4-0: Heren ..4-0 nu, please…zo is t genoeg toch….., groet uit Fryslân…. En die smeekbede hebben we gehonoreerd! Pure pret natuurlijk na afloop in De Bosselaar. Archieffoto:

Minder pure pret wanneer je ver na het middernachtelijk uur thuiskomt. Lekker die 21.00 wedstrijden waar de KNVB Sparta van harte op trakteert. Morgen uit tegen Twente met scheidsrechter Joey Kooij als leidsman. Ben benieuwd hoeveel kaarten (kleur nader te bepalen) deze Fred Kaps onder de fluiters nu weer uit de hoge hoed tovert. Strijd om de 5e plaats; bloed aan de bal. Ja beste mensen, en dan vertrek ik aanstaande maandag naar Californië om me te laten verwennen door Kaj (en Michelle) in Sacramento en Bo-Peter (met Tiphanie) in San Francisco. Wat een weelde. Een geschenk van Astrid wegens het 5-jarig jubileum van Geboortesupport. Om zoveel mogelijk tijd met de jongelui door te brengen, heb ik het korte bezoek van anderhalve week derhalve uitsluitend opgesierd met hoogtepunten. Uiteraard viering van Koningsdag zaterdag 29 april in het Golden Gate Park bij de Nederlands molen. Daar zal ik veel Nederlandse kennissen treffen die ik niet een op een kan bezoeken. Een vast evenement bij elk bezoek is het ‘pooltable’ spektakelstuk met fantastische vriend Fred van Buiten. De laatste keer mocht hij voor de eerste keer de gelukkige winnaar zijn van deze ‘best of 5’ strijd. Hopelijk begrijpt hij dat zoveel geluk maar zelden zich herhaalt. Ach, tijd ontbreekt me voor de rest, maar dat halen we na mijn terugkomst in. Nu weer even 25 jaar terug om aan te haken bij de Ex’pression gebeurtenissen in 1998:

Letterlijk schrijft hij hoe Eckart hem gaat behandelen: “sneller Gary, stel het curriculum samen, dan kunnen we vervolgens alles gaan behandelen wat jij fout hebt gedaan”.

Hij vervolgt: “toen ik Eckart ontmoette dacht ik dat hij een positieve kracht zou zijn, iemand die me zou helpen iets unieks en creatiefs te creëren. Jazeker, we praten over veel geld, maar hem beschouw ik nu als een donker, arrogant figuur die zichzelf niet eens kent, en ik wil geen onderdeel zijn van zijn ongelimiteerde machtswellust”. Even haal ik diep adem alvorens verder te lezen. “Peter. Hier hebben we iemand die we ervaren als een positieve kracht, en dan stelt Eckart dat hij niet ‘onze’ man zal worden. Eckart geeft aan dat Peter hem gefaald heeft door niet naar Sacramento te gaan. Dat is een foute verklaring. Niemand kan met de mensen van het bureau praten indien de door hen gestelde vragen nog niet beantwoord zijn. Ze nemen sowieso een periode van twee weken in acht indien ze je een afspraak gunnen”. Hij sluit als volgt af: “ik heb geen enkele interesse om mezelf nog aan deze man bloot te stellen. Om eerlijk te zijn heeft dit mijn hart gebroken, maar ik heb geen zin om een situatie te creëren die me een hartaanval bezorgt”. Toch laat hij een gaatje open wanneer hij op het allerlaatst er nog aan toevoegt dat zij (Dawn Cardi) hem wellicht kan overtuigen dat het anders in elkaar steekt. En dat doen Dawn en ik, we praten intens op hem in, prijzen hem, en motiveren hem om aan boord te blijven. Tegelijkertijd beloven we tegengas te geven aan Eckart voor wat betreft de manier waarop hij Gary behandelt. Uiteraard ben ik die zondag niet geheel en al betrokken bij de dagelijkse gang van Vinkeveense zaken, maar de verjaardag van schoonmoeder Riet wordt vol vreugde en nattigheid gevierd, al was het alleen maar omdat er een crisis bezworen is. De week begint met talloze telefoontjes en daar tussendoor begin ik aan het rapport inzake Ex’pression. Het lijkt wel of de bezworen crisis motiverend werkt. Dinsdag toont weer de andere kant van het leven, stemmig gekleed begeef ik me naar Crematorium Velsen waar ik de crematie zal bijwonen van de onverwacht overleden Jacques Reuvers, de man met wie ik een zakelijk vriendentandem vormde tijdens de 14eHaarlemse Honkbalweek. De man ook met wie ik daar de skyboxen introduceerde.

Mart Smeets foeterde in een artikel over deze ontwikkeling, maar wij stonden op het standpunt dat we alleen op deze manier betere landenploegen konden binnenhalen. Ook het gegeven dat we de entreeprijzen voor de supporters laag konden houden, speelde absoluut een rol. Wat een trieste gebeurtenis. Het nummer ‘Kiss from a rose’ van Seal zal me voor altijd aan hem doen denken. Zoals gebruikelijk bij dit soort gelegenheden, geeft de hele wereld van honk- en softbal acte de présence en wordt er hartstochtelijk nagepraat. Vervolgens weer de weg op om mijn zieke moedertje bij het Havenziekenhuis in Rotterdam te bezoeken. Ze ziet er slecht uit, maar houdt vol dat het best gaat. Na de laatste nieuwtjes uitgewisseld te hebben omhels ik haar innig, waarna ik vertrek naar mijn volgende afspraak, een zakelijke ontmoeting in Hotel New York, feitelijk aan de overkant. Donderdag rond ik het Ex’pression rapport af, hetgeen resulteert in een fax van 7 pagina’s richting Eckart. De meest relevante vragen worden beantwoord, het tijdpad is aangepast, actielijst bijgevoegd, en als klap op de vuurpijl de voorlopige 5-year forecast. Ik beschouw het eerste deel van mijn opdracht als beëindigd en breng dat via mijn B.V., Laanen Solo, in rekening. Een gevoel van grote tevredenheid bekruipt me. Vrijdag 10 april verloopt als verwacht mag worden, enigszins chaotisch qua voorbereiding door storende telefoontjes, alsmede onrustige kinderen die voelen dat er weer veranderingen op til zijn. Gelukkig bewaart Astrid de rust en zorgt ervoor dat de kinderen enigszins in het gareel blijven en dat mijn koffer in ordentelijke staat gepakt wordt. Zaterdag neem ik met dikke pakkerds afscheid van de drie jongens, waarna Astrid me naar Schiphol vervoert. 12.00: Martinair 631 brengt me naar Florida, en ik moet zeggen dat hun Starclass weliswaar niet KLM’s businessclass benadert, maar dat je voor een derde van de prijs echt luxueus vervoerd wordt. Buiten het vliegveld van Orlando wacht wederom de knalgele kever van Gary Platt me op. Na een broederlijke omhelzing en zijn “so happy we’re still working together,” begeven we ons op pad naar Winterpark waar we ons ’s avonds, samen met echtgenote Debbie, door een typisch Amerikaans diner ‘werken’. Uiteraard wordt er heel wat afgepraat op datgene wat op til staat, en een eventuele verhuizing naar de San Francisco Bay Area. De Platts zien dat helemaal zitten, ook om dicht bij elkaar te wonen, maar dat zal ik toch even aan Astrid moeten voorleggen! Paaszondag heb ik een lunchafspraak in Tampa met Jos Habraken, voormalige cliënt van de door hem geleide leasemaatschappij Unilease, en tevens niet al te geslaagde businesspartner voor wat betreft UltiFox. Jos is inmiddels getrouwd met Sharon, hetgeen hem Amerikaanse vastigheid geeft. Dat had Jos wel nodig na de vele honderdduizenden dollars die hij na twee mislukte huwelijken met een andere Amerikaanse vrouw, een soort barbiepop met megaborsten, er doorheen gedraaid heeft. Overigens is hij voor wat betreft twee keer dezelfde vrouw trouwen een recidivist, omdat hij dat ook flikte met zijn eerste vrouw in Nederland. Enfin, hij heeft er in ieder geval zijn verblijfsvergunning aan over gehouden. Beetje duur, dat wel. We nemen na een zeer genoeglijke lunch allerhartelijkst afscheid van elkaar. Vervolgens begeef ik me op de weg terug naar Winterpark via Highway 4, genietend van muziek die uit de speakers schalt van classic rock station WHPT. Tweede paasdag wordt echt niet gevierd in de Verenigde Staten, dus kunnen Gary en ik volop aan de slag met het optimaliseren van het Ex’pression rapport.

Aangezien ik volgende week zaterdag Koningsdag vier in San Francisco, komt er een extra groot Ex’pression artikel in de Luim. Lees en huiver.

Toerist in eigen land

Na een behoorlijk deel van de wereld afgegraasd te hebben, werd het tijd om wat meer van eigen bodem te gaan genieten. De keuze viel op Kinderdijk, waar molens als een bos wilde bloemen de landerijen opfleuren. Na een uurtje van Astrids stuurkunst genoten te hebben, kwamen we bij de parkeerplaats in Alblasserdam aan, waarna een shuttlebusje ons naar het begin van de molentocht bracht. Spannend! Het bleek alras dat de Nederlandse taal niet of nauwelijks gesproken werd. Frans voerde de boventoon, met Duits als goede tweede. Ook Chinees, natuurlijk, met hier en daar een verdwaalde Italiaan. Albert, de gids die het bootje begeleidde dat ons naar de eerste museummolen bracht, zuchtte opgelucht dat hij blij was weer eens Nederlands te horen. Na een korte vaart bereikten we de eerste molen (van de 19). Daar moest en zou ik Astrid voor eeuwig vastleggen:

Ze stribbelde niet eens zoveel tegen! Daarna begonnen de wieken te draaien en ik moet zeggen dat er hier sprake was van onvoorspelbare krachten. Deed me pardoes aan Floris denken, gespeeld door Rutger Hauer, waar ze booswichten soms aan de wieken van de molen vastmaakten. Daar heb ik nog weleens nachtmerries van. Wanneer ik met dergelijke wijsheden aan kom zetten, dan kijkt Astrid me aan of ik een klap van de molen heb gekregen. Tegenwoordig zijn we zo woke dat ik niet meer een grap zou kunnen maken over Rutger Hauer, bijvoorbeeld dat hij in Turks Fruit hele andere dingen met zijn sabel deed. Maar dit terzijde. Beneden was een schattig woonkamertje met ingebouwde bedstee, alsmede een open haard. Daar zag ik in mijn geestesoog de molenaar met z’n vrouw, die daar met 13 kinderen woonden, lekker lurkend aan z’n pijp terugkijken op een gemalen dag. Heel even moest ik ook aan koolmonoxide denken, maar dat was echt maar een ‘split second’. Wel constateerden we dat de molen verdacht veel leek op de molen bij ons om de hoek in Loenen aan de Vecht. Waarschijnlijk dezelfde architect. Op het volgende bootje gingen we de resterende molens langs, waarvan er 16 bewoond zijn door alledaagse mensen. Het was droog, de lucht was redelijk blauw maar er woei een ongunstig windje. Menigmaal moest ik m’n pet stevig vasthouden. De zestien jeugdige Franse studenten die meevoeren hadden meer oog voor elkaar dan voor ‘les moulins’. Astrid neemt weliswaar Franse les, maar vond de tijd nog niet rijp genoeg om aan de discussie deel te nemen. Behoorlijk fris uitgewaaid namen we het shuttle busje terug naar Alblasserdam, waarna Astrid ons weer veilig naar Loosdrecht bracht. Nu ik het zo nalees, lijkt het wel een opstel over een dagje uit met de klas. Nou, dan mag ik ook wel als volgt eindigen: en toen kwam er een molen met heel veel wieken / om duidelijk te maken dat je bij een opstel niet mag spieken. Flauw zeg! Dat geef ik je, maar de overwinning van Sparta bij AZ was dat niet. Sinds 1996 niet gebeurd! 1996: toen werkte ik bij Arcade en werd op m’n 50e verjaardag door Loïs Lane toegezongen:

Mooie tijden, fijn mee samengewerkt, en om het verhaal van Düsseldorf een nog ‘happier end’ te geven; Astrid was in verwachting van Ivar. Waar blijft de tijd? Dat brengt ons weer terug naar de geboorte van Ex’pression in Emeryville, we schrijven 1 april 1998:

Woensdag 1 april bespreken Gary, Dawn –‘nooit ver weg’- en ik nogmaals de aankoop van het gebouw dat we op het oog hebben. Het is een voormalige fabriekshal die door eigenaar Sybase, de software onderneming, is omgedoopt tot software ontwikkelingsruimte. Ideaal voor ons met het oog op de hoge plafonds en de studio’s die we willen bouwen. We bespreken tactiek qua aankoop omdat Sybase het gebouw voor 1 juli uit de boeken wil hebben. Sybase heeft geld nodig en de gewenste $7,5 miljoen zou de balans zeker een beter aanzien geven dan ‘brick and mortar’, oftewel het huidige gebouw. Maar……$7,5 miljoen gaan we echt niet betalen, zeker weten. Als de (kunstmatige) drie musketiers nemen we innig afscheid van elkaar, waarna Gary me naar San Francisco International brengt en ik met British Airways 284 naar Londen vlieg.

Gemengde gevoelens en gebeurtenissen

In Londen aangekomen om 10.05, check ik in op British Airways vlucht 940 die om 15.45 in Düsseldorf landt. Daar wacht Astrid me op in ‘mijn’ Mercedes (met dank aan Arcade), waarna ze ons in hoog tempo naar Eckart in Driebergen manoeuvreert. Daar draag ik mijn eerste zakelijke indrukken staccato aan Eckart over. Eckart knikt vergenoegd, deelt wat zaken met me die hem zorgen baren, en ter afscheid voegt hij me “goed gedaan jochie” toe. Groter compliment kun je niet van hem krijgen! Maar of ik het wel de komende week allemaal even op schrift wil zetten. Overbodige vraag. En de mededeling dat ik zaterdag 11 april weer verwacht wordt in Florida. Wat?!! Samen met Gary dien ik het voorstel te optimaliseren, zodat er bij investeringsvehikel Ex’tent een klap op kan worden gegeven. Ik spring niet in de houding, maar het scheelt niet veel. We rijden vervolgens naar Astrids ouders in Vinkeveen, waar we de nacht zullen doorbrengen. Ik maak van de gelegenheid gebruik om Gary te bellen over mijn gesprek met Eckart. Ik dring er bij hem op aan om Eckarts opmerkingen serieus te nemen, dan wel in de kiem te smoren. “Will do baby,” sluit hij af. 3 april: de grote man van Keulens productiehuis MaxiMedia, Jürgen Hohmann heeft ons na de Arcade zeperd als speciale gasten uitgenodigd voor de ARD knaller Stars 98 in Stuttgart, waarvan de baten ten gunste komen van het Aidsfonds.

De Mercedes draait op volle toeren over de Duitse Autobahn. In Stuttgart aangekomen wacht ons een zeer genoeglijk hotel waar we ons in ‘gala’ kunnen uitmonsteren. Naast de Kelly Family en Modern Talking, speelt daar ook een groepje dat debuteert op TV: Ace of Base met het liedje ‘Life is a flower’. Het maakt geen indruk op me. Dat is overigens ook iemand van DECCA bij de beoordeling van de Beatles demo’s overkomen! Tijdens het netwerken bij de cocktail receptie stelt Jürgen Hohmann ons voor aan Karl Bode, verantwoordelijk bij Lufthansa voor o.a. sponsoring van dit soort evenementen, en overtocht van de artiesten. Op zijn vraag wat ons ertoe brengt om in Californië een college te openen, antwoorden Astrid en ik in koor, overlopend van enthousiasme, hoe studenten 24/7 bezig gehouden worden en dat er nimmer gebrek aan apparatuur zal zijn. Dat laatste maakt iets wakker in Karl. Hij stelt zijn zoon Marc voor die op de filmschool in Berlijn zit. Marc vertelt dat het traditionele patroon van schoolgaan hem absoluut niet bevalt, en ook dat slechts mondjesmaat van apparatuur gebruik kan worden gemaakt. Na nogmaals ons gloedvolle betoog aangehoord te hebben, besluit Karl om in het najaar met zoon Marc ons in Californië te bezoeken. Astrid en ik voelen ons als succesvolle colporteurs. Geeuwend word ik 4 april wakker, laat Astrid nog even in ruste, en begeef me naar de businessruimte van het hotel om mijn e-mails door te nemen. De belangrijkste is van Gary aan Eckart waarin hij tracht de diverse bezwaren weg te nemen of in de tijd te plaatsen. Agressief beantwoordt hij Eckarts uitlating dat hij wat andere inzichten heeft met betrekking tot het curriculum van de Digital Media course. “Let’s work as a team”, schrijft hij, en dat hij niet wenst te werken in een sfeer van “shooting holes with a bazooka” achteraf. Gary besluit dat wanneer hij niets meer van Eckart hieromtrent verneemt, hij aanneemt dat er niet echt sprake is van serieuze input. Opgewonden standje, gaat het door me heen. Wel stelt hij aan Eckart voor om mij voor een langere periode aan te stellen als CEO, dit na afstemming met Dawn Cardi. Voornamelijk ook omdat de laatste oogst van geïnterviewde kandidaat CEO’s hen niet bepaald enthousiasmeerde. Hij meent dat ik in staat ben om werknemers te inspireren en te motiveren, zodanig dat ze een hoger niveau bereiken. Op z’n Gary’s besluit hij met “no bullshit, I really like him”. Er komt nog een e-mail specifiek voor mij achteraan. Hij wil met me van het weekend praten over Eckart, want diens negatieve houding bevalt hem absoluut niet. Hij stelt dat wanneer hij ook maar iets van het proces heeft geleerd, dan is het dat hij “NEVER EVER FUCKING EVER” Eckart iets zal geven waarvan hij vindt dat het niet af is of incorrect. Ook wil hij Eckarts opinie vooraf en niet wanneer het gereed is en Eckart er als een soort van “armchair quarterback” overheen gaat. Daar moet ik om grinniken, het doet me denken aan al die Nederlanders die thuis met een zak chips en een biertje op de sofa zitten en alles sowieso beter weten dan de trainer op de wedstrijdbank. Hij voegt er een brief aan toe die hij gestuurd heeft naar het bureau (BPPVE) in Sacramento, dat in Californië verantwoordelijk is voor de verstrekking van de benodigde licenties. Gezien de politieke situatie waarin dit orgaan zich bevindt, verzoekt hij om het proces te bespoedigen. Hij besluit zijn eerdere tirade met “hij (Eckart) heeft me wat geleerd, ik ga niet meer buigen voor hem”. Onderweg naar Vinkeveen, voortrazend over de autobahn, neem ik met Astrid de inhoud van de e-mail door, met name het onderdeel ‘wat als’. Stel dat de aanbieding gemaakt wordt, gaan we dan de familie verkassen naar Californië, en voor hoe lang. Qua taal zal het voor de jongens geen probleem zijn, ze zijn inmiddels Engels geschoold. Hoog Engels! Na veel heen en weer gebabbel wordt besloten om een periode van drie jaar als uitgangspunt te nemen. We verheugen ons over hoe we later op zoek zullen gaan naar een geschikte woonplaats in de Bay Area. We besluiten de buitenwereld niet te informeren voordat er een doortimmerd aanbod op tafel ligt. Voordat we er erg in hebben, draaien we de Herenweg op in Vinkeveen en parkeren we voor het huis waar mijn schoonvader indertijd geboren is. En dat niet alleen, ons huwelijksgeluk nam daar een aanvang in 1987:

Als vele malen hiervoor bast hij “ik heb liever geen auto met een Duits kenteken voor m’n deur”. Maar we kennen elkaar nog goed van de plaatselijke voetbalvereniging Hertha. Sterker nog; ik kende schoonvader Toon voordat ik Astrid leerde kennen! Genoeglijk brengen we de avond door, waarna we tollend van de ideeën het logeerbed induiken. Zondag krijg ik een brief van Gary aan Dawn Cardi in handen waarin hij stelt dat iets waar hij zoveel vreugde aan beleefde, veranderd is in een verschrikkelijke nachtmerrie. Niet alleen dat; hij vreest ook voor zijn gezondheid. Hij stelt dat ze hem vooropgezet onderuit hebben gehaald. Letterlijk schrijft hij hoe Eckart hem gaat behandelen: “sneller Gary, stel het curriculum samen, dan kunnen we vervolgens alles gaan behandelen wat jij fout hebt gedaan”.

Heftig einde, en daar stopt het niet mee. Maak van het weekend géén fout weekend!